Praktijkverhalen MIA\Vamil >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen Inhoud Vezelhennep beleeft revival in beton, isolatiemateriaal en auto’s 3 Duurzaam pronkjuweel beroert velen 16 Melk drogen kost geen water meer dankzij nieuwe koeltoren 30 Hennepspecialist Albert Dun investeerde 3,5 miljoen euro in een Agrarisch bedrijf Lely uit Maassluis pronkt met een buitengewoon FrieslandCampina Domo in Beilen koelde haar productieproces nieuw type hennepverwerker. duurzaam hoofdkantoor. van kindervoeding met opgepompt grondwater. Zoeken naar millimeters in een afvalberg 5 Grondstoffen- en energiebedrijf Twence wil het terugwinnen van Geen verspilling bij duurzaamheid 18 Houthandel Wicherson BV is een nichespeler in de houthandel. afbreekbaar verpakkings- en isolatiemateriaal, dat vergelijkbaar is Een duurzame zuivelketen 7 20 Oude daken in asfalt B.V. al jaren met kunststoffen. 33 De Asfaltfabriek uit Roermond gaat nog een stap verder. Het dak als watertoren maakt de stad groener 8 Melkveehouder Henk-Jan Grootenhuis uit Haaksbergen 22 Het Amsterdamse DrainProducts heeft samen met twee Lagere milieubelasting door GPR Gebouw partners een duurzame oplossing bedacht. Een duurzaam gebouw met de score “zeer goed” op 35 de Milieulijst. gebruikt stroom voor zijn melkproductie. Kunstmest uit urine Duurzame productie geeft kalfsvlees kleur met EPS en wordt verkocht onder de naam BioFoam®. Coöperatie Zuivelfabriek Rouveen bekeek welke milieuvriendelijke maatregelen getroffen kunnen worden Ruud Rouleaux werkt met handelsonderneming Peter Holland Melken op zonne-energie 31 Synbra Technology produceert en ontwikkelt biologisch niet-ijzerhoudende metalen uit de bodem makkelijker maken. Duurzaam in 3D Nederland is koploper 10 Bij kalverhouderij Eco Fields krijgen de dieren letterlijk de ruimte. 24 Het schaars worden van fosfaten en het besef dat reststromen Stoofpeer droog geschild met aangepaste kiwischiller anders gebruikt en hergebruikt kunnen worden. Met een Italiaanse fabrikant ontwikkelde teler en verwerker 37 van fruit Peter Vereecken een droogschiller voor stoofperen. MIA\Vamil helpt Tata Steel milieuvriendelijk staal te produceren 12 Eerste softwareprogramma op de Milieulijst beroert velen 26 Tata Steel, vroeger bekend als Hoogovens, produceert, In 2010 bracht Cadmes een nieuw product op de Nederlandse Elektrisch rijden: aangenaam verassend! bewerkt en distribueert hoogwaardig staal. markt: SolidWorks Sustainability. Het personeel van DeltaLloyd Groep dagelijks kiest voor 38 milieubewuste mobiliteit. Peters Shipyards maakt schoon schip met MIA\Vamil 14 Groen ondernemen is meer dan recycling Continu innoveren in duurzaamheid voor Peters Shipyards Groen produceren van plastic is voor Nedupack meer dan is noodzakelijk om voorop te blijven lopen. gebruikmaken van gerecyclede grondstoffen. 28 2 Vezelhennep beleeft revival in beton, isolatiemateriaal en auto’s Hennep wordt snel geassocieerd met de wietplant. Maar eveneens flinke milieuwinst. Natuurvezels zijn CO2-neutraal en na ofschoon familie, bevat vezelhennep geen geestverruimende gebruik kun je het altijd nog als brandstof gebruiken.’ THC. De vezel en het kernhout van deze snelgroeiende plant vinden echter steeds meer toepassingen, bijvoorbeeld als Geen onkruid plasticvervanger of in de isolatie- en papierindustrie. Al sinds 1994 zit akkerbouwer Dun in de hennep, eerst als teler, maar Hennepspecialist Albert Dun investeerde 3,5 miljoen euro in sinds 2004 ook als verwerker. Hij is een van de spelers in de revival van een nieuw type hennepverwerker. De MIA\Vamil betekende een een gewas dat een lange gebruikstraditie kent. Bekend is de essentiële ondersteuning. toepassing in zeil en touw. ‘Vroeger werd het ook in kleding verwerkt, wat trouwens weer aan het terugkomen is.’ Vooralsnog wordt Het is een indrukwekkende installatie, de nieuwe hennepverwerker Nederlandse hennep vooral geassocieerd met de wietplant, de variant van Dun Agro in het Groningse Oude Pekela. Bedacht en ontwikkeld die het geestverruimende THC bevat. ‘Voor alle duidelijkheid: dat spul door directeur Albert Dun zelf, en gebouwd door een Belgische zit niet in vezelhennep. Het THC zit bovendien in de bloemen, en die machinefabrikant. Op maximale capaciteit goed voor de verwerking zijn nog amper aanwezig wanneer wij oogsten.’ van 2000 hectare vezelhennep, dat in hoog tempo ontrafeld wordt in Het Nederlands vezelhennep-areaal wordt de komende 3 à 4 jaar vezels, kernhout en nog zo’n 10 procent stof. Elk van de bestanddelen uitgebreid van de huidige 1000 hectare, waarvan Dun er momenteel heeft zijn bestemming. Zo dient het hout en het tot pellets geperste 600 bestrijkt, tot 4000 ha. In de voormalige Groningse veenkoloniën stof als strooisel in paarden- en kippenstallen. Het Groningse gedijt de plant uitstekend. Hennep is sowieso een snelle groeier. In de hennephout vindt daarnaast zijn weg naar Amerika. ‘Daar verwerken drie zomermaanden schieten de planten uit de grond tot een dicht ze het in beton, wat het lichter en beter isolerend maakt’, vertelt Dun. oerwoud van drie tot vier meter hoog. Onkruid krijgt geen kans tegen De hennepvezels worden vooral gebruikt in isolatiematerialen. Ook de massaal uitdijende hennep, waardoor bestrijdingsmiddelen niet zitten de hennepvezels in de binnenbekleding van auto’s, als nodig zijn. Het maakt de plant extra milieuvriendelijk. vervanger van synthetische materialen. Juist in dergelijke hoogwaardige toepassingen ziet Dun een mooie toekomst voor de Energiegebruik gehalveerd natuurvezel. ‘Nu de olie duurder wordt, stijgt de vraag naar De nieuwe verwerkingsmethode van Dun Agro begint al op het veld. biologische vervangers van plastics.’ Ook de vervanging van steenwol ‘Traditioneel wordt het gemaaide hennep in balen geperst. Wij in de glastuinbouw noemt Dun een interessante optie. ‘Dan boek je hakselen de hennep reeds op het veld in stukjes van zo’n 8 cm. Dat 3 ‘Met hennepvezels boek je flinke milieuwinst, ze zijn CO2-neutraal en na gebruik kun je het altijd nog als brandstof gebruiken.’ wordt gekuild bij de boeren, en gaat vervolgens onze verwerker in. Daardoor halen we een drievoudige capaciteit, tegen de helft van het energiegebruik. Grote voordeel is ook dat de kwaliteit van de vezel en het hout perfect te sturen is. Dun deed voor de investering een succesvol beroep op de MIA\Vamil. Hij is zeer te spreken over het verloop van de aanvraag. ‘Ik wou dat elke subsidiegever opereerde als Agentschap NL. Hun mensen zijn hier geweest, en ze hebben alles heel serieus bekeken en met mij doorgesproken. Het is op een prettige manier verlopen.’ De MIA\Vamil-toekenning was voor Dun essentieel. ‘Onze hennepverwerking is sinds 2008 een zelfstandig bedrijf. We zijn veel met ontwikkeling bezig en daar is geld voor nodig. Als starter is financiële steun dus zeer welkom. Wanneer je je enorme investering in de eerste jaren kunt afschrijven, is dat van groot belang.’ 4 Zoeken naar millimeters in een afvalberg Grondstoffen- en energiebedrijf Twence wil het terugwinnen zeven. Om de kleine non-ferro deeltjes terug te winnen moeten er van niet-ijzerhoudende metalen uit de bodem makkelijker dus nieuwe technieken ontwikkeld worden.’ Deze nieuwe state-of- maken. Ze zijn bereid daar flink in te investeren. En dat kan the-art technologieën die deels ontwikkeld zijn en waarvan er nog ook, want ze krijgen een steuntje in de rug van de een hoop ontwikkeld moeten worden, zoals een advanced dry MIA\Vamil-regeling. recovery (ADR) en een verbeterde ‘eddy current’-combischeider maken het mogelijk dat Twence vanaf medio 2014 meer non-ferro ‘We slaan twee vliegen in één klap met het terugwinnen van metalen uit de bodemassen terug kan winnen. metalen uit bodemas. We krijgen er én schonere bodemas door, die zonder een extra zogenaamde IBC-keuring ingezet kan worden als Green Deal bouwmateriaal én, voor ons ook heel belangrijk, we verzamelen Het gaat om een miljoeneninvestering, die volgens Bert perfect veel metalen.’ Bert Oudenhoven van Twence weet heel duidelijk aansluit bij de bedrijfsstrategie van Twence om meer waardevolle uit te leggen waarom de ongeveer 150.000 ton aan bodemas waar- materialen en secundaire grondstoffen uit afvalstromen te halen. devoller is dan het in eerste instantie lijkt. De bodemas bevat Die strategie past mooi op de afgesloten Green Deal, waarin namelijk waardevolle ijzerhoudende (ferro’s) en niet-ijzerhoudende de branche van afvalverwerkers vergaande afspraken heeft metalen (non-ferro’s). gemaakt met de overheid om meer non-ferro’s terug te winnen en het grootste deel van de assen in te zetten als vrij toepasbare Kostbare metalen bouwstof, dat grote inspanningen van de branche vraagt. De Van alle ijzerhoudende metalen wordt van oudsher jaarlijks 95%, rol van de overheid in deze is om voor meer vrijheid in de regel ongeveer 14.000 ton, met magneten relatief makkelijk uit de geving te zorgen en het stimuleren van innovatie, zoals met bodemassen teruggewonnen. Met de niet-ijzerhoudende metalen, fiscale regelingen. zoals aluminium en koper, is dat moeilijker. Hierdoor is de bodemas niet schoon genoeg om in te zetten als bouwstof. Dat op zich is al Fiscale steun jammer, maar wat te denken van al dat kostbare materiaal dat nog Het is een groot voordeel dat Twence gebruik kan maken van de achter blijft. Bert: ‘De kleinere non-ferro’s zijn op dit moment niet MIA\Vamil-regeling. Deze regeling stelt dat ondernemers die inves- of nauwelijks terug te winnen. Bodemas van 6 mm of minder houdt teren in het maken van grondstof uit afval, onder bepaalde voor- veel vocht vast door het nablussen van de as en is dus moeilijk te waarden kunnen rekenen op fiscale steun voor die investering. 5 Deze regeling biedt bedrijven zoals Twence de mogelijkheid te investeren in de nieuwste technieken. Grote opbrengst Bert: ‘We winnen nu jaarlijks ongeveer 2.200 ton non-ferro’s terug. Met de nieuwe technieken wordt dat zo’n 4.000 ton. Dan heb je het over een aanzienlijke recyclewinst.’ Twence is van plan die recyclewinst blijvend te vergroten. Bert: ‘We stoppen niet bij non-ferro’s als het zo blijft gaan. Als we dit onder de knie hebben, gaan we eens verder kijken naar roestvrij staal en andere onbrandbare, waardevolle grondstoffen.’ 6 Duurzaam in 3D Ruud Rouleaux werkt met handelsonderneming Peter Holland ‘We hebben onze producten en werkwijze gepresenteerd aan B.V. al jaren met kunststoffen. In 2011 richt hij Helian Polymers AgentschapNL en op basis daarvan is ons verzoek gehonoreerd’, aldus op: een innovatief platform dat zich richt op mogelijke inno- Ruud. ‘Dat scheelt een hele slok op een borrel. Zonder subsidie is een vatieve toepassingen van kunststoffen. dergelijk innovatief project stukken lastiger te realiseren.’ Een belangrijke innovatietoepassing vormen 3D-printers. ‘Deze Succesvol ontwikkeling sluit prima aan bij onze activiteiten’, legt Ruud Rouleaux De pilot was voor Helian Polymers succesvol. Tijdens beurzen bleek uit. ‘We wilden bekijken wat de mogelijkheden zijn om polymelkzuur veel interesse voor de mogelijkheden om polymelkzuur (PLA) te (PLA), een compleet biologisch afbreekbare kunststof, te gebruiken bij gebruiken in 3D-printers. Helian Polymers staat nu voor een ingrijpend 3D-printen. Het is een natuurlijk product!’ Polymelkzuur wordt besluit: ‘Gaan we nu ook daadwerkelijk beginnen aan de productie?’ geproduceerd uit grondstoffen als maïszetmeel en suikerriet. Sinds de start van de pilot nam het bedrijf al vier nieuwe mensen in ‘Kunststofkennis is onze kracht’, stelt Ruud. ‘We willen ons dienst. Komt het tot een productielijn, dan zijn er nog meer mensen onderscheiden in een nieuwe markt, die van 3D-printen. Daarvoor is nodig en zal Helian Polymers moeten verhuizen naar een groter pand. zeer specifieke kennis nodig en die hebben we in huis.’ Nieuwe stap Pilot Om deze nieuwe fase te kunnen realiseren, stapt Ruud weer naar Om erachter te komen of deze biologisch afbreekbare kunststof AgentschapNL om te bekijken wat verdere mogelijkheden zijn, met het ingezet kan worden voor 3D-printen, is Helian Polymers gestart met oog op financiële steun voor zijn duurzame productielijn. ‘De eerste een pilot. Daarvoor heeft Ruud verschillende verwerkingsmachines keer dat we gebruik konden maken van de MIA\Vamil, leidde dat snel moeten aanschaffen. ‘Dat zijn behoorlijke investeringen’, aldus Ruud. tot concrete ontwikkelingen. We hopen hiermee weer een belangrijke ‘Daarom hebben we samen met een adviseur gekeken naar stap te kunnen zetten.’ subsidiemogelijkheden.’ De MIA\Vamil bood uitkomst voor Helian Polymers. Ruud: ‘De belangrijkste voorwaarde binnen onze aanvraag was dat de kunststoffen die we gebruiken volledig afbreekbaar zijn.’ Helian Polymers moest daarvoor voldoen aan de Europese norm EN13432. 7 Melken op zonne-energie Melkveehouder Henk-Jan Grootenhuis uit Haaksbergen loodsen waren 35 jaar oud en asbesthoudend. “Op sommige gebruikt stroom voor zijn melkproductie. Om zijn eigen plekken begon het te lekken. Vervanging was nodig”, aldus stroom op te wekken, plaatste hij onlangs zonnepanelen. En Grootenhuis. De veehouder ging op zoek naar een bedrijf dat zowel voor die investering maakte hij gebruik van de MIA\Vamil- de asbestverwijdering kon uitvoeren, als het plaatsen van de nieuwe regeling. “Omdat het een flexibele afschrijving is, kan dit daken en zonnepanelen. Grootenhuis: “De oude daken moesten er goed uitpakken.” snel af en de nieuwe er snel op. De melkstal zit vol elektronica. Daarom was het handig om de hele opdracht bij één partij neer te “Ik vermoed dat onze melkveehouderij nu energieneutraal draait. leggen.” De tijd zal het uitwijzen.” Het melkveebedrijf van Henk-Jan Grootenhuis heeft elektriciteit nodig. Bijvoorbeeld voor de Melken in open lucht melkapparatuur, voor het koelen van de melk én voor verlichting in Vorig jaar september werden de daken vervangen. “De dieren de stal. Dus toen hij besloot om de asbestdaken van twee schuren verbleven één nacht buiten. Gelukkig viel er niet veel regen: acht te vervangen, plaatste hij ook zonnepanelen: “Net genoeg om die millimeter. Het melken hebben we één dag in de open lucht gedaan, energie te ondervangen.” daarna werd de apparatuur weer afgedekt met plastic. De volgende dag zat het dak er weer op.” De zonnepanelen kwamen op de “Ik vermoed dat onze melkvee houderij nu energieneutraal draait. De tijd zal het uitwijzen.” werktuigberging. Met de verbouwing was een investering van ruim een ton euro’s gemoeid, exclusief btw. Grootenhuis hoopt de investering van de zonne-energie installatie (circa 35 duizend euro) binnen acht jaar terug te verdienen: “Dat ligt ook een beetje aan de energietarieven en eventuele storingen.” Daarnaast moet de inkomen afhankelijke MIA\Vamil-regeling van Agentschap NL benut Asbest en lekken kunnen worden. Melkveebedrijf Grootenhuis melkt zestig koeien en fokt veertig stuks jongvee voor de continuïteit van het bedrijf. Op het terrein Afschrijving opschuiven staan twee schuren. De ene dient als ligboxenstal inclusief melkstal, Het magazine Boerderij en andere vakbladen zetten Grootenhuis op de andere schuur is een werktuigberging. De daken op beide het spoor van de MIA\Vamil-regeling. “De aanvraag was vrij 8 eenvoudig. Ik heb alles zelf gedaan via internet.” De regeling schept verwachtingen bij Grootenhuis: “Doorgaans gaan zulke investeringen gemoeid met een vaste jaarlijkse afschrijving. Als je een jaar geen winst maakt, wordt er tóch afgeschreven. MIA\Vamil is een flexibele afschrijving. Dat kan goed uitpakken. Bij een slecht jaar kun je besluiten dat het je nu niet goed uitkomt en dan schuif je de afschrijving een jaar op. Als het een beetje mee zit, moet dit toch een plus opleveren.” Grootenhuis heeft vooralsnog goede ervaringen met Agentschap NL. “We hebben één maal contact gehad over de verwerking van mijn aanvraag. Mijns inziens correct en vrij snel. Dit soort regelingen stimuleren om duurzaam en energievriendelijk te werk te gaan. Bij veel bedrijven in mijn regio gebeurt dat dus ook al.” 9 Duurzame productie geeft kalfsvlees kleur Bij kalverhouderij Eco Fields krijgen de dieren letterlijk de roosters, maar op stro. Ze kunnen liggen, ravotten, alles wat ze leuk ruimte. En aan het voer zijn geen bestrijdingsmiddelen of vinden. Typerend is dat je ze soms volkomen relaxed ziet liggen, met kunstmest te pas gekomen, maar de eigen mest. Een dier- de poten gestrekt en de kop op het stro. Als er vroeger eentje zo lag, vriendelijke kringloop, waar het kalfsvlees een kleurtje van wist je dat ie dood of ziek was.’ krijgt. Voor de investering in de nieuwe ruime stallen en de eigen slagerij ontving Eco Fields steun vanuit de MIA\Vamil. IJzerarm ‘Een prima regeling, vindt eigenaar Bart Boon. ‘Het helpt Eco Fields ligt in Wekerom, een dorpje op de Veluwe, en is de financieel en het betekent een stimulans voor milieu eerste biologische kalverhouderij van Nederland. Niet alleen en dierenwelzijn.’ hebben de kalfjes de ruimte, ze eten ook heel ander voer. ‘Traditioneel worden kalveren opgefokt met zo min mogelijk ijzer. Als hardlopers bij het begin van een race, zo staan de jonge kalfjes van Dan blijft namelijk het vlees blank, en dat is precies wat ze in Zuid- Bart Boon zij aan zij te dringen tot ze de wei in mogen. Het is de eerste Europa - verreweg de belangrijkste afzetmarkt voor kalfsvlees - keer dit jaar, en dus zijn ze nog wat voorzichtig bij hun prille willen. Maar dat ijzerarme voedsel is niet gezond en maakt ze buitenpasjes. Maar al snel dartelen ze in groepjes over de frisse groene vatbaar voor ziekten’, legt Boon uit. Bij hem krijgen ze natuurlijke vlakte. Boon, eigenaar van Eco Fields, ziet het tevreden aan. ‘Bij een gewassen, die geteeld zijn zonder kunstmest of traditionele kalverhouderij komen de dieren nooit buiten. Dat is bestrijdingsmiddelen. En ze eten gras. ‘Dat is perfect voedsel onnatuurlijk en niet diervriendelijk. Daarom doen wij het anders.’ voor de beesten. Ook dat wordt normaal niet gegeven omdat Sinds 2008 heeft Boon twee nieuwe ‘potstallen’, waar de kalveren het vlees daar donker van kleurt. Voordeel van de natuurlijke twee keer zoveel ruimte hebben als normaal. ‘Ze staan niet meer op voeding is tevens dat de dieren minder schadelijke gassen en ammoniak produceren.’ “In de nieuwe potstallen staan de kalveren op stro en hebben ze twee keer zoveel ruimte als normaal.” Imago Ook Bart Boon, die het boerenbedrijf van zijn ouders voortzet, deed het lang op de gebruikelijke manier. Maar de voldoening verdween en zo’n tien jaar geleden koos hij voor een milieu- en diervriendelijkere aanpak. Om voldoende afzetmarkt - de Zuid-Europese was immers weggevallen 10 - te creëren, geeft Boon zoveel mogelijk bekendheid aan zijn wijze van produceren. ‘Kalfsvlees was vroeger een luxe product. Maar door de schandalen rond de kistkalveren en het hormoongebruik is het imago verslechterd. Als producent van kalfsvlees heb je wat uit te leggen, en dat doen we dus ook. We kunnen hier groepen ontvangen. Volgende week komen er vijftig koks, want we verkopen veel aan restaurants. De markt voor streekgebonden, duurzaam geproduceerde producten is groeiende. Je merkt het aan de reacties van de bezoekers, die zijn enthousiast over onze werkwijze.’ Eco Fields doet ook de vleesverwerking zelf. ‘De kalveren worden elders geslacht, maar daarna komt het vlees hier terug. Eerst hangt het een week om te ‘besterven’, daarna benen onze slagers het uit en maken we er allerlei producten van.’Voor de nieuwe stallen en de slagerij kwam Boon in aanmerking voor de MIA\Vamil. Een prima regeling, vindt hij. ‘Het helpt financieel en het betekent een stimulans voor milieu en dierenwelzijn. Heel belangrijk, want duurzaamheid en een diervriendelijke productie hebben de toekomst.’ 11 MIA\Vamil helpt Tata Steel milieuvriendelijk staal te produceren Tata Steel, vroeger bekend als Hoogovens, produceert, zal ervoor zorgen dat de hoeveelheid fijnstof, dioxinen en zware bewerkt en distribueert hoogwaardig staal. Een industrieel metalen in de uitstoot uit dit deel van de sinterfabriek met minimaal proces dat onvermijdelijk gepaard gaat met emissies van 75 procent afneemt. Een enorme vooruitgang dus.” onder meer fijnstof. Met hulp van MIA\Vamil weet de staalgigant met reuzenstappen die uitstoot terug te dringen. Voorloper Tata Steel wil verantwoord staal maken, met een open oog voor de IJzererts bestaat uit heel fijn poeder. Het “sinteren” is een essentieel milieuaspecten die daaraan vastzitten. Maar dat was niet de enige proces in de voorbereiding van ertsen bij de productie van ijzer. Daarbij reden om te investeren in stofreducerende technieken. Wat betreft hechten de poederdeeltjes onder heel hoge temperaturen tot ze dioxinen en fijnstof, vond de provincie Noord-Holland dat Tata Steel luchtige brokken (sinter) vormen die in de hoogovens kunnen worden voor een vergunning om méér te produceren, mínder moest emitteren ingezet. Bij dat proces komen stoffen vrij, die onder te verdelen zijn in dan voorheen. “Met deze technologie is dat meer dan vereist gelukt. stof uit de fabrieksruimte waar de sinter wordt gemaakt, en We lopen nu mijlenver voor op de Nederlandse en Europese rookgassen. “Het ruimtestof, afgezogen op diverse stoffige plaatsen in wetgeving”, vertelt Beelen trots. Juist om het innovatieve karakter van de installatie, gaat door de doekfilterinstallatie voor de deze duurzame technologie kwamen de projecten in aanmerking voor ruimteontstoffing”, vertelt Mat Beelen, Senior Environmental MIA\Vamil, een fiscaal voordeel voor milieuvriendelijke Consultant bij Tata Steel. “Dat zorgt ervoor dat de hoeveelheid fijnstof bedrijfsmiddelen. “Een flinke steun in de rug”, meent Beelen. in de uitstoot uit dat deel van de sinterfabriek met ruim 80 procent is afgenomen.” Wisselwerking Beelen is positief over de contacten met AgentschapNL. “Ze zijn heel Vooruitgang duidelijk over wie waarvoor verantwoordelijk is, zodat je weet wat Een tweede project draait om de rookgassen die tijdens het je kunt verwachten. Onze projecten bekijken ze zeer zorgvuldig en met sinterproces vrijkomen. Tussen de schoorsteen en de oven wordt ook kennis van zaken. Bovendien denken ze goed mee over extra een immens grote doekfilterinstallatie geplaatst, met de afmetingen subsidiemogelijkheden. Wat dat betreft is er een wisselwerking: van een flatgebouw. Deze installatie, die eind dit jaar volledig wij komen zelf met suggesties voor projecten die subsidiabel zouden operationeel zal zijn, vangt niet alleen fijnstof af uit de rookgassen, kunnen zijn, omdat ze goed zijn voor het milieu.” Een kritiekpuntje maar ook dioxinen, zwaveldioxide en zware metalen. “Deze installatie heeft Beelen overigens ook: “De regeling wijzigt jaarlijks en dat is soms 12 lastig wanneer de investeringen worden gespreid over meerjarige projecten.” Advies voor ondernemers Voor ondernemers heeft Beelen nog een tip: “Laat je niet afschrikken door de berg aan informatie die de overheid afgeeft. Zorg dat je vroegtijdig de mogelijkheden onderzoekt en neem tijdig contact op met AgentschapNL. Ze kunnen je helpen in het woud aan subsidiemogelijkheden en fiscale voordelen. Daar zitten ze voor!” 13 Peters Shipyards maakt schoon schip met MIA\Vamil De concurrentie is hevig in de scheepsbouw. Vandaar dat Innovatie continu innoveren in duurzaamheid voor Peters Shipyards Peters Shipyards stond al bekend om haar relatief zuinige, noodzakelijk is om voorop te blijven lopen. MIA\Vamil helpt milieuvriendelijke schepen, dus LNG past daar prima in. De nieuwe een handje mee. LNG-schepen zijn wel duurder dan de oude op diesel. Daar staat tegenover dat het gas goedkoper is dan diesel, dus daar kunnen ‘Dit zijn wereldwijd de eerste binnenvaarttankers die volledig op LNG bevrachters in de exploitatie terug gaan verdienen. ‘Maar je bouwt iets varen.’ Aan het woord is financieel directeur Jan Boersma en hij vertelt nieuws’, stelt Boersma, ‘dus je zit ook nog met hogere prijzen omdat met gepaste trots over de nieuwste aanwinsten van scheepsbouwer allerlei onderdelen nog ontwikkeld moeten worden. Peter Shipyards: de LNG Greenstream tankers. Eén zo’n schip is MIA\Vamil, een fiscaal voordeel voor milieuvriendelijke inmiddels in de vaart, aan een andere wordt momenteel gebouwd op bedrijfsmiddelen, levert een bijdrage om het project toch exploitabel de werf in Kampen en er moeten nog een aantal volgen. De tankers te maken.’ zijn bedoeld als binnenvaartschepen, die minerale oliën gaan vervoeren. De tankers worden elektrisch aangedreven waarbij de Enkelwandige tankers mogen binnen een paar jaar niet meer varen. generatorsets worden gevoed door LNG (Liquid Natural Gas). Behalve Kostentechnisch is het lastig concurreren met schepen uit China, dus innovatief zijn de schepen ook bijzonder duurzaam: de uitstoot van heeft Peters Shipyards onderzocht hoe ze op innovatieve aspecten kan CO2 en stikstofoxiden wordt met respectievelijk 25 en 80 procent concurreren op de markt voor dubbelwandige tankers. ‘We zijn verminderd. Bovendien kent gas geen fijnstof. daarover in gesprek gegaan met Interstream Barging, de grootste bevrachter op het gebied van binnenvaart tankvaart in NoordwestEuropa. Daar kwam uit dat we zouden werken aan een schoon schip, “Dit zijn wereldwijd de eerste binnenvaarttankers die volledig op LNG varen” met een schone aandrijving.’ Advies voor ondernemers Peters Shipyards is al in een vroeg stadium met medewerkers van AgentschapNL aan tafel gaan zitten en heeft de mogelijkheden met hen doorgenomen. Boersma: ‘Agentschap NL heeft constructief met ons meegedacht. Op basis van dat overleg hebben we het ontwerp op 14 enkele plaatsen aangepast, zodat we binnen de voorwaarden vielen.’ Dat is meteen ook het advies van Boersma aan ondernemers die mogelijk in aanmerking komen voor belastingvoordeel: ‘Ga eens vrijblijvend praten met AgentschapNL over de mogelijk heden. Laat ze vanuit hun expertise kijken naar je plannen. En doe dat vroegtijdig, zodat je je plannen waar nodig wat kunt aanpassen. Bij een bijzonder milieuvriendelijk project kan het zelfs zo zijn dat AgentschapNL onderzoekt of ze voor het volgende jaar de regelgeving enigszins kan aanpassen. In ons geval is dat inderdaad het geval geweest.’ 15 Duurzaam pronkjuweel beroert velen Agrarisch bedrijf Lely uit Maassluis pronkt met een buitenge- kruisbestuiving tussen de productgroepen te stimuleren.” Bovendien woon duurzaam hoofdkantoor. “Naast onze eigen ambities is duurzaamheid sinds anderhalf jaar leidend in de missie en visie van stimuleren ook de verschillende fiscale regelingen en subsi- het bedrijf. En dat komt tot uiting in het ontwerp van het nieuwe dies om niet zomaar iets te ontwerpen”, zegt Peer de Rooij, gebouw, dat ongekend duurzaam is voor een industriebedrijf op het projectmanager voor de vastgoedsectie van Lely. Europese vasteland. Het ontwerp werd onderscheiden met BREEAM-NL certificeringen Outstanding en Excellent (zie www. “Agrariërs neigen steeds meer naar duurzame oplossingen, eigen breeam.nl). energievoorzieningen en energiebesparingen”, begint Peer de Rooij. “Agrariërs zijn continu bezig met natuur, flora en fauna. Warmtewisselaar En Lely zoekt mee naar oplossingen.” Dus fabriceert Lely agrarische “Afzonderlijk zijn de duurzame oplossingen niet zo bijzonder. De kracht machines die duurzaam in gebruik zijn. Maar inmiddels produceert het zit ‘m in het totaal”, volgens De Rooij. Zo blijft het dak ’s winters bedrijf ook windturbines en ontwikkelt het een systeem voor sneeuwvrij met warmte uit grondwater. En ’s zomers wordt dat energieproductie op basis van mestraffinage. De Rooij: “De keuze voor grondwater gebruikt om zonnewarmte in op te slaan. Ook de dit gebouw past bij het profiel van Lely.” luchtventilatie tapt warmte en koude af van deze ‘warmtewisselaar’ om het binnenklimaat te regulieren. Flinke groei Een intelligent lichtsysteem compenseert het gebrek aan zonlicht dat Lely levert wereldwijd innovatieve oplossingen aan de agrarische het gebouw in straalt. Toiletten worden doorgespoeld met sector, waaronder landbouwmachines en melkrobots. En met succes, regenwater. En de wegen op het terrein van Lely worden uitsluitend want Lely maakt een flinke groei door. De afgelopen jaren kwamen er verlicht op plekken waar voertuigen rijden. De Rooij: “We hebben ook ruim driehonderd medewerkers bij. Het totale aantal werknemers in zwaar ingezet op de herkomst van materialen. Leveranciers moesten Nederland bedraagt nu ongeveer duizend. Een nieuw onderkomen secuur zoeken naar de herkomst van hun producten, zoals hout en het was noodzakelijk. grind in het beton. Onze duurzame ambities hadden gevolgen voor de In Nederland zijn de activiteiten verdeeld over locaties in Maassluis en hele keten van onderaannemers en leveranciers. Dat is bijzonder.” Rotterdam. En dat gaat deze zomer veranderen. De Rooij: “Lely wil medewerkers op kantoor en in de productie dichter bij elkaar brengen op één nieuwe hoofdlocatie, onder andere om 16 Klantenbinding De vele duurzame keuzes voor het hoofdgebouw leveren Lely veel publiciteit op: interviews, rondleidingen en verzoeken vanuit de gemeente. Tot genoegen van De Rooij: “Het gaat ook om imago.” Maar wordt de duurzame ambitie ook opgemerkt en gewaardeerd door agrariërs? De Rooij: “Ik weet zeker dat het bedrijf uitsluitend deze keuzes maakt als ze toegevoegde waarde aan de klant leveren. Gelukkig maken regelingen als de MIA\Vamil het investeren in duurzame oplossingen nóg toegankelijker.” 17 Geen verspilling bij duurzaamheid Houthandel Wicherson BV is een nichespeler in de houthandel Geen verspilling en houtbewerking. Het bedrijf uit Steenwijk levert niet uitslui- “Als ondernemer is het altijd belangrijk om te zorgen dat er zo min tend duurzaam hardhout, ook grote bedrijfsinvesteringen zijn mogelijk verspilling is. Dat geldt zowel ten aanzien van materialen bij voorkeur milieuvriendelijk en energiezuinig. Bijvoorbeeld de als ten aanzien van het energieverbruik”, vervolgt hij. “Ons bedrijf elektrische auto die het bedrijf begin 2012 aanschafte. heeft door de droogkamers een grote warmtevraag. Om die reden hebben we tien jaar geleden een duurzame investering gedaan in Sinds begin 2012 rijdt Wirt Groen, eigenaar van Houthandel een biomassaverbrandingsinstallatie. Een verbrandingsinstallatie als Wicherson in een elektrische auto, een Opel Ampera. “Ik werd in 2011 deze is bij ons snel rendabel omdat we ons eigen afval als brandstof op de mogelijkheid geattendeerd door de plaatselijke garage. En kunnen gebruiken en we voor de investering een beroep kunnen doen inmiddels is het een half jaar geleden dat we de auto kregen. Dat op de fiscale mogelijkheden van de Energie-investeringsaftrek.” bevalt goed. De eerste 18.000 kilometer hebben we probleemloos, zonder storingen, overbrugd en de auto is daarnaast compact en Duurzaam gebouw comfortabel. Lokale ritten worden honderd procent elektrisch Nadat de onderneming werd getroffen door een brand, werd met verreden, en als de afstand groter is schakelt de auto na circa zestig steun van EIA, MIA en Vamil een duurzaam nieuw gebouw neergezet kilometer over op benzine. Het is een soort hybride auto, maar heeft met zonnepanelen, een biomassaverbrandingsinstallatie, energiezui- wel alle fiscale voordelen van een elektrische auto”. De Opel Ampera nige verlichting en een warmtepomp. De biomassaverbrandingsin- is voorzien van een steunmotor waardoor de actieradius vijfhonderd stallatie had zich in de praktijk al rendabel bewezen, Voor de kilometer bedraagt. Hierdoor is de elektrische auto ook aantrekkelijk zonnepanelen, verlichting en warmtepomp rekent Wicherson met voor bedrijven buiten de Randstad. “En de besparingen zijn aanzien- een langere terugverdientijd. Dat heeft het bedrijf er niet van weer- lijk”, aldus Groen. “De benzinekosten zijn gehalveerd en we betalen houden deze duurzame investeringen te doen. “Omdat we voor deze auto geen wegenbelasting en BPM. Wat daarnaast veel voldoende warmte opwekken met de biomassaverbrandingsinstal- scheelt is het ontbreken van bijtelling. Voor de investering hebben latie gebruiken we de warmtepomp uitsluitend voor koeling. we gebruik kunnen maken van de MIA\Vamil. Door al deze stimule- Daardoor zal de terugverdientijd wat langer zijn”, legt Groen uit. rende maatregelen is het erg aantrekkelijk geworden om elektrisch te rijden.” 18 Motivatie De terugverdientijd is echter niet de enige motivatie voor houthandel Wicherson om te investeren in duurzaamheid. “Niet alles is direct in geld uit te drukken, soms trek je ook klanten door de visie die je uitdraagt. Als bedrijf willen we uitstralen dat we oog hebben voor duurzaamheid. Dat wordt in onze markt steeds belangrijker. Indirect leveren we veel aan de overheid - bijvoorbeeld het hout voor banken in de openbare ruimte - die hoge eisen stelt aan duurzaam inkopen”. Toch verwacht Groen dat de investeringen die hij heeft gedaan rendabel zijn. “Op ons dak liggen 390 zonnepanelen die circa 80.000 kWh per jaar opleveren, dat is ongeveer dertig procent van onze elektriciteitsverbruik. Daarnaast dragen de panelen bij aan het opladen van de elektrische auto.” 19 Een duurzame zuivelketen Jaarlijks wordt de Milieulijst van de MIA\Vamil ververst aan die betrekking hebben op het welzijn van het vee, het veebedrijf, de de hand van de praktijk en de prioriteiten in het beleid. boer en zijn omgeving”, vervolgt Wevers. “De bereidheid van boeren Bij Coöperatie Zuivelfabriek Rouveen werd afgelopen jaar om te komen tot een duurzame zuivelketen is groot. Daarom kijken bekeken welke milieuvriendelijke maatregelen getroffen we samen met de provincie Overijssel en gemeente Rouveen op kunnen worden in de zuivelketen, maar de coöperatie welke wijze wij onze leden kunnen ondersteunen bij het investeerde zelf ook in milieuvriendelijke maatregelen. energiezuiniger en milieuvriendelijker produceren. Met de provincie hebben we een plan opgezet om bedrijven te interesseren voor Ben Wevers is directeur van Coöperatie Zuivelfabriek Rouveen. vergisters om het fosfaatvolume te verminderen. In het traject “De coöperatie en Rouveen Kaasspecialiteiten zetten zich in voor een ‘Rouveen gewoon duurzaam’ laten we zien hoe boeren twintig energieneutrale zuivelketen. Dat betekent voor onze fabriek dat we procent kunnen besparen op hun energiekosten.” Daarnaast geeft de streven naar een productie van zuivel (melk en kaas) die op den duur coöperatie voorlichting aan boeren die willen overstappen op een evenveel energie oplevert als het kost. Duurzaamheid is een vast biologische bedrijfsvoering. “Het is niet voor ieder agrarisch bedrijf onderdeel van het beleid van de coöperatie. Behalve milieu- en mogelijk om die omschakeling te maken, een boer moet ervoor energiezuinige aanpassingen aan het productieproces en de fabriek voelen, maar ook de schaalgrootte is van belang. Op basis van een ontplooien we initiatieven die tot doel hebben de zuivelketen te objectieve scan kunnen wij boeren terzijde staan, zodat ze een betere verduurzamen. Bijvoorbeeld door bij te dragen aan de duurzame afweging kunnen maken. De afzet van de melk vormt daarbij geen bewustwording van onze leden, de melkveehouders. Om onze belemmering. De vraag naar biologische kaas groeit en voor onze doelstellingen te concretiseren hebben we onder andere het productie moeten we op dit moment nog biologische melk buiten de Convenant Duurzame Zuivelketen ondertekend. Hierin zijn duidelijke coöperatie bijkopen.” milieu- en energiedoelstellingen geformuleerd waaraan wij ons willen conformeren. Bijvoorbeeld ten aanzien van het bouwen van Toekomst nieuwe duurzame stallen.” Zelf wil Rouveen Kaasspecialiteiten tot voorbeeld dienen voor haar leden. Plannen en gebruikte materialen worden altijd getoetst aan Voorlichting milieu- en energiedoelstellingen. Zo is een onderzoek gestart naar “Maar we organiseren ook voorlichtingsbijeenkomsten en het gebruik van biologisch afbreekbaar verpakkingsmateriaal, werd workshops voor de melkveehouders met verschillende onderwerpen afgelopen jaar geïnvesteerd in een speciale productielijn voor 20 biologische kazen en verrees een nieuw duurzaam pand in Rouveen. De laatste twee projecten kwamen in aanmerking voor de milieuinvesteringsaftrek, MIA. Wevers: “Een kwart van onze kaasproductie bestaat uit biologische kaas en de vraag ernaar neemt nog steeds toe. Toen we wilden uitbreiden hebben we heel bewust gekeken naar de mogelijkheden om onze productie te verduurzamen.” Nieuw pand “In 2010 hebben we de aanvraag voor de MIA ingediend en in 2011 is de nieuwbouw gerealiseerd. Bij grote investeringen kijken we naar de toekomst en vinden we het van belang om alle aspecten mee te wegen: economische, milieutechnische en energievriendelijke. Een instrument als de MIA kan dan net de doorslag geven, omdat het de afschrijvingstijd of terugverdientijd verkort”, vult Jacco Blankespoor, begeleider proces en productie bij de kaasfabriek in Rouveen, aan. “We hebben ons daarbij laten begeleiden door een adviesbureau, maar ook door adviseurs van de Agentschap NL die ons bedrijf hebben bezocht en de plannen getoetst. Maatregelen die werden getroffen voor de productie van biologische kazen waren investeringen in pekelbaden, een nieuwe behandelingslijn en een nieuwe opslagruimte, zodat er minder kilometers worden gemaakt, en er tevens efficiënter kan worden gewerkt. In het gebouw is uitsluitend FSC-hout toegepast, hebben we gekozen voor een regenwaterinfiltratiesysteem in de bodem, hogere isolatiewaarden en sanitaire waterbesparende maatregelen. 21 Het dak als watertoren maakt de stad groener Steden worden compacter en verstenen. Het gevolg: regen- Intelligent filterdoek water verdwijnt in het riool, terwijl het stedelijke groen droog DrainProducts is opgericht door Ron van Raam, die medio jaren staat. Het Amsterdamse DrainProducts heeft samen met twee negentig een techniek introduceerde om regenwater terug te partners een duurzame oplossing bedacht. Hun dakwatersys- brengen naar de ondergrond. ‘Daarvoor gebruikten we speciale teem verzamelt en reinigt het regenwater, waarna hergebruik kunststof kratten met meer dan 90 procent holle ruimte. Een onder- mogelijk is. De natuur in de stad vaart er wel bij. grondse put die met deze holle units is gevuld, kan dienst doen als verzamelpunt, van waaruit het water langzaam de bodem in zakt.’ Na een hoosbui stromen grote hoeveelheden regenwater regelrecht Inmiddels heeft DrainProducts de stap gezet van water verzamelen het riool in. En dat is eigenlijk nogal krom, vindt Ron van Raam, naar een bredere, duurzame aanpak, waarbij reinigen en hergebruik directeur van DrainProducts. ‘Het schone water ga je mengen met belangrijke extra doelen zijn. De kunststof krat is verder ontwikkeld afvalwater, en vervolgens probeer je die verdunde plas water weer tot de zogenaamde Permavoid, die hoge druk weerstaat en hoog in schoon te maken in de zuiveringsinstallatie. constructies toepasbaar is. En ondertussen droogt de bodem uit.’ De gekoppelde Permavoid-blokken vormen de kern van het dakwatersysteem dat DrainProducts met de twee partners heeft Dat laatste geldt vooral in de steden, waar de verstening toeslaat. Als ontwikkeld. specialist in waterbeheer heeft DrainProducts daarom een systeem ontwikkeld om juist in stedelijk gebied het regenwater op te vangen, Het systeem bestaat uit meerdere lagen: een 100 procent water- en zoveel mogelijk te hergebruiken, bijvoorbeeld om beplanting en dichte dakbedekking, een 15 cm dikke laag met de Permavoids, met bomen van water te voorzien. daaroverheen het zelf ontworpen Permafilter dat olieresten afvangt, en tenslotte op een vlieslaag van gebroken hardsteen een waterpas- DrainProducts verzamelt het water daarbij op een zo hoog mogelijk serende klinkerbestrating. niveau. Zoals op daken van parkeergarages. ‘Het water kun je daarna Eigenlijk begint in die bovenste laag al de natuurlijk reiniging van het makkelijker distribueren. Je hoeft alleen maar de zwaartekracht te water. ‘Als je water wil hergebruiken moet het wel schoon zijn. gebruiken. In feite fungeert een dak met ons watersysteem als de Mogelijk staan op het dak auto’s. Die kunnen olie lekken. Daarom vroegere watertorens.’ voegen we tevens het Permafilter toe, dat olieresten vasthoudt en 22 afbreekt. Die doeken zijn zelfreinigend, daar komen vanzelf bacteriën in die de olieresten opsouperen.’ Fijnstof Het opgevangen water kan diverse kanten op. Het kan vertraagd worden afgevoerd, bij voorkeur naar de stadsbodem. Maar het water kan de natuur ook direct voeden. ‘Je kunt bijvoorbeeld groenstroken op en in de buurt van de parkeerplaats bevloeien. En met water op het dak is het ook simpel om gevelplanten water te geven.’ Via het bevorderen van de vegetatie draagt het systeem bij aan terugdringing van het fijnstof in de stad. Ook kan de waterbuffering opwarming van gebouwen tegengaan. De Permavoid-blokken zijn ook afzonderlijk te gebruiken, bijvoorbeeld rondom stadsbomen. ‘Ze houden het water rondom de boom vast, en beschermen de wortels omdat ze de druk van het verkeer opvangen.’ Zowel het Permafilter als het dakwatersysteem zijn toegelaten op de Milieulijst. Van Raam vindt het een eer. ‘Het is zeer belangrijk, het is voor de buitenwacht een garantie dat we geen onzin verkopen.’ ‘Bij het indienen van de aanvragen heeft Agentschap NL ons geweldig geholpen,’ zegt Van Raam. ‘Hun enthousiasme was zeer stimulerend. Als kleiner bedrijf zie je op tegen de papierwinkel, maar door die steun ben je bereid en in staat door te zetten.’ 23 Kunstmest uit urine Het schaars worden van fosfaten en het besef dat reststromen Daarnaast hebben we nauw samengewerkt met onder andere STOWA, anders gebruikt en hergebruikt kunnen worden, heeft Waterschap Rivierenland en de Stichting LeAF. Een samenwerking die geleid tot de ontwikkeling van Saniphos. GMB uit Zutphen niet alleen voor de aanvoer van urine en de ontwikkeling noodzakelijk ontwikkelde het proces waarbij struviet en ammoniumsulfaat, was, maar ook veel goodwill creëerde.” Eind 2008 werd de proef grondstoffen van kunstmest, wordt teruggewonnen uit gestart met een miljoen liter urine. Wilschut: “Een stevige pilot in een menselijke urine. bedrijfsmatige opzet en met een positief eindresultaat waaruit bleek dat Saniphos zowel bedrijfseconomisch als qua schaalgrootte “GMB is een familiebedrijf dat ruim een halve eeuw bestaat. haalbaar was.” In die tijd heeft het zich ontwikkeld van loonwerkbedrijf voor bijvoorbeeld waterschappen tot slibverwerker, serviceverlener en Meststof bouwer voor de hele waterketen”, vertelt Martin Wilschut, hoofd Uit één kuub (1.000 liter) urine wordt 3 kilogram struviet business development watertechnologie bij GMB. “Waar de divisie teruggewonnen. Struviet is een natuurlijke meststof en bestaat onder watertechnologie zich daarnaast mee bezighoudt is het ontplooien ander uit stikstof, fosfaten en magnesium. Wilschut: “Daar zijn korrels van nieuwe initiatieven. Daarbij gaan we uit van duurzaamheid, willen van gemaakt, die direct te benutten zijn. Voorlopig slaan we ze echter we partijen aan elkaar binden, kennis ontwikkelen en een op tot de wetgeving afzet in Nederland toestaat. De verwachting is dat win-winsituatie creëren voor opeenvolgende en belanghebbende dit in de loop van 2011 het geval is.” Maar Wilschut kijkt ook naar partijen in de waterketen.” andere mogelijkheden. “We willen de techniek in de toekomst verder ontwikkelen zodat ook medicijnresten gescheiden kunnen worden.”De Saniphos ontwikkelingen en de ontvangst van Saniphos zijn hoopgevend, maar Het idee voor Saniphos ontstond in 2008. Wilschut: “De terugwinning de vraag is hoe GMB aan de benodigde hoeveelheid onverdunde urine van fosfaten was een bekende technologie, met name in de komt? “Naast Moeders voor Moeders, waar we nu de volledige voedselketen. Wat wij hebben gedaan is het procedé toepassen in de hoeveelheid urine van verwerken, zijn we met nieuwbouwprojecten urineverwerking. Dat is uniek en vereiste samenwerking met andere in overleg over de opvang van gescheiden sanitatie. Daarnaast partijen, want de techniek gaat uit van onverdunde urine. Door benaderen we evenementenorganisaties om de urineafvoer via ons te contact met Moeders voor Moeders, die de urine opvangen van laten verlopen.” zwangere vrouwen, werd het mogelijk de testfase te starten. 24 Investeringen Voor de gemaakte investeringen - die bij GMB 4 ton bedroegen - werd zowel gebruik gemaakt van de MIA als van de VAMIL-regeling. “Voor de MIA moet op twee verschillende coderingen van de Milieulijst een beroep worden gedaan”, vertelt Richard Gesink, financieel verantwoordelijke bij GMB. “Door de eindigheid van fosfaat geldt er voor de herwinning van struviet een hoger aftrekpercentage. Boekhoudkundig hebben we het technische proces moeten scheiden. Een deel is toegeschreven aan de terugwinning van fosfaten en komt in aanmerking voor 40% aftrek; het andere deel betreft het herwinnen van ammoniumsulfaat, waarvoor een percentage van 15% geldt. Daarnaast hebben wij in 2010 gebruik kunnen maken van een tijdelijke regeling om 20% extra af te trekken.” Voor de boekhoudkundige splitsing en het correct indienen van de aanvragen nam GMB een subsidieadviseur in de arm die het contact met AgentschapNL onderhield. “Hij helpt ons alert te zijn bij de aanvragen, want die moeten we binnen drie maanden na het plaatsen van de order indienen.” 25 Eerste softwareprogramma op de Milieulijst beroert velen In 2010 bracht Cadmes een nieuw product op de Nederlandse Vries: “De levenscyclusanalyse (LCA) is een gedetailleerde analyse die markt: SolidWorks Sustainability. Het softwareprogramma informatie geeft over de impact van een product op het milieu. Het speelt in op de behoefte aan duurzame productontwikkeling helpt gebruikers om de meest milieuvriendelijke keuzes te maken en bepaalt al tijdens ontwerpfase de milieuvriendelijkheid van tijdens het ontwerpproces. Het doel van de LCA is te analyseren wat de producten. Omdat de software bijdraagt aan het verduur- impact van een product is op het milieu. Hierbij wordt rekening zamen van producten zocht Cadmes contact met Agentschap gehouden met de gehele levensduur van een product, maar natuurlijk NL om SolidWorks Sustainability op de Milieulijst van de ook met het productieproces en logistieke keuzes.” MIA\Vamil te plaatsen. Dat verzoek werd in 2011 gehonoreerd. Casus “Toen SolidWorks Sustainability beschikbaar werd voor de Een praktijkvoorbeeld waarmee Cadmes laat zien dat grote Nederlandse markt waren we benieuwd. Benieuwd hoe onze klanten milieuwinsten eenvoudig te realiseren zijn, is een kunststof het zouden ontvangen, maar ook hoe de overheid ernaar keek”, luchtbevochtiger. De Vries: “We wilden de duurzaamheid van de vertelt Chris de Vries, projectleider Sustainability bij Cadmes. “De luchtbevochtiger met SolidWorks Sustainability optimaliseren. Wat de milieubelasting speelt een steeds grotere rol bij het ontwerpen van berekeningen aantonen is dat een aanzienlijke milieubesparing producten. Maar bedrijven maken ook economische afwegingen. gerealiseerd kan worden door aanpassing van de gebruikte materialen Wat wij merken is dat bedrijven wel duurzame processen en producten en productielocatie. Daarnaast werd met SolidWorks Simulatie willen ontwikkelen, maar het nog niet altijd verankerd is in de berekend hoeveel materiaal bespaard kan worden met een bedrijfscultuur.” gelijkblijvende sterkte van het eindproduct. De milieubesparingen zijn aanzienlijk: 52 procent minder CO2-uitstoot, 4 procent minder Levenscyclus energieverbruik, 30 procent minder SO2 en 50 procent minder PO2. En Met SolidWorks Sustainability speelt Cadmes in op de bewustwording deze berekeningen hebben de engineer slechts tien minuten extra van bedrijven. De software berekent snel en eenvoudig de impact van werk gekost.” een ontwerp op het milieu en houdt daarbij rekening met de gekozen materialen, het productieproces en de locatie van productie. In de Voorstel Milieulijst applicatie wordt weergegeven welke invloed het ontwerp heeft op de Omdat de software is ontwikkeld vanuit het oogpunt van lucht- en waterkwaliteit, CO2-uitstoot en de benodigde energie. De milieubewustzijn, zocht De Vries contact met Agentschap NL. “In 26 eerste instantie voor een verkennend gesprek, maar toen zij geïnteresseerd bleken, zijn de gesprekken geïntensiveerd en hebben we een voorstel ingediend voor de Milieulijst.” Een pittig proces volgde, want een softwareproduct had nog niet eerder op de Milieulijst gestaan. “Maar we zijn goed begeleid door de adviseurs van Agentschap NL en hebben de feedback die we van hen kregen, gebruikt om de software nog verder te verbeteren. Een van de voorstellen was bijvoorbeeld om de milieuwinst niet uit te drukken in getallen, maar in percentages. Dat is niet alleen handig voor technici, maar ook voor andere mensen in het bedrijf en opdrachtgevers. Getallen over de gemeten CO2-uitstoot zijn niet voor iedereen gesneden koek, door aan de meetresultaten een percentage te verbinden, is de winst voor iedereen inzichtelijk.” Erkenning De inspanningen van Cadmes hebben geleid tot code F 1240 op de Milieulijst: Software voor duurzame productontwikkeling. “Een erkenning voor het product dat we leveren, dat zelfs over de landsgrenzen effecten heeft, want ook naar onze Amerikaanse leverancier SolidWorks hebben we een sterkere onderhandelings positie”, aldus de Vries. “Tevens zien we dat het veel invloed heeft op klanten. De prijzen staan onder druk, men wil innovatief zijn, maar bedrijven zijn ook prijsbewust bij nieuwe aanschaffen. Een belastingvoordeel van 36 procent door de MIA\Vamil is dan zeer welkom.” 27 Groen ondernemen is meer dan recycling Groen produceren van plastic is voor Nedupack meer dan gerecycled materiaal. Het mooiste is als grondstoffen uit de natuur na gebruikmaken van gerecyclede grondstoffen. De verpakkings- gebruik ook weer door de natuur worden opgenomen. PLA biedt die producent uit Rheden maakt sinds een paar jaar ook bioplastic mogelijkheid. De plastic wordt gemaakt uit maïs en kan na gebruik in verpakkingen voor levensmiddelen. De MIA\Vamil stelde het de groene container worden gegooid.” Omdat PLA beperkt bedrijf in staat de machines hierop aan te passen. warmteresistent is, moet hier bij het verwerkingsproces rekening mee worden gehouden. “Bioplastic wordt verwerkt onder een lagere Vijf jaar geleden nam Oliver Fraaije met zijn partner Jhon Bollen temperatuur, moet anders worden gestansd en vertoont een andere Nedupack over. “Dit was een goedlopend bedrijf, maar om verder te krimp dan gerecycled plastic. Om de machines geschikt te maken voor groeien moest de marketingstrategie en het assortiment worden de verwerking moesten we ze aanpassen. Dit zijn relatief grote aangepast. Het bedrijf dat wij overnamen maakte speciale investeringen, dan is het prettig dat deze innovatieve investeringen in verpakkingen voor bijvoorbeeld Moeder- en Vaderdag. Het gevolg was aanmerking komen voor de Milieu-investeringsaftrek en Vamil. Want al dat we erg afhankelijk waren van de feestseizoenen. Nog steeds was de fiscale aftrek geen doorslaggevende factor bij de hebben we dezelfde klanten, maar om meer continuïteit te creëren investeringsbeslissing, het stimuleert wel om net die stap extra te hebben we ons tevens toegelegd op bufferkappen voor zetten. Wij hebben echter in deze machines geïnvesteerd met het oog computerverpakkingen en deksel voor bekers.” De ‘gewone’ op de toekomst. We geloven in PLA en weten dat er een markt voor is verpakkingen die Nedupack produceert, bestaan voor negentig milieuvriendelijke verpakkingsmaterialen.” procent uit gerecycled plastic. “Voor de computerverpakkingen gebruiken we plastic op basis van gerecyclede bierkratten. De Explosieve groei doorzichtige verpakkingen hebben als grondstof gerecyclede Sinds de overname is het bedrijf explosief gegroeid en begin 2013 petflessen.” verhuist zij naar een nieuwe locatie in Duiven. De groei is voor een groot deel te danken aan de focus op bioplastics. De verwachting is dat Onderscheidend Nedupack dit jaar 300 ton PLA verwerkt. Daarmee is zij de grootste Waar Nedupack zich echt mee onderscheidt is het maken van gebruiker in Nederland. “Het verpakkingsmateriaal is industrieel verpakkingen op basis van bioplastics. “We produceren volledig composteerbaar en geschikt voor groente- en fruit, chocola en verpakkingsmaterialen op basis van PLA, Poly Lactid Acid”, vertelt alle producten die gekoeld moeten worden. PLA is echter niet voor alle Fraaije. “Voor mij is echt groen ondernemen meer dan het inzetten van toepassingen geschikt omdat zij niet bestand is tegen temperaturen 28 hoger dan 45 graden Celsius; dan vervormt het. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de verpakkingen niet bestand zijn tegen te warme temperaturen in vrachtwagens of achter een ruit, bijvoorbeeld in de etalage.”Maar er is ook nog een ander nadeel weet Fraaije: “Ik denk wel eens dat het te goed is gemaakt. Het bioplastic is nauwelijks van echt plastic te onderscheiden. Pas als je er een vuurtje bijhoudt, merk je dat het een andere geur heeft; die van soep, in plaats van een geschroeide plasticlucht. De consument zal het verschil echter niet snel zien. Het zal dus voorlichting vergen, aan consumenten en afvalverwerkers, om ervoor te zorgen dat de grondstoffen daadwerkelijk weer in de natuur worden opgenomen.” 29 Melk drogen kost geen water meer dankzij nieuwe koeltoren FrieslandCampina Domo in Beilen koelde haar productie- Doorslaggevend proces van kindervoeding met opgepompt grondwater. Na Voor de investering deed FrieslandCampina een succesvol beroep op gedane arbeid werd het water geloosd. Dankzij een nieuwe de MIA\Vamil. De regeling kan een milieuproject over de streep koeltoren blijft dat water nu in circulatie. De investering viel trekken, denkt Petter. ‘Het wensenlijstje van ondernemingen is altijd onder de MIA\Vamil. ‘Een goede regeling die milieuprojecten groter dan het budget. Als onderneming moet je dan een afweging over de streep trekt.’ maken. Een financieel voordeel vanuit de MIA\Vamil kan doorslaggevend zijn om toch die extra milieu-investering te doen.’ ‘Hier in Beilen maken we vooral kindervoeding. Dat is een van Manager subsidies Winette de Graaf vindt de MIA\Vamil een goede FrieslandCampina’s speciality products’, vertelt Erik Petter, Programma regeling, die bedrijven triggert om voor de beste milieu-oplossing te Manager Zuivel. De voeding bevat naast de gewone melkeiwitten kiezen. ‘Zonder die steun zouden ze zich misschien beperken tot de allerlei extra’s, zoals vitaminen, mineralen en ingrediënten voor de verplichte maatregelen.’ Ook over de contacten met Agentschap NL is darmflora. Basis van het productieproces is het drogen van de melk. De Graaf zeer positief. ‘De adviseurs zijn goed bereikbaar en je krijgt ‘Dat vereist enorme apparaten die onder vacuüm met grote hitte de helder antwoord. Ze denken ook mee, geven bijvoorbeeld aan voor melk indampen. Daar komt veel warmte bij vrij, dus is er veel koeling welke code je kunt aanvragen. Onze ervaring is dat ze een pro-actieve nodig’, legt Petter uit. ‘Dat deden we met opgepompt grondwater, dat instelling hebben.’ vervolgens werd geloosd. Zo gingen er grote hoeveelheden water doorheen en dat is natuurlijk zonde.’ FrieslandCampina besloot daarom te investeren in een koeltoren die het warme proceswater afkoelt, zodat het opnieuw dienst kan doen. ‘Het is nu recirculeren in plaats van oppompen en lozen. Ons waterverbruik is enorm gedaald, daar zit de grote milieuwinst.’ “Ons waterverbruik is enorm gedaald, daar zit de grote milieuwinst.” 30 Nederland is koploper Dat Nederland een van de koplopers is op het terrein van de Daarom onderzoeken we op dit moment de mogelijkheid om biobased technology is mede een verdienste van de overheid polymeren te winnen uit oud papier, rioolslib en plantenresten.” die duurzame initiatieven stimuleert. Dat is de mening van Jan Noordegraaf, directeur van Synbra Technology in Investeringen Etten-Leur. Synbra is wereldwijd een van de koplopers op het gebied van biobased technology. “Er wordt in Nederland flink aan de weg Synbra Technology produceert en ontwikkelt biologisch afbreekbaar getimmerd met hulp van de overheid die grootschalige verpakkings- en isolatiemateriaal, dat vergelijkbaar is met EPS en investeringen niet uit de weg gaat. Daardoor lopen wij voorop in wordt verkocht onder de naam BioFoam®. Het bedrijf in Etten-Leur Europa. De biobased technology is een in het oog springende markt is onderdeel van het internationale Synbra Holding. “Olie wordt waar veel onderzoek naar gedaan wordt, maar door de stimulans steeds duurder en schaarser, daarom moet er naar alternatieven konden wij al begin 2011 de productie van polymeren in eigen worden gezocht. Wat wij doen is het vervaardigen van bioplastic uit fabriek starten”, aldus Noordegraaf. Synbra maakt daarbij gebruik plantaardige grondstoffen”, legt Noordegraaf uit. “In april 2006 zijn van de fiscale mogelijkheden van de MIA\Vamil-regeling, die we samen met de universiteit Wageningen gestart met de eerste duurzame ontwikkelingen stimuleert. “Een prettig instrument waar onderzoeken naar bioplastic. Uit een haalbaarheidsstudie bleek dat wij dankbaar een beroep op doen. De ontwikkeling van een deze technologie een goede toekomst heeft. Toch werden wij al productielijn vergt een flinke investering en dan is het prettig dat je binnen een jaar geconfronteerd met het eerste obstakel. Er waren daarin tegemoet wordt gekomen door de overheid.” niet voldoende grondstoffen, biopolymeren, voorradig. Daarop is een nieuw onderzoek gestart waarbij we een stap terug zijn gegaan Nichemarkt in de keten. De nieuwe studie was erop gericht om uit monomeren De markt voor biologisch afbreekbaar verpakkings- en (melkzuur) polymeren te vervaardigen. Dit is mogelijk door de isolatiemateriaal is nog een nichemarkt. Noordegraaf: “De winning uit suikerriet en cassavezetmeel, een traject dat we samen belangstelling voor Biofoam is enorm, maar wij richten ons met Purac hebben opgepakt.” Tegelijk kijkt Synbra naar de voorlopig op sectoren die zich graag profileren op het terrein van de toekomst. “Winning uit bijvoorbeeld suikerriet is op deze kleine duurzaamheid. Voor verpakkingen is dit bijvoorbeeld de schaal een goed alternatief, maar bij een opschaling van de farmaceutische industrie, waarvoor wij verpakkingsmaterialen productie willen wij ook andere grondstoffen gaan gebruiken. maken voor vaccins. In de bouwsector merken we dat BioFoam 31 warm wordt onthaald als Cradle to Cradle-vervanger van bestaande bouwproducten. Juist in deze teruglopende markt, constateren wij een toenemende vraag. Zo gebruikt een bedrijf in Almere BiofoamPearls als spouwisolatie voor de onder andere diverse woningbouwverenigingen. Want in de bouw wordt het steeds belangrijker om te kiezen voor een bewuste bedrijfsvoering.” Ook hier laat het ministerie zich volgens Noordegraaf positief gelden. “Er wordt op dit moment gewerkt aan een lijst met producten die aan de duurzaamheidcriteria voldoen. Voor bouwbedrijven zal dit een goede oplossing zijn, want die weten nog niet altijd wat er op de markt verkrijgbaar is.” 32 Oude daken in asfalt Recycling is in sommige sectoren al gemeengoed, een concurrerende prijs te realiseren en als tegemoetkoming in de bijvoorbeeld bij de productie van asfalt. Ruim de helft van het investering in de productielijn en hardware hebben we een beroep asfalt dat wordt ingezet in de wegenbouw bestaat uit gedaan op de Milieu-investeringsaftrek.” Voor de MIA was het echter gerecycled asfalt. De Asfaltfabriek uit Roermond gaat echter van belang dat de Asfaltfabriek de milieuwinst kon aantonen. nog een stap verder, zij gebruiken sinds 2011 oude “Een leerzaam proces, want als iets zich niet laat sturen is het innovatie. bitumineuze dak-bedekking als grondstof. Voor de We hebben onafhankelijk onderzoek laten verrichten door investering in de nieuwe productielijn werd een beroep INTRON-SGS en een eigen rapportage bijgehouden. Het voordeel gedaan op de Milieu-investeringsaftrek, MIA\Vamil. van deze verslaglegging was dat het proces overzichtelijk werd en de toegevoegde milieuwaarde van gerecycled bitumen duidelijk “Ondanks dat het percentage gerecycled asfalt in de wegenbouw werd aangetoond.” meer dan vijftig procent bedraagt, blijven we ons productieproces kritisch bekijken en waar nodig milieutechnisch verbeteren”, legt Ton Milieuwinst Kneepkens, directeur Infra Quality Support van de Asfaltfabriek uit. De Asfaltfabriek ontwikkelde het nieuwe asfalt zelf. Kneepkens: “In de Asfalt bestaat uit zand, grind, vulstof en bitumen en vooral de laatste onderzoeksfase hebben we op kleine schaal bitumengranulaat aan het grondstof is duur en milieubelastend. “Bitumen is een restproduct van asfalt toegevoegd. Maar de spannendste fasen volgden daarna. Want olieraffinaderijen. De prijs ervan is direct gekoppeld aan de olie- kun je ook op productieschaal dezelfde kwaliteit bereiken als in het prijzen. Als bindmiddel voor asfalt is bitumen van essentieel belang, laboratorium? Gerecycled bitumen is qua structuur wezenlijk anders. al bedraagt het slechts vier tot vijf procent van de totale massa. Wat we Nieuw bitumen wordt vloeibaar aangeleverd op een temperatuur van hebben onderzocht - en inmiddels gerealiseerd - is het hergebruik van 180 graden Celsius, gerecycled bitumen is een granulaat en bestaat uit bitumineuze daken voor de onderste lagen in een asfaltconstructie.” korrels van 1 tot 18 mm. Het dakleer - zoals bitumineuze dakbedekking ook wel wordt genoemd - bevat daarnaast nog kleine hoeveelheden MIA grind. En we moesten er rekening mee houden dat de eigenschappen Kneepkens geeft aan dat dit nieuwe asfalt momenteel nog iets duurder van bitumen door veroudering en gebruik op de daken worden is dan conventioneel asfalt, maar hij verwacht dat het duurzame aangetast; hoe ouder het dakbitumen, hoe meer het inlevert aan alternatief in de nabije toekomst economisch aantrekkelijk wordt. flexibiliteit. Dat is een van de redenen dat nieuw bitumen niet volledig “De olieprijzen blijven stijgen, dus ook de prijs van bitumen. Om ook nu is vervangen voor bitumengranulaat.” 33 Integratie Bij het integreren van bitumengranulaat in het productieproces en het realiseren van een nieuwe aanvoerlijn moest met veel factoren rekening gehouden worden. “Zowel milieutechnische als civieltechnische aspecten zijn van belang”, vertelt Kneepkens. “De temperatuur waarop we bitumengranulaat toevoegen, bleek geen obstakel. Omdat de temperatuur in de mengkamer 180 graden bedraagt, is het granulaat goed te verwerken. Daarnaast stelden we als eis dat het nieuwe product geen aanpassingen vergt aan het materieel dat wordt ingezet tijdens het uitvoerings- en verwerkingsproces. Toen aan die voorwaarden was voldaan, hebben we het proces en de ontwikkeling getoetst aan additionele milieuparameters. Daarbij ondervonden we dat er milieutechnisch een optimum is aan de inzet van gerecycled bitumen. Technisch is recycling tot honderd procent mogelijk, maar produceren op technisch maximaal niveau zou betekenen dat het productieproces meer capaciteit en energie kost waardoor het voorbij schiet aan andere energie- en milieudoelstellingen.” 34 Lagere milieubelasting door GPR Gebouw Sinds januari 2012 staat een duurzaam gebouw met de score kan gebruikt worden bij woningbouw- en utiliteitsprojecten, zowel “zeer goed” volgens de praktische berekeningsmethode GPR in de nieuwbouw als renovatie. Uniek is de toepassing voor Gebouw 4 op de Milieulijst. W/E Adviseurs verwacht dat deze bestaande bouw: deze applicatie geeft inzicht in de methode voor de milieuprestaties van gebouwen in een grote kwaliteitsverbetering van een beoogde ingreep. Daarnaast dient de behoefte zal voorzien, mede omdat sinds april 2012 in het tool als ontwerp- en communicatie-instrument én als Bouwbesluit is bepaald dat de milieubelasting van gebouwen toetsingsinstrument, zowel voor als na de fysieke bouw.” moet worden aangetoond. Balans “Zowel in de nieuwbouw als de renovatiemarkt bestond en bestaat Na invoer van de gegevens worden de prestaties zichtbaar in de vijf behoefte aan een goede berekeningsmethode die milieuaspecten modules: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en inzichtelijk maakt en hier een waarde aan toekent”, vertelt Saskia toekomstwaarde. Van Hulten: “De eerste twee aspecten helpen bij van Hulten, senior adviseur bij W/E Adviseurs in Utrecht. “Daarom het verminderen van de milieubelasting, de andere hebben hebben we al in 1995 samen met de gemeente Tilburg deze betrekking op de kwaliteit van de leefomgeving van de gebruiker. waarderingsmethode opgezet. De Brabantse gemeente heeft Waar het om draait is het vinden van de balans tussen al die duurzaamheid hoog in het vaandel staan en wilde samen met aspecten. De referentie is het Bouwbesluit 2006; het gebouw scoort marktpartijen een prestatiegerichte methodiek ontwikkelen om een 6 als het daaraan voldoet. Om voor de Milieu-investeringsaftrek haar ambitieuze doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid, (MIA) in aanmerking te komen is een score op Milieu van minimaal 7 energiebesparing en milieu inzichtelijk te krijgen. Dat heeft vereist en op de andere thema’s minimaal een 7,5.” Om die score te geresulteerd in GPR Gebouw, een methode die we in de loop der behalen, moeten architecten en bestekschrijvers op tal van zaken jaren verder hebben ontwikkeld en inmiddels breed toepasbaar is.” letten. “Bij de duurzaamheid van gebouwen gaat het niet alleen om de energieberekening maar ook om de milieuprestaties, de Praktisch berekening daarvan is gebaseerd op de levenscyclus van het GPR Gebouw moest vooral een praktisch instrument worden. Van gebouw en maakt gebruik van de Nationale database.” Op dit Hulten: “De berekening om duidelijkheid te krijgen in de (milieu) moment gebruikt de berekeningsmethode nog algemene prestaties van gebouwen vergt slechts een berekening van vier uur. productiegegevens van materialen, maar de toeleverende Maar we hebben ook ingezet op een brede toepassing; GPR Gebouw bouwmaterialenindustrie is druk met het aanleveren van 35 productspecifieke informatie die W/E adviseurs direct verwerkt, aldus Van Hulten. “Op deze wijze kunnen ook de inspanningen van fabrikanten om tot milieuvriendelijke productieprocessen te komen, worden gewaardeerd.” Aansprekend Naast de MIA is de berekening op basis van GPR Gebouw ook geschikt om de energieprestaties van gebouwen in kaart te brengen. Een project waarvoor energie-investeringsaftrek werd verkregen, is het Apollo House in Amsterdam. “Dit is een aansprekend voorbeeld van renovatie”, aldus van Hulten. “Het Apollo House werd in 1938-1939 gebouwd door architect Dirk Roosenburg als hoofdkantoor van de Rijksverzekeringsbank. Omdat het kantoorgebouw niet meer voldeed aan de eisen, werd op initiatief van de gebruiker besloten tot een ambitieuze renovatie. De duurzaamheidsambities kregen gestalte in een plan voor het complete interieur, inclusief de installaties. W/E adviseurs adviseerde het ontwerpteam over de mogelijkheden met behulp van GPR Gebouw. Daardoor zal het gebouw straks onder andere zijn voorzien van (na)isolatie van de gebouwschil, een WKO-installatie met warmtepomp, klimaatplafonds en wandverwarmingen, zonwering, vraaggestuurde ventilatie en energiezuinige ledverlichting.” 36 Stoofpeer droog geschild met aangepaste kiwischiller Samen met een Italiaanse fabrikant ontwikkelde teler en Extra steun verwerker van fruit Peter Vereecken een droogschiller voor Als teler en verwerker van appels en peren, probeert Vereecken stoofperen. Voor de investering in de machine, de eerste in het milieu zoveel mogelijk te ontzien. ‘We hebben bijvoorbeeld Nederland, deed Vereecken een succesvol beroep op de vogelkastjes en zijn spaarzaam met bestrijdingsmiddelen. MIA\Vamil. Heel belangrijk is het beheersen van de afvalstromen, want op afvalwater zit niemand te wachten. Onze nieuwe droogschiller Met koffers vol peren trok Peter Vereecken uit Dronten naar Italië. past daar mooi bij.’ Dat de investering in aanmerking kwam voor de Zijn doel: samen met de Italiaanse fabrikant een machine ontwerpen MIA\Vamil-regeling beschouwt Vereecken als een prettige tegemoet- om stoofperen droog te schillen. De bestaande schilmachines koming. ‘Voor ons was het een cruciale investering. Dan is extra voldeden namelijk niet. ‘Je stond met zes man na te pitten, of het steun altijd meegenomen.’ apparaat hield het niet vol; stoofperen zijn namelijk keihard.’ Vereeckens missie slaagde, ondanks vele Italiaanse impossibile!uitroepen. ‘Hij doet het fantastisch’, zegt de teler uit Dronten over zijn nieuwe aanwinst, in feite een aangepaste kiwischiller. ‘Grote milieuvoordeel is dat we nu veel minder water gebruiken, waardoor ook de afvalstroom veel kleiner is. Ook voor het product zelf is het beter, dat blijft droger.’ “Grote milieuvoordeel is dat we nu veel minder water gebruiken, waardoor ook de afvalstroom veel kleiner is.” 37 Elektrisch rijden: aangenaam verassend! De parkeerproblemen en de goede bereikbaarheid per open- Solide baar vervoer van het Amsterdamse hoofdkantoor van Delta Delta Lloyd Groep koos in december voor de Think City. “Al tijdens de Lloyd Groep hebben ertoe geleid dat een groot deel van het testritten werden we aangenaam verrast door de rijeigenschappen personeel dagelijks kiest voor milieubewuste mobiliteit. Een dan deze auto: solide en rustig in het weggebruik, ondanks het initiatief dat door de verzekeraar verder wordt ondersteund handzame formaat. Alleen het opstarten vergt enige gewenning, door medewerkers te stimuleren het OV te gebruiken en leen- wanneer medewerkers de auto voor de eerste keer gebruiken geven fietsen en poolauto’s ter beschikking te stellen. Auto’s die we daarom altijd even instructie. Maar het is meer een omslag in de komende jaren allemaal voldoen aan de hoogste milieu- handelen dan echt een moeilijkheid, iedereen kan een elektrische eisen en waarbij voor stadsvervoer is gekozen voor een auto besturen.” Daarnaast is Jansen positief verrast over de feedback elektrische auto. die ze van gebruikers krijgt. “We laten medewerkers evaluatieformulieren invullen en de respons is zeer enthousiast. “Een jaar geleden hebben we een aantal elektrische auto’s getest”, ‘Laagdrempelig, top!, prettig qua comfort en deze auto gaan we vertelt Inge Jansen, project- en milieucoördinator bij het facilitair vaker gebruiken’, waren een aantal van de reacties. Daarnaast bedrijf van Delta Lloyd Groep. “Duurzaam Ondernemen en krijgen we leuke feedback van relaties. Het is dus echt ook een auto milieubewust investeren horen bij de peilers van onze waarmee we ons op positieve wijze kunnen profileren.” verzekeringsmaatschappij. Bij grote investeringen zoals voor het wagenpark kijken we daarom bewust naar de alternatieven die er op Enthousiast de markt zijn. Ten aanzien van de mobiliteit was dat elektrisch rijden. Delta Lloyd Groep is zelfs zo enthousiast over de elektrische auto dat Dat dit werd ondersteund door subsidie vanuit de MIA\Vamil was ze de aanschaf van een tweede op termijn niet uitsluit. Jansen: “Als voor ons net het ruggensteuntje dat we nodig hadden. Van alle de actieradius wordt vergroot met een paar honderd kilometer is dat poolauto’s die bij ons rondrijden is de auto voor stadvervoer relatief zeker een optie die we overwegen.” Toch heeft de stadsauto de het duurst. Door ondersteuning vanuit de MIA\Vamil zijn de kosten verzekeraar nog niet in de steek gelaten. “De oplaadtijd van 13 uur per kilometer drastisch verlaagd en dat was voor ons vormt geen enkele belemmering. Dat is mede te danken aan de doorslaggevend bij de keuze.” gebruikers die zeer bewust met de auto omgaan. Op voorhand hadden we er rekening mee gehouden dat het wel eens vergeten kon worden om de auto op te laden. Daarom hadden we het controleren 38 van de auto als extra voorzorgsmaatregel toegevoegd aan de branden sluitroute. In de praktijk is het echter nog niet voorgekomen dat de auto niet aan de oplaadpaal stond.” Wat Delta Lloyd Groep wel heeft aangepast is het poolsysteem. “Voor de andere auto’s in de pool krijgen medewerkers een pasje, waarmee ze daarnaast bijvoorbeeld het openbaar vervoer kunnen regelen. Daaraan gekoppeld is een online reserveringssysteem van Mobility Mixx. We hebben bewust gekozen om de elektrische auto niet aan te bieden via dit systeem en de drempel te verlagen. Heeft iemand de auto nodig, dan volstaat een telefoontje naar de locatiebeheerder. Daar kan de sleutel worden opgehaald en daarnaast hebben we in onze andere auto’s een kaart laten plaatsen die gebruikers extra attent maakt op de mogelijkheid om voor elektrisch vervoer te kiezen.” 39 Dit is een publicatie van: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Hanzelaan 310 Postbus 10073 | 8000 GB Zwolle T +31 (088) 042 42 42 E [email protected] www.rvo.nl Het Klantcontact Centrum is geopend van 8:30 tot 17:00 © Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | januari 2014 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is een dochter van het ministerie van Economische Zaken. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om agrarisch, duurzaamheid, innovatie en internationaal. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerk en wet- en regelgeving.
© Copyright 2025 ExpyDoc