Brochure praktijkverhalen mia vamil

Praktijkverhalen
MIA\Vamil
>> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen
Inhoud
Vezelhennep beleeft revival in beton, isolatiemateriaal en auto’s
3
Duurzaam pronkjuweel beroert velen
16
Melk drogen kost geen water meer dankzij nieuwe koeltoren
30
Hennepspecialist Albert Dun investeerde 3,5 miljoen euro in een
Agrarisch bedrijf Lely uit Maassluis pronkt met een buitengewoon
FrieslandCampina Domo in Beilen koelde haar productieproces
nieuw type hennepverwerker.
duurzaam hoofdkantoor.
van kindervoeding met opgepompt grondwater.
Zoeken naar millimeters in een afvalberg
5
Grondstoffen- en energiebedrijf Twence wil het terugwinnen van
Geen verspilling bij duurzaamheid
18
Houthandel Wicherson BV is een nichespeler in de houthandel.
afbreekbaar verpakkings- en isolatiemateriaal, dat vergelijkbaar is
Een duurzame zuivelketen
7
20
Oude daken in asfalt
B.V. al jaren met kunststoffen.
33
De Asfaltfabriek uit Roermond gaat nog een stap verder.
Het dak als watertoren maakt de stad groener
8
Melkveehouder Henk-Jan Grootenhuis uit Haaksbergen
22
Het Amsterdamse DrainProducts heeft samen met twee
Lagere milieubelasting door GPR Gebouw
partners een duurzame oplossing bedacht.
Een duurzaam gebouw met de score “zeer goed” op
35
de Milieulijst.
gebruikt stroom voor zijn melkproductie.
Kunstmest uit urine
Duurzame productie geeft kalfsvlees kleur
met EPS en wordt verkocht onder de naam BioFoam®.
Coöperatie Zuivelfabriek Rouveen bekeek welke milieuvriendelijke maatregelen getroffen kunnen worden
Ruud Rouleaux werkt met handelsonderneming Peter Holland
Melken op zonne-energie
31
Synbra Technology produceert en ontwikkelt biologisch
niet-ijzerhoudende metalen uit de bodem makkelijker maken.
Duurzaam in 3D
Nederland is koploper
10
Bij kalverhouderij Eco Fields krijgen de dieren letterlijk de ruimte.
24
Het schaars worden van fosfaten en het besef dat reststromen
Stoofpeer droog geschild met aangepaste kiwischiller
anders gebruikt en hergebruikt kunnen worden.
Met een Italiaanse fabrikant ontwikkelde teler en verwerker
37
van fruit Peter Vereecken een droogschiller voor stoofperen.
MIA\Vamil helpt Tata Steel milieuvriendelijk staal te produceren
12
Eerste softwareprogramma op de Milieulijst beroert velen
26
Tata Steel, vroeger bekend als Hoogovens, produceert,
In 2010 bracht Cadmes een nieuw product op de Nederlandse
Elektrisch rijden: aangenaam verassend!
bewerkt en distribueert hoogwaardig staal.
markt: SolidWorks Sustainability.
Het personeel van DeltaLloyd Groep dagelijks kiest voor
38
milieubewuste mobiliteit.
Peters Shipyards maakt schoon schip met MIA\Vamil
14
Groen ondernemen is meer dan recycling
Continu innoveren in duurzaamheid voor Peters Shipyards
Groen produceren van plastic is voor Nedupack meer dan
is noodzakelijk om voorop te blijven lopen.
gebruikmaken van gerecyclede grondstoffen.
28
2
Vezelhennep beleeft revival in beton, isolatiemateriaal en auto’s
Hennep wordt snel geassocieerd met de wietplant. Maar
eveneens flinke milieuwinst. Natuurvezels zijn CO2-neutraal en na
ofschoon familie, bevat vezelhennep geen geestverruimende
gebruik kun je het altijd nog als brandstof gebruiken.’
THC. De vezel en het kernhout van deze snelgroeiende plant
vinden echter steeds meer toepassingen, bijvoorbeeld als
Geen onkruid
plastic­vervanger of in de isolatie- en papierindustrie.
Al sinds 1994 zit akkerbouwer Dun in de hennep, eerst als teler, maar
Hennepspecialist Albert Dun investeerde 3,5 miljoen euro in
sinds 2004 ook als verwerker. Hij is een van de spelers in de revival van
een nieuw type hennepverwerker. De MIA\Vamil betekende een
een gewas dat een lange gebruikstraditie kent. Bekend is de
essentiële ondersteuning.
toepassing in zeil en touw. ‘Vroeger werd het ook in kleding verwerkt,
wat trouwens weer aan het terugkomen is.’ Vooralsnog wordt
Het is een indrukwekkende installatie, de nieuwe hennepverwerker
Nederlandse hennep vooral geassocieerd met de wietplant, de variant
van Dun Agro in het Groningse Oude Pekela. Bedacht en ontwikkeld
die het geestverruimende THC bevat. ‘Voor alle duidelijkheid: dat spul
door directeur Albert Dun zelf, en gebouwd door een Belgische
zit niet in vezelhennep. Het THC zit bovendien in de bloemen, en die
machinefabrikant. Op maximale capaciteit goed voor de verwerking
zijn nog amper aanwezig wanneer wij oogsten.’
van 2000 hectare vezelhennep, dat in hoog tempo ontrafeld wordt in
Het Nederlands vezelhennep-areaal wordt de komende 3 à 4 jaar
vezels, kernhout en nog zo’n 10 procent stof. Elk van de bestanddelen
uitgebreid van de huidige 1000 hectare, waarvan Dun er momenteel
heeft zijn bestemming. Zo dient het hout en het tot pellets geperste
600 bestrijkt, tot 4000 ha. In de voormalige Groningse veen­koloniën
stof als strooisel in paarden- en kippenstallen. Het Groningse
gedijt de plant uitstekend. Hennep is sowieso een snelle groeier. In de
hennephout vindt daarnaast zijn weg naar Amerika. ‘Daar verwerken
drie zomermaanden schieten de planten uit de grond tot een dicht
ze het in beton, wat het lichter en beter isolerend maakt’, vertelt Dun.
oerwoud van drie tot vier meter hoog. Onkruid krijgt geen kans tegen
De hennepvezels worden vooral gebruikt in isolatiematerialen. Ook
de massaal uitdijende hennep, waardoor bestrijdingsmiddelen niet
zitten de hennepvezels in de binnenbekleding van auto’s, als
nodig zijn. Het maakt de plant extra milieuvriendelijk.
vervanger van synthetische materialen. Juist in dergelijke
hoogwaardige toepassingen ziet Dun een mooie toekomst voor de
Energiegebruik gehalveerd
natuurvezel. ‘Nu de olie duurder wordt, stijgt de vraag naar
De nieuwe verwerkingsmethode van Dun Agro begint al op het veld.
biologische vervangers van plastics.’ Ook de vervanging van steenwol
‘Traditioneel wordt het gemaaide hennep in balen geperst. Wij
in de glastuinbouw noemt Dun een interessante optie. ‘Dan boek je
hakselen de hennep reeds op het veld in stukjes van zo’n 8 cm. Dat
3
‘Met hennepvezels boek je flinke
milieuwinst, ze zijn CO2-neutraal en
na gebruik kun je het altijd nog als
brandstof gebruiken.’
wordt gekuild bij de boeren, en gaat vervolgens onze verwerker in.
Daardoor halen we een drievoudige capaciteit, tegen de helft van het
energiegebruik. Grote voordeel is ook dat de kwaliteit
van de vezel en het hout perfect te sturen is.
Dun deed voor de investering een succesvol beroep op de MIA\Vamil.
Hij is zeer te spreken over het verloop van de aanvraag.
‘Ik wou dat elke subsidiegever opereerde als Agentschap NL.
Hun mensen zijn hier geweest, en ze hebben alles heel serieus
bekeken en met mij doorgesproken. Het is op een prettige manier
verlopen.’ De MIA\Vamil-toekenning was voor Dun essentieel. ‘Onze
hennepverwerking is sinds 2008 een zelfstandig bedrijf. We zijn veel
met ontwikkeling bezig en daar is geld voor nodig. Als starter is
financiële steun dus zeer welkom. Wanneer je je enorme investering
in de eerste jaren kunt afschrijven, is dat van groot belang.’
4
Zoeken naar millimeters in een afvalberg
Grondstoffen- en energiebedrijf Twence wil het terugwinnen
zeven. Om de kleine non-ferro deeltjes terug te winnen moeten er
van niet-ijzerhoudende metalen uit de bodem makkelijker
dus nieuwe technieken ontwikkeld worden.’ Deze nieuwe state-of-
maken. Ze zijn bereid daar flink in te investeren. En dat kan
the-art technologieën die deels ontwikkeld zijn en waarvan er nog
ook, want ze krijgen een steuntje in de rug van de
een hoop ontwikkeld moeten worden, zoals een advanced dry
MIA\Vamil-regeling.
recovery (ADR) en een verbeterde ‘eddy current’-combischeider
maken het mogelijk dat Twence vanaf medio 2014 meer non-ferro
‘We slaan twee vliegen in één klap met het terugwinnen van
metalen uit de bodemassen terug kan winnen.
metalen uit bodemas. We krijgen er én schonere bodemas door, die
zonder een extra zogenaamde IBC-keuring ingezet kan worden als
Green Deal
bouwmateriaal én, voor ons ook heel belangrijk, we verzamelen
Het gaat om een miljoeneninvestering, die volgens Bert perfect
veel metalen.’ Bert Oudenhoven van Twence weet heel duidelijk
aansluit bij de bedrijfsstrategie van Twence om meer waardevolle
uit te leggen waarom de ongeveer 150.000 ton aan bodemas waar-
materialen en secundaire grondstoffen uit afvalstromen te halen.
devoller is dan het in eerste instantie lijkt. De bodemas bevat
Die strategie past mooi op de afgesloten Green Deal, waarin
namelijk waardevolle ijzerhoudende (ferro’s) en niet-ijzerhoudende
de branche van afvalverwerkers vergaande afspraken heeft
metalen (non-ferro’s).
gemaakt met de overheid om meer non-ferro’s terug te winnen en
het grootste deel van de assen in te zetten als vrij toepasbare
Kostbare metalen
bouwstof, dat grote inspanningen van de branche vraagt. De
Van alle ijzerhoudende metalen wordt van oudsher jaarlijks 95%,
rol van de overheid in deze is om voor meer vrijheid in de regel­
ongeveer 14.000 ton, met magneten relatief makkelijk uit de
geving te zorgen en het stimuleren van innovatie, zoals met
bodemassen teruggewonnen. Met de niet-ijzerhoudende metalen,
fiscale regelingen.
zoals aluminium en koper, is dat moeilijker. Hierdoor is de bodemas
niet schoon genoeg om in te zetten als bouwstof. Dat op zich is al
Fiscale steun
jammer, maar wat te denken van al dat kostbare materiaal dat nog
Het is een groot voordeel dat Twence gebruik kan maken van de
achter blijft. Bert: ‘De kleinere non-ferro’s zijn op dit moment niet
MIA\Vamil-regeling. Deze regeling stelt dat ondernemers die inves-
of nauwelijks terug te winnen. Bodemas van 6 mm of minder houdt
teren in het maken van grondstof uit afval, onder bepaalde voor-
veel vocht vast door het nablussen van de as en is dus moeilijk te
waarden kunnen rekenen op fiscale steun voor die investering.
5
Deze regeling biedt bedrijven zoals Twence de mogelijkheid te
investeren in de nieuwste technieken.
Grote opbrengst
Bert: ‘We winnen nu jaarlijks ongeveer 2.200 ton non-ferro’s terug.
Met de nieuwe technieken wordt dat zo’n 4.000 ton. Dan heb je het
over een aanzienlijke recyclewinst.’ Twence is van plan die recyclewinst blijvend te vergroten. Bert: ‘We stoppen niet bij non-ferro’s als
het zo blijft gaan. Als we dit onder de knie hebben, gaan we eens
verder kijken naar roestvrij staal en andere onbrandbare, waardevolle grondstoffen.’
6
Duurzaam in 3D
Ruud Rouleaux werkt met handelsonderneming Peter Holland
‘We hebben onze producten en werkwijze gepresenteerd aan
B.V. al jaren met kunststoffen. In 2011 richt hij Helian Polymers
AgentschapNL en op basis daarvan is ons verzoek gehonoreerd’, aldus
op: een innovatief platform dat zich richt op mogelijke inno-
Ruud. ‘Dat scheelt een hele slok op een borrel. Zonder subsidie is een
vatieve toepassingen van kunststoffen.
dergelijk innovatief project stukken lastiger te realiseren.’
Een belangrijke innovatietoepassing vormen 3D-printers. ‘Deze
Succesvol
ontwikkeling sluit prima aan bij onze activiteiten’, legt Ruud Rouleaux
De pilot was voor Helian Polymers succesvol. Tijdens beurzen bleek
uit. ‘We wilden bekijken wat de mogelijkheden zijn om polymelkzuur
veel interesse voor de mogelijkheden om polymelkzuur (PLA) te
(PLA), een compleet biologisch afbreekbare kunststof, te gebruiken bij
gebruiken in 3D-printers. Helian Polymers staat nu voor een ingrijpend
3D-printen. Het is een natuurlijk product!’ Polymelkzuur wordt
besluit: ‘Gaan we nu ook daadwerkelijk beginnen aan de productie?’
geproduceerd uit grondstoffen als maïszetmeel en suikerriet.
Sinds de start van de pilot nam het bedrijf al vier nieuwe mensen in
‘Kunststofkennis is onze kracht’, stelt Ruud. ‘We willen ons
dienst. Komt het tot een productielijn, dan zijn er nog meer mensen
onderscheiden in een nieuwe markt, die van 3D-printen. Daarvoor is
nodig en zal Helian Polymers moeten verhuizen naar een groter pand.
zeer specifieke kennis nodig en die hebben we in huis.’
Nieuwe stap
Pilot
Om deze nieuwe fase te kunnen realiseren, stapt Ruud weer naar
Om erachter te komen of deze biologisch afbreekbare kunststof
AgentschapNL om te bekijken wat verdere mogelijkheden zijn, met het
ingezet kan worden voor 3D-printen, is Helian Polymers gestart met
oog op financiële steun voor zijn duurzame productielijn. ‘De eerste
een pilot. Daarvoor heeft Ruud verschillende verwerkingsmachines
keer dat we gebruik konden maken van de MIA\Vamil, leidde dat snel
moeten aanschaffen. ‘Dat zijn behoorlijke investeringen’, aldus Ruud.
tot concrete ontwikkelingen. We hopen hiermee weer een belangrijke
‘Daarom hebben we samen met een adviseur gekeken naar
stap te kunnen zetten.’
subsidiemogelijkheden.’
De MIA\Vamil bood uitkomst voor Helian Polymers. Ruud: ‘De
belangrijkste voorwaarde binnen onze aanvraag was dat de
kunststoffen die we gebruiken volledig afbreekbaar zijn.’ Helian
Polymers moest daarvoor voldoen aan de Europese norm EN13432.
7
Melken op zonne-energie
Melkveehouder Henk-Jan Grootenhuis uit Haaksbergen
loodsen waren 35 jaar oud en asbesthoudend. “Op sommige
gebruikt stroom voor zijn melkproductie. Om zijn eigen
plekken begon het te lekken. Vervanging was nodig”, aldus
stroom op te wekken, plaatste hij onlangs zonnepanelen. En
Grootenhuis. De veehouder ging op zoek naar een bedrijf dat zowel
voor die investering maakte hij gebruik van de MIA\Vamil-
de asbestverwijdering kon uitvoeren, als het plaatsen van de nieuwe
regeling. “Omdat het een flexibele afschrijving is, kan dit
daken en zonnepanelen. Grootenhuis: “De oude daken moesten er
goed uitpakken.”
snel af en de nieuwe er snel op. De melkstal zit vol elektronica.
Daarom was het handig om de hele opdracht bij één partij neer te
“Ik vermoed dat onze melkveehouderij nu energieneutraal draait.
leggen.”
De tijd zal het uitwijzen.” Het melkveebedrijf van Henk-Jan
Grootenhuis heeft elektriciteit nodig. Bijvoorbeeld voor de
Melken in open lucht
melkapparatuur, voor het koelen van de melk én voor verlichting in
Vorig jaar september werden de daken vervangen. “De dieren
de stal. Dus toen hij besloot om de asbestdaken van twee schuren
verbleven één nacht buiten. Gelukkig viel er niet veel regen: acht
te vervangen, plaatste hij ook zonnepanelen: “Net genoeg om die
millimeter. Het melken hebben we één dag in de open lucht gedaan,
energie te ondervangen.”
daarna werd de apparatuur weer afgedekt met plastic. De volgende
dag zat het dak er weer op.” De zonnepanelen kwamen op de
“Ik vermoed dat onze melkvee­
houderij nu energieneutraal draait.
De tijd zal het uitwijzen.”
werktuigberging. Met de verbouwing was een investering van ruim
een ton euro’s gemoeid, exclusief btw. Grootenhuis hoopt de
investering van de zonne-energie installatie (circa 35 duizend euro)
binnen acht jaar terug te verdienen: “Dat ligt ook een beetje aan de
energietarieven en eventuele storingen.” Daarnaast moet de
inkomen afhankelijke MIA\Vamil-regeling van Agentschap NL benut
Asbest en lekken
kunnen worden.
Melkveebedrijf Grootenhuis melkt zestig koeien en fokt veertig
stuks jongvee voor de continuïteit van het bedrijf. Op het terrein
Afschrijving opschuiven
staan twee schuren. De ene dient als ligboxenstal inclusief melkstal,
Het magazine Boerderij en andere vakbladen zetten Grootenhuis op
de andere schuur is een werktuigberging. De daken op beide
het spoor van de MIA\Vamil-regeling. “De aanvraag was vrij
8
eenvoudig. Ik heb alles zelf gedaan via internet.” De regeling
schept verwachtingen bij Grootenhuis: “Doorgaans gaan zulke
investeringen gemoeid met een vaste jaarlijkse afschrijving. Als je
een jaar geen winst maakt, wordt er tóch afgeschreven. MIA\Vamil
is een flexibele afschrijving. Dat kan goed uitpakken. Bij een slecht
jaar kun je besluiten dat het je nu niet goed uitkomt en dan schuif je
de afschrijving een jaar op. Als het een beetje mee zit, moet dit toch
een plus opleveren.”
Grootenhuis heeft vooralsnog goede ervaringen met
Agentschap NL. “We hebben één maal contact gehad over
de verwerking van mijn aanvraag. Mijns inziens correct en vrij snel.
Dit soort regelingen stimuleren om duurzaam en energievriendelijk
te werk te gaan. Bij veel bedrijven in mijn regio gebeurt dat dus
ook al.”
9
Duurzame productie geeft kalfsvlees kleur
Bij kalverhouderij Eco Fields krijgen de dieren letterlijk de
roosters, maar op stro. Ze kunnen liggen, ravotten, alles wat ze leuk
ruimte. En aan het voer zijn geen bestrijdingsmiddelen of
vinden. Typerend is dat je ze soms volkomen relaxed ziet liggen, met
kunstmest te pas gekomen, maar de eigen mest. Een dier-
de poten gestrekt en de kop op het stro. Als er vroeger eentje zo lag,
vriendelijke kringloop, waar het kalfsvlees een kleurtje van
wist je dat ie dood of ziek was.’
krijgt. Voor de investering in de nieuwe ruime stallen en de
eigen slagerij ontving Eco Fields steun vanuit de MIA\Vamil.
IJzerarm
‘Een prima regeling, vindt eigenaar Bart Boon. ‘Het helpt
Eco Fields ligt in Wekerom, een dorpje op de Veluwe, en is de
financieel en het betekent een stimulans voor milieu
eerste biologische kalverhouderij van Nederland. Niet alleen
en dierenwelzijn.’
hebben de kalfjes de ruimte, ze eten ook heel ander voer.
‘Traditioneel worden kalveren opgefokt met zo min mogelijk ijzer.
Als hardlopers bij het begin van een race, zo staan de jonge kalfjes van
Dan blijft namelijk het vlees blank, en dat is precies wat ze in Zuid-
Bart Boon zij aan zij te dringen tot ze de wei in mogen. Het is de eerste
Europa - verreweg de belangrijkste afzetmarkt voor kalfsvlees -
keer dit jaar, en dus zijn ze nog wat voorzichtig bij hun prille
willen. Maar dat ijzerarme voedsel is niet gezond en maakt ze
buitenpasjes. Maar al snel dartelen ze in groepjes over de frisse groene
vatbaar voor ziekten’, legt Boon uit. Bij hem krijgen ze natuurlijke
vlakte. Boon, eigenaar van Eco Fields, ziet het tevreden aan. ‘Bij een
gewassen, die geteeld zijn zonder kunstmest of
traditionele kalverhouderij komen de dieren nooit buiten. Dat is
bestrijdingsmiddelen. En ze eten gras. ‘Dat is perfect voedsel
onnatuurlijk en niet diervriendelijk. Daarom doen wij het anders.’
voor de beesten. Ook dat wordt normaal niet gegeven omdat
Sinds 2008 heeft Boon twee nieuwe ‘potstallen’, waar de kalveren
het vlees daar donker van kleurt. Voordeel van de natuurlijke
twee keer zoveel ruimte hebben als normaal. ‘Ze staan niet meer op
voeding is tevens dat de dieren minder schadelijke gassen en
ammoniak produceren.’
“In de nieuwe potstallen staan de
kalveren op stro en hebben ze twee
keer zoveel ruimte als normaal.”
Imago
Ook Bart Boon, die het boerenbedrijf van zijn ouders voortzet, deed het
lang op de gebruikelijke manier. Maar de voldoening verdween en zo’n
tien jaar geleden koos hij voor een milieu- en diervriendelijkere aanpak.
Om voldoende afzetmarkt - de Zuid-Europese was immers weggevallen
10
- te creëren, geeft Boon zoveel mogelijk bekendheid aan zijn wijze van
produceren. ‘Kalfsvlees was vroeger een luxe product. Maar door de
schandalen rond de kistkalveren en het hormoongebruik is het imago
verslechterd. Als producent van kalfsvlees heb je wat uit te leggen, en
dat doen we dus ook. We kunnen hier groepen ontvangen. Volgende
week komen er vijftig koks, want we verkopen veel aan restaurants. De
markt voor streekgebonden, duurzaam geproduceerde producten is
groeiende. Je merkt het aan de reacties van de bezoekers, die zijn
enthousiast over onze werkwijze.’
Eco Fields doet ook de vleesverwerking zelf. ‘De kalveren worden elders
geslacht, maar daarna komt het vlees hier terug. Eerst hangt het een
week om te ‘besterven’, daarna benen onze slagers het uit en maken
we er allerlei producten van.’Voor de nieuwe stallen en de slagerij kwam
Boon in aanmerking voor de MIA\Vamil. Een prima regeling, vindt hij.
‘Het helpt financieel en het betekent een stimulans voor milieu en
dierenwelzijn. Heel belangrijk, want duurzaamheid en een
diervriendelijke productie hebben de toekomst.’
11
MIA\Vamil helpt Tata Steel milieuvriendelijk staal te produceren
Tata Steel, vroeger bekend als Hoogovens, produceert,
zal ervoor zorgen dat de hoeveelheid fijnstof, dioxinen en zware
bewerkt en distribueert hoogwaardig staal. Een industrieel
metalen in de uitstoot uit dit deel van de sinterfabriek met minimaal
proces dat onvermijdelijk gepaard gaat met emissies van
75 procent afneemt. Een enorme vooruitgang dus.”
onder meer fijnstof. Met hulp van MIA\Vamil weet de staalgigant met reuzenstappen die uitstoot terug te dringen.
Voorloper
Tata Steel wil verantwoord staal maken, met een open oog voor de
IJzererts bestaat uit heel fijn poeder. Het “sinteren” is een essentieel
milieuaspecten die daaraan vastzitten. Maar dat was niet de enige
proces in de voorbereiding van ertsen bij de productie van ijzer. Daarbij
reden om te investeren in stofreducerende technieken. Wat betreft
hechten de poederdeeltjes onder heel hoge temperaturen tot ze
dioxinen en fijnstof, vond de provincie Noord-Holland dat Tata Steel
luchtige brokken (sinter) vormen die in de hoogovens kunnen worden
voor een vergunning om méér te produceren, mínder moest emitteren
ingezet. Bij dat proces komen stoffen vrij, die onder te verdelen zijn in
dan voorheen. “Met deze technologie is dat meer dan vereist gelukt.
stof uit de fabrieksruimte waar de sinter wordt gemaakt, en
We lopen nu mijlenver voor op de Nederlandse en Europese
rookgassen. “Het ruimtestof, afgezogen op diverse stoffige plaatsen in
wetgeving”, vertelt Beelen trots. Juist om het innovatieve karakter van
de installatie, gaat door de doekfilterinstallatie voor de
deze duurzame technologie kwamen de projecten in aanmerking voor
ruimteontstoffing”, vertelt Mat Beelen, Senior Environmental
MIA\Vamil, een fiscaal voordeel voor milieu­vriendelijke
Consultant bij Tata Steel. “Dat zorgt ervoor dat de hoeveelheid fijnstof
bedrijfsmiddelen. “Een flinke steun in de rug”, meent Beelen.
in de uitstoot uit dat deel van de sinterfabriek met ruim 80 procent
is afgenomen.”
Wisselwerking
Beelen is positief over de contacten met AgentschapNL. “Ze zijn heel
Vooruitgang
duidelijk over wie waarvoor verantwoordelijk is, zodat je weet wat
Een tweede project draait om de rookgassen die tijdens het
je kunt verwachten. Onze projecten bekijken ze zeer zorgvuldig en met
sinterproces vrijkomen. Tussen de schoorsteen en de oven wordt ook
kennis van zaken. Bovendien denken ze goed mee over extra
een immens grote doekfilterinstallatie geplaatst, met de afmetingen
subsidiemogelijkheden. Wat dat betreft is er een wisselwerking:
van een flatgebouw. Deze installatie, die eind dit jaar volledig
wij komen zelf met suggesties voor projecten die subsidiabel zouden
operationeel zal zijn, vangt niet alleen fijnstof af uit de rookgassen,
kunnen zijn, omdat ze goed zijn voor het milieu.” Een kritiekpuntje
maar ook dioxinen, zwaveldioxide en zware metalen. “Deze installatie
heeft Beelen overigens ook: “De regeling wijzigt jaarlijks en dat is soms
12
lastig wanneer de investeringen worden gespreid over meerjarige
projecten.”
Advies voor ondernemers
Voor ondernemers heeft Beelen nog een tip: “Laat je niet afschrikken
door de berg aan informatie die de overheid afgeeft. Zorg dat je
vroegtijdig de mogelijkheden onderzoekt en neem tijdig contact op
met AgentschapNL. Ze kunnen je helpen in het woud aan
subsidiemogelijkheden en fiscale voordelen. Daar zitten ze voor!”
13
Peters Shipyards maakt schoon schip met MIA\Vamil
De concurrentie is hevig in de scheepsbouw. Vandaar dat
Innovatie
continu innoveren in duurzaamheid voor Peters Shipyards
Peters Shipyards stond al bekend om haar relatief zuinige,
noodzakelijk is om voorop te blijven lopen. MIA\Vamil helpt
milieuvriendelijke schepen, dus LNG past daar prima in. De nieuwe
een handje mee.
LNG-schepen zijn wel duurder dan de oude op diesel. Daar staat
tegenover dat het gas goedkoper is dan diesel, dus daar kunnen
‘Dit zijn wereldwijd de eerste binnenvaarttankers die volledig op LNG
bevrachters in de exploitatie terug gaan verdienen. ‘Maar je bouwt iets
varen.’ Aan het woord is financieel directeur Jan Boersma en hij vertelt
nieuws’, stelt Boersma, ‘dus je zit ook nog met hogere prijzen omdat
met gepaste trots over de nieuwste aanwinsten van scheepsbouwer
allerlei onderdelen nog ontwikkeld moeten worden.
Peter Shipyards: de LNG Greenstream tankers. Eén zo’n schip is
MIA\Vamil, een fiscaal voordeel voor milieuvriendelijke
inmiddels in de vaart, aan een andere wordt momenteel gebouwd op
bedrijfsmiddelen, levert een bijdrage om het project toch exploitabel
de werf in Kampen en er moeten nog een aantal volgen. De tankers
te maken.’
zijn bedoeld als binnenvaartschepen, die minerale oliën gaan
vervoeren. De tankers worden elektrisch aangedreven waarbij de
Enkelwandige tankers mogen binnen een paar jaar niet meer varen.
generatorsets worden gevoed door LNG (Liquid Natural Gas). Behalve
Kostentechnisch is het lastig concurreren met schepen uit China, dus
innovatief zijn de schepen ook bijzonder duurzaam: de uitstoot van
heeft Peters Shipyards onderzocht hoe ze op innovatieve aspecten kan
CO2 en stikstofoxiden wordt met respectievelijk 25 en 80 procent
concurreren op de markt voor dubbelwandige tankers. ‘We zijn
verminderd. Bovendien kent gas geen fijnstof.
daarover in gesprek gegaan met Interstream Barging, de grootste
bevrachter op het gebied van binnenvaart tankvaart in NoordwestEuropa. Daar kwam uit dat we zouden werken aan een schoon schip,
“Dit zijn wereldwijd de eerste
binnenvaarttankers die volledig
op LNG varen”
met een schone aandrijving.’
Advies voor ondernemers
Peters Shipyards is al in een vroeg stadium met medewerkers van
AgentschapNL aan tafel gaan zitten en heeft de mogelijkheden met
hen doorgenomen. Boersma: ‘Agentschap NL heeft constructief met
ons meegedacht. Op basis van dat overleg hebben we het ontwerp op
14
enkele plaatsen aangepast, zodat we binnen de voorwaarden vielen.’
Dat is meteen ook het advies van Boersma aan ondernemers die
mogelijk in aanmerking komen voor belastingvoordeel:
‘Ga eens vrijblijvend praten met AgentschapNL over de mogelijk­
heden. Laat ze vanuit hun expertise kijken naar je plannen. En doe
dat vroegtijdig, zodat je je plannen waar nodig wat kunt aanpassen.
Bij een bijzonder milieuvriendelijk project kan het zelfs zo zijn dat
AgentschapNL onderzoekt of ze voor het volgende jaar de regel­geving
enigszins kan aanpassen. In ons geval is dat inderdaad het geval
geweest.’
15
Duurzaam pronkjuweel beroert velen
Agrarisch bedrijf Lely uit Maassluis pronkt met een buitenge-
kruisbestuiving tussen de productgroepen te stimuleren.” Bovendien
woon duurzaam hoofdkantoor. “Naast onze eigen ambities
is duurzaamheid sinds anderhalf jaar leidend in de missie en visie van
stimuleren ook de verschillende fiscale regelingen en subsi-
het bedrijf. En dat komt tot uiting in het ontwerp van het nieuwe
dies om niet zomaar iets te ontwerpen”, zegt Peer de Rooij,
gebouw, dat ongekend duurzaam is voor een industriebedrijf op het
projectmanager voor de vastgoedsectie van Lely.
Europese vasteland. Het ontwerp werd onderscheiden met
BREEAM-NL certificeringen Outstanding en Excellent (zie www.
“Agrariërs neigen steeds meer naar duurzame oplossingen, eigen
breeam.nl).
energievoorzieningen en energiebesparingen”, begint Peer de Rooij.
“Agrariërs zijn continu bezig met natuur, flora en fauna.
Warmtewisselaar
En Lely zoekt mee naar oplossingen.” Dus fabriceert Lely agrarische
“Afzonderlijk zijn de duurzame oplossingen niet zo bijzonder. De kracht
machines die duurzaam in gebruik zijn. Maar inmiddels produceert het
zit ‘m in het totaal”, volgens De Rooij. Zo blijft het dak ’s winters
bedrijf ook windturbines en ontwikkelt het een systeem voor
sneeuwvrij met warmte uit grondwater. En ’s zomers wordt dat
energieproductie op basis van mestraffinage. De Rooij: “De keuze voor
grondwater gebruikt om zonnewarmte in op te slaan. Ook de
dit gebouw past bij het profiel van Lely.”
luchtventilatie tapt warmte en koude af van deze ‘warmtewisselaar’
om het binnenklimaat te regulieren.
Flinke groei
Een intelligent lichtsysteem compenseert het gebrek aan zonlicht dat
Lely levert wereldwijd innovatieve oplossingen aan de agrarische
het gebouw in straalt. Toiletten worden doorgespoeld met
sector, waaronder landbouwmachines en melkrobots. En met succes,
regenwater. En de wegen op het terrein van Lely worden uitsluitend
want Lely maakt een flinke groei door. De afgelopen jaren kwamen er
verlicht op plekken waar voertuigen rijden. De Rooij: “We hebben ook
ruim driehonderd medewerkers bij. Het totale aantal werknemers in
zwaar ingezet op de herkomst van materialen. Leveranciers moesten
Nederland bedraagt nu ongeveer duizend. Een nieuw onderkomen
secuur zoeken naar de herkomst van hun producten, zoals hout en het
was noodzakelijk.
grind in het beton. Onze duurzame ambities hadden gevolgen voor de
In Nederland zijn de activiteiten verdeeld over locaties in Maassluis en
hele keten van onderaannemers en leveranciers. Dat is bijzonder.”
Rotterdam. En dat gaat deze zomer veranderen.
De Rooij: “Lely wil medewerkers op kantoor en in de productie dichter
bij elkaar brengen op één nieuwe hoofdlocatie, onder andere om
16
Klantenbinding
De vele duurzame keuzes voor het hoofdgebouw leveren Lely veel
publiciteit op: interviews, rondleidingen en verzoeken vanuit de
gemeente. Tot genoegen van De Rooij: “Het gaat ook om imago.”
Maar wordt de duurzame ambitie ook opgemerkt en gewaardeerd
door agrariërs? De Rooij: “Ik weet zeker dat het bedrijf uitsluitend
deze keuzes maakt als ze toegevoegde waarde aan de klant leveren.
Gelukkig maken regelingen als de MIA\Vamil het investeren in
duurzame oplossingen nóg toegankelijker.”
17
Geen verspilling bij duurzaamheid
Houthandel Wicherson BV is een nichespeler in de houthandel
Geen verspilling
en houtbewerking. Het bedrijf uit Steenwijk levert niet uitslui-
“Als ondernemer is het altijd belangrijk om te zorgen dat er zo min
tend duurzaam hardhout, ook grote bedrijfsinvesteringen zijn
mogelijk verspilling is. Dat geldt zowel ten aanzien van materialen
bij voorkeur milieuvriendelijk en energiezuinig. Bijvoorbeeld de
als ten aanzien van het energieverbruik”, vervolgt hij. “Ons bedrijf
elektrische auto die het bedrijf begin 2012 aanschafte.
heeft door de droogkamers een grote warmtevraag. Om die reden
hebben we tien jaar geleden een duurzame investering gedaan in
Sinds begin 2012 rijdt Wirt Groen, eigenaar van Houthandel
een biomassaverbrandingsinstallatie. Een verbrandingsinstallatie als
Wicherson in een elektrische auto, een Opel Ampera. “Ik werd in 2011
deze is bij ons snel rendabel omdat we ons eigen afval als brandstof
op de mogelijkheid geattendeerd door de plaatselijke garage. En
kunnen gebruiken en we voor de investering een beroep kunnen doen
inmiddels is het een half jaar geleden dat we de auto kregen. Dat
op de fiscale mogelijkheden van de Energie-investeringsaftrek.”
bevalt goed. De eerste 18.000 kilometer hebben we probleemloos,
zonder storingen, overbrugd en de auto is daarnaast compact en
Duurzaam gebouw
comfortabel. Lokale ritten worden honderd procent elektrisch
Nadat de onderneming werd getroffen door een brand, werd met
verreden, en als de afstand groter is schakelt de auto na circa zestig
steun van EIA, MIA en Vamil een duurzaam nieuw gebouw neergezet
kilometer over op benzine. Het is een soort hybride auto, maar heeft
met zonnepanelen, een biomassaverbrandingsinstallatie, energiezui-
wel alle fiscale voordelen van een elektrische auto”. De Opel Ampera
nige verlichting en een warmtepomp. De biomassaverbrandingsin-
is voorzien van een steunmotor waardoor de actieradius vijfhonderd
stallatie had zich in de praktijk al rendabel bewezen, Voor de
kilometer bedraagt. Hierdoor is de elektrische auto ook aantrekkelijk
zonnepanelen, verlichting en warmtepomp rekent Wicherson met
voor bedrijven buiten de Randstad. “En de besparingen zijn aanzien-
een langere terugverdientijd. Dat heeft het bedrijf er niet van weer-
lijk”, aldus Groen. “De benzinekosten zijn gehalveerd en we betalen
houden deze duurzame investeringen te doen. “Omdat we
voor deze auto geen wegenbelasting en BPM. Wat daarnaast veel
voldoende warmte opwekken met de biomassaverbrandingsinstal-
scheelt is het ontbreken van bijtelling. Voor de investering hebben
latie gebruiken we de warmtepomp uitsluitend voor koeling.
we gebruik kunnen maken van de MIA\Vamil. Door al deze stimule-
Daardoor zal de terugverdientijd wat langer zijn”, legt Groen uit.
rende maatregelen is het erg aantrekkelijk geworden om elektrisch
te rijden.”
18
Motivatie
De terugverdientijd is echter niet de enige motivatie voor houthandel Wicherson om te investeren in duurzaamheid. “Niet alles is
direct in geld uit te drukken, soms trek je ook klanten door de visie
die je uitdraagt. Als bedrijf willen we uitstralen dat we oog hebben
voor duurzaamheid. Dat wordt in onze markt steeds belangrijker.
Indirect leveren we veel aan de overheid - bijvoorbeeld het hout
voor banken in de openbare ruimte - die hoge eisen stelt aan duurzaam inkopen”. Toch verwacht Groen dat de investeringen die hij
heeft gedaan rendabel zijn. “Op ons dak liggen 390 zonnepanelen
die circa 80.000 kWh per jaar opleveren, dat is ongeveer dertig
procent van onze elektriciteitsverbruik. Daarnaast dragen de
panelen bij aan het opladen van de elektrische auto.”
19
Een duurzame zuivelketen
Jaarlijks wordt de Milieulijst van de MIA\Vamil ververst aan
die betrekking hebben op het welzijn van het vee, het veebedrijf, de
de hand van de praktijk en de prioriteiten in het beleid.
boer en zijn omgeving”, vervolgt Wevers. “De bereidheid van boeren
Bij Coöperatie Zuivelfabriek Rouveen werd afgelopen jaar
om te komen tot een duurzame zuivelketen is groot. Daarom kijken
bekeken welke milieuvriendelijke maatregelen getroffen
we samen met de provincie Overijssel en gemeente Rouveen op
kunnen worden in de zuivelketen, maar de coöperatie
welke wijze wij onze leden kunnen ondersteunen bij het
investeerde zelf ook in milieuvriendelijke maatregelen.
energiezuiniger en milieuvriendelijker produceren. Met de provincie
hebben we een plan opgezet om bedrijven te interesseren voor
Ben Wevers is directeur van Coöperatie Zuivelfabriek Rouveen.
vergisters om het fosfaatvolume te verminderen. In het traject
“De coöperatie en Rouveen Kaasspecialiteiten zetten zich in voor een
‘Rouveen gewoon duurzaam’ laten we zien hoe boeren twintig
energieneutrale zuivelketen. Dat betekent voor onze fabriek dat we
procent kunnen besparen op hun energiekosten.” Daarnaast geeft de
streven naar een productie van zuivel (melk en kaas) die op den duur
coöperatie voorlichting aan boeren die willen overstappen op een
evenveel energie oplevert als het kost. Duurzaamheid is een vast
biologische bedrijfsvoering. “Het is niet voor ieder agrarisch bedrijf
onderdeel van het beleid van de coöperatie. Behalve milieu- en
mogelijk om die omschakeling te maken, een boer moet ervoor
energiezuinige aanpassingen aan het productieproces en de fabriek
voelen, maar ook de schaalgrootte is van belang. Op basis van een
ontplooien we initiatieven die tot doel hebben de zuivelketen te
objectieve scan kunnen wij boeren terzijde staan, zodat ze een betere
verduurzamen. Bijvoorbeeld door bij te dragen aan de duurzame
afweging kunnen maken. De afzet van de melk vormt daarbij geen
bewustwording van onze leden, de melkveehouders. Om onze
belemmering. De vraag naar biologische kaas groeit en voor onze
doelstellingen te concretiseren hebben we onder andere het
productie moeten we op dit moment nog biologische melk buiten de
Convenant Duurzame Zuivelketen ondertekend. Hierin zijn duidelijke
coöperatie bijkopen.”
milieu- en energiedoelstellingen geformuleerd waaraan wij ons
willen conformeren. Bijvoorbeeld ten aanzien van het bouwen van
Toekomst
nieuwe duurzame stallen.”
Zelf wil Rouveen Kaasspecialiteiten tot voorbeeld dienen voor haar
leden. Plannen en gebruikte materialen worden altijd getoetst aan
Voorlichting
milieu- en energiedoelstellingen. Zo is een onderzoek gestart naar
“Maar we organiseren ook voorlichtingsbijeenkomsten en
het gebruik van biologisch afbreekbaar verpakkingsmateriaal, werd
workshops voor de melkveehouders met verschillende onderwerpen
afgelopen jaar geïnvesteerd in een speciale productielijn voor
20
biologische kazen en verrees een nieuw duurzaam pand in Rouveen.
De laatste twee projecten kwamen in aanmerking voor de milieuinvesteringsaftrek, MIA. Wevers: “Een kwart van onze kaasproductie
bestaat uit biologische kaas en de vraag ernaar neemt nog steeds
toe. Toen we wilden uitbreiden hebben we heel bewust gekeken
naar de mogelijkheden om onze productie te verduurzamen.”
Nieuw pand
“In 2010 hebben we de aanvraag voor de MIA ingediend en in 2011 is
de nieuwbouw gerealiseerd. Bij grote investeringen kijken we naar
de toekomst en vinden we het van belang om alle aspecten mee te
wegen: economische, milieutechnische en energievriendelijke. Een
instrument als de MIA kan dan net de doorslag geven, omdat het de
afschrijvingstijd of terugverdientijd verkort”, vult Jacco Blankespoor,
begeleider proces en productie bij de kaasfabriek in Rouveen, aan.
“We hebben ons daarbij laten begeleiden door een adviesbureau,
maar ook door adviseurs van de Agentschap NL die ons bedrijf
hebben bezocht en de plannen getoetst. Maatregelen die werden
getroffen voor de productie van biologische kazen waren
investeringen in pekelbaden, een nieuwe behandelingslijn en een
nieuwe opslagruimte, zodat er minder kilometers worden gemaakt,
en er tevens efficiënter kan worden gewerkt. In het gebouw is
uitsluitend FSC-hout toegepast, hebben we gekozen voor een
regenwaterinfiltratiesysteem in de bodem, hogere isolatiewaarden
en sanitaire waterbesparende maatregelen.
21
Het dak als watertoren maakt de stad groener
Steden worden compacter en verstenen. Het gevolg: regen-
Intelligent filterdoek
water verdwijnt in het riool, terwijl het stedelijke groen droog
DrainProducts is opgericht door Ron van Raam, die medio jaren
staat. Het Amsterdamse DrainProducts heeft samen met twee
negentig een techniek introduceerde om regenwater terug te
partners een duurzame oplossing bedacht. Hun dakwatersys-
brengen naar de ondergrond. ‘Daarvoor gebruikten we speciale
teem verzamelt en reinigt het regenwater, waarna hergebruik
kunststof kratten met meer dan 90 procent holle ruimte. Een onder-
mogelijk is. De natuur in de stad vaart er wel bij.
grondse put die met deze holle units is gevuld, kan dienst doen als
verzamelpunt, van waaruit het water langzaam de bodem in zakt.’
Na een hoosbui stromen grote hoeveelheden regenwater regelrecht
Inmiddels heeft DrainProducts de stap gezet van water verzamelen
het riool in. En dat is eigenlijk nogal krom, vindt Ron van Raam,
naar een bredere, duurzame aanpak, waarbij reinigen en hergebruik
directeur van DrainProducts. ‘Het schone water ga je mengen met
belangrijke extra doelen zijn. De kunststof krat is verder ontwikkeld
afvalwater, en vervolgens probeer je die verdunde plas water weer
tot de zogenaamde Permavoid, die hoge druk weerstaat en hoog in
schoon te maken in de zuiveringsinstallatie.
constructies toepasbaar is.
En ondertussen droogt de bodem uit.’
De gekoppelde Permavoid-blokken vormen de kern van het
dakwatersysteem dat DrainProducts met de twee partners heeft
Dat laatste geldt vooral in de steden, waar de verstening toeslaat. Als
ontwikkeld.
specialist in waterbeheer heeft DrainProducts daarom een systeem
ontwikkeld om juist in stedelijk gebied het regenwater op te vangen,
Het systeem bestaat uit meerdere lagen: een 100 procent water-
en zoveel mogelijk te hergebruiken, bijvoorbeeld om beplanting en
dichte dakbedekking, een 15 cm dikke laag met de Permavoids, met
bomen van water te voorzien.
daaroverheen het zelf ontworpen Permafilter dat olieresten afvangt,
en tenslotte op een vlieslaag van gebroken hardsteen een waterpas-
DrainProducts verzamelt het water daarbij op een zo hoog mogelijk
serende klinkerbestrating.
niveau. Zoals op daken van parkeergarages. ‘Het water kun je daarna
Eigenlijk begint in die bovenste laag al de natuurlijk reiniging van het
makkelijker distribueren. Je hoeft alleen maar de zwaartekracht te
water. ‘Als je water wil hergebruiken moet het wel schoon zijn.
gebruiken. In feite fungeert een dak met ons watersysteem als de
Mogelijk staan op het dak auto’s. Die kunnen olie lekken. Daarom
vroegere watertorens.’
voegen we tevens het Permafilter toe, dat olieresten vasthoudt en
22
afbreekt. Die doeken zijn zelfreinigend, daar komen vanzelf bacteriën in die de olieresten opsouperen.’
Fijnstof
Het opgevangen water kan diverse kanten op. Het kan vertraagd
worden afgevoerd, bij voorkeur naar de stadsbodem. Maar het
water kan de natuur ook direct voeden. ‘Je kunt bijvoorbeeld groenstroken op en in de buurt van de parkeerplaats bevloeien. En met
water op het dak is het ook simpel om gevelplanten
water te geven.’ Via het bevorderen van de vegetatie draagt het
systeem bij aan terugdringing van het fijnstof in de stad. Ook kan de
waterbuffering opwarming van gebouwen tegengaan.
De Permavoid-blokken zijn ook afzonderlijk te gebruiken, bijvoorbeeld rondom stadsbomen. ‘Ze houden het water rondom de
boom vast, en beschermen de wortels omdat ze de druk van het
verkeer opvangen.’
Zowel het Permafilter als het dakwatersysteem zijn toegelaten
op de Milieulijst. Van Raam vindt het een eer. ‘Het is zeer
belangrijk, het is voor de buitenwacht een garantie dat we geen
onzin verkopen.’
‘Bij het indienen van de aanvragen heeft Agentschap NL ons
geweldig geholpen,’ zegt Van Raam. ‘Hun enthousiasme was zeer
stimulerend. Als kleiner bedrijf zie je op tegen de papierwinkel, maar
door die steun ben je bereid en in staat door te zetten.’
23
Kunstmest uit urine
Het schaars worden van fosfaten en het besef dat reststromen
Daarnaast hebben we nauw samengewerkt met onder andere STOWA,
anders gebruikt en hergebruikt kunnen worden, heeft
Waterschap Rivierenland en de Stichting LeAF. Een samenwerking die
geleid tot de ontwikkeling van Saniphos. GMB uit Zutphen
niet alleen voor de aanvoer van urine en de ontwikkeling noodzakelijk
ontwikkelde het proces waarbij struviet en ammoniumsulfaat,
was, maar ook veel goodwill creëerde.” Eind 2008 werd de proef
grondstoffen van kunstmest, wordt terug­gewonnen uit
gestart met een miljoen liter urine. Wilschut: “Een stevige pilot in een
menselijke urine.
bedrijfsmatige opzet en met een positief eindresultaat waaruit bleek
dat Saniphos zowel bedrijfseconomisch als qua schaalgrootte
“GMB is een familiebedrijf dat ruim een halve eeuw bestaat.
haalbaar was.”
In die tijd heeft het zich ontwikkeld van loonwerkbedrijf voor
bijvoorbeeld waterschappen tot slibverwerker, serviceverlener en
Meststof
bouwer voor de hele waterketen”, vertelt Martin Wilschut, hoofd
Uit één kuub (1.000 liter) urine wordt 3 kilogram struviet
business development watertechnologie bij GMB. “Waar de divisie
teruggewonnen. Struviet is een natuurlijke meststof en bestaat onder
watertechnologie zich daarnaast mee bezighoudt is het ontplooien
ander uit stikstof, fosfaten en magnesium. Wilschut: “Daar zijn korrels
van nieuwe initiatieven. Daarbij gaan we uit van duurzaamheid, willen
van gemaakt, die direct te benutten zijn. Voorlopig slaan we ze echter
we partijen aan elkaar binden, kennis ontwikkelen en een
op tot de wetgeving afzet in Nederland toestaat. De verwachting is dat
win-winsituatie creëren voor opeenvolgende en belanghebbende
dit in de loop van 2011 het geval is.” Maar Wilschut kijkt ook naar
partijen in de waterketen.”
andere mogelijkheden. “We willen de techniek in de toekomst verder
ontwikkelen zodat ook medicijnresten gescheiden kunnen worden.”De
Saniphos
ontwikkelingen en de ontvangst van Saniphos zijn hoopgevend, maar
Het idee voor Saniphos ontstond in 2008. Wilschut: “De terugwinning
de vraag is hoe GMB aan de benodigde hoeveelheid onverdunde urine
van fosfaten was een bekende technologie, met name in de
komt? “Naast Moeders voor Moeders, waar we nu de volledige
voedselketen. Wat wij hebben gedaan is het procedé toepassen in de
hoeveelheid urine van verwerken, zijn we met nieuwbouwprojecten
urineverwerking. Dat is uniek en vereiste samenwerking met andere
in overleg over de opvang van gescheiden sanitatie. Daarnaast
partijen, want de techniek gaat uit van onverdunde urine. Door
benaderen we evenementenorganisaties om de urineafvoer via ons te
contact met Moeders voor Moeders, die de urine opvangen van
laten verlopen.”
zwangere vrouwen, werd het mogelijk de testfase te starten.
24
Investeringen
Voor de gemaakte investeringen - die bij GMB 4 ton bedroegen - werd
zowel gebruik gemaakt van de MIA als van de VAMIL-regeling. “Voor
de MIA moet op twee verschillende coderingen van de Milieulijst een
beroep worden gedaan”, vertelt Richard Gesink, financieel verantwoordelijke bij GMB. “Door de eindigheid van fosfaat geldt er voor de
herwinning van struviet een hoger aftrekpercentage. Boekhoudkundig
hebben we het technische proces moeten scheiden. Een deel is toegeschreven aan de terugwinning van fosfaten en komt in aanmerking
voor 40% aftrek; het andere deel betreft het herwinnen van ammoniumsulfaat, waarvoor een percentage van 15% geldt. Daarnaast
hebben wij in 2010 gebruik kunnen maken van een tijdelijke regeling
om 20% extra af te trekken.” Voor de boekhoudkundige splitsing en
het correct indienen van de aanvragen nam GMB een subsidieadviseur
in de arm die het contact met AgentschapNL onderhield. “Hij helpt ons
alert te zijn bij de aanvragen, want die moeten we binnen drie
maanden na het plaatsen van de order indienen.”
25
Eerste softwareprogramma op de Milieulijst beroert velen
In 2010 bracht Cadmes een nieuw product op de Nederlandse
Vries: “De levenscyclusanalyse (LCA) is een gedetailleerde analyse die
markt: SolidWorks Sustainability. Het softwareprogramma
informatie geeft over de impact van een product op het milieu. Het
speelt in op de behoefte aan duurzame productontwikkeling
helpt gebruikers om de meest milieuvriendelijke keuzes te maken
en bepaalt al tijdens ontwerpfase de milieuvriendelijkheid van
tijdens het ontwerpproces. Het doel van de LCA is te analyseren wat de
producten. Omdat de software bijdraagt aan het verduur-
impact van een product is op het milieu. Hierbij wordt rekening
zamen van producten zocht Cadmes contact met Agentschap
gehouden met de gehele levensduur van een product, maar natuurlijk
NL om SolidWorks Sustainability op de Milieulijst van de
ook met het productieproces en logistieke keuzes.”
MIA\Vamil te plaatsen. Dat verzoek werd in 2011 gehonoreerd.
Casus
“Toen SolidWorks Sustainability beschikbaar werd voor de
Een praktijkvoorbeeld waarmee Cadmes laat zien dat grote
Nederlandse markt waren we benieuwd. Benieuwd hoe onze klanten
milieuwinsten eenvoudig te realiseren zijn, is een kunststof
het zouden ontvangen, maar ook hoe de overheid ernaar keek”,
luchtbevochtiger. De Vries: “We wilden de duurzaamheid van de
vertelt Chris de Vries, projectleider Sustainability bij Cadmes. “De
luchtbevochtiger met SolidWorks Sustainability optimaliseren. Wat de
milieubelasting speelt een steeds grotere rol bij het ontwerpen van
berekeningen aantonen is dat een aanzienlijke milieubesparing
producten. Maar bedrijven maken ook economische afwegingen.
gerealiseerd kan worden door aanpassing van de gebruikte materialen
Wat wij merken is dat bedrijven wel duurzame processen en producten
en productielocatie. Daarnaast werd met SolidWorks Simulatie
willen ontwikkelen, maar het nog niet altijd verankerd is in de
berekend hoeveel materiaal bespaard kan worden met een
bedrijfscultuur.”
gelijkblijvende sterkte van het eindproduct. De milieubesparingen zijn
aanzienlijk: 52 procent minder CO2-uitstoot, 4 procent minder
Levenscyclus
energieverbruik, 30 procent minder SO2 en 50 procent minder PO2. En
Met SolidWorks Sustainability speelt Cadmes in op de bewust­wording
deze berekeningen hebben de engineer slechts tien minuten extra
van bedrijven. De software berekent snel en eenvoudig de impact van
werk gekost.”
een ontwerp op het milieu en houdt daarbij rekening met de gekozen
materialen, het productieproces en de locatie van productie. In de
Voorstel Milieulijst
applicatie wordt weergegeven welke invloed het ontwerp heeft op de
Omdat de software is ontwikkeld vanuit het oogpunt van
lucht- en waterkwaliteit, CO2-uitstoot en de benodigde energie. De
milieubewustzijn, zocht De Vries contact met Agentschap NL. “In
26
eerste instantie voor een verkennend gesprek, maar toen zij
geïnteresseerd bleken, zijn de gesprekken geïntensiveerd en hebben
we een voorstel ingediend voor de Milieulijst.” Een pittig proces
volgde, want een softwareproduct had nog niet eerder op de
Milieulijst gestaan. “Maar we zijn goed begeleid door de adviseurs van
Agentschap NL en hebben de feedback die we van hen kregen,
gebruikt om de software nog verder te verbeteren. Een van de
voorstellen was bijvoorbeeld om de milieuwinst niet uit te drukken in
getallen, maar in percentages. Dat is niet alleen handig voor technici,
maar ook voor andere mensen in het bedrijf en opdrachtgevers.
Getallen over de gemeten CO2-uitstoot zijn niet voor iedereen
gesneden koek, door aan de meetresultaten een percentage te
verbinden, is de winst voor iedereen inzichtelijk.”
Erkenning
De inspanningen van Cadmes hebben geleid tot code F 1240 op de
Milieulijst: Software voor duurzame productontwikkeling. “Een
erkenning voor het product dat we leveren, dat zelfs over de
landsgrenzen effecten heeft, want ook naar onze Amerikaanse
leverancier SolidWorks hebben we een sterkere onderhandelings­
positie”, aldus de Vries. “Tevens zien we dat het veel invloed heeft op
klanten. De prijzen staan onder druk, men wil innovatief zijn, maar
bedrijven zijn ook prijsbewust bij nieuwe aanschaffen. Een
belastingvoordeel van 36 procent door de MIA\Vamil is dan
zeer welkom.”
27
Groen ondernemen is meer dan recycling
Groen produceren van plastic is voor Nedupack meer dan
gerecycled materiaal. Het mooiste is als grondstoffen uit de natuur na
gebruikmaken van gerecyclede grondstoffen. De verpakkings-
gebruik ook weer door de natuur worden opgenomen. PLA biedt die
producent uit Rheden maakt sinds een paar jaar ook bio­plastic
mogelijkheid. De plastic wordt gemaakt uit maïs en kan na gebruik in
verpakkingen voor levensmiddelen. De MIA\Vamil stelde het
de groene container worden gegooid.” Omdat PLA beperkt
bedrijf in staat de machines hierop aan te passen.
warmteresistent is, moet hier bij het verwerkingsproces rekening mee
worden gehouden. “Bioplastic wordt verwerkt onder een lagere
Vijf jaar geleden nam Oliver Fraaije met zijn partner Jhon Bollen
temperatuur, moet anders worden gestansd en vertoont een andere
Nedupack over. “Dit was een goedlopend bedrijf, maar om verder te
krimp dan gerecycled plastic. Om de machines geschikt te maken voor
groeien moest de marketingstrategie en het assortiment worden
de verwerking moesten we ze aanpassen. Dit zijn relatief grote
aangepast. Het bedrijf dat wij overnamen maakte speciale
investeringen, dan is het prettig dat deze innovatieve investeringen in
verpakkingen voor bijvoorbeeld Moeder- en Vaderdag. Het gevolg was
aanmerking komen voor de Milieu-investeringsaftrek en Vamil. Want al
dat we erg afhankelijk waren van de feestseizoenen. Nog steeds
was de fiscale aftrek geen doorslaggevende factor bij de
hebben we dezelfde klanten, maar om meer continuïteit te creëren
investeringsbeslissing, het stimuleert wel om net die stap extra te
hebben we ons tevens toegelegd op bufferkappen voor
zetten. Wij hebben echter in deze machines geïnvesteerd met het oog
computerverpakkingen en deksel voor bekers.” De ‘gewone’
op de toekomst. We geloven in PLA en weten dat er een markt voor is
verpakkingen die Nedupack produceert, bestaan voor negentig
milieuvriendelijke verpakkingsmaterialen.”
procent uit gerecycled plastic. “Voor de computerverpakkingen
gebruiken we plastic op basis van gerecyclede bierkratten. De
Explosieve groei
doorzichtige verpakkingen hebben als grondstof gerecyclede
Sinds de overname is het bedrijf explosief gegroeid en begin 2013
petflessen.”
verhuist zij naar een nieuwe locatie in Duiven. De groei is voor een
groot deel te danken aan de focus op bioplastics. De verwachting is dat
Onderscheidend
Nedupack dit jaar 300 ton PLA verwerkt. Daarmee is zij de grootste
Waar Nedupack zich echt mee onderscheidt is het maken van
gebruiker in Nederland. “Het verpakkingsmateriaal is industrieel
verpakkingen op basis van bioplastics. “We produceren
volledig composteerbaar en geschikt voor groente- en fruit, chocola en
verpakkingsmaterialen op basis van PLA, Poly Lactid Acid”, vertelt
alle producten die gekoeld moeten worden. PLA is echter niet voor alle
Fraaije. “Voor mij is echt groen ondernemen meer dan het inzetten van
toepassingen geschikt omdat zij niet bestand is tegen temperaturen
28
hoger dan 45 graden Celsius; dan vervormt het. Dat houdt
bijvoorbeeld in dat de verpakkingen niet bestand zijn tegen te warme
temperaturen in vrachtwagens of achter een ruit, bijvoorbeeld in de
etalage.”Maar er is ook nog een ander nadeel weet Fraaije: “Ik denk
wel eens dat het te goed is gemaakt. Het bioplastic is nauwelijks van
echt plastic te onderscheiden. Pas als je er een vuurtje bijhoudt, merk
je dat het een andere geur heeft; die van soep, in plaats van een
geschroeide plasticlucht. De consument zal het verschil echter niet snel
zien. Het zal dus voorlichting vergen, aan consumenten en
afvalverwerkers, om ervoor te zorgen dat de grondstoffen
daadwerkelijk weer in de natuur worden opgenomen.”
29
Melk drogen kost geen water meer dankzij nieuwe koeltoren
FrieslandCampina Domo in Beilen koelde haar productie-
Doorslaggevend
proces van kindervoeding met opgepompt grondwater. Na
Voor de investering deed FrieslandCampina een succesvol beroep op
gedane arbeid werd het water geloosd. Dankzij een nieuwe
de MIA\Vamil. De regeling kan een milieuproject over de streep
koeltoren blijft dat water nu in circulatie. De investering viel
trekken, denkt Petter. ‘Het wensenlijstje van ondernemingen is altijd
onder de MIA\Vamil. ‘Een goede regeling die milieuprojecten
groter dan het budget. Als onderneming moet je dan een afweging
over de streep trekt.’
maken. Een financieel voordeel vanuit de MIA\Vamil kan
doorslaggevend zijn om toch die extra milieu-investering te doen.’
‘Hier in Beilen maken we vooral kindervoeding. Dat is een van
Manager subsidies Winette de Graaf vindt de MIA\Vamil een goede
FrieslandCampina’s speciality products’, vertelt Erik Petter, Programma
regeling, die bedrijven triggert om voor de beste milieu-oplossing te
Manager Zuivel. De voeding bevat naast de gewone melkeiwitten
kiezen. ‘Zonder die steun zouden ze zich misschien beperken tot de
allerlei extra’s, zoals vitaminen, mineralen en ingrediënten voor de
verplichte maatregelen.’ Ook over de contacten met Agentschap NL is
darmflora. Basis van het productieproces is het drogen van de melk.
De Graaf zeer positief. ‘De adviseurs zijn goed bereikbaar en je krijgt
‘Dat vereist enorme apparaten die onder vacuüm met grote hitte de
helder antwoord. Ze denken ook mee, geven bijvoorbeeld aan voor
melk indampen. Daar komt veel warmte bij vrij, dus is er veel koeling
welke code je kunt aanvragen. Onze ervaring is dat ze een pro-actieve
nodig’, legt Petter uit. ‘Dat deden we met opgepompt grondwater, dat
instelling hebben.’
vervolgens werd geloosd. Zo gingen er grote hoeveelheden water
doorheen en dat is natuurlijk zonde.’ FrieslandCampina besloot
daarom te investeren in een koeltoren die het warme proceswater
afkoelt, zodat het opnieuw dienst kan doen. ‘Het is nu recirculeren in
plaats van oppompen en lozen. Ons waterverbruik is enorm gedaald,
daar zit de grote milieuwinst.’
“Ons waterverbruik is enorm gedaald,
daar zit de grote milieuwinst.”
30
Nederland is koploper
Dat Nederland een van de koplopers is op het terrein van de
Daarom onderzoeken we op dit moment de mogelijkheid om
biobased technology is mede een verdienste van de overheid
polymeren te winnen uit oud papier, rioolslib en plantenresten.”
die duurzame initiatieven stimuleert. Dat is de mening van
Jan Noordegraaf, directeur van Synbra Technology in
Investeringen
Etten-Leur.
Synbra is wereldwijd een van de koplopers op het gebied van
biobased technology. “Er wordt in Nederland flink aan de weg
Synbra Technology produceert en ontwikkelt biologisch afbreekbaar
getimmerd met hulp van de overheid die grootschalige
verpakkings- en isolatiemateriaal, dat vergelijkbaar is met EPS en
investeringen niet uit de weg gaat. Daardoor lopen wij voorop in
wordt verkocht onder de naam BioFoam®. Het bedrijf in Etten-Leur
Europa. De biobased technology is een in het oog springende markt
is onderdeel van het internationale Synbra Holding. “Olie wordt
waar veel onderzoek naar gedaan wordt, maar door de stimulans
steeds duurder en schaarser, daarom moet er naar alternatieven
konden wij al begin 2011 de productie van polymeren in eigen
worden gezocht. Wat wij doen is het vervaardigen van bioplastic uit
fabriek starten”, aldus Noordegraaf. Synbra maakt daarbij gebruik
plantaardige grondstoffen”, legt Noordegraaf uit. “In april 2006 zijn
van de fiscale mogelijkheden van de MIA\Vamil-regeling, die
we samen met de universiteit Wageningen gestart met de eerste
duurzame ontwikkelingen stimuleert. “Een prettig instrument waar
onderzoeken naar bioplastic. Uit een haalbaarheidsstudie bleek dat
wij dankbaar een beroep op doen. De ontwikkeling van een
deze technologie een goede toekomst heeft. Toch werden wij al
productielijn vergt een flinke investering en dan is het prettig dat je
binnen een jaar geconfronteerd met het eerste obstakel. Er waren
daarin tegemoet wordt gekomen door de overheid.”
niet voldoende grondstoffen, biopolymeren, voorradig. Daarop is
een nieuw onderzoek gestart waarbij we een stap terug zijn gegaan
Nichemarkt
in de keten. De nieuwe studie was erop gericht om uit monomeren
De markt voor biologisch afbreekbaar verpakkings- en
(melkzuur) polymeren te vervaardigen. Dit is mogelijk door de
isolatiemateriaal is nog een nichemarkt. Noordegraaf: “De
winning uit suikerriet en cassavezetmeel, een traject dat we samen
belangstelling voor Biofoam is enorm, maar wij richten ons
met Purac hebben opgepakt.” Tegelijk kijkt Synbra naar de
voorlopig op sectoren die zich graag profileren op het terrein van de
toekomst. “Winning uit bijvoorbeeld suikerriet is op deze kleine
duurzaamheid. Voor verpakkingen is dit bijvoorbeeld de
schaal een goed alternatief, maar bij een opschaling van de
farmaceutische industrie, waarvoor wij verpakkingsmaterialen
productie willen wij ook andere grondstoffen gaan gebruiken.
maken voor vaccins. In de bouwsector merken we dat BioFoam
31
warm wordt onthaald als Cradle to Cradle-vervanger van bestaande
bouwproducten. Juist in deze teruglopende markt, constateren wij
een toenemende vraag. Zo gebruikt een bedrijf in Almere
BiofoamPearls als spouwisolatie voor de onder andere diverse
woningbouwverenigingen. Want in de bouw wordt het steeds
belangrijker om te kiezen voor een bewuste bedrijfsvoering.” Ook
hier laat het ministerie zich volgens Noordegraaf positief gelden.
“Er wordt op dit moment gewerkt aan een lijst met producten die
aan de duurzaamheidcriteria voldoen. Voor bouwbedrijven zal dit
een goede oplossing zijn, want die weten nog niet altijd wat er op
de markt verkrijgbaar is.”
32
Oude daken in asfalt
Recycling is in sommige sectoren al gemeengoed,
een concurrerende prijs te realiseren en als tegemoetkoming in de
bijvoorbeeld bij de productie van asfalt. Ruim de helft van het
investering in de productielijn en hardware hebben we een beroep
asfalt dat wordt ingezet in de wegenbouw bestaat uit
gedaan op de Milieu-investeringsaftrek.” Voor de MIA was het echter
gerecycled asfalt. De Asfaltfabriek uit Roermond gaat echter
van belang dat de Asfaltfabriek de milieuwinst kon aantonen.
nog een stap verder, zij gebruiken sinds 2011 oude
“Een leerzaam proces, want als iets zich niet laat sturen is het innovatie.
bitumineuze dak-bedekking als grondstof. Voor de
We hebben onafhankelijk onderzoek laten verrichten door
investering in de nieuwe productielijn werd een beroep
INTRON-SGS en een eigen rapportage bijgehouden. Het voordeel
gedaan op de Milieu-investeringsaftrek, MIA\Vamil.
van deze verslaglegging was dat het proces overzichtelijk werd en
de toegevoegde milieuwaarde van gerecycled bitumen duidelijk
“Ondanks dat het percentage gerecycled asfalt in de wegenbouw
werd aangetoond.”
meer dan vijftig procent bedraagt, blijven we ons productieproces
kritisch bekijken en waar nodig milieutechnisch verbeteren”, legt Ton
Milieuwinst
Kneepkens, directeur Infra Quality Support van de Asfaltfabriek uit.
De Asfaltfabriek ontwikkelde het nieuwe asfalt zelf. Kneepkens: “In de
Asfalt bestaat uit zand, grind, vulstof en bitumen en vooral de laatste
onderzoeksfase hebben we op kleine schaal bitumengranulaat aan het
grondstof is duur en milieubelastend. “Bitumen is een restproduct van
asfalt toegevoegd. Maar de spannendste fasen volgden daarna. Want
olieraffinaderijen. De prijs ervan is direct gekoppeld aan de olie-
kun je ook op productieschaal dezelfde kwaliteit bereiken als in het
prijzen. Als bindmiddel voor asfalt is bitumen van essentieel belang,
laboratorium? Gerecycled bitumen is qua structuur wezenlijk anders.
al bedraagt het slechts vier tot vijf procent van de totale massa. Wat we
Nieuw bitumen wordt vloeibaar aangeleverd op een temperatuur van
hebben onderzocht - en inmiddels gerealiseerd - is het hergebruik van
180 graden Celsius, gerecycled bitumen is een granulaat en bestaat uit
bitumineuze daken voor de onderste lagen in een asfaltconstructie.”
korrels van 1 tot 18 mm. Het dakleer - zoals bitumineuze dakbedekking
ook wel wordt genoemd - bevat daarnaast nog kleine hoeveelheden
MIA
grind. En we moesten er rekening mee houden dat de eigenschappen
Kneepkens geeft aan dat dit nieuwe asfalt momenteel nog iets duurder
van bitumen door veroudering en gebruik op de daken worden
is dan conventioneel asfalt, maar hij verwacht dat het duurzame
aangetast; hoe ouder het dakbitumen, hoe meer het inlevert aan
alternatief in de nabije toekomst economisch aantrekkelijk wordt.
flexibiliteit. Dat is een van de redenen dat nieuw bitumen niet volledig
“De olieprijzen blijven stijgen, dus ook de prijs van bitumen. Om ook nu
is vervangen voor bitumengranulaat.”
33
Integratie
Bij het integreren van bitumengranulaat in het productieproces en het
realiseren van een nieuwe aanvoerlijn moest met veel factoren
rekening gehouden worden. “Zowel milieutechnische als
civieltechnische aspecten zijn van belang”, vertelt Kneepkens. “De
temperatuur waarop we bitumengranulaat toevoegen, bleek geen
obstakel. Omdat de temperatuur in de mengkamer 180 graden
bedraagt, is het granulaat goed te verwerken. Daarnaast stelden we
als eis dat het nieuwe product geen aanpassingen vergt aan het
materieel dat wordt ingezet tijdens het uitvoerings- en
verwerkingsproces. Toen aan die voorwaarden was voldaan, hebben
we het proces en de ontwikkeling getoetst aan additionele
milieuparameters. Daarbij ondervonden we dat er milieutechnisch
een optimum is aan de inzet van gerecycled bitumen. Technisch is
recycling tot honderd procent mogelijk, maar produceren op
technisch maximaal niveau zou betekenen dat het productieproces
meer capaciteit en energie kost waardoor het voorbij schiet aan
andere energie- en milieudoelstellingen.”
34
Lagere milieubelasting door GPR Gebouw
Sinds januari 2012 staat een duurzaam gebouw met de score
kan gebruikt worden bij woningbouw- en utiliteitsprojecten, zowel
“zeer goed” volgens de praktische berekeningsmethode GPR
in de nieuwbouw als renovatie. Uniek is de toepassing voor
Gebouw 4 op de Milieulijst. W/E Adviseurs verwacht dat deze
bestaande bouw: deze applicatie geeft inzicht in de
methode voor de milieuprestaties van gebouwen in een grote
kwaliteitsverbetering van een beoogde ingreep. Daarnaast dient de
behoefte zal voorzien, mede omdat sinds april 2012 in het
tool als ontwerp- en communicatie-instrument én als
Bouwbesluit is bepaald dat de milieubelasting van gebouwen
toetsingsinstrument, zowel voor als na de fysieke bouw.”
moet worden aangetoond.
Balans
“Zowel in de nieuwbouw als de renovatiemarkt bestond en bestaat
Na invoer van de gegevens worden de prestaties zichtbaar in de vijf
behoefte aan een goede berekeningsmethode die milieuaspecten
modules: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en
inzichtelijk maakt en hier een waarde aan toekent”, vertelt Saskia
toekomstwaarde. Van Hulten: “De eerste twee aspecten helpen bij
van Hulten, senior adviseur bij W/E Adviseurs in Utrecht. “Daarom
het verminderen van de milieubelasting, de andere hebben
hebben we al in 1995 samen met de gemeente Tilburg deze
betrekking op de kwaliteit van de leefomgeving van de gebruiker.
waarderingsmethode opgezet. De Brabantse gemeente heeft
Waar het om draait is het vinden van de balans tussen al die
duurzaamheid hoog in het vaandel staan en wilde samen met
aspecten. De referentie is het Bouwbesluit 2006; het gebouw scoort
marktpartijen een prestatiegerichte methodiek ontwikkelen om
een 6 als het daaraan voldoet. Om voor de Milieu-investeringsaftrek
haar ambitieuze doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid,
(MIA) in aanmerking te komen is een score op Milieu van minimaal 7
energiebesparing en milieu inzichtelijk te krijgen. Dat heeft
vereist en op de andere thema’s minimaal een 7,5.” Om die score te
geresulteerd in GPR Gebouw, een methode die we in de loop der
behalen, moeten architecten en bestekschrijvers op tal van zaken
jaren verder hebben ontwikkeld en inmiddels breed toepasbaar is.”
letten. “Bij de duurzaamheid van gebouwen gaat het niet alleen om
de energieberekening maar ook om de milieuprestaties, de
Praktisch
berekening daarvan is gebaseerd op de levenscyclus van het
GPR Gebouw moest vooral een praktisch instrument worden. Van
gebouw en maakt gebruik van de Nationale database.” Op dit
Hulten: “De berekening om duidelijkheid te krijgen in de (milieu)
moment gebruikt de berekeningsmethode nog algemene
prestaties van gebouwen vergt slechts een berekening van vier uur.
productiegegevens van materialen, maar de toeleverende
Maar we hebben ook ingezet op een brede toepassing; GPR Gebouw
bouwmaterialenindustrie is druk met het aanleveren van
35
productspecifieke informatie die W/E adviseurs direct verwerkt,
aldus Van Hulten. “Op deze wijze kunnen ook de inspanningen van
fabrikanten om tot milieuvriendelijke productieprocessen te
komen, worden gewaardeerd.”
Aansprekend
Naast de MIA is de berekening op basis van GPR Gebouw
ook geschikt om de energieprestaties van gebouwen in kaart te
brengen. Een project waarvoor energie-investeringsaftrek werd
verkregen, is het Apollo House in Amsterdam. “Dit is een
aansprekend voorbeeld van renovatie”, aldus van Hulten.
“Het Apollo House werd in 1938-1939 gebouwd door architect Dirk
Roosenburg als hoofdkantoor van de Rijksverzekeringsbank.
Omdat het kantoorgebouw niet meer voldeed aan de eisen,
werd op initiatief van de gebruiker besloten tot een ambitieuze
renovatie. De duurzaamheidsambities kregen gestalte in een
plan voor het complete interieur, inclusief de installaties.
W/E adviseurs adviseerde het ontwerpteam over de mogelijkheden
met behulp van GPR Gebouw. Daardoor zal het gebouw straks
onder andere zijn voorzien van (na)isolatie van de gebouwschil, een
WKO-installatie met warmtepomp, klimaatplafonds en
wandverwarmingen, zonwering, vraaggestuurde ventilatie en
energiezuinige ledverlichting.”
36
Stoofpeer droog geschild met aangepaste kiwischiller
Samen met een Italiaanse fabrikant ontwikkelde teler en
Extra steun
verwerker van fruit Peter Vereecken een droogschiller voor
Als teler en verwerker van appels en peren, probeert Vereecken
stoofperen. Voor de investering in de machine, de eerste in
het milieu zoveel mogelijk te ontzien. ‘We hebben bijvoorbeeld
Nederland, deed Vereecken een succesvol beroep op de
vogelkastjes en zijn spaarzaam met bestrijdingsmiddelen.
MIA\Vamil.
Heel belangrijk is het beheersen van de afvalstromen, want op afvalwater zit niemand te wachten. Onze nieuwe droogschiller
Met koffers vol peren trok Peter Vereecken uit Dronten naar Italië.
past daar mooi bij.’ Dat de investering in aanmerking kwam voor de
Zijn doel: samen met de Italiaanse fabrikant een machine ontwerpen
MIA\Vamil-regeling beschouwt Vereecken als een prettige tegemoet-
om stoofperen droog te schillen. De bestaande schilmachines
koming. ‘Voor ons was het een cruciale investering. Dan is extra
voldeden namelijk niet. ‘Je stond met zes man na te pitten, of het
steun altijd meegenomen.’
apparaat hield het niet vol; stoofperen zijn namelijk keihard.’
Vereeckens missie slaagde, ondanks vele Italiaanse impossibile!uitroepen. ‘Hij doet het fantastisch’, zegt de teler uit Dronten over
zijn nieuwe aanwinst, in feite een aangepaste kiwischiller. ‘Grote
milieuvoordeel is dat we nu veel minder water gebruiken, waardoor
ook de afvalstroom veel kleiner is. Ook voor het product zelf is het
beter, dat blijft droger.’
“Grote milieuvoordeel is dat we nu
veel minder water gebruiken,
waardoor ook de afvalstroom veel
kleiner is.”
37
Elektrisch rijden: aangenaam verassend!
De parkeerproblemen en de goede bereikbaarheid per open-
Solide
baar vervoer van het Amsterdamse hoofdkantoor van Delta
Delta Lloyd Groep koos in december voor de Think City. “Al tijdens de
Lloyd Groep hebben ertoe geleid dat een groot deel van het
testritten werden we aangenaam verrast door de rijeigenschappen
personeel dagelijks kiest voor milieubewuste mobiliteit. Een
dan deze auto: solide en rustig in het weggebruik, ondanks het
initiatief dat door de verzekeraar verder wordt ondersteund
handzame formaat. Alleen het opstarten vergt enige gewenning,
door medewerkers te stimuleren het OV te gebruiken en leen-
wanneer medewerkers de auto voor de eerste keer gebruiken geven
fietsen en poolauto’s ter beschikking te stellen. Auto’s die
we daarom altijd even instructie. Maar het is meer een omslag in
de komende jaren allemaal voldoen aan de hoogste milieu-
handelen dan echt een moeilijkheid, iedereen kan een elektrische
eisen en waarbij voor stadsvervoer is gekozen voor een
auto besturen.” Daarnaast is Jansen positief verrast over de feedback
elektrische auto.
die ze van gebruikers krijgt. “We laten medewerkers
evaluatieformulieren invullen en de respons is zeer enthousiast.
“Een jaar geleden hebben we een aantal elektrische auto’s getest”,
‘Laagdrempelig, top!, prettig qua comfort en deze auto gaan we
vertelt Inge Jansen, project- en milieucoördinator bij het facilitair
vaker gebruiken’, waren een aantal van de reacties. Daarnaast
bedrijf van Delta Lloyd Groep. “Duurzaam Ondernemen en
krijgen we leuke feedback van relaties. Het is dus echt ook een auto
milieubewust investeren horen bij de peilers van onze
waarmee we ons op positieve wijze kunnen profileren.”
verzekeringsmaatschappij. Bij grote investeringen zoals voor het
wagenpark kijken we daarom bewust naar de alternatieven die er op
Enthousiast
de markt zijn. Ten aanzien van de mobiliteit was dat elektrisch rijden.
Delta Lloyd Groep is zelfs zo enthousiast over de elektrische auto dat
Dat dit werd ondersteund door subsidie vanuit de MIA\Vamil was
ze de aanschaf van een tweede op termijn niet uitsluit. Jansen: “Als
voor ons net het ruggensteuntje dat we nodig hadden. Van alle
de actieradius wordt vergroot met een paar honderd kilometer is dat
poolauto’s die bij ons rondrijden is de auto voor stadvervoer relatief
zeker een optie die we overwegen.” Toch heeft de stadsauto de
het duurst. Door ondersteuning vanuit de MIA\Vamil zijn de kosten
verzekeraar nog niet in de steek gelaten. “De oplaadtijd van 13 uur
per kilometer drastisch verlaagd en dat was voor ons
vormt geen enkele belemmering. Dat is mede te danken aan de
doorslaggevend bij de keuze.”
gebruikers die zeer bewust met de auto omgaan. Op voorhand
hadden we er rekening mee gehouden dat het wel eens vergeten kon
worden om de auto op te laden. Daarom hadden we het controleren
38
van de auto als extra voorzorgsmaatregel toegevoegd aan de branden sluitroute. In de praktijk is het echter nog niet voorgekomen dat
de auto niet aan de oplaadpaal stond.” Wat Delta Lloyd Groep wel
heeft aangepast is het poolsysteem. “Voor de andere auto’s in de
pool krijgen medewerkers een pasje, waarmee ze daarnaast
bijvoorbeeld het openbaar vervoer kunnen regelen. Daaraan
gekoppeld is een online reserveringssysteem van Mobility Mixx. We
hebben bewust gekozen om de elektrische auto niet aan te bieden
via dit systeem en de drempel te verlagen. Heeft iemand de auto
nodig, dan volstaat een telefoontje naar de locatiebeheerder. Daar
kan de sleutel worden opgehaald en daarnaast hebben we in onze
andere auto’s een kaart laten plaatsen die gebruikers extra attent
maakt op de mogelijkheid om voor elektrisch vervoer te kiezen.”
39
Dit is een publicatie van:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Hanzelaan 310
Postbus 10073 | 8000 GB Zwolle
T +31 (088) 042 42 42
E [email protected]
www.rvo.nl
Het Klantcontact Centrum is geopend van 8:30 tot 17:00
© Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | januari 2014
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld
kan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geen enkele
aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is een dochter van het
ministerie van Economische Zaken.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert beleid uit voor diverse
ministeries als het gaat om agrarisch, duurzaamheid, innovatie en
internationaal. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is hét
aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor
informatie en advies, financiering, netwerk en wet- en regelgeving.