Als de baby aan zijn handen wordt vastgehouden zal hij enkele tellen stevig op zijn benen staan. Als de baby op zijn buik ligt zal hij gaan tijgeren en ook gaat de baby steeds meer spelen. Hij kan met beide handen tegelijk een speeltje vasthouden en het ook overgeven van de ene naar de andere hand. De tiende tot twaalfde maand Aan het eind van het eerste levensjaar kan de baby goed zitten. Ook zal hij in deze periode gaan kruipen en begint hij zich in de box of met behulp van een tafeltje op te trekken tot staan. Eerst tot op de knietjes en later helemaal tot staan. Met behulp van steun zullen straks de eerste voorzichtige stapjes komen. Bovendien zal de baby gaan klimmen. De motoriek wordt steeds verfijnder: heel precies kan je baby met zijn wijsvingertje en zijn duimpje een koekkruimeltje oppakken. Datzelfde wijsvingertje gaat nu naar alles wijzen. Deze folder is in de hij-vorm geschreven, natuurlijk is de ontwikkeling van een meisje op gelijke wijze. Fysiotherapie Grotestraat 42 7443 BJ Nijverdal 0548-612459 Kinderfysiotherapie Mensinkweg 41a 7442 TA Nijverdal 0548-611800 Kinderfysiotherapie Kerspel 2 7642 AK Wierden 0546-898906 www.fysiosens.nl [email protected] Aangesloten bij KNGF, NVFB, NVFK Motorische ontwikkeling zuigelingen Deze informatiefolder geeft richtlijnen voor de motorische ontwikkeling in het eerste levensjaar van een baby. Ieder kindje zal zich op een eigen manier ontwikkelen. De pasgeboren baby De In de eerste weken beweegt de baby reflexmatig. De pasgeborenen kan nog niet goed zien en horen. Wel reageert hij al op fel licht en harde geluiden. Het belangrijkste contact verloopt via de huid. Roteren hanteren is in deze periode erg belangrijk (zie folder roterend hanteren). De tweede maand De baby wordt al wat steviger in zijn nekje, hij kan zijn hoofd op zijn minst 45 graden heffen in buikligging en ook in de zithouding kan hij zijn hoofd al beter omhoog houden (5 tellen, maar nog niet in evenwicht). De handen zijn dikwijls geopend en de baby krijgt steeds meer belangstelling voor de dingen om hem heen. De derde maand De eerste maand De baby kan zijn hoofdje rechtop houden in buikligging. In de eerste maand kan de baby zijn hoofdje een korte tijd opheffen in buikligging. Hiermee ontwikkelt hij zijn rug– en nekspieren, het bevordert zijn borstademhaling. Buikligging is een belangrijke houdingals de baby wakker is, door de eenzijdige slaaphouding (rugligging) kan er een scheve afplatting van de schedel ontstaan. De baby is ook druk bezig om de bewegingen van zijn handjes te bestuderen. Hij begint te slaan naar speeltjes in de buurt. Tegen het einde van de eerste maand wordt de grijpreflex iets minder en blijven de handjes af en toe open. De één maand oude baby begint het gezicht van zijn ouder / verzorger te onderscheiden en kan zijn aandacht op een voorwerp richten die ongeveer 20 cm van hem vandaan ligt. Na 6 weken zal het kindje beginnen met glimlachen. De grijpreflex begint langzaam te verdwijnen. De handjes kunnen van af de derde maand tot de middellijn worden gebracht. De vierde en vijfde maand In buikligging maakt hij zwem-/schommelbewegingen. Het is ook mogelijk dat de baby op de onderarmen kan steunen. Met behulp van steun kan je kind op je schoot zitten. De baby gaat gerichter naar allerlei speeltjes slaan en probeert misschien zelfs wat te pakken. Hij kan het speeltje al aanraken en betasten, maar nog niet vastpakken. De handen kunnen naar de knieën worden gebracht. De zesde tot achtste maand Op zijn buik liggend kan de baby zijn gewicht dragen door op zijn gestrekte armen te steunen. In buikligging komt hij nog niet vooruit, maar het lukt hem wel om zich op zijn as te draaien. De meeste baby’s willen nu graag overeind getrokken worden tot zit. Als hij in de zithouding wordt neergezet, kan hij enkele tellen blijven zitten. Hij zal nu aanstalten gaan maken om te gaan rollen: eerst op zijn zij en na een paar weekjes oefenen ook helemaal van rug naar buik en weer terug. De meeste baby’s kunnen nu gericht dingetjes pakken, zoals rammelaar en fles. De negende maand Als de baby zit, schommelt hij met zijn lijfje voor– en achterwaarts. Als de baby goed stevig rechtop zit, kan hij in een winkelwagentje of fietsstoeltje zitten. Het zitten moet langzaam worden opgebouwd. Het regelmatig op de buik liggen stimuleert het tijgeren en kruipen.
© Copyright 2025 ExpyDoc