bijlage downloaden

PROTECT BULLETIN
Trimestriële nieuwsbrief van verzekeringsmaatschappij Protect
J A A R G A N G
5
•
N U M M E R
19
•
19
2001
DE VERZOENINGSCOMMISSIE
EEN INITIATIEF DAT AANDACHT VERDIENT
Op initiatief van de Confederatie Bouw,
Nacebo, Test-Aankoop en de F.A.B.
(Koninklijke Federatie der Architectenverenigingen) werd een verzoeningscommissie "Bouw" in het leven geroepen.
Het initiatief kreeg de steun (zeg maar
subsidies) van het Ministerie van Justitie
en heeft als doel aan bouwgeschillen
sneller en goedkoper een oplossing te
geven zonder dat de tussenkomst van
een rechtbank nodig is.
nieuwe expert moeten aanstellen. Het
bestaande expertenverslag vormt dan
de basis voor deze rechtbankprocedure.
WIE KAN ER EEN BEROEP OP DOEN?
Het verhaal is bekend en wordt ééntonig: bouwgeschillen kosten veel geld, in
veel gevallen zijn de kosten hoger dat
de inzet, zij duren lang, zijn omslachtig
en op het einde blijven steeds rancunes
bestaan. Het initiatief moet in een aantal gevallen een oplossing geven voor
deze problemen.
WAT IS DE VERZOENINGSCOMMISSIE
BOUW?
Zoals de naam het zelf zegt, probeert
de verzoeningscommissie de partijen te
verzoenen. De verzoeningscommissie
hoort de klachten en wanneer ze dit
technisch nodig vindt, doet ze een
beroep op één van haar deskundigen.
Deze komt ter plaatse en probeert een
voorstel te formuleren waarin alle partijen zich kunnen terugvinden. Centraal
staat dus de verzoeningsrol.
Lukt dit echter niet, dan schrijft de deskundige-bemiddelaar zijn vaststellingen
en besluiten neer in een verslag dat
partijen achteraf in principe niet meer
kunnen betwisten. Dergelijk verslag
wordt een "derde-bindend-advies"
genoemd.
Wanneer partijen niet tot een verzoening komen en zich alsnog tot de rechter wenden, zal deze in principe geen
De verzoeningscommissie wil enkel
geschillen oplossen die zich voordoen
tussen een particuliere bouwheer, zijn
architect en de aannemers die de bouw
hebben uitgevoerd. Bouwheren die zuiver professioneel bouwen evenals de
overheid kunnen er geen beroep op
doen. Geschillen omtrent werken met
een gemengd karakter (b.v. woning +
beroep) komen wel in aanmerking.
Er wordt tussen de partijen een akkoord
gemaakt dat er als volgt uitziet:
"Elk technisch geschil met betrekking tot
de uitvoering van de werken die het
voorwerp uitmaken van het huidige contract, kan op verzoek van één der bouwparticipanten aanhangig gemaakt worden voor de Verzoeningscommissie
Bouw.
Eénmaal de Verzoeningscommissie kennis heeft gekregen van het geschil, kunnen de andere bouwparticipanten die
de huidige bevoegdheidsclausule hebben aanvaard, zich niet meer onttrekken
aan de bevoegdheid van de
Verzoeningscommissie.
De Verzoeningscommissie kan een deskundige-verzoener, desgevallend bijgestaan door een sapiteur, aanduiden die
optreedt overeenkomstig het reglement
van de Verzoeningscommissie Bouw.
Deze deskundige staat de bouwpartijen
bij met zijn technische kennis en streeft in
de eerste plaats de verzoening na. In
geval van niet-verzoening, stelt de deskundige-verzoener een gemotiveerd
technisch verslag op dat bindend is voor
de betrokken bouwparticipanten. De
partijen erkennen in het bezit te zijn van
een exemplaar van het reglement en er
volledig mee in te stemmen. Elke partij
verbindt er zich toe deze clausule in te
lassen in de overeenkomst die zij afsluit
met derden, met het oog op de uitvoering van het huidige contract."
De correcte werking, de kostprijs en het
verloop van de procedure worden hierin
niet behandeld. Indien in de toekomst
Protect akkoord gaat met de werking en
toelaat dat haar verzekerden dit instrument gebruiken, dan kom ik daar in een
volgend nummer uitgebreid op terug.
Zover is het immers nog niet.
STANDPUNT PROTECT
Het mag duidelijk zijn dat Protect alle
initiatieven die er kunnen toe leiden de
proceduretermijnen te verkorten toejuicht en er wil aan medewerken voor
zover ze de belangen van de verzekerden en van de maatschappij niet schaden.
IN DIT NUMMER
PAG.
1 • DE
VERZOENINGSCOMMISSIE:
EEN INITIATIEF DAT AANDACHT
VERDIENT
PAG.
2 • PROTECT:
PAG.
3 • EEN
CIJFERS
2000
VOCHTIGE ZITPUT:
ENKELE BEMERKINGEN
PAG.
6 • VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR:
UW MEEST GESTELDE VRAGEN!
• 1 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 19
Vooreerst moet gesteld dat de F.A.B.
initiatieven genomen heeft zonder de
verzekeraars raad te vragen of te
betrekken bij de onderhandelingen.
Het lijkt mij onverstandig uit hoofde van
een beroepsvereniging om hier aan te
zijn voorbijgegaan. In praktisch elke discussie zal immers de verzekeraar van
de architect betrokken worden. Zoals
de situatie nu is, worden de verzekeraars voor voldongen feiten geplaatst.
Zelfs al wijzigen voorwaarden en werking ten gevolge van opmerkingen van
de verzekeraars en geven de verzekeraars hun akkoord tot samenwerking,
dan was het toch initieel fout om een
belangrijke belanghebbende partij niet
te betrekken bij de onderhandelingen.
Protect heeft F.A.B. hierop gewezen.
Daarnaast blijven nog tal van vragen
onopgelost (juist ten gevolge van onze
afwezigheid op de onderhandelingen)
waardoor vooralsnog geen akkoord
kon gegeven worden ter ondersteuning
van het initiatief. Een paar worden hierbij kort behandeld.
1. Er moet zekerheid zijn dat alle partijen die kunnen betrokken zijn, deelnemen aan de procedure. Naast de
bouwheer, architect en aannemer
ook de eventuele onderaannemers,
leveranciers, ingenieurs,... Indien
een verantwoordelijke partij afwezig
blijft, dan zijn de vaststellingen niet
bindend en is de procedure een
maat voor niks.
2. Gezien de belangrijke rol die de
deskundige zal spelen, moeten zijn
kwaliteiten van een hoog niveau
zijn. Het mag duidelijk zijn dat een
akkoord maar zal gegeven worden
indien er een controlemogelijkheid
zal bestaan op de lijst van experten
(met recht op wraking).
De voorwaarden waaraan hij moet
voldoen, moeten vastgelegd worden. Het verleden heeft ons geleerd
hierin zeer behoedzaam te zijn.
Zijn taak zal voor elke opdracht zeer
duidelijk moeten omschreven worden. Zal hij in zijn verslag ook de
aansprakelijkheidsverdeling bepalen of zal het verslag beperkt worden tot louter technische vaststellin-
gen? Een genuanceerd antwoord
zal helpen ons standpunt te bepalen.
BESLUIT
Het initiatief is lovenswaardig en moet
een kans op slagen krijgen. Protect zegt
dus zeker niet neen. Bij het ter perse
gaan van het Bulletin zullen nog niet
alle vragen beantwoord zijn en nog
niet alle problemen uit de weg
geruimd zijn, zodat Protect haar
akkoord nog niet gaf.
Indien dit er wel komt dan zal in een
eerste fase ons akkoord gegeven worden voor een beperkte periode en voor
zover de vorderingen bepaalde bedragen niet te boven gaan. Een evaluatie
a posteriori zal ons toelaten besluiten te
nemen, tot verlenging en aanpassing
van de voorwaarden.
Ir. Ides Ramboer
Ged. Bestuurder
PROTECT 2000
Eind vorig jaar sloot onze maatschappij haar tiende boekjaar af. Wij blikken even terug op de cijfers van 2000.
PREMIEOMZET
Het totaal incasso steeg met ongeveer 2 miljoen BEF tot 227
miljoen BEF. Het grootste gedeelte betreft nog steeds de
beroepsaansprakelijkheid van de architecten en ingenieurs.
Hierin is Protect marktleider geworden.
VERGELIJKING TECHNISCHE RESERVES (X1000)
WINST EN EIGEN MIDDELEN
De winst na belastingen beliep nagenoeg 15 miljoen BEF en
het eigen vermogen (kapitaal + gereserveerde winst)
bedraagt nu 120 miljoen BEF. Het rendement op eigen vermogen bedroeg meer dan 14 %. Met deze resultaten moeten wij niet blozen.
OMZET (X1000)
TECHNISCHE RESERVES
Nu reeds belegt Protect 750 miljoen BEF die dienen om de
technische reserves te waarborgen. Dit bedrag dient in
hoofdzaak om de schadegevallen die aangemeld werden,
maar nog niet afgehandeld zijn, te provisionneren.
• 2 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 19
VERGELIJKING NETTORESULTAAT (X1000)
EEN
VOCHTIGE ZITPUT: ENKELE BEMERKINGEN
VOCHT IN EEN WONING,
ONMISKENBAAR EEN PROBLEEM
Het hoeft geen betoog dat vocht in een
woning een van de meest gehoorde
kwalen betreft in de bouw. Vocht in
een oude woning is een plaag, vocht in
een nieuwbouw onaanvaardbaar.
Vocht kan zich in veel vormen en op
vele plaatsen in een woning manifesteren doch steeds vormt dit een punt van
ergernis voor alle bouwpartners. Er
moet worden opgemerkt dat niet alle
vochtproblemen steeds een bouwkundige oorzaak hebben. Ook de bewoning zelf en het gebruik van de lokalen
kunnen aanleiding geven tot vochtproblemen. Binnen de groep vochtproblemen is een relatief veel voorkomend
vochtprobleem vocht in zitputten. In dit
artikel wordt dit vochtprobleem kort
toegelicht.
ALGEMEEN BEGRIP ZITPUT
Vooreerst wensen wij de term zitput te
verduidelijken. Veel bouwheren en
-dames hebben een wens om, wanneer zij even tot rust willen komen, zich
in een knusse plaats te kunnen terugtrekken, een ruimte waar zij alles vanuit
een ander gezichtsveld bekijken. Een
architecturaal antwoord hierop is de
zogeheten zitput. Dit is meestal een
deel van de woonkamer waarvan het
vloerpeil vijftig tot zeventig cm lager ligt
dan het normaal peil van de woning
en de zich omringende tuin. In dit deel
van de woning worden dan zetels en
dikwijls ook de open haard (cassette)
ondergebracht, tot een knusse hoek.
Indien men in een dergelijk verzonken
woongedeelte zit, kijkt men als het
ware scheerlings over het maaiveld wat
een speciaal effect en gevoel geeft.
In veel ontwerpen wordt dan ook
omwille van deze specifieke eigenschap een zitput ingebouwd. Het is hierbij wel mogelijk dat afhankelijk van de
tuinaanleg buiten, het peil van de tuinaanleg volledig rondom de zitput
boven het vloerpeil van de zitput gelegen is of slechts gedeeltelijk, bijvoorbeeld indien men aansluit op een
eveneens verlaagd aangelegd buitenterras. In beide gevallen komt men
echter dezelfde elementen tegen.
KLACHTEN EN SIGNALEMENT VAN DE
PROBLEMEN
Veel naar voor komende klachten zijn
het loskomen en vervormen of opzwellen van parket, en het beschadigd
raken van wandafwerking (meestal het
schilderwerk).
VEELAL PAS VRIJ LATE SIGNALISATIE VAN
HET VOCHTIG WORDEN VAN DE ZITPUT
In de praktijk stellen we vast dat klachten in verband met vochtige zitputten
vrij laat gesignaleerd worden. In veel
gevallen gebeurt dit pas enkele jaren
na de ingebruikname, na lange periodes met veel regenval. Dit is uiteindelijk
eenvoudig te verklaren. In de meeste
gevallen worden de definitieve (vochtgevoelige) afwerkingen immers pas uitgevoerd na enkele jaren, wanneer de
bouwheer weer wat financiële ademruimte heeft. Hetzelfde geldt voor de
buitenaanleg inclusief de buitenbetegelingen.
VACATURE: GEZOCHT
Ingenieur-architect, bouwkundig ingenieur
of industrieel ingenieur (m/v)
Voor de volgende functie:
• U controleert de berekeningen en volgt de
werfvergaderingen in het kader van de
externe controle voor de 10-jarige
verzekering.
• U doet expertises in de bouwsector waaronder ook schaderegelingen in brand-, in
water- en in stormschade en in burgerlijke
aansprakelijkheid.
Regio: vooral in Vlaams- en Waals-Brabant,
Antwerpen en Limburg.
U beantwoordt aan het volgende
profiel:
• U hebt reeds enkele jaren ervaring in ontwerp en werfopvolging
• U hebt een grondige ervaring in stabiliteitstudies
• U hebt een kennis van bouwtechnische
verzekeringen of u bent bereid deze grondig te bestuderen
• Een goede kennis van het Frans is vereist
• Ervaring in schaderegelingen vormt een
pluspunt
Het aanbod:
• Bediendestatuut
• Correct salaris, aangevuld met extralegale
voordelen (groepsverzekering)
• Jong en dynamisch team
Interesse? Stuur uw sollicitatie met pasfoto en
cv naar:
Christophe Roelandt,
Leopold II laan 152
1080 BRUSSEL
Hierbij belanden we dan bij de eigenlijEen eerste verklaring voor de late signalering is dus de volgende. Zolang de
zitput onafgewerkt is en dus enkel de
bepleistering en de chape aanwezig is,
treden eventueel (afhankelijk van oorzaak zie verder) reeds dezelfde problemen op, doch deze worden niet
onmiddellijk opgemerkt of toch niet
onmiddellijk als storend ervaren daar
het eventueel aanwezige vocht vrij verdampt in de woonomgeving zonder al
te veel sporen na te laten.
Daar waar de hiervoor vermelde reden
veeleer te maken heeft met het niet
zichtbaar worden van het nochtans
reeds aanwezig probleem is een tweede verklaring veeleer dichter gelegen
bij een pas naderhand optredende oorzaak. Deze oorzaak staat in rechtstreeks verband met het pas later aanbrengen van de buiten(terras)aanleg.
ke oorzaken van de zich stellende problemen in zitputten. Vooreerst lijkt het
ons aangewezen om de bestaande
richtlijnen eens op te zoeken.
VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET
ZITPUTTEN
Specifieke documenten in verband met
zitputten zijn ons niet bekend. We dienen dit dus breder te bekijken. Zo
komen wij bij de definitie van een zitput. Het gaat om een normaal als leefruimte afgewerkt woongedeelte, waarin men dezelfde afwerkingen en dezelfde voorzieningen wenst als in de rest
van de woondelen (elektriciteit, telefoon- en tv-aansluiting, verwarming).
• 3 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 19
Alhoewel het hier slechts om een verlaging van ongeveer een halve meter
gaat (afgewerkt vloerpeil), valt dergelijke zitput dus (voor het gedeelte
onder het maaiveld) onder de voorschriften van De technische voorlichtingsnota TV 190 van het W.T.C.B.
«Bescherming van ondergrondse constructies tegen infiltratie van oppervlaktewater». In dit document worden de
eisen en de mogelijke uitvoeringen
beschreven waaraan ondergrondse,
en dus ook gedeeltelijk ondergrondse
constructies, moeten voldoen. Er zijn
verschillende klassen en dit in functie
van het gebruik van het lokaal, het verloop en de aard van het omliggend
terrein, en de grondsoort. Voor specifieke gegevens hieromtrent verwijzen
wij naar het document zelf.
MOGELIJKE OORZAKEN VAN
INFILTREREND VOCHT
1. Uit de nader onderzochte schadegevallen komt naar voor dat de
diverse bouwpartners niet onmiddellijk de ernst en de impact van de
beslissing om een zitput te voorzien
beseffen. Het betreft "slechts" een
verlaging van het vloerpeil van 50 à
70 cm. Men mag hierbij niet uit het
oog verliezen dat er in veel gevallen gekozen wordt om een vloerverwarmingssysteem te voorzien in
de zitputten, wat het peilverschil van
de draagvloer ten opzichte van het
afgewerkt peil al vlug naar een
waarde van om en bij de 20 cm
brengt. Dit wil dan ook zeggen dat
het bovenvlak van de dragende
vloerplaat toch tot gemakkelijk 100
cm onder het oorspronkelijke maaiveld komt. In veel gevallen heeft
men wel de neiging om te gaan
denken aan het grondwater. Men
gaat dan ook na wat de stand van
het grondwater is en in veel gevallen komt men tot het besluit dat dit
nog voldoende laag zit ten opzichte van dit niveau. Dan gebeurt soms
de miskenning. Gelet op dit laatste
meent men dat men dus veilig zit
voor vocht en trekt men de muren
op, al dan niet voorzien van een
klassieke koolteerberaping, of eenvoudige bestrijking met mortel zoals
voor funderingsmetselwerk. Dit zijn
• 4 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 19
Foto van opzuiging in de binnenwand van een zitput daar de achterliggende dichting niet voldoende hoog was opgetrokken (kwam niet boven het maaiveld); de keramische vloer heeft
gezien zijn aard echter geen schade ondervonden. De vochtgevoelige bepleistering wel.
handelingen die echter geenszins
als
waterdichting
mogen
beschouwd worden. De opgetrokken wanden worden dikwijls ontdubbeld daar men tussenin een
thermische isolatie wenst aan te
brengen. Welnu, in dergelijke
gevallen is het niet uitgesloten dat
bij hevige of langdurige regenval er
zich water kan ophopen rond de
wanden van de woning. Op deze
plaatsen is de grond immers omgewoeld en minder compact dan de
omringende (ongeroerde) grond.
Het water stapelt zich dus bij voorkeur op in de aanvullingszone rond
de bouw. Gelet op het feit dat dit
water zich daar accumuleert, kan dit
water infiltreren in de wandconstructie en zo doorzakken, via eventuele
spouwen, tot op de dragende plaat
alwaar het de onderlagen van de
vloeropbouw kan bevochtigen. Dit
water verspreidt zich dan over die
plaat en bevochtigt de chape en of
bepaalde wanden (opzuiging via
binnenspouwblad). Een enkele
keer uit zich dit in een door zoutafzetting aftekenende kring op de
chape of wand doch het is best
mogelijk dat bij bijvoorbeeld niet
extreme neerslag het vocht verdampt zonder sporen, en pas later
na afwerking van de constructies tot
uiting komt.
In veel gevallen ontstaat dan de discussie of dit nu grondwater betreft of
niet. Er kan gesteld worden dat in
het grootste deel van de gevallen
er geen sprake is van echt grondwater doch wel zoals hiervoor
geschetst oppervlaktewater.
2. De oplossing om dergelijke problemen te voorkomen is uiteraard het
voorzien van de nodige beschermingen (waterdichte bekledingen
en drainages), zoals voorzien in de
TV 190. Het is hierbij heel belangrijk
dat deze continu zijn en tot op de
juiste hoogte. Het spreekt voor zich
dat men dus de volledige zitput
dient aan te pakken, doch het komt
voor dat men, ondanks dat dit voor
de hand ligt, de aangebrachte
voorzieningen toch onvolledig uitvoert. Wij denken dan heel in het
bijzonder aan de nietbuitenwanden, dit zijn de wanden langs de
woonzijde die het niveauverschil
tussen het normaal peil van de
woning en het verlaagd deel vormen. Het komt voor dat men de
voorzieningen enkel treft ter hoogte
van de opgaande buitengevels en
niet van de lagere "binnenmuurtjes". Het is duidelijk dat ook deze
muurtjes dienen aangepakt te worden en dit inclusief de trap. Hierbij
heeft men de keuze om de trap als
het ware eerst te vervaardigen in de
ruwbouw, en de trap dan mee in te
pakken of men kan ervoor kiezen
om de trap volledig binnen de
gemaakte kuip te plaatsen. In ieder
geval dient men ook ter plaatse
van de trap de nodige voorzorgen
te nemen. Zoniet loopt men het
gevaar dat via de trapconstructie
water kan infiltreren.
3. Een ander voorkomend euvel is:
"de voorzieningen mogen niet
doorboord worden". Ook al is dit
een voor de hand liggende zaak,
toch moet worden vastgesteld dat
men soms de nodige voorzieningen
heeft getroffen maar dat deze
doorboord worden voor het leggen
van verwarmings-, elektriciteits- of
telefoonleidingen. Dergelijke doorboringen gebeuren wel eens wanneer men plots een bijkomend
stopcontact of een buitenverlichting
wenst aan te brengen. Men moet er
in dergelijke gevallen over waken
volledig binnen de "verdichtingswerken" te blijven en verticaal voldoende omhoog te komen vooraleer
men door de wand heen boort. Er
zou moeten voorzien worden dat er
zich langs de binnenzijde een voldoende dikke wand bevindt zodat
men alle leidingen verticaal, van
boven de zitput (dus van boven het
maaiveld) in deze binnenwand
naar beneden laat lopen, zonder
de dichting te beschadigen (opgepast met bevestigingen).
4. Tot slot is er nog een veel voorkomende oorzaak te signaleren.
Ondanks het feit dat de architect en
de aannemer alle nodige voorzorgen getroffen hebben en de hiervoor vermelde problemen vermeden hebben en dan ook terecht
menen perfect werk te hebben
afgeleverd, worden zij na enkele
jaren toch door de bouwheer aangesproken. Welnu, in een dergelijke
situatie stellen we niet zelden vast
dat een ijverige aannemer tuinaanleg en/of buitenbestratingen een
prachtige tuin heeft aangelegd
doch zich heeft vergist in de peilen.
Het is duidelijk dat de voorzieningen in de zitput aangevuld worden
met de nodige spouwsluiters in de
gevels (de dorpels niet te vergeten). Al deze punten moeten strikt
op elkaar afgestemd worden.
Wanneer nu echter de aanleg buiten te hoog werd uitgevoerd
(spouwsluiter onder het maaiveld) is
het niet ondenkbaar dat er zich
water kan verzamelen op de
spouwsluiter die in wezen een
enkele overlappende folie betreft,
en zich boven het maaiveld dient te
situeren. Het op deze folie stagnerende water (het kan niet naar buiten daar de aanleg te hoog werd
uitgevoerd) verzamelt zich in dit
gootje en loopt via de overlappingen gestadig in de onderliggende
wanden waar het water dus binnen
de verdichting van de zitput terecht
UITNODIGING INFORMATIESEMINARIES
Protect organiseert naar jaarlijkse gewoonte de volgende informatieseminaries
• Seminarie 1: Beroepsverzekering + architectencontract:
Zaterdag 13/10/2001: van 9u30 tot 11u30 te Lichtervelde (1)
Dinsdag 23/10/2001: van 19u tot 21u te Mechelen (2)
• Seminarie 2: Sociaal statuut zelfstandige:
Zaterdag 20/10/2001: van 9u30 tot 11u30 te Lichtervelde
Dinsdag 30/10/2001: van 19u tot 21u te Mechelen
• Seminarie 3: Bouwtechnische verzekeringen:
Zaterdag 27/10/2001: van 9u30 tot 11u30 te Lichtervelde
Dinsdag 06/11/2001: van 19u tot 21u te Mechelen
(1) adres: Kantoor Ides Ramboer Stationsstraat 112/114
(2) adres: Kamer Handel en Nijverheid: Onze-Lieve-Vrouwestraat 85
U kan inschrijven op ons nummer 02 411 41 14
of via een mail naar [email protected]
kan komen. In de meeste gevallen
ontstaat het misverstand omdat men
in het buitenspouwblad meestal een
enkele extra strook waterkering aanbrengt (één steen boven de eigenlijke uittreden van de spouwsluiter)
ten einde opzuiging in de gevel te
voorkomen. Deze folie wordt dikwijls verkeerdelijk aanzien door de
tuinaanlegger als zijnde de echte
waterkering. De eigenlijke waterkering bevindt zich één laag onder
deze (extra) laag. Veel euvels ter
zake zouden kunnen vermeden
worden, mocht men de architect
en/of de aannemer ruwbouw contacteren vooraleer men de buitenaanleg laat uitvoeren. Deze post
(buitenaanleg) wordt echter in veel
gevallen pas jaren nadien uitgevoerd. Deze werken vallen dan ook
buiten de controle van de architect.
In dergelijke gevallen ontstaat dan
de discussie of de woning niet te
laag ingeplant werd. Niets is minder
waar. Hier werd de buitenaanleg te
hoog aangelegd. Het gebouw is op
dat ogenblik een vast gegeven
waarnaar men zich dient te richten.
BESLUIT
Een zitput in de woning vergt een nauwgezet en consequent uitgevoerd werk,
waarbij men zich steeds moet bewust
zijn van het feit dat er zich oppervlaktewater kan aandienen op deze verlaagde constructie. Dit impliceert evenwel
voor de bouwheer dat, gelet op de
extra voorzieningen en de zeer nauwkeurige uitvoering, dit een niet onbelangrijke extra kost zal uitmaken in het
budget. Er komt immers meer bij kijken
dan de extra hoeveelheid stenen.
SLOT
Dit artikel heeft niet de bedoeling om
de volledige technische uitwerking te
geven voor de problematiek van zitputten doch dient enkel gezien te worden
als een algemene benadering van
mogelijke problemen zonder hierbij
volledig te kunnen zijn.
Ir-arch. Luc Salomez
Expert Inventum BVBA
• 5 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 19
VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR:
Het K.B. van 25 januari 2001 op de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
creëerde het wettelijk kader waarbinnen de veiligheidscoördinator dient op
te treden sinds 1 mei 2001. In de Protect
Bulletins 11 en 17 behandelden we dit
onderwerp reeds uitvoerig.
De inhoud van het K.B. en de praktische
gevolgen blijven vragen oproepen.
Hierna vindt u een lijst met de meest
gestelde vragen over het onderwerp en
hun antwoord:
1. Wat met de verzekering van de
veiligheidscoördinator?
De verzekering «BA veiligheidscoördinator» is een specifiek contract met een
specifieke dekking die de bedrijfs- en
beroepsaansprakelijkheid dekt. Deze
dekking is volledig onafhankelijk van
iedere andere bestaande dekking (als
ontwerper bijvoorbeeld). De verzekering «BA veiligheidscoördinator» is verplicht sinds 1 mei 2001 voor alle werven
in oprichting.
De polis «BA veiligheidscoördinator»
werkt op dezelfde manier als de polis
«BA architecten en ingenieurs». Er wordt
een voorschotpremie betaald in het
begin van het jaar. Op het einde van
het jaar wordt de definitieve premie
berekend in functie van de ontvangen
honoraria van het referentiejaar en van
de overeengekomen premievoet in de
bijzondere voorwaarden van de polis.
2. Hoe kan men verzekerd worden
dat men aan alle vereisten voldoet
qua ervaring om het beroep van
veiligheidscoördinator te mogen
beoefenen?
Protect kan zich niet uitspreken over het
al dan niet voldoen aan de voorwaarden van het KB. Wij pleiten er daarom
voor om deze vraag te stellen aan het
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Daartoe volstaat het om een aangetekend schrijven te richten aan dit ministerie waarin u al de gegevens vermeldt
die u in uw bezit hebt. In deze brief
vraagt u aan het ministerie of u, op basis
• 6 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 19
UW MEEST GESTELDE VRAGEN!
van de door u overgemaakte gegevens, voldoet aan de wettelijke vereisten om de functie van veiligheidscoördinator uit te oefenen.
U vermeldt eveneens dat, in geval van
ontbreken van een antwoord binnen
1 maand na het versturen van deze
brief, u ervan uitgaat dat u aan alle vereiste voorwaarden voldoet.
Het adres van het Ministerie is:
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
Administratie van de veiligheid van
de werknemers
Belliardstraat 51, 1040 BRUSSEL
Indien u dit wenst, kan u bij ons een
modelbrief van dit schrijven verkrijgen.
3. Wat is het gebruikelijke honorarium
van een veiligheidscoördinator?
Op dit ogenblik kunnen wij nog geen
definitief antwoord geven op deze
vraag. Het ontwerp van het K.B., dat de
voorwaarden waaraan de vormingen
zullen moeten voldoen zal vastleggen,
wacht sinds 27 juli 2001 bij de Raad
van State op een goedkeuring. Hoogstwaarschijnlijk zal hierover geen beslissing geveld worden voor het einde van
het jaar. Van zodra wij meer nieuws
hebben, houden wij u op de hoogte
via een weetje in het Protect Bulletin.
Ondertussen kan u wel noteren dat u tot
1 mei 2004 de tijd hebt om de bewijzen voor te leggen van uw vereiste
opleiding als veiligheidscoördinator. (cf.
Bulletin 17, pag. 2).
Aarzel niet om contact met ons op te
nemen voor verdere inlichtingen.
Benjamin Baeck, Jurist Protect N.V.
De kost van de coördinatie zou schommelen tussen 0,5 en 1,5% op de waarde der werken in functie van de moeilijkheidsgraad van de werken, het aantal aannemers op de werf en de duur
van de werken. Veel veiligheidscoördinatoren voorzien een percentage gaande van 1 tot 2% (cf. Bulletin 11, pag. 5).
Protect Bulletin
Gratis trimestriële nieuwsbrief
4. Waar en hoe kan u een lijst met
actieve veiligheidscoördinatoren
verkrijgen?
voor Protect-verzekerden
Leopold II laan 152, B-1080 Brussel
Tel. 02 411 41 14
U kan bij Protect een lijst van de bij haar
verzekerde veiligheidscoördinatoren verkrijgen.
5. Kan men optreden als veiligheidscoördinator op zijn eigen bouwwerf?
Volgens ons is dit niet mogelijk aangezien de coördinator, belast met de veiligheid op de werf, op bepaalde ogenblikken maatregelen zal moeten eisen
die een verhoging van de kostprijs van
de werf met zich zullen meebrengen.
Dit kan leiden tot een belangenconflict
tussen de bouwheer en de coördinator
wat in bepaalde gevallen de veiligheid
in het gedrang zou kunnen brengen.
6. Waar kan ik als ontwerper de nodige
bijkomende opleiding volgen voor
het uitoefenen van de activiteiten als
veiligheidscoördinator?
Fax 02 411 19 29
E-mail: [email protected]
website: www.nvprotectsa.be
Redactie:
Ides Ramboer
Rebecca Ramboer • Laurence Evrard
Verantwoordelijke uitgever:
ir. Ides Ramboer
verzekeringsonderneming toegelaten
onder codenummer 1.009