Werken op het water Fotografie Eveline Renaud Tekst Paulette Mostart Het fotoboek ‘Werken op het water’ van fotograaf Eveline Renaud en journalist Paulette Mostart geeft een bijzondere, niet alledaags kijkje achter de schermen van alles wat zich op en rond het water van de Amsterdamse haven en de grachten afspeelt. De foto’s, aangevuld met korte, levendige teksten, laten zien hoe gevarieerd het werk van de havendienst, de rondvaartbootkapitein, de stoere baggeraars of de mannen die het vuilnis bij tankers en cruiseschepen ophalen is. I n het boek reist de lezer mee met de waterpolitie, beklimt hij reusachtige zeeschepen met de douane, breekt het ijs aan boord van een ijsbreker in de grachten en vaart mee met de veerpont naar Amsterdam Noord. En natuurlijk komt ook de Amsterdamse haven aan bod; de grootste ter wereld op het gebied van benzine en cacao en de op een na grootste steenkoolhaven van Europa. Ook de liefhebber van weetjes komt aan zijn trekken. Zo worden er jaarlijks 15 miljoen reizigers met de veerponten van het GVB overgezet, en wist u dat de benzineoverslag in de Amsterdamse haven maar liefst 20 miljoen ton bedraagt. Dat maakt Amsterdam het grootste tankstation ter wereld. Dit boek onderscheidt zich van de geijkte toeristische fotoboeken. Het is een getrouwe weergave van de werkelijkheid, een eerlijk boek over mannen en vrouwen die hun brood verdienen op het Amsterdamse water; modern, dynamisch, ecologisch en persoonlijk. Het Amsterdamse GVB heeft zes veerdiensten over het IJ. Drie vertrekken vanaf de De Ruijterkade (het Buiksloterwegveer, het IJpleinveer en het NDSM werfveer), één vanaf het Azartplein (het Oostveer) en twee vanaf de Houthaven (Distelhavenveer en Houthavenveer). Ze zijn gratis toegankelijk voor voetgangers, fietsers, bromfietsers, scooters en invalidenvoertuigen. Verder zijn er nog drie pontverbindingen over het Noordzeekanaal die wel toegankelijk zijn voor auto’s. De pont naar de Buiksloterweg vaart als enige 24 uur per dag. De pont “We krijgen wel eens een dikke vinger” Woensdag 07.30 uur, de spits op de De Ruijterkade achter het Centraal Station is in volle gang. Een eindeloze stoet fietsen, voetgangers en brommers staat geduldig te wachten tot de GVB veerpont richting Buiksloterweg aanlegt. Langer dan zes minuten duurt het niet, de pont over het IJ vaart tien keer per uur. Terwijl de alarmtonen afgaan laat schipper Dirk van der Linden (57) de klep van het schip voorzichtig zakken. Binnen een mum van tijd hebben de passagiers het schip verlaten en is de achterplecht weer volgestroomd met nieuwe overstekers. ‘Doorlopen’ klinkt het van achteren, waar alles en iedereen boven op elkaar staat. ‘Voorin is nog ruimte zat’. Dirk en zijn medeschipper Robert Schellekens (52) hebben vandaag de vroege dienst. Ze zijn om 06.00 uur begonnen en om 14.00 uur zijn ze klaar. Ze werken graag met elkaar, maar ze zijn niet altijd samen ingedeeld, de zeventig schippers van het GVB wisselen over de hele vloot. Ze kennen ze dan ook allemaal, zoals Harry “een hele gezellige collega”, die Harry Tiktak heet omdat hij horloges repareert, of Rob, de kapitein Iglo van de Pannenkoekenboot. “Het is net een dorp, iedereen kent elkaar, vaak van generatie op generatie. Zo leuk, al die mensen met al die verschillende achtergronden, iedereen komt uit een andere wereld. De binnenvaart, de visserij of de grote vaart.” Dirk en Robert werken allebei al ruim zeven jaar bij het GVB en ze hebben in die tijd behoorlijk wat zien veranderen. Het aantal passagiers is enorm toegenomen, vooral jongeren weten Amsterdam-Noord te vinden. Vroeger gebeurde er niet zoveel, maar met de komst van het filmmuseum Eye en diverse culturele en andere initiatieven, is het stadsdeel uitgegroeid tot een populaire bestemming. Het is nu ook ’s nachts druk op de pont. Ze zien volgens hun eigen zeggen veel gekkigheid oversteken. Excentriek volk en hippies. In het weekend gaan ze mooi opgedoft de stad in, en uren later komen ze verkreukeld weer aan boord. Soms moeten ze ’s ochtends de kots van het dek spoelen. “Kijk”, wijst Dirk naar paar eenzame dameshakken die op een muurtje op de kade staan, “die zijn vannacht achtergelaten”. Ondanks dat hij steeds hetzelfde korte stukje moet varen, vindt Robert het werk beslist niet saai. “Je ziet de mooiste schepen voorbij komen en daarbij moet je heel goed opletten met al die vrachtschepen en rondvaartboten om je heen. En het optrekken van de klep vereist veel aandacht.” Pas nog was er een fietser heel hard doorgereden nadat het licht op rood stond en de klep al omhoog ging. Hij was er helemaal overheen gevallen, met fiets en al, en al zijn tanden lagen eruit. Robert was zich kapot geschrokken. “Het optrekken van de klep blijft een echt stressmoment. Het is lastig om het goede moment te bepalen. We krijgen wel eens een dikke vinger als we de klep net voor iemands neus optrekken. Maar dat gebeurt nooit zomaar om te pesten. Soms moet het. Als er bijvoorbeeld een groot schip aankomt dat we net voor kunnen blijven als we nu vertrekken”. Wat vinden ze het mooiste van hun vak? Voor Dirk is dat het manoeuvreren, navigeren en communiceren en voor Robert: “op de middelbare school zat ik altijd naar buiten te kijken, dat is nu mijn vak geworden!” • “We zien veel gekkigheid oversteken” Vuilnisboer op het water Er staat een stevig windje in de Coenhaven. De Invotis 2 van scheepsvuilophaler Bek en Verburg ligt klaar voor vertrek. In het ruim wachten een stuk of twaalf containers om gevuld te worden. Zevenhonderd kuub vuil kan het schip verstouwen. Vandaag staan er twee cruiseschepen op het programma, een olietanker en nog een paar grote en middelgrote vrachtschepen. Operationeel manager Hans van Ewijk (52) houdt de administratie bij en regelt alles van A tot Z. Nog niet zo lang geleden was het volgens Ewijk behoorlijk smerig in de Amsterdamse haven. Het afval werd op de kade gezet of in het water geloosd en overal liepen ratten zo groot als katten. Maar sinds een paar jaar wordt al het scheepsvuil met schepen opgehaald en met de hand gesorteerd en verwerkt door Hans en zijn tien collega’s. “We trekken alles meteen uit elkaar. Papier, ijzer, keukenafval, olieresten, tl-buizen, batterijen, verf of medicijnen worden gescheiden en apart opgeslagen. Daarin zijn we vrij uniek. Ik ken niemand die zo werkt.” Gisteren hebben de mannen 32 schepen geleegd en de laatste containers worden vandaag verwerkt. “Kijk, deze bak komt van een cruiseschip”. Hans vist een paar vakantiefoto’s tussen een enorme berg glas, papier, plastic en vuilniszakken uit. “Een ‘appeltje-eitjebakkie’ noemen we dit. Daar zijn we zo mee klaar. Maar er zijn genoeg bakken waar we een huilbui van krijgen, zoals tonnen met olieafval, bedekt met voedselresten. Waar ze voor moeten betalen verbergen ze onderin, maar we vinden het toch, alles wordt opengemaakt”. Vanuit de Coenhaven vaart de Invotis 2 naar De Ruyterkade, vergezeld door een troep hongerige meeuwen en kraaien. Behendig manoeuvreert schipper Jan Plomp (57) zijn schip langszij de rivercruiser Avalon Vista. Op het achterdek staat het af- val al netjes opgestapeld. Vuilnisman Carlos Hanse (bijna 40) werkt met hulp van de Pools-Bulgaarse bemanning, binnen mum van tijd het hele zaakje weg. Met een zwierige worp gooit hij de vuilniszakken, kartonnen dozen met glas en ander afval over de reling in de daarvoor bestemde container. Iedere zak gaat door zijn handen en wordt gewogen en beoordeeld. Aan het gewicht en de vorm van de zak, herkent hij de inhoud. In de drie jaar dat Carlos in het vuilnis zit, heeft hij een feilloze techniek ontwikkeld. Razendsnel (want tijd kost geld) en met grote precisie mikt hij de verschillende soorten afval - frituurvet, machinekamerolie, oliefilters en huisvuil - in de juiste bakken. In twaalf minuten is het klusje geklaard. Ondanks de harde wind zijn er maar weinig zakken buiten de containers gevallen. Matroos Nick Snoeks (31) ruimt de rommel direct op zorgt ervoor dat het overal brandschoon is. De hele dag is hij in de weer met emmers en sop. Een keer in de week wordt het schip helemaal geboend. “Het is tenslotte het visitekaartje van de firma.” • “Met een appeltjeeitjebakkie zijn we zo klaar” “Iedere zak wordt opengemaakt” De bunkerboot Eigenlijk heet hij Willem Rinsma, maar zijn klanten kennen hem vooral als Willem Neerlandia. Vroeger zat hij op de bruine vaart, maar sinds de geboorte van zijn dochter, nu dertien jaar geleden, heeft de blonde Fries een eigen bunkerstation aan de Durgerdammerdijk waar hij olie en scheepsbenodigdheden verkoopt. Ieder dag vaart hij met zijn twee bunkerboten door de Amsterdamse haven om zijn klanten te bevoorraden. De Neerlandia met rode dieselolie bestemd voor de beroepsvaart en de Maaike met blanke dieselolie voor woonboten en de pleziervaart. Willem is een begrip in de Amsterdamse haven. Iedereen kent Willem en Willem kent iedereen. Concurrentie heeft hij volgens eigen zeggen niet. Hij is de enige in Amsterdam die op deze kleine schaal zaken doet. Hij komt ook voor een paar honderd liter olie, en dat doet niemand. Grote bunkerbedrijven zoals Slurink ziet hij eerder als collega’s. ‘Schippers zijn een beetje conservatief’ ‘Als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit meer te werken’ Echt grote orders kan hij toch niet voorfinancieren, met zijn eenmansbedrijfje kan hij die bedragen niet ophoesten. Meestal begint Willem om een uur of negen maar vanochtend was hij al voor zevenen op pad om olie te brengen naar een bedrijf naast de Schellingwouderbrug dat woonboten versleept. Vandaag is hij met de Neerlandia, een middelgroot vrachtschip met een kleine, gezellige kajuit. Een rafelig Fries vlaggetje wappert op de achterplecht. Het is een rustige dag. Tot nu toe hebben zich pas zes klanten gemeld. Op drukke dagen zijn dat er soms wel vijftien of twintig. De meeste bestellingen gaan per telefoon, die gaat dan ook de hele tijd. Een simpel, ouderwets toestel, geen smartphone. Schippers zijn een beetje conservatief volgens Willem. Ze houden het graag bij oude vertrouwde spullen die hun dienst bewezen hebben. Restaurantboot Barco in IJhaven, naast het Chinese restaurantschip, heeft zes gasflessen besteld. Het worden er zeven, maar dat geeft niet, Willem heeft er genoeg, het hele dek staat vol. Behalve olie en gasflessen verkoopt Willem ook touwwerk, verf, smeerolie, vetten, kaarten en nog veel meer. Schipper Theo van de Afra heeft een jerrycan shipclean (een schoonmaakmiddel) besteld en een houten borstel. Geen probleem voor Willem, zijn klanten weten dat hij ook voor kleine bestellingen komt. De Afra ligt al een paar dagen te wachten op nieuwe lading. De laatste vracht was een ruim vol gerst dat van Emmeloord naar Roermond moest worden gebracht. Theo en Willem maken wat grapjes over en weer. Schippers hebben vaak droge humor. Het maken van een praatje is een belangrijk onderdeel van Willems werk. Een schipper is veel alleen en tijdens het half uurtje dat de tank volloopt wordt er ook sociaal bijgetankt. Waarom Theo bij Willem koopt? Omdat het een leuke vent is waar je goede afspraken mee kunt maken, en hij doet nooit moeilijk. • “Het is net een dorp, iedereen kent elkaar, vaak van generatie op generatie” Het fotoboek ‘Werken op het water’ geeft een bijzonder, niet alledaags kijkje achter de schermen van alles wat zich op en rond de Amsterdamse wateren afspeelt. De foto’s, voorzien van korte portretten, laten zien hoe gevarieerd het werk van de havendienst, de rondvaartbootkapitein, de stoere baggeraars of de mannen die het vuilnis bij tankers en cruiseschepen ophalen is. In het boek reist de lezer mee met de waterpolitie, beklimt hij reusachtige zeeschepen met de douane en vaart hij mee op een bunkerboot. Dit boek onderscheidt zich van de geijkte toeristische fotoboeken. Het is een getrouwe weergave van de werkelijkheid, een eerlijk boek over mannen en vrouwen die hun brood verdienen op het Amsterdamse water; modern, dynamisch, ecologisch en persoonlijk. Wieneke ‘t Hoen, Uitgeverij Bas Lubberhuizen Postbus 51140, 1007 EC Amsterdam 020 760 25 61 / [email protected] / www.lubberhuizen.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc