impulse CORPORATE MAGAZINE EY België | 2014 15 Pierre Alain De Smedt doorbreekt clichés over overheid en ondernemerschap Inge Boets: topmanager wordt ondernemer Familiebedrijven hebben hun eigen DNA Red Panthers en EY: teams die elkaar inspireren Private equity opent nieuwe perspectieven EDITO Talent om te bouwen aan een beter werkende wereld Beste lezer, Innovatie is vandaag meer dan een modewoord. Ze is noodzakelijk om het hoofd boven water te houden en zich te onderscheiden van de anderen. De nieuwste technologische snufjes maken ons leven thuis en op het werk gemakkelijker en ook onze diensten zijn aangepast aan de digitale realiteit van vandaag. We hebben experts in e-tax audits, big data, cybersecurity, intelligente fraudebestrijding en veel meer. COLOFON Ondanks de steeds verdergaande digitalisering van ons leven en onze werkprocessen blijven het talent en de expertise van individuen en teams een grote rol spelen. Technologie en innovatie kunnen niet zonder de input van de mens. Het aantrekken van talent blijft daarom cruciaal voor ondernemingen. Werknemers zijn de levensader van een organisatie. Daarom moet elke onderneming aandacht hebben voor hun ontwikkeling en engagement. Impulse is het corporate magazine van EY België (Franstalige versie beschikbaar) Editie mei 2014 Verantwoordelijke uitgever Eric Golenvaux, vennoot EY, Je mag een werknemer niet zien als louter een optelsom van competenties. Je moet oog hebben voor alle aspecten van zijn leven. Daarom is het zo belangrijk om de nieuwe manieren van werken te omarmen. De nieuwe technologie dient niet om voortdurend beschikbaar te zijn, maar wel om een betere balans tussen werk en privé te creëren. In die technologische mogelijkheden ligt het model van de toekomst. De Kleetlaan 2, 1831 Diegem Hoofdredactie EY Anne-Sophie Jaspers, [email protected] Werkten mee aan dit nummer: Thibault Belvaux, Nele Boudrez, Seger Bruninx, Toon Coussement, Dankzij de technologische vooruitgang kan iedereen werken waar en wanneer hij wil zonder het contact met de collega’s en de organisatie te verliezen. Technologie en innovatie staan centraal in het creëren van de werkplek van de toekomst. Zo’n workplace of the future is een platform waar collega’s elkaar ontmoeten en moet vooral een plaats zijn waar mensen inspiratie kunnen opdoen. Een fijne en innovatieve plek waar mensen onmisbaar blijven. Thomas De Boever, Aart De Zitter, Stef Gyssels, Kaat Kerkhove, Dirk Rasschaert, Philip van Ootegem, Johan Van Praet Disclaimer Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel oordeel. Noch EYGM Limited noch enig ander lid van de wereldwijde EY-organisatie kan aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te handelen En dat mensen gevoelig zijn aan innovatie blijkt ook bij het aanwerven van nieuwe krachten. Organisaties moeten daarom creatiever worden om talent aan te trekken en te behouden. In een beter werkende wereld is het geen keuze tussen mens of technologie. Beide moeten centraal staan en elkaar versterken. Het is een ambitieuze doelstelling, het creëren van een beter werkende wereld. En eentje die een enkele organisatie niet op zijn eentje kan realiseren. We willen daarom het debat opentrekken en samenwerken met andere organisaties die onze passie delen. We beginnen daar alvast mee in deze gloednieuwe editie van Impulse. Leest u vooral mee! ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid, dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden. www.ey.com/be twitter.com/EY_Belgium 02 impulse 15 - EY Rudi Braes managing partner EY België INHOUD 06 04 14 32 impulse 15 04 NIEUWS Een overzicht van actuele gebeurtenissen en interessante activiteiten 06 DOSSIER Juryvoorzitter en winnaars van de Overheidsorganisatie van het Jaar® 14 CASE #1 Familiebedrijven hebben hun eigen DNA 17 EXPERT Wees klaar voor de fiscus 18 RAPPORT Perceptieonderzoek Winning through customer experience 20 IN CIJFERS Barometer van de Belgische Attractiviteit 22 CFO BAROMETER 37 29 EXPERT De menselijke kant van strategierealisatie 30 EXPERT Data met een bestemming 32 CASE #3 Strategisch partnership tussen EY België en de Koninklijke Belgische Hockey Bond 36 EXPERT Is uw onderneming klaar voor de rapportering van morgen? Intelligente fraudebestrijding 25 EXPERT 37 PORTRET Tax 2.0: fiscale uitdagingen van een digitale economie Inge Boets: topmanager wordt ondernemer 26 42 UITGELEZEN CASE #2 Topline groei via investering in kwaliteit en marketing + Enkele EY-rapporten voor u gelezen en beknopt samengevat Meer content kunt u vinden op de EY-website op www.ey.com/be impulse 15 - EY 03 NIEUWS ... in het kort EY is een dynamische organisatie in volle beweging en ontwikkeling. We zijn ook betrokken bij tal van externe initiatieven en evenementen. Deze nieuwsrubriek biedt een overzicht van actuele gebeurtenissen en interessante activiteiten. EY bekroond tot Top Employer EY België werd voor de derde keer op rij door het Top Employers Institute uitgeroepen tot Top Employer. Deze onderscheiding bekroont organisaties die op het gebied van personeelsbeleid de hoogste normen toepassen. EY doet dit door steeds te investeren in talent en te streven naar een optimale work-life balance. Met een traditioneel sterke focus op mensen is deze onderscheiding een mooie bekroning voor EY. We zijn dan ook erg trots om ons in 2014 opnieuw Top Employer te mogen noemen. World Entrepreneur Of The Year® Van 4 tot en met 8 juni verzamelt het kruim van de ondernemers zich in Monte Carlo, waar naar jaarlijkse gewoonte de ‘EY World Entrepreneur Of The Year®’ plaatsvindt. Meer dan 60 van de beste ondernemers ter wereld zullen er strijden om deze prestigieuze 04 impulse 15 - EY erkenning. België wordt dit jaar vertegenwoordigd door Johan en Tom Willemen van Willemen Groep, de winnaar van ‘Onderneming van het Jaar 2013®’. Dankzij de zorgvuldigheid en de deskundigheid van de familiale onderneming, in combinatie met een duurzame en winstgevende groei, werden ze vorig jaar al ‘Onderneming van het Jaar®’. Met deze troeven zijn ze dus ook een sterke kandidaat voor ‘EY World Entrepreneur Of The Year®’. Save the date: Onderneming van het Jaar® De prestigieuze onderscheiding ‘Onderneming van het Jaar®’ is dit jaar toe aan haar 20ste editie. EY slaat hiervoor opnieuw de handen in elkaar met De Tijd en BNP Paribas Fortis. Deze trofee geldt als de belangrijkste businessbekroning van ons land en is enkel weggelegd voor het kruim van de Belgische ondernemingen, die zich onderscheiden op het vlak van ondernemerschap, innovatie, strategie, doorzettingsvermogen, internationalisatie en verantwoord bestuur. Noteer alvast met stip dinsdag 14 oktober in uw agenda. Onder het luisterende oor van tal van prominente aanwezigen wordt dan de 20ste Onderneming van het Jaar® verkozen. Op www.ondernemingvanhet jaar.be ontdekt u na de zomer de finalisten en meer praktische informatie. Jubileumeditie voor de Inzicht-bijlage Al zes jaar lang brengt EY, in samenwerking met De Tijd, de Inzicht-bijlage uit. Een publicatie die telkens focust op een bepaald thema, zoals fiscali- teit, investeringen of de risico’s en opportuniteiten van uw digitale gegevens. Casestudy’s en getuigenissen van tal van ondernemers vullen de expertise van onze EY-professionals over deze onderwerpen aan. Dit voorjaar werd de 25ste editie van Inzicht gevierd met een ware jubileumeditie. U vindt de meest spraakmakende artikels uit de laatste 25 bijlages op www.tijd.be/inzicht. Op vrijdag 13 juni vindt u eveneens de nieuwste bijlage bij De Tijd. Family Business Award Tal van succesvolle ondernemingen in ons land worden geleid door families. Deze ondernemingen hebben niet alleen een unieke structuur, maar vereisen ook een specifieke aanpak. Daarom verdienen zij, althans volgens EY, ook een aparte award, die in december zal worden uitgereikt aan een uitzonderlijke familiale onderneming. De Family Business Award wil NIEUWS elk jaar een familiale onderneming bekronen die heeft aangetoond het evenwicht te houden tussen zakelijke en familiale kwesties, die duurzaam groeit en verantwoordelijkheid neemt voor anderen vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. Het idee komt voort uit het voornemen om voorbeelden van uitzonderlijke, duurzame en ondernemende familiebedrijven te vieren, niet om een wedstrijd organiseren voor de beste familiale onderneming. Alumnibijeenkomsten Dit voorjaar tekenden zowel de alumni van onze Financial Services Organisation als die van de regio’s Brussel en Oost- en West-Vlaanderen present op hun jaarlijkse alumnibijeenkomst. Deze laatsten deden dat in de nieuwe Ghelamco Arena in Gent. Een uitgelezen gelegenheid om bij te praten met oude collega’s, nieuwe mensen te leren kennen en waardevolle contacten te leggen. Dit al- Fietsen voor het goede doel Tijdens het hemelvaartweekend staat fietsen centraal. Niet alleen voor de recreatieve fietser, maar ook voor de tal van geëngageerden die deelnemen aan de 1.000 km van Kom op tegen Kanker. Duizenden mensen gespen hun fietshelmen vast en klikken hun schoenen in hun pedalen om samen te fietsen ten voordele van de strijd tegen kanker. Ook een sportieve ploeg van EY zal tijdens deze 5de editie gedurende 4 dagen het beste van zichzelf geven. De 8 renners zullen elk 125 km fietsen om geld in te zamelen voor het wetenschappelijke kankeronderzoek. les in een aangename sfeer en gepaard met het obligate hapje en drankje. Ook de verschillende regionale kantoren van EY organiseren in deze periode hun alumnibijeenkomsten. Alumnus en nog geen uitnodiging ontvangen? Surf naar www.ey.com/ be/alumni voor het overzicht en de inschrijvingen. Strenghten global, empower local EY België maakt deel uit van het globale netwerk van EY. Een van onze troeven is dan ook dat elke cliënt van EY een beroep kan doen op experts uit ons wereldwijde netwerk. Die schaalgrootte biedt echter alleen voordelen wanneer we ook lokaal sterk verankerd zijn en dicht bij onze cliënten staan. EY telt in België 12 kantoren op strategische locaties. U vindt ons in Antwerpen, Bergen, Brugge, Brussel, Charleroi, Doornik, Gent, Hasselt, Luik, Roeselare, Ronse en Sint-Niklaas. + Hockey Corporate EY is niet alleen trotse partner van de Koninklijke Belgische Hockey Bond, verschillende EY-collega’s zijn ook actieve hockeyspelers. Daarnaast hebben er velen de smaak te pakken gekregen naar aanleiding van ons partnership. Maar liefst drie EY-ploegen zullen bijgevolg dit jaar deelnemen aan het Hockey Corporate-toernooi. Daarin nemen tal van Belgische ondernemingen het sportief tegen elkaar op. Wie wil komen supporteren voor EY kan dat op 6 juni. Meer info op de Facebookpagina EY Belgium Careers. ■ Meer nieuws vindt u op www.ey.com/be impulse 15 - EY 05 DOSSIER Overheidsorganisatie “De genomineerden willen zonder uitzondering meer doen met minder. Dat getuigt van een bijzonder positieve mentaliteit.” PIERRE ALAIN DE SMEDT Juryvoorzitter en VBO-erevoorzitter Pierre Alain De Smedt. 06 impulse 15 - EY DOSSIER ® van het Jaar Op zoek naar excellentie “Een les in bescheidenheid”, zo vat Pierre Alain De Smedt zijn ervaring samen. Als juryvoorzitter van de eerste editie van de verkiezing van de Overheidsorganisatie van het Jaar® was zijn uitdaging dan ook niet min. Alleen de kwaliteit overtrof de verscheidenheid van de inzendingen. P ierre Alain De Smedt was de voorbije drie jaar voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Hij is behalve een ondernemer ook een bijzonder diplomatische bemiddelaar. Die twee kwaliteiten kwamen uitstekend van pas bij de verkiezing van de winnaars van Overheidsorganisatie van het Jaar®. De uitdaging voor hem en zijn jury was enorm. De verscheidenheid van de inzendingen was indrukwekkend. Zowel kleine als grote kandidaten uit de meest diverse overheidssectoren namen deel, van een stad over een ziekenhuis en een omroep tot en met een grote sociale organisatie. De winnaars van Overheidsorganisatie van het Jaar® vallen net zoals die van Onderneming van het Jaar® op door hun vernieuwingsdrang. Toegegeven, overheidsorganisaties hoeven geen winst- of groeicijfers voor te leggen en blijven in tegenstelling tot ondernemingen beperkt tot een plaatselijke actieradius – ze kunnen zich niet internationaal ontplooien. Naast de verschillen vallen nochtans vooral de overeenkomsten op. Pierre Alain De Smedt, nu erevoorzitter van het VBO, geeft vol enthousiasme tekst en uitleg over zijn missie als juryvoorzitter. EENHEID IN VERSCHEIDENHEID Verschillen de criteria voor de verkiezing van de Overheidsorganisatie van het Jaar® van die voor de Onderneming van het Jaar®? Pierre Alain De Smedt: “Je moet over het algemeen op basis van objectieve criteria beoordelen wie het best is. De criteria moeten dezelfde zijn voor alle kandidaten. Het gaat dan over strategie, efficiëntie, klantgerichtheid en duurzaamheid. Duurzaamheid beoordeel je zowel in de enge als in de brede zin: in de enge zin in functie van het milieu en in de brede zin in functie van de samenleving op lange termijn. Verschillen de criteria voor de verkiezing van de Overheidsorganisatie van het Jaar® van die voor de Ondernemingen van het Jaar®? Ik denk het niet. Ook overheidsorganisaties moeten efficiënt zijn.” Is een goede ondernemer dan ook een goede civil servant? Pierre Alain De Smedt: “Absoluut. De corporate social responsibility heeft zich enorm ontwikkeld in de bedrijfswereld. Ondernemers hebben geleerd om verder te denken dan hun dividenden, groei en winsten en verliezen. Ze hechten meer en meer belang aan maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Voor overheidsorganisaties is maatschappelijke verantwoordelijkheid natuurlijk de voornaamste bestaansreden. Pierre Alain De Smedt: “Zeker bij de winnaars van Overheidsorganisatie van het Jaar® valt de zin voor maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Het overheidsapparaat krijgt vaak de kritiek te horen dat het te zwaar is. Maar daar houdt de overheid rekening mee. Hendrik Bogaert herinnerde er onlangs aan dat de overheid op dit moment slechts één op de vijf vertrekkende ambtenaren vervangt. Dat is moeilijk, maar het werkt. Zelfs in moeilijke tijden bestaat er onder de managers van overheidsorganisaties een consensus daarover. We beleven nu de zesde staatshervorming. Telkens werden bevoegdheden lokaal gedelegeerd. Het spreekt voor zich dat de perfectie niet onmiddellijk bereikt wordt. Over het algemeen is de overheid inderdaad te duur voor de burger, of dat nu op lokaal, regionaal of federaal niveau is. Maar de genomineerden willen zonder uitzondering meer doen met minder. Dat getuigt van een bijzonder positieve mentaliteit.” p impulse 15 - EY 07 DOSSIER De keuze van de jury PRIVÉ VERSUS OVERHEID? Het valt wel op dat de privésector dit initiatief neemt. Pierre Alain De Smedt: “De overheid had het initiatief kunnen nemen. Nu kwam de onderscheiding Overheidsorganisatie van het Jaar® tot stand als initiatief van EY en zijn trouwe partners De Tijd en BNP Paribas Fortis met de ondersteuning van Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van Openbare Diensten. Tal van vertegenwoordigers van de overheid steunen dit initiatief ten volle. Dat is positief voor de initiatiefnemers. De verkiezing van de Overheidsorganisatie van het Jaar® is misschien wel moeilijker dan die van Onderneming van het Jaar® omdat de overheid veel diverser is dan de bedrijfswereld. Toch schitterden alle vijf de winnaars op onze vier criteria.” Wat typeert de winnaars? Pierre Alain De Smedt: “Ze hebben de juiste mentaliteit. Ze zijn bijna obsessioneel bezig zichzelf te verbeteren. Ze weten dat het er in de toekomst niet gemakkelijker op zal worden, want de crisis zal op zijn best alleen maar wat zachter worden. Toch blijven ze zeer positief, optimistisch en proactief. Je zult geen betere kandidaten vinden in de privésector.” Ondernemingen hebben baat bij goed werkende overheidsorganisaties. Pierre Alain De Smedt: “Ondernemingen en overheidsorganisaties delen hun missie om de maatschappij te verbeteren. Daarom is meer samenwerking nodig.” Kunnen overheidsorganisaties denken en werken als ondernemingen? Pierre Alain De Smedt: “Absoluut. Wij zijn geen vijanden. We kunnen heel veel bereiken als we een globale visie op basis van gedeelde doelstellingen kunnen realiseren. Wie is de aandeelhouder? Is die privé? Is die de overheid? Voor mij is dat irrelevant.” 08 impulse 15 - EY Wat wenst u voor de komende editie van de verkiezing van de Overheidsorganisatie van het Jaar®? Pierre Alain De Smedt: “Een verdubbeling van het aantal kandidaten zit erin. De komende editie zullen er hoe dan ook veel meer kandidaten willen deelnemen. De keuze zal des te moeilijker worden. Maar dat zal dan ook des te meer verrassingen opleveren. Nu al was het evenement overboekt. We zullen een grotere zaal moeten zoeken voor de komende editie.” ACHTER DE SCHERMEN Hoe verliep de jurering? Pierre Alain De Smedt: “De voorbereiding was uitmuntend. De experts van EY en de Academische Raad werkten uitstekend mee. Het was nochtans een enorm werk. De belangstelling van de overheidsorganisaties was erg groot. Volgend jaar wordt het gegarandeerd nog moeilijker om de finale te halen.” Waren jullie het snel eens over de winnaars? Pierre Alain De Smedt: “De zestien genomineerden waren aan elkaar gewaagd. Toch zijn we het zonder stemmen erg snel eens geworden. We waren het dus al bij al eens over de winnaars.” EY België startte de verkiezing Overheidsorganisatie van het Jaar® met de steun van Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten. EY introduceerde dit nieuwe, unieke initiatief naar het voorbeeld van de alom bekende verkiezing Onderneming van het Jaar®. En dit samen met dezelfde partners: De Tijd en BNP Paribas Fortis. Captain of industry Pierre Alain De Smedt mocht als voorzitter van het VBO de honneurs waarnemen voor de eerste editie. Gelukkig kon de toenmalige voorzitter – nu erevoorzitter – van het VBO een beroep doen op een ervaren en diverse jury. Baron Paul Buysse, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Bekaert, en Baron Jean Stephenne, Past President van GSK Biologicals, namen hun expertise als juryvoorzitter van respectievelijk Onderneming van het Jaar® en L’Entreprise de l’Année® mee naar dit nieuwe initiatief. Zetelden daarnaast in de jury: prof. Lutgart Van Den Berghe, Executive Director van Guberna, en Marc Michils, Algemeen Directeur van de Vlaamse Liga tegen Kanker en voormalig CEO van Saatchi & Saatchi Brussels. U klinkt als een gelukkige juryvoorzitter. Pierre Alain De Smedt: “Ik ben inderdaad heel gelukkig. Ik ben vereerd de jury te hebben mogen voorzitten. Het was een fantastische ervaring. Kijk, ik heb veel gekregen in het leven. Dan moet je veel teruggeven.” Een goede ondernemer is óók een goede civil servant. Pierre Alain De Smedt: “Dat is zo. Ik had nooit verwacht voorzitter van het VBO en juryvoorzitter voor Overheidsorganisatie van het Jaar® te mogen worden. Maar zulke uitnodigingen kan je onmogelijk weigeren. Je moet ten dienste staan. Ik heb het voorzitterschap met veel passie waargenomen.” DOSSIER Op het kruispunt tussen de sociale zekerheidsinstellingen Federale Overheidsorganisatie van het Jaar®: de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid scoorde uiterst positief op alle criteria. Dat leverde volkomen terecht een bekroning tot Federale Overheidsorganisatie van het Jaar® 2014 op. Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten Hendrik Bogaert ondersteunde het initiatief en overhandigde de award. Z oals haar naam al laat vermoeden, doet de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid dienst als kruispunt waarlangs informatie uitgewisseld kan worden, meer bepaald tussen het Rijksregister en de instellingen van de sociale zekerheid. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werd in 1990 opgericht om die uitwisseling te vereenvoudigen. Dat doet ze met brio. De jury was naar eigen zeggen vooral onder de indruk van de “enorme efficiëntiewinsten” voor de overheid – en dus voor de burgers. Die bedragen niet minder dan 1,7 miljoen euro per jaar, wat in crisistijden kan tellen. “De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid valt op om haar efficiëntie in een bijzonder ingewikkelde materie”, vat juryvoorzitter Pierre Alain De Smedt de bekroning samen. wel haar middelen dezelfde blijven. Er is dan ook voortdurend aandacht voor de verdere optimalisatie van de werking volgens de principes van het lean management. Zo wordt er voor elk project een gedetailleerde kostprijscalculatie opgemaakt. Behalve opmerkelijk efficiënt is de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ook opvallend klantvriendelijk. Transparan- tie en kwaliteitsbewustzijn staan hoog in het vaandel geschreven. Daar hoort aandacht voor duurzaamheid bij: deze winnaar zette onder andere in op een nieuw, milieuvriendelijk gebouw. Op strategisch vlak wordt de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid al ettelijke jaren beschouwd als de standaard op het vlak van ICT en eGovernment. UNIEK IN HAAR GENRE Kortom, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid betekent een enorme meerwaarde voor het overheidsbestel en bijgevolg ook voor de maatschappij. “Ze is in haar genre een van de beste systemen ter wereld”, concludeert juryvoorzitter Pierre Alain De Smedt. “De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid is uniek.” Minister Monica De Coninck samen met de drie finalisten voor de Federale Overheidsorganisatie van het Jaar®. BETER – EN BEST De sterke punten van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid vallen amper op te sommen. De uitwisseling van gegevens én de besparingen die dit teweegbrengt, blijven jaar na jaar stijgen, hoe- impulse impulse15?? - EY - EY09 9 DOSSIER Een baken in het medialandschap Regionale Overheidsorganisatie van het Jaar – Vlaanderen®: VRT De Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie (VRT) moet haar klanten elke dag verdienen. Dat doet ze met verve. De VRT heeft zich ontpopt als een sterke marktleider – een baken in het Vlaamse medialandschap. D e VRT werkt vanuit een moeilijke uitgangspositie. Aan de ene kant moet ze de competitie aangaan met een steeds groeiend aantal dynamische privéspelers. Aan de andere kant moet ze de overheid en haar burgers tevredenstellen. Op beide fronten slaagt de VRT met vlag en wimpel, meent de jury. KIJK, CIJFERS! De VRT heeft in de loop der jaren een indrukwekkende strategische slagkracht ontwikkeld. Vooral de merkenstrategie valt op. Het corporate merk VRT dankt zijn sterke positie aan publieke merken zoals Eén, Canvas, Radio 1, Studio Brussel en Deredactie.be. Zij bezorgen deze naam- loze vennootschap naar publiek recht een uitzonderlijke waarde in de Vlaamse Gemeenschap: de VRT is voor alles het sterkste merk in het Vlaamse medialandschap. “De VRT is zowel inhoudelijk als technologisch zeer toekomstgericht.” PIERRE ALAIN DE SMEDT Willy Wijnants neemt voor de VRT de prijs voor de Vlaamse Overheidsorganisatie van het Jaar® in ontvangst. 10 impulse 15 - EY De Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie moet haar marktleiderschap nochtans dag na dag verdedigen. Ze dankt haar reden van bestaan namelijk eerst en vooral aan haar kijkers, luisteraars en surfers. Klanttevredenheid is essentieel. De VRT maakt daarom iedere ochtend een stand van zaken op aan de hand van haar kijk- en luistercijfers. De overheid verplicht de VRT om de norm te zetten in het Vlaamse medialandschap. Dat lukt prima. “De VRT is zowel inhoudelijk als technologisch zeer toekomstgericht”, stelt juryvoorzitter Pierre Alain De Smedt vast. Zo speelt de VRT een voortrekkersrol op het vlak van nieuwe media. De afgelopen jaren stond de VRT voor een bijzondere uitdaging. Ze moest haar plaats op de televisiemarkt verdedigen tegenover een steeds groeiend aantal privéspelers. Ze bewees haar efficiëntie door haar marktaandeel in televisie te verankeren. Op zich was dat al reden genoeg voor de jury om de VRT te bekronen. Maar haar échte concurrentievoordeel dankt de VRT aan haar maatschappelijke belang. BINDTEKEN Als publieke omroep is de VRT een bindteken tussen de overheid en haar burgers. Ze versterkt de identiteit en diversiteit van de samenleving. Misschien is dat de belangrijkste meerwaarde van deze uitzonderlijke overheidsorganisatie: ze verzamelt mensen. Dat alles realiseert deze organisatie op de koop toe binnen de strenge budgettaire normen van haar beheersovereenkomst. DOSSIER Voor een aartsmoeilijke opdracht Regionale Overheidsorganisatie van het Jaar – Brussel®: MIVB/STIB De uitdagingen voor de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel/Société des Transports Intercommunaux de Bruxelles zijn niet min. Ze beheert miljarden euro’s aan investeringen, coacht meer dan 7.000 werknemers en bedient miljoenen gebruikers in de hoofdstad van België en Europa. D e jury is vooral onder de indruk van de filosofie van de MIVB. Die legt de focus niet op de gebruikers van haar trams, bussen en metrostellen, maar op de klanten. Zij zijn meer dan reizigers: ze willen vlot geinformeerd worden en het combineren van het openbaar vervoer met fiets, auto of trein. Daar speelt de MIVB zo goed mogelijk op in – met succes. “De MIVB werkt zo efficiënt mogelijk met de middelen die ze krijgt. Ze denkt proactief en strategisch.” PIERRE ALAIN DE SMEDT METEN IS WETEN De MIVB evalueert haar medewerkers intensief: haar kader- en directieleden om het jaar, en haar andere werknemers om de twee jaar. Op termijn wil ze die interne opvolging zelfs tot een jaarlijks ritme voor alle medewerkers optrekken. Evaluaties zijn behalve intern overigens ook extern erg belangrijk voor de MIVB. Zo laat ze haar prestaties en de klantentevredenheid meten door een onafhankelijk onderzoeksinstituut: op die basis bepaalt ze de bonus voor haar management. De investeringen in menselijk kapitaal renderen alleszins. De MIVB presteert volgens onderzoek het best van alle Belgische maatschappijen voor openbaar vervoer. Het spreekt voor zich dat een maatschappij voor openbaar vervoer bijzondere aandacht besteedt aan duurzaamheid. Die maakt per slot van rekening inherent deel uit van de kernactiviteit. Op dat vlak is de MIVB goed bezig. Ze draagt al jaar en dag met trots het Label Ecodynamische onderneming en zet dat nu om in de norm ISO14001. De MIVB spant zich op alle vlakken in De Brusselse finalisten voor de Regionale Overheidsorganisatie van het Jaar® ontvangen hun onderscheiding van staatssecretaris Bruno De Lille. om haar duurzame karakter te optimaliseren. In het kader van het Europese project Ticket to Kyoto meet ze haar CO2-emissies op de voet. Duurzaamheid bepaalt haar doeltreffendheid. TEMPO! De afgelopen tien jaar steeg het aantal klanten van de MIVB met zo maar eventjes 80 %. Dat succes is meteen de grootste uitdaging voor deze overheidsorganisatie. De MIVB moet zichzelf voortdurend heruitvinden om het tempo van haar klanten bij te houden. Op de keper beschouwd is het een aartsmoeilijke opdracht. Maar de MIVB doet haar best. “Ze werkt zo efficiënt mogelijk met de middelen die ze krijgt”, zegt juryvoorzitter Pierre Alain De Smedt. “Dat doet ze uitstekend: de MIVB denkt proactief en strategisch voor de komende vijf jaar.” impulse 15 - EY 11 DOSSIER In de eenvoud toont zich de meester Regionale Overheidsorganisatie van het Jaar – Wallonië®: eWBS De organisatie e-WallonieBruxelles Simplification, alias eWBS, kan na amper één jaar al een prima rapport voorleggen voor haar voornaamste opdracht: de administratieve vereenvoudiging in Wallonië en de Federatie Wallonië-Brussel. De drie finalisten voor de Waalse Overheidsorganisatie van het Jaar® en kabinetschef van Rudy Demotte, Eric Van Sevenant. M et de introductie van eWBS in februari 2013 zetten Wallonië en de Federatie WalloniëBrussel een stap vooruit in hun administratieve vereenvoudigingsoperatie onder het motto ‘Ensemble Simplifions’. De nieuwe organisatie ontstond uit een fusie van het ‘Commissariat EASI-WAL’ (E-Administration SImplifaction WALlonie) en de ‘Cellule de simplification administrative en Fédération WallonieBruxelles’. Die twee diensten werkten al sinds juli 2009 aan een vereenvoudiging van hun administraties. JONG EN ERVAREN eWBS identificeerde niet minder dan 950 administratieve stappen. Haar werf telde zowat 250 projecten. Haar opdracht was des te uitdagender omdat ze ook de bevoegdheidsoverdracht naar aanleiding van de staatshervorming mee voorbereidde. De eerste resultaten van eWBS zijn zo veelbelovend dat de jury besloot de organisatie nu al te bekronen. De jury prijst eWBS eerst en vooral om haar strategische slagkracht. eWBS zet 12 impulse 15 - EY de verklaringen van de Waalse overheid en haar marshallplan met succes in realiteit om. Daarbij gaat ze bijzonder klantvriendelijk te werk. Zo heeft ze de verschillende elektronische loketten geïntegreerd om de eindgebruikers sneller en efficiënter te kunnen helpen. Haar publiek is nochtans erg divers: het omvat bijvoorbeeld niet alleen ambtenaren, maar ook ondernemers. Vóór alles wil eWBS álle burgers van Wallonië en Brussel admini- “De medewerkers van eWBS hebben een zeer sterke indruk gemaakt.” PIERRE ALAIN DE SMEDT stratief zo goed mogelijk verder helpen. eWBS versterkt haar efficiëntie onversaagd door haar methodologische expertise op het vlak van elektronische administratie en vereenvoudiging verder te ontwikkelen. Haar medewerkers maken daarbij het verschil. “Zij hebben een zeer sterke indruk op ons gemaakt omdat ze zo proactief zijn”, zegt juryvoorzitter Pierre Alain De Smedt. A propos, de medewerkers van eWBS kijken ook graag over hun muur. Ze versterken hun kennis en ervaring in internationale uitwisselingsprogramma’s. ERKEND eWBS wordt nu al erkend om haar doeltreffendheid en resultaatgericht karakter. Die erkenning moedigt haar medewerkers aan om hun werk nóg beter te doen. “Ook deze ambtenaren willen meer doen met minder middelen”, besluit Pierre Alain De Smedt. DOSSIER Stadhuis van de toekomst Lokale Overheidsorganisatie van het Jaar®: Stad Genk Met de sluiting van de Ford-fabriek kreeg de stad Genk een klap van jewelste te verwerken. Stad en streek speelden hun grootste werkgever kwijt. Maar Genk was vastbesloten om de tegenvaller om te zetten in winst voor al haar burgers. V orig jaar hield de stad Genk de G 360-burgerbrainstorm in het kader van haar nieuwe meerjarenplan. Meer dan 450 Genkenaren werkten mee om een frisse toekomstvisie op hun stad te ontwikkelen. De oefening typeert het elan van Genk en de Genkenaren. De jury heeft het vooruitgangsgeloof van de stad en haar burgers beloond met een bekroning. TOEKOMSTGERICHT Genk heeft haar optimisme en geloof in zichzelf in stenen omgezet in haar stadhuis van de toekomst. Het nieuwe, hypermoderne gebouw verzamelt alle stadsdiensten onder één dak. “Indrukwekkend is dat Genk de stedelijke diensten en het OCMW integreert”, vertelt juryvoorzitter Pierre Alain De Smedt. “Daardoor kan de stad een totaalservice aanbieden. Genk ziet haar burgers in hun totaliteit en niet in hun deelaspecten.” Zo kunnen de Genkenaren in ‘hun’ stadhuis zowel voor een nieuwe identiteitskaart als voor sociale zorg terecht. Genk bouwt ondertussen aan een sterk merk onder motto’s als ‘mijnGenk.be’ en ‘Iedereen Genkt!’. Het stadsmerk markeert een doorgedreven strategie met de klant – de burger, dus – als middelpunt. De + “Genk ziet haar burgers in hun totaliteit en niet in hun deelaspecten.” PIERRE ALAIN DE SMEDT Genkenaar wordt op voorhand betrokken in de stadsontwikkeling, onder andere via een plaatselijke G 360-brainstorm en de Genkse Denktafels. Het Genks Integraal Dienstverleningssysteem (GIDS) bedient alle burgers zo snel en doeltreffend mogelijk via onthaal-, snel- en themabalies. Het centraal klantencontactcentrum Genk3600 is de spil van dit GIDS. Genk tovert een ooit grijze regio langzaam maar zeker om tot een aangename en toekomstgerichte groene omgeving. De stad zet daarom samen met privépartners in op de ontwikkeling van kennis over duurzame energie in de regio, bijvoorbeeld via initiatieven zoals Energyville en I Cleantech. Ze vult het begrip duurzaamheid behalve ecologisch overigens ook Burgemeester van Genk, Wim Dries, ontvangt zijn onderscheiding van Yvan De Cock van BNP Paribas Fortis. sociaal in. Zo besteedt ze bijzondere zorg aan haar interne personeelsbeleid. VAN NEGATIEF NAAR POSITIEF De sluiting van de Ford-fabriek heeft een enorme financiële impact. Het verlies wordt geraamd op zowat 10 miljoen euro per jaar. Genk compenseerde de financiele klap met integratiemaatregelen en kostenbesparingen. Zo heeft ze al twaalf jaar reserve opgebouwd, genoeg om de pensioenbom onder controle te houden: Genk denkt duidelijk aan de toekomst van de stad en haar mensen. ■ Meer informatie vindt u op www.overheidsorganisatievanhetjaar.be. De filmpjes van de 16 finalisten vindt u op www.youtube.com/EYBelgium. impulse 15 - EY 13 CASE #1 Familiebedrijven hebben hun eigen DNA Scenario’s voor duurzame groei België heeft een fijnmazig net van familiebedrijven. Van mini-kmo’s tot multinationale ondernemingen: vele ervan zijn in familiale handen. Binnen EY België legt de Family Business Practice zich toe op het bestuderen van en adviseren over het DNA van deze familiebedrijven. Vennoten Leen Defoer en Eric Van Hoof leggen uit met welke uitdagingen familiebedrijven te kampen hebben, en hoe ze een succesvolle en duurzame groei kunnen realiseren. impulse R entmeesterschap: een mooi en oud Nederlands woord. Maar ook een verwijzing naar de ‘dynastieke regels’ waarop familiale ondernemingen berusten. We krijgen de term te horen van Eric Van Hoof. Hij is de Family Business Practice Leader bij EY België. “Familiale ondernemingen worden bestuurd met de lange termijn in gedachten. Ze zijn helemaal of deels eigendom van een familie, of hebben minstens een duidelijke stempel in de raad 14 impulse 15 - EY van bestuur, waar ze strategie en doelstellingen op lange termijn bewaken.” EY ziet de term ‘family business’ dus breder dan alleen ondernemingen die volledig in handen zijn van één familie. GENERATIEWISSEL Zeer opvallend is dat succesvolle familiebedrijven heel sterk op elkaar lijken op een aantal essentiële punten. Zo zijn er acht elementen die samen het DNA van een succesvol familiebedrijf bepalen: de toekomstige managementstructuur, het vermogensbeheer, het verzekeren van groei en winstgevendheid, het omgaan met talent, het maatschappelijk verantwoord ondernemen, het beheer van de risico’s, het omgaan Acht cruciale elemet de toekomstige generaties in de menten bepalen familie en het specifieke fiscale beleid. samen het DNA van een succesEen van de meest opvallende eigenvol familiebedrijf: de toekomschappen van familiebedrijven is de stige managementstructuur, planning van de volgende generaties, het vermogensbeheer, het horen we van Leen Defoer. Zij is venverzekeren van groei en winstnoot bij EY Bedrijfsrevisoren. “Veel gevendheid, het omgaan met leiders van familiebedrijven zijn bezig talent, het maatschappelijk met het zoeken naar optimale fiscale verantwoord ondernemen, omstandigheden, maar dreigen uit het het beheer van de risico’s, het oog te verliezen hoe ze met de jongere omgaan met de toekomstige generaties in de familie moeten omspringen. Successieplanning moet over generaties in de familie en het veel meer dan alleen fiscaliteit gaan. De specifieke fiscale beleid. familieleden van verschillende generaties moeten overleggen hoe ze naar CASE #1 een toekomstige CEO zullen zoeken, en hoe dat past in hun eigen governancemodel.” Ze benadrukt daarbij dat het geen schande hoeft te zijn om een niet-familielid, een extern iemand dus, aan te zoeken om de fakkel over te nemen. “Als onderneming wil je de meest geschikte kandidaat om de leiding over te nemen. Als dat een nietfamilielid is, hoef je dat zeker niet als een nederlaag te zien. Het kan veeleer getuigen van maturiteit. Je moet Leen Defoer er dan wel voor zorgen dat je • vennoot EY Assurance zo’n externe CEO voldoende • bedrijfsrevisor, externe audit ruimte geeft, en bovendien voldoende aantrekkelijke voorwaarden bieden. Er zijn zeker capabele CEO’s die in een familiebedrijf willen werken, precies omdat ze daar in een omgeving terechtkomen die stabiel is en op lange termijn denkt.” Van Hoof vult aan: “Als je de fakkel doorgeeft, moet je eerst en vooral je passie voor het familiebedrijf doorgeven. Als de volgende generatie die passie te weinig deelt, kan je beter een extern iemand zoeken.” We leven in een periode waarin verschillende generaties gelijktijdig in familiebedrijven werken. De babyboomers komen aan hun pensioenleeftijd en kijken naar de X-generatie om het roer over te nemen. Maar ook hun kinderen, de Y-generatie, zijn “Familiebedrijven zijn uitstekend geschikt om hun bestuursmodellen aan de veranderende economieën aan te passen.” ERIC VAN HOOF Eric Van Hoof • vennoot EY Assurance • Family Business Practice Leader vaak al in de onderneming actief. En de millenniumgeneratie staat aan de deur te trappen. Van Hoof: “Het is dan zaak om elke generatie maximaal zijn eigen talenten te laten uitspelen. Ouderen zullen eerder adviserend een rol kunnen spelen in een raad van bestuur, terwijl de jongeren hun eerste uitdagingen misschien eerder op het vlak van internationale groei kunnen vinden. Die generaties verschillen op een aantal vlakken. De babyboomers en de X-generatie zijn het gewend om hard te werken, maar communiceren nog vaak via getypte nota’s of e-mail. De Y-generatie en de millenniumjongeren leven op Facebook en Twitter. Het kan een optie zijn om de jongeren hun eerste ervaring buiten het eigen bedrijf te laten opdoen.” KLAPPEN VAN DE ZWEEP Een ander heikel punt waar heel wat familiale ondernemingen mee te kampen hebben, is de fiscale druk. Defoer: “Die druk is in ons land sowieso al een pak hoger dan in onze buurlanden. Veel ondernemers halen hun inkomsten uit dividenden die pas kunnen worden uitgekeerd na het betalen van vennootschapsbelasting en roerende voorheffing. Dat doet pijn, zeker als je weet dat het om de eigen verdiende centen gaat. Je merkt dan ook dat veel familiale ondernemingen ook internationaal actief zijn om die belastingdruk te optimaliseren.” EY helpt ondernemingen om een consistent fiscaal beleid op poten te p impulse 15 - EY 15 CASE #1 p zetten, van persoonlijk vermogen tot bedrijfsbelastingdruk. Van Hoof: “Vandaag denken ondernemingen nog te veel in aparte silo’s in plaats van naar het totale fiscale plaatje te kijken.” Maar hij voegt er meteen aan toe: “Let wel, het valt ons op dat familiebedrijven wel degelijk bereid zijn om belastingen te betalen. Dat vinden ze hun plicht tegenover de maatschappij waarin zij actief zijn. Het past binnen hun maatschappelijke Scan de QR-code of surf naar www.youtube.com/EYBelgium om een samenvatting van het interview verantwoordelijkheid.” met Leen Defoer en Eric Van Hoof te bekijken. Vandaag meer dan vroeger gaan familieondernemingen het belang inzien van risicobeheer. Familiale bedrijfsleiders die in raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen zitten, leren daar het klappen van de zweep. Defoer: “Ze leren er wat risicomanagement is, omdat genoteerde bedrijven door de strenge corporategovernanceregels veel met risicobeheer bezig zijn. Die kennis introduceren ze nadien in hun eigen familiebedrijf.” Want die familiebedrijven kampen evenzeer met allerlei risico’s. Ze dreigen die al eens te onderschatten: risico’s op IT-vlak, maar evenzeer strategische en financiële LEEN DEFOER risico’s. Defoer: “Soms denken bedrijfsleiders wel na over risico’s in hun onderneming, maar ze communiceren er te weinig over met de anderen in de onderneming. Ons advies is: breng aanpassen om voorbereid te zijn op deze nieuwe uitdagingen.” de risico’s in kaart, ontwikkel processen om ze te beheersen Defoer voegt eraan toe: “Ook de sterker wordende multicultureén documenteer en communiceer ze naar alle medewerkers.” le, internationale context gaat een steeds grotere rol spelen bij familiebedrijven. Internationalisering is een belangrijke driver voor bestendige en duurzame groei. Hier zien we opportuniteiVAN SHAREHOLDER NAAR STAKEHOLDER ten voor de jongere generaties in de familiebedrijven. Geef hun De specificiteit van familiebedrijven zorgt er ook voor dat de de ruimte om internationaal iets uit te proberen. Zo flakkert hun uitdagingen in de toekomst zélf ook specifiek zijn. Essentieel is passie voor het familiebedrijf op. En misschien komen ze op die de manier waarop deze ondernemingen zich inzetten om duurmanier wel tot nieuwe inzichten of nieuwe producten.” Flexibizaam te groeien. En zo’n groei gebeurt in een bijzondere ecoliteit en transparantie zijn daardoor de nieuwe codewoorden bij nomische context. Van Hoof: “We moeten beseffen dat eeuwige familiebedrijven die op een consequente en duurzame manier groei niet haalbaar is. Familiebedrijven zijn uitstekend geschikt de toekomst veilig willen stellen. En dat doen ze niet langer alom hun bestuursmodellen aan de veranderende economieën leen voor de familiale aandeelhouders maar voor alle stakeholaan te passen omdat ze bij uitstek flexibel en snel zijn. Ook zij zullen een shift moeten realiseren van een shareholders- naar ders rondom hen. Daar wordt niet alleen het familiebedrijf zélf maar de hele maatschappij beter van. ■ een stakeholdersmodel. Wat doen we als grondstoffen uitgeput zijn? Wat doen we met ecologische uitdagingen? Als familieMeer informatie? Contacteer Leen Defoer op +32 (0)9 242 52 98 – [email protected] bedrijven duurzaam willen groeien, of Eric Van Hoof op +32 (0)2 774 91 67 – [email protected] moeten ze hun organisatiemodel “De sterker wordende internationale context speelt een steeds grotere rol bij familiebedrijven.” + 16 impulse 15 - EY EXPERT Wees klaar voor de fiscus De Belgische fiscus vraagt steeds vaker bij belastingplichtigen gegevens op in elektronisch formaat en gaat dan graven in het ERP-systeem of boekhoudpakket. Wat kunt u verwachten? En vooral: hoe bereidt u zich het best voor? D e fiscus wil niet alleen de gebruikelijke fiscale informatie via elektronische weg krijgen. Zijn doel ligt verder: hij wil op zoek naar data over financiële transacties zoals die in uw ITsystemen beschikbaar zijn. In vrijwel elk ERP-systeem of boekhoudpakket zit een enorme schat aan data waarmee de fiscus kan nagaan of de belastingplichtige zich aan zijn fiscale verplichtingen houdt. Zo vindt men in de meeste ERP-systemen eenvoudig een aantal tabellen terug waarin de financiële data die fiscaal relevant zijn, opgeslagen zijn: denk aan boekingsstukken, zogenoemde masterdata, klanten- en betalingsdata, enz. Een klassieke controle is een papieren aangelegenheid, die zowel in tijd als in omvang beperkt is. Een audit van elektronische data kan een meeromvattend en dieper inzicht bieden in de transacties van een onderneming. En dan kunt u maar beter goed voorbereid zijn. gen een IT-opleiding en de controlecentra hebben doelstellingen om een bepaald percentage van de audits elektronisch te verrichten. Het type belasting speelt daarbij geen rol. Zodra de data door de specialisten leesbaar zijn gemaakt, kunnen ze worden gebruikt voor btw, vennootschapsbelasting en transfer pricing. Het is zelfs mogelijk om allerhande nietgestructureerde data, zoals e-mails, in het onderzoek te betrekken. Uiteraard zijn er juridische beperkingen voor de fiscus. De rechtbank kan een zogenoemde ‘fishing expedition’ of niet-specifieke zoektocht als machtsafwending kwalificeren, met de nietigheid van het onderzoek tot gevolg. DE BELASTINGPLICHTIGE Als belastingplichtige moet u voorbereid zijn. Zorg voor een interne procedure die in werking treedt als de fiscus onaangekondigd bepaalde data wil kopiëren. Ook bent u maar beter voorbereid op diepgaande vragen van de fiscus. Richt uw ERPsysteem of boekhoudpakket zo in, dat u de fiscus de juiste informatie op een controleerbare manier kunt verstrekken. Dit kan u voor bijzonder lastige vraagstukken plaatsen. Denk maar aan een shared ser- Jan Van Moorsel • vennoot EY Tax Consultants • indirect tax & btw vices center in Roemenië waar alle data worden bewaard, of werknemers die hun eigen tablet gebruiken waarop vertrouwelijke gegevens van het bedrijf staan. Een complementaire maatregel is de organisatie van zelfaudits. Dat kan via de mogelijkheden van uw eigen ERP-systeem of boekhoudpakket of via gespecialiseerde software. Maar ook dat is geen sinecure. Vaak weet u wel dat de data ergens in de onderneming aanwezig zijn, maar zitten ze verspreid over verschillende oude en nieuwe systemen, in verschillende modules en tabellen. Er is geen standaardoplossing. Maar er zijn wel externe partners die u graag de weg wijzen. ■ EY bouwt zijn expertise in elektronische ELEKTRONISCHE TAXAUDITS IN BELGIË taxaudits gestaag uit. Wij helpen u graag Aangespoord door het internationale kliverder met uw vragen en problemen. maat waarin overheden willen inzetten op Een overzicht van onze tax-seminaries fraude- en misbruikbestrijding, is het lovindt u op www.ey.com/be/seminars. gisch dat ook België meer wil focussen op de elektronische data-analyse. België is niet echt een voorloper, maar de Belgische fiscus beent snel Meer informatie? Contacteer Jan Van Moorsel op +32 (0)2 774 93 77 - [email protected] bij. Fiscale ambtenaren krij- + impulse 15 - EY 17 RAPPORT De financiële industrie herwint het klantenvertrouwen Perceptieonderzoek Winning through customer experience Wereldwijd zegt 93 % van de consumenten (weer) vertrouwen te hebben in zijn bank. Dat blijkt uit een perceptieonderzoek van EY bij meer dan 32.000 bankklanten in 43 landen. In België blijkt 89 % van de klanten zich te verlaten op zijn bank. Toen de financiële en economische crisis de hele wereld in zijn greep hield, was dat nog anders. J aarlijks voert EY een perceptieonderzoek uit bij bankklanten. Winning through customer experience bundelt de bevindingen en conclusies van de derde survey die eind 2013 plaatsvond. TOEGENOMEN CONSERVATISME Bij het doornemen van het perceptieonderzoek valt meteen het verschil op tussen België en Europa. “Dat klopt”, bevestigt Kurt Cogghe, director EY Financial Services voor Customer Solutions. “Er zijn opvallende verschillen tussen West-Europa en de rest van de wereld en binnen Europa neemt ons land ook een aparte plaats in. In België is het vertrouwen in de financiële industrie nog sterker afgenomen dan elders in de wereld. Daar staat tegenover dat de Belgen wel hun vertrouwen hebben behouden in hun eigen bank.” 18 impulse 15 - EY Belgen hebben dus geen greintje vertrouwen in Wall Street, maar zijn best tevreden over de werking van de eigen grote banken. “Een verklaring hiervoor is natuurlijk dat de grote Belgische banken impulse Volgens het onderzoeksrapport Winning through customer experience waren de klantenervaring en de financiële stabiliteit van de banken van doorslaggevend belang bij het herstel van het vertrouwen in de banksector. Maar het rapport laat ook zien dat de banken nog heel wat werk voor de boeg hebben. niet failliet zijn gegaan tijdens de wereldwijde financiële crisis”, legt Kurt Cogghe uit. Daar staat dan weer tegenover dat de Belgische consument nog wat conservatiever uit de crisis is gekomen. Het internet- en onlinebankieren zijn dan wel doorgebroken (59 % van de Belgen gebruikt het wekelijks tot dagelijks), het algemene negatieve sentiment tegenover de financiële wereld en de argwaan tegenover de nieuwe technologieën blijven groot in ons land. Het mobiel bankieren via tablet of smartphone komt hierdoor niet van de grond, zelfs niet bij generatie Y. ZUINIGE BELGEN VRAGEN PERSOONLIJK ADVIES Vallen de onderzoeksresultaten niet te verklaren door de voorkeur van de Belgen voor persoonlijke contacten met mensen in de vertrouwde lokale bankfilialen? “Louter voor het inwinnen van informatie neemt het belang van de filialen af”, antwoordt Kurt Cogghe. “Maar de consumenten in ons land stellen een vast aanspreekpunt in het bankfiliaal om de hoek nog steeds op prijs. Telefonische contacten en e-mails met die contactpersonen dragen al gevoelig bij tot de klanttevredenheid.” RAPPORT Hoe is uw vertrouwen t.o.v. de bankensector geëvolueerd in de voorbije 12 maanden? Van die contactpersonen verlangen Belgische klanten persoonlijk financieel advies. Helaas zijn zij niet altijd bereid ervoor te betalen. Elders in Europa en de wereld zijn consumenten wel bereid voor dergelijke adviezen centen neer te tellen. “Ook de vergoedingen voor diverse bankservices vinden Belgen moeilijk te accepteren”, vervolledigt Kurt Cogghe. “Die vergoedingen zijn de tweede belangrijkste reden voor de kostenbewuste Belgen om te veranderen van bank.” Toegenomen Hetzelfde gebleven 2013 Afgenomen 2012 Graad van vertrouwen in de voornaamste provider. banken hun klanten beter moeten helpen bij het nemen van financiële beslissingen. Meer persoonlijk advies is noodzakelijk, net als meer bruikbare simulatietools waarmee klanten zelf de effecten van hun beslissingen kunnen visualiseren. “Een derde punt is de klachtenbehandeling”, besluit Kurt Cogghe. “Tot nog toe gebeurde er weinig op dat vlak, omdat banken klachtenbehandeling vaak zien als een kostenplaats. Het onderzoek laat zien dat een goede klachtenbehandeling leidt tot een betere loyaliteit bij de klant.” Volgens Kurt Cogghe kunnen ook grote dienstverleners buiten de financiële industrie relevante conclusies trekken uit dit perceptieonderzoek. “Veel van wat geldt voor banken, geldt vandaag ook voor telecomoperatoren en andere dienstverleners. Dat is ook de reden waarom EY vergelijkbare onderzoeken in andere industrieën uitvoert of in de toekomst zal uitvoeren.” ■ WAARDEVOLLE MARKETINGINFORMATIE Volgens Kurt Cogghe is de sterkste boodschap uit dit onderzoek echter dat Vertrouwen de klantenervaring de doorslaggevende factor is bij de beslissing om al dan niet te veranderen van financiële serviceprovider. Dit was ook al vastgesteld in andere industrieën: als het op loyaliteit aankomt, is de totaalervaring van de klant Volledig vertrouwen Matig vertrouwen belangrijker dan innovatie, kwaliteit of Minimaal of geen vertrouwen kostprijs van het product of de dienst. Hoe kunnen de retailbanken precies die klantenervaring naar een hoger niveau Percentage klanten die enigszins of sterk geïnteresseerd zijn in de volgende vormen tillen? Kurt Cogghe citeert drie kernvan advies: boodschappen uit het rapport. “De eerste boodschap is dat het bankieren duidelijker en eenvoudiger moet worden. Telefonisch met iemand Maak dus het aanbod transparanter en Persoonlijk contact die ik ken bij een afdeling, minder complex. En zorg bovendien voor tijdens de kantooruren een omnichannelervaring. Of een klant zich via een website, Twitter of Facebook informeert over de service van zijn bank, Gebruik van onlinetools voor Telefonisch met iemand in overal moet hij dezelfde informatie aanfinancieel management een callcenter, om het even wanneer treffen. Nu is dat nog niet altijd het geval. Vandaag gebeurt het bijvoorbeeld nog dat het bankfiliaal niet op de hoogte Videochat, van thuis uit blijkt te zijn van een aanbod dat de klant of vanop het werk via e-mail ontving.” De tweede kernboodDe volledige resultaten van de studie ‘Winning through customer experience’ vindt u op www.slideshare.net/EY_Belgium schap is dat + impulse 15 - EY 19 IN CIJFERS Perceptiestudie over competitief karakter van België als investeringsland Naar jaarlijkse gewoonte publiceert EY een rapport over de aantrekkelijkheid van landen voor investeerders. Deze Barometer van de Belgische Attractiviteit behandelt in twee delen de perceptie over de aantrekkelijkheid van investeren in ons land en de reële investeringen. Uit het perceptieonderzoek, waarvoor 200 Belgische bedrijfsleiders bevraagd werden, bleek dat ons land, ondanks de opverende Europese economie, op een kantelpunt staat. Wil het zijn attractiviteit behouden, dan zijn dringend maatregelen nodig. 82% gelooft in een economische relance in België Eerdere EY-rapporten maakten al gewag van een langzaam opverende economie. Het BBP in België zal in 2014 lichtjes stijgen. Die lichtroze kijk op de toekomst zie je ook weerspiegeld in het internationale vertrouwen in ons land. 82 % gelooft dat België de economische crisis goed doorkomt. België scoort met die vertrouwens- 20 impulse 15 - EY index lichtjes beter dan het Europese gemiddelde van 78 %. Het vertrouwen in België is nu opnieuw even groot als in 2007, voor het begin van de economische crisis. Op Europees niveau ligt het vertrouwen in de toekomst ook erg hoog. 54 % van de ondervraagde bedrijfsleiders gelooft dat de aantrekkelijkheid van Europa als investeringsregio de komende drie jaar zal stijgen. De laatste drie jaar daarentegen zijn de investeringen nooit zo laag geweest. Het aantal bedrijfsleiders die niet investeerden, overstijgt het aantal bedrijfsleiders die het wel deden op materiële wijze. 34% 2 1 38% 3 11% Regionale verschillen Niet elke regio in België blijkt even aantrekkelijk voor ondernemers. Net als vorig jaar scoort Brussel het hoogst qua attractiviteit (38 %). Vlaanderen scoort 34 % en Wallonië doet het beduidend slechter met 11 %. Ruim één op de drie ondervraagden kan zijn regiovoorkeur niet aangeven (35 %). In Wallonië gooit vooral het gebrek aan anderstalige arbeidskrachten roet in het eten, en in mindere mate de sterke vakbonden. Vlaanderen heeft zijn goede resultaten dan weer voornamelijk te danken aan de beschikbaarheid van competente medewerkers. Brussel scoort goed door zijn wegeninfrastructuur, ook al zorgt die meteen voor het Brusselse nadeel van het fileleed. Eén op de twee vindt het mobiliteitsprobleem in Brussel een prangende zaak. Voor vier op de tien is het fileleed een belemmerend element bij investeringen in België. Maar bij die cijfers is er nood aan enige nuance. Hoe zit het namelijk met ondernemingen die al in ons land werkzaam zijn? Zien zij de situatie anders? Bij hen ligt Vlaanderen duidelijk beter in de markt met een score van 47 %. Brussel haalt er een attractiviteit van 33 % en Wallonië stijgt er tot 15 %. Hier kan slechts 5 % van de ondervraagden zijn regiovoorkeur niet aangeven. IN CIJFERS Loonhandicap is geen fictie € Naast de belastingdruk vormen de loonkosten de tweede belangrijkste handicap van België. Want terwijl ‘slechts’ 47 % van alle ondervraagden de loonhandicap een probleem vindt, stijgt dat percentage tot 64 % bij de bedrijven die al investeringen in ons land hebben. Een belangrijk deel van de ondervraagden is echter niet voldoende op de hoogte van de maatregelen die de regering heeft genomen om de competitiviteit te verbeteren en de loonlasten te verlagen. Van de 56 % die op de hoogte zijn, meent driekwart dat deze maatregelen nagenoeg niets bijdragen tot een betere competitiviteit. € ICT levert meeste groei Volgens het rapport van EY zal de groei in ons land de komende jaren in eerste instantie komen uit de ICT-sector (36 %), gevolgd door logistiek en distributie (23 %) en de energiesector (22 %). ICT 36% Logistiek & distributie 23% 57% wil verlaging van de belastingdruk Om de trend van dalende investeringen te keren, zijn een aantal dringende acties nodig, zo blijkt uit het rapport. In allereerste instantie – niets nieuws onder de zon – moet de belastingdruk naar beneden, vindt 57 % (vorig jaar was dat maar 35 %, een frappant verschil). Een tweede dringende maatregel is de verlaging van de patronale kosten (51 %, vorig jaar 46 %). Opvallend is dat de negatieve indruk over de belastingdruk die over de loonkosten dit jaar overstijgt. Van de bedrijven die al in ons land gevestigd zijn, ervaart zelfs 63 % die druk als problematisch. In dit artikel wordt slechts het eerste deel van de studie met de perceptieresultaten behandeld. Het tweede deel toont de reële investeringen en wordt eind mei beschikbaar. Het rapport is raadpleegbaar via www.ey.com/be en op de SlideShare-account www.slideshare.net/ EY_Belgium. ? Onbekend is onbemind Het is wel schrikken geblazen, als we zien hoe buitenlandse ondernemingen die nog niet eerder in ons land investeerden, naar België kijken. Daar scoort Vlaanderen amper 16 %, Wallonië slechts 5 % en Brussel gaat met het beste imago lopen: 44 %. Het regionale karakter van België baart buitenlandse investeerders zorgen. Onbekend is hier duidelijk onbemind. Eén op de vijf ondervraagden heeft plannen om in ons land te investeren. 76 % heeft zulke plannen niet, en dat is slecht nieuws, want vorig jaar lag dat aandeel maar op 68 %. Dat resultaat wijst niet meteen op een ommezwaai in de goede richting. Het aantal investeringen is de laatste drie jaar gedaald, en dat is een alarmerende trend, aldus het rapport. Energie 22% + Meer informatie? Contacteer Herwig Joosten op +32 (0)2 774 93 49 – [email protected] impulse 15 - EY 21 CFO BAROMETER Klaar voor de rapportering van morgen? Hoe beoordeelt u de accountingpolicy en -procedures binnen uw organisatie? Barometer over de kwaliteit van rapporteringsprocessen geeft gevarieerd beeld 16,7% Zeer goed 61,7% Goed Uit de CFO Barometer over rapportering blijkt dat de meeste ondervraagde CFO’s best tevreden zijn over de manier waarop de rapportering in hun organisatie verloopt. Maar zodra men zich op minder bekend terrein begeeft – denk aan internationalisering of een acquisitie – lijken de financiële directeurs er minder gerust op. Wil de CFO zich goed voorbereiden op de rapportering van de toekomst, dan moet hij daar nú werk van maken. Dat blijkt uit een gesprek met Martine Blockx, Nicolas Valette en Koen Van Haudt van EY België. D e bevraging over de kwaliteit van de rapporteringsprocessen gaat erg gedetailleerd in op verschillende aspecten van de manier waarop ondernemingen aan de stakeholders rapporteren. Martine Blockx, vennoot, Nicolas Valette, director en Koen Van Haudt, senior manager bij EY België, onderscheiden in de barometer drie types vragen. Blockx: “Een eerste groep vragen handelt over de meer routineuze rapportering. Zeg maar de rapportering in geval van een stabiel businessmodel of stabiele markt. Een tweede groep vragen zoomt in op de rapporteringen bij veranderingen. Denk aan overnames, expansie naar het buitenland of intrede van nieuwe investeerders. Een derde groep vragen focust op de processen die met de rapportering verband houden en de manier waarop bedrijven de noodzakelijke data verzamelen.” In eerste instantie kijken we dus naar de 22 impulse 15 - EY 16,7% Voldoende 5% Slecht Hoe beoordeelt u de voorbereiding en procedures om boekhoudkundige vraagstukken op te lossen na een fusie of overname? 11,7% Slecht 3,3% Zeer goed 1,7% meer ‘routineuze’ rapportering. Uit de resultaten blijkt dat de ondervraagde CFO’s hierover tevreden tot zeer tevreden zijn. Van Haudt licht toe: “Op het eerste gezicht merk je erg vaak ‘gemiddelde’ scores in deze barometer. Maar voor de vragen over de routineuze rapporteringsvormen zijn de CFO’s Zeer slecht 38,3% Goed 45% Voldoende Hoe beoordeelt u de automatisatie van het datacollectieproces doorheen de organisatie? 3,3% Zeer slecht impulse In deze CFO Barometer zoomt EY België in op de manier waarop ondernemingen rapporteren. Hoe moeilijker de economische situatie, hoe complexer de rapportering wordt, en hoe meer ruimte tot verbetering er te merken valt. 20% 6,7% Zeer goed Slecht 30% 40% Goed Voldoende over het algemeen tevreden tot zeer tevreden. We moeten natuurlijk voorzichtig zijn bij zo’n steekproef, maar toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen CFO BAROMETER dat dit optimisme niet altijd gerechtvaardigd is. Geregeld blijkt in de realiteit dat ondernemingen nog worstelen met het tijdig verzamelen van relevante gegevens, waardoor de analyses die gemaakt worden niet altijd het beoogde niveau halen. Je kunt je dan afvragen hoe accuraat je op de uitgevoerde analyses goede strategische beslissingen kunt baseren. Het lijkt me dat enige terughoudendheid geboden is om het optimisme over de ‘routineuze’ rapporteringen te veralgemenen naar alle ondernemingen.” Valette: “Een ander voorbeeld kan gegeven worden over de rapportering conform IFRS. We weten dat de verplichtingen die hiermee gepaard gaan heel uitgebreid en complex kunnen zijn en vaak vereisen dat op het niveau van de groep duidelijke keuzes worden gemaakt rond de implementatie in de rapportering. Vaak ontbreekt nog het kader dat de consistente toepassing, door bijvoorbeeld buitenlandse dochterbedrijven, garandeert en opvolgt.” Van Haudt: “Ook sommige niet-genoteerde bedrijven die onder het vertrouwde BEGAAP rapporteren en activiteiten in het buitenland hebben, hanteren vaak nog een zeer pragmatische oplossing om tot een geconsolideerde rapportering te komen. Ik stel vast dat sommige van deze ondernemingen bijvoorbeeld niet over een ‘accounting manual’ beschikken waarin richtlijnen opgenomen zijn die de verwerking en rapportering van bepaalde transacties harmoniseren. In dergelijke omstandigheden wordt het moeilijk om de prestaties van verschillende regio’s op een consistente basis te vergelijken.” Wellicht komt dat door de focus die de laatste jaren op ‘cost cutting’ en ‘cash flow management’ lag. Volgens Valette hebben ondernemingen daardoor de neiging om wat in hun ogen niet prioritair is van zich weg te duwen. Issues die met rapportering te maken hebben, horen daar dan Martine Blockx • vennoot EY Bedrijfsrevisoren • audit remediation, IFRS, IPSAS & consolidation advisory services, benchmarking & performance indicators advisory services “De nood aan snelle en accurate informatie verhoogt continu op alle stakeholderniveaus.” MARTINE BLOCKX bij. Martine Blockx vult aan: “Dat is jammer, want de nood aan snelle en accurate informatie verhoogt continu op alle stakeholderniveaus. Data, cijfers, informatie: ze zijn nodig om goed onderbouwde strategische beslissingen te nemen.” Bij de vragen over meer courante rapporteringspraktijken blijkt ook dat benchmarking, automatische datacollectie en budgetteringsprocessen gebieden zijn waar nog behoorlijk wat ruimte voor verbetering is. Dat kan er volgens Blockx, Van Haudt en Valette op wijzen dat eerder Nicolas Valette • director EY Bedrijfsrevisoren • consolidation & controlling, IFRS, internal control, carve-out processes, cost accounting kleinere ondernemingen de barometer vervolledigd hebben. Zij hebben enerzijds beperktere middelen om dergelijke rapportering op te stellen en ervaren een minder grote nood deze te implementeren. Grote en groeiende ondernemingen zijn zich al langer bewust van het belang van deze elementen bij rapportering. GEEN VERRASSING Als het over rapportering in situaties van veranderingen gaat, blijkt dat de CFO’s middelmatig tot onvoldoende tevreden zijn. Die respons vinden Blockx, Van Haudt en Valette geen verrassing. Blockx: “Ondernemingen hebben lange tijd moeten focussen op kostenreductie. Daardoor hebben ook de financiële departementen aan slagkracht moeten inboeten. Anderzijds is de vraag naar meer en accuratere informatie blijven stijgen. Voeg die twee bewegingen samen, en je hoeft je niet te verwonderen dat de CFO’s in deze context minder tevreden tot ontevreden zijn. Om professioneel te rapporteren in tijden van fusies, overnames en internationalisering, heb je natuurlijk de nodige ervaring in huis nodig. Het is niet makkelijk om p impulse 15 - EY 23 CFO BAROMETER EY helpt u bij veranderingen en complexiteit inzake rapportering p de verschillende verwachtingen van diverse stakeholders over rapportering goed te integreren. Binnen een raad van bestuur kan je makkelijk verschillende ideeën hebben over hoe je moet rapporteren en hoe je met die resultaten toegevoegde waarde voor je business kunt creëren. Van Haudt: “De vaardigheden die daarvoor nodig zijn, haal je niet zomaar op één, twee, drie binnen. Hoewel we ook hier weer voorzichtig moeten zijn en niet te snel mogen veralgemenen. In onze dagelijkse praktijk zien we voldoende voorbeelden van bedrijven die wél goed voorbereid zijn om hun expansie goed te rapporteren.” Meest opvallend is de ontevredenheid over de integratie in bestaande rapporteringsprocessen bij acquisities. Blockx: “Bij overnames wordt het financeteam vaak nog te weinig betrokken bij de inte- “Het financeteam moet een businesspartner worden.” NICOLAS VALETTE Koen Van Haudt • senior manager EY Bedrijfsrevisoren • managementrapportering, contract accounting, consolidation & controlling effectief realiseren en indien nodig tijdig kunt bijsturen. Op dat moment kan finance een toegevoegde waarde bieden om de acquisitie succesvol te maken.” BUSINESSPARTNER Een derde reeks vragen in de barometer gaat over de procedures die bij rapportering worden gevolgd. Ook hier blijkt weer ruimte voor verbetering. Het vergaren van grote hoeveelheden betrouwbare gegevens lijkt daarbij de achillespees te zijn. Valette: “Het financeteam moet zich aanpassen aan de groeiende vraag naar big data. Alle stakeholders willen uit die grote hoeveelheden data dié informatie halen die hen kan helpen bij het nemen van goede beslissingen. Het risico bestaat dat de financiële diensten van bedrijven niet tijdig de juiste tools voorhanden hebben om die data efficiënt te verzamelen en er goed mee om te springen.” Blockx: “Om goed te rapporteren, heb je vooral betrouwbare data nodig. De tijd dat je al- Aandeelhouders, toezichthouders en beroepsorganisaties hechten in toenemende mate belang aan de wijze waarop de financiële positie van ondernemingen tot stand komt en wordt gerapporteerd. Dit klimaat leidt tot ingrijpende veranderingen binnen het gehele stelsel van verslaggevingsregels. Daarnaast streven ondernemingen ernaar om hun bedrijfsvoering verder te optimaliseren en lopen zij tegen complexe verslaggevingsvraagstukken aan bij fusies, overnames, beursintroducties en carve-outprocessen. Ons team helpt CFO’s, auditcomités en andere financiële managers bij de diverse aspecten die bij bovenstaande veranderingen komen kijken. leen maar een P&L op gezette tijdstippen moet rapporteren, ligt al lang achter ons.” Valette vult aan: “Het financeteam moet een businesspartner worden. Een partner die met het leveren van betrouwbare en tijdige informatie de business helpt om te groeien en de interne controle vooruithelpt. Uit de enquête blijkt duidelijk dat de ondervraagden beseffen dat ze vaak nog de juiste tools daartoe missen.” Globaal komt uit de CFO Barometer één grote nood naar voren: om in de toekomst professioneel te kunnen rapporteren aan alle stakeholders – de juiste informatie op het juiste moment aan de juiste partijen communiceren om hen daardoor in hun business vooruit te helpen – moet het financeteam tot businesspartner evolueren. En daarvoor heb je de juiste expertise in je financeteam nodig. Het gaat om expertise die je niet in één dag verwerft. CFO’s die proactief denken en hun team daarrond uitbouwen, kunnen daar het verschil maken. ■ gratie na de acquisitie en is hun inbreng beperkt tot de ‘pre-closing’, onder meer tijdens de fase van de ‘due diligence’. Eenmaal de acquisitie voltrokken is, vermindert de rol van finance in de integratie, en verschuift de klemtoon naar andere spelers binnen het bedrijf, zoals operations en sales. Het is op zulke momenten nochtans cruciaal dat een goede rapportering snel aanwezig is, zodat je kunt opvolgen dat bijvoorbeeld Meer informatie? Contacteer Martine Blockx op +32 (0)2 774 94 31 - [email protected] of Koen Van Haudt op de verwachte +32 (0)2 774 64 14 – koen. [email protected] of Nicolas Valette op +32 (0)2 774 95 21 – [email protected] synergiën zich + 24 impulse 15 - EY EXPERT Tax 2.0 Fiscale uitdagingen van een digitale economie Door de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën worden internationale fiscale concepten en nationale belastingregimes voor een reeks nieuwe uitdagingen gesteld. H istorische fiscale concepten, ontwikkeld in een tijd waarin de economie enkel draaide rond tastbare activa, dienen te worden toegepast op een digitale economie die voornamelijk wordt gedreven door immateriële activa. Businessmodellen gebouwd rond cloudcomputing, digital currencies, mobile payments ... bevinden zich in een fiscale schemerzone. Brengt de toekomst duidelijkheid? bijkomende aangifte- en rapporteringsverplichtingen oplopen (bv. belastbare aanwezigheid door middel van een vaste inrichting). Hun afnemers blijven echter niet buiten schot en kunnen bijvoorbeeld verantwoordelijk gesteld worden voor het inhouden en doorstorten van een voorheffing of zelf een belastbare aanwezigheid uitlokken in het buitenland. HOE KUNNEN ONDERNEMINGEN ZICH BESCHERMEN? Door geen rekening te houden met de fiscale gevolgen, stellen ondernemingen zich bloot aan onder meer druk op de winstmarges, bijkomende administratieve verplichtingen en zelfs reputatieschade. Om deze nadelige gevolgen te vermijden, doen ondernemingen die actief zijn in een digitale economie er dan ook goed aan om hun fiscale afdeling te betrekken bij het opstellen en ondertekenen van contracten, zodat de fiscale gevolgen kunnen worden geanalyseerd en gedocumenteerd. Peter Moreau • vennoot EY Tax Consultants • international tax services Ken Lioen • manager EY Tax Consultants • international tax services dernemingen actief binnen deze digitale economie grondig onder de loep worden genomen. Verschillende initiatieven lijken alvast de locatie waar de economische waardecreatie plaatsvindt of waar de afnemers van een dienst zich bevinden naar voren te schuiven als nieuwe fiscale nexus. Dit is alvast werkelijkheid geworden wat betreft de btw. Vanaf 2015 zal de btw (in een b2c-context) voor een Europese dienstverstrekker niet langer verschuldigd zijn in de eigen lidstaat, maar in de lidstaat van de afnemer. ■ In deze moderne economie wordt het steeds minder duidelijk hoe producten de consument bereiken en waar de toegevoegde waarde tot stand komt. Dit roept vragen op omtrent o.a. de fiscale nexus WAT BRENGT DE TOEKOMST? (bv. vaste inrichting), de fiscale kwalificaBinnen EY werden reeds enkele publiDoor nieuwe initiatieven (o.a. het Base tie van een inkomen (bv. royalty) en evencaties opgesteld die dieper ingaan op Erosion and Profit Shifting Report van de tuele mismatches in een internationale de bovenstaande problematiek. In het OESO waarvan het eerste actiepunt becontext, de btw-gevolgen, transfer pricing kader van cloudcomputing verwijzen we trekking heeft op de digitale economie – (bv. gebundelde diensten, toewijzen van graag naar onze Cloud Computing Tax een discussion draft werd gepubliceerd op opbrengsten), enz. Guide (www.ey.com/cloudtaxguide) en de brochure Cloud Taxation Issues 24 maart 2014 –, de European Cloud ComEen onjuiste inschatting van de fiscale beand Impacts. puting Strategy van de Europese Commishandeling kan belangrijke gevolgen hebsie ...) zullen de businessmodellen van onben. Dienstverleners zullen in de eerste plaats getroffen worden door druk op hun prijsMeer informatie? Neem contact op met Peter Moreau op +32 (0)2 774 91 87 – [email protected] zetting (bv. impact van of met Ken Lioen op +32 (0)774 95 26 - [email protected] btw), maar kunnen ook + impulse 15 - EY 25 CASE #2 Topline groei via investering in kwaliteit en marketing Private equity opent nieuwe perspectieven voor lokale merken bij Continental Foods Wanneer wij bij Continental Foods aankomen, worden de logo’s van de vorige eigenaar net vervangen door het nieuwe merkbeeld. Het gaat snel sinds CVC Capital Partners dit bedrijf overnam van de vorige Amerikaanse eigenaar. De baseline ‘Where local brands thrive’ vat de nieuwe bedrijfsstrategie kernachtig samen en voorspelt veel goeds voor merken als Devos Lemmens, Royco, Liebig, Imperial, Lacroix en Déli Soup. de medewerkers zijn cruciale succesfactoren. Gelukkig is hier een uitstekend team aan het werk dat al vele jaren successen boekt met een indrukwekkende reeks sterke merken.” Maar de nieuwe CEO is uiteraard niet blind voor de verbeterpunten van Continental Foods. “De focus van deze onderneming kan beter”, oordeelt hij. “Soms lag de focus onvoldoende op de corebusiness. Tot nog toe wilde deze onderneming heel veel dingen tegelijk doen, waardoor er in een groot aantal uiteenlopende activiteiten slechts een klein beetje werd geinvesteerd. Ik ben ervan overtuigd dat wij beter gaan voor de ‘game changers’, voor de activiteiten waar wij echt een verschil kunnen maken.” De strategie die Xavier Belison wil volgen, is gefocust op topline groei via investering in kwaliteit en marketing, in samenspraak met de specifieke noden van iedere klant-retailer, naast een verdere stroomlijning van de operaties. “Wij willen avier Belison werd door CVC aangetrokken als CEO investeren in onze merken, want zij bepalen de waarde van het voor Continental Foods (voorheen Campbell Europe). bedrijf. Het marketingbudget wordt Volgens deze 48-jarige Fransdan ook substantieel verhoogd”, verman is het CVC-team helemaal geimpulse Continental Foods duidelijkt Belison. focust op het succes van de nieuwe “Bij de uitvoering van de strategie gaan onderneming en werkt hun enthousiwerd recent overwe ook voor een drastische versnelling asme aanstekelijk. genomen door CVC Capital van het beslissingsproces. Waar vroePartners en trok Fransman Xavier ger de beslissingen door het hoofdkanINVESTEREN IN GROEI VAN Belison aan als nieuwe CEO. Hij is toor van Campbell in de VS moesten STERKE MERKEN niet blind voor mogelijke verbeworden goedgekeurd, beslissen we nu Voor CVC Campbell Europe overnam, terpunten. Zo vindt hij dat de foin enkele dagen in plaats van weken. werd de onderneming grondig doorgecus nog meer op de corebusiness In lijn hiermee geven we ook meer verlicht. “Cijfers zijn natuurlijk belangrijk mag worden gericht. antwoordelijkheid terug aan de landen voor een private equity-investeerder”, zelf voor het managen van hun eigen geeft Xavier Belison toe. “Maar ook ‘local heroes’.” de bedrijfscultuur en de kwaliteit van X 26 impulse 15 - EY CASE #2 In een aantal Europese landen werd er de voorbije jaren door Campbell US onvoldoende geïnvesteerd in de merken, waardoor opportuniteiten niet of niet snel genoeg werden benut. Het Duitse merk Erasco – stoofschotels in blik – blijkt een markant voorbeeld te zijn. Meer dan 80 % van de 82 miljoen Duitse consumenten kent het merk en houdt ervan. “We moeten onze merken weer aantrekkelijk, zichtbaar en alomtegenwoordig maken.” XAVIER BELISON Erasco is dus een van de schone slaapsters van Continental Foods. Het volstaat die merken terug wakker te maken – via een investering in marketing bijvoorbeeld – om additionele omzet te genereren. “Wij moeten onze merken weer aantrekkelijk, zichtbaar en alomtegenwoordig maken”, vindt Xavier Belison. “Het mooie aan sterke merken is dat een hogere prijs weinig mensen afschrikt. Een topmerk mag duurder zijn dan een privatelabelmerk, zolang de kwaliteit en de communicatie de meerprijs kunnen verantwoorden. Onze merken moeten dus top of mind zijn, zoals Devos Lemmens en Royco dat vandaag al zijn in België. De waarde van de onderneming wordt bepaald door de nauwe band tussen de lokale consumenten en de lokale merken, vandaar onze nieuwe baseline: ‘Where local brands thrive’.” DE NIEUWE EIGENAAR ZORGT VOOR OPWINDING De medewerkers van Continental Foods reageerden met een mengeling van opwinding en onzekerheid op het nieuws van de overname door CVC. Mensen zijn altijd op hun hoede als ze met een nieuwe werkgever worden geconfronteerd. Maar naast de vragen over het onbekende, ontstond al gauw ook een gevoel van opwinding en enthousiasme. Want het nieuwe management bleek – in overleg met de PEinvesteerder – een radicaal andere koers te varen dan zijn Amerikaanse voorgangers. “Samen met de PE-investeerder bepaalden wij een tijdshorizon waarbinnen onze plannen resultaten moeten opleveren”, vervolgt Xavier Belison. “Het gaat typisch om een periode van vijf jaar, maar het kan ook korter of langer worden. Dat typeert de aanpak van een PE-partner als CVC. Hoewel ze vaak het tegendeel beweren, denken beursgenoteerde bedrijven p impulse 15 - EY 27 CASE #2 Wie is Xavier Belison? p in kwartalen. Dus schrikken zij er niet voor terug om drastisch in het marketingbudget te snoeien om goede kwartaalcijfers te kunnen voorleggen. Wij willen uiteraard ook goede kwartaalcijfers voorleggen, maar snoeien in het marketingbudget tijdens het lopende seizoen doen we niet, omdat die investering belangrijk is voor de toekomst van het bedrijf. Wij zorgen wel voor een efficiënte kostenstructuur om net extra middelen vrij te maken voor investeringen in kwaliteit en innovatie, en zo waarde op lange termijn te creëren. Op het eerste gezicht lijkt de aanpak van een private equity-investeerder nagenoeg dezelfde als die van een beursgenoteerd bedrijf, maar de onderliggende concepten zijn totaal verschillend. Ik leg de lat hoog voor mezelf en mijn medewerkers, omdat ik resultaten wil kunnen voorleggen, niet om aandeelhouders te sussen.” Xavier Belison heeft duidelijk moeite met het idee dat er via besparingen geld zou worden opzijgezet om de bottomline op te smukken. “Dan denk je eenzijdig op korte termijn, creëer je geen waarde en stel je hoogst waarschijnlijk noodzakelijke ingrepen uit”, oordeelt hij scherp. “Ik wil onze klanten alleen maar laten betalen voor zaken die waarde creëren. Wat geen waarde creëert, moet er onherroepelijk uit. Dat kan in een private equityomgeving, omdat onze middelen worden geherinvesteerd in het bedrijf in plaats van er dividenden mee uit te betalen.” GEFASEERDE AANPAK Het plan dat de CEO in samenspraak met CVC voor Continental Foods heeft ontwikkeld, verloopt in fasen. In een eerste fase ligt de nadruk op ‘getting the basics right’. Daarna volgt de fase waarin de operational efficiency wordt verbeterd, om zo de merken en de topline te laten groeien. Bij de uitvoering van dat strategische plan kan het management van Continental Foods rekenen op de steun en ervaring van de leden van de raad van bestuur en de operationele adviseurs van CVC, dit telkens op vraag en ter ondersteuning van het management zelf. “Die mensen hebben massa’s waardevolle ervaring opgedaan in zeer uiteenlopende industrieën”, weet Xavier Belison. “Ze helpen portfoliobedrijven van CVC bij de optimalisering van hun bedrijfsprocessen. Daarbij kunnen we rekenen op hun globale landennetwerk: in alle landen waar we actief zijn, kunnen we een beroep doen op lokale mensen met de nodige ervaring en contacten. Het feit dat CVC een dergelijk team op de been heeft gebracht, bewijst dat een private equity-partner meer is dan alleen maar een financiële investeerder.” Over hoe de exit van CVC uit Continental Foods er kan uitzien, wil hij zich niet uitspreken. “Het project is pas begonnen en ik 28 impulse 15 - EY Xavier Belison werd geboren in Lille, Frankrijk, in een familie met Belgische vertakkingen. Hij is 48, getrouwd en heeft vier kinderen. Hij begon zijn loopbaan in een commerciële functie bij Mars Inc, waar hij 20 jaar lang werkte en het bracht tot general manager en uiteindelijk ook managing director. In 2006 werd hij managing director voor Heineken Centraal Europa. In die functie coördineerde hij alle activiteiten in 12 landen. Via organische groei en acquisities deed hij de omzet stijgen van 550 miljoen euro tot bijna 1 miljard euro in amper vier jaar tijd. In 2010 werd hij CEO van Grupa Zywiec, een beursgenoteerd Pools bedrijf waarin Heineken belangen heeft. Net geen vier jaar later zocht CVC hem aan om voor hen Continental Foods te leiden. Branching out: private equity creëert blijvende waarde Het verhaal van Continental Foods is een perfecte illustratie bij ‘Branching out’, de zevende aflevering in een reeks studies van EY over de wijze waarop private equity-partners waarde creëren in de bedrijven waarin zij participeren. Een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek is immers dat PE-partners rendement bieden aan investeerders door blijvende waarde te creëren in plaats van leverage. Dat is hier zeker het geval. Marc Guns: “De nieuwe organisatiestructuur van Continental Foods is gericht op waardecreatie. Het oogmerk is de business te laten groeien door de efficiëntie te doen toenemen. Hier is kostenbeheersing in de eerste plaats een methode om middelen vrij te maken waarmee de positie van de merken kan worden versterkt.” CVC betaalde 400 miljoen voor het huidige Continental Foods. In ‘Branching out’ stellen de experts vast dat het PE-model de grootste waardecreatie garandeert voor deals tussen 150 en 500 miljoen euro. Dat ziet er dus goed uit voor Continental Foods. U vindt het rapport terug op www.ey.com/be. ben ervan overtuigd dat het hele team van Continental Foods en CVC eerst nog veel waarde zal creëren voor alle stakeholders. Wij zijn gefocust op de noden van de consument en onze klanten-retailers. Daarna zien we wel. Maar momenteel interesseert de rit mij nog veel meer dan de eindmeet.” ■ EXPERT De menselijke kant van strategierealisatie Bij EY helpen we organisaties bij het zoeken naar antwoorden op de sterk veranderde marktomstandigheden waarmee ze geconfronteerd worden. Snel scherpe strategische keuzes maken en die zonder dralen implementeren, blijkt keer op keer de bepalende factor die de koplopers onderscheidt van de rest. Maar wat beïnvloedt nu die ‘verandercapaciteit’ van organisaties? Drie factoren en vooral de manier waarop ze elkaar versterken, zijn cruciaal. Mieke Gielis O rganisatiestructuren groeien organisch en hebben de eigenschap na verloop van tijd als het ware te verkalken. Vaste gewoontes (‘we hebben het altijd al zo gedaan’) tasten het reactievermogen aan en beperken de creativiteit. Leiders stellen zich te weinig vragen bij de impact van deze organisatiestructuren op de resultaten en op het vermogen om echt ruimte te bieden aan talent, duurzaam te kiezen voor innovatie en/of een uitmuntende klantenservice. ORGANIZATION STRUCTURE – FOCUSSEN OP WAT ER ECHT TOE DOET Om te vermijden dat organisatiestructuren en gewoontes vastroesten, raden we onze cliënten aan om bij significante strategische koerswijzigingen, veranderingen in de markt, sterke groei of plotse stagnering, de organisatiestructuur grondig door te lichten. In veel gevallen volstaat een ‘quick assessment’ om de belangrijkste pijnpunten in kaart te brengen. Zo kan men gericht werken aan een innovatieve organisatiestructuur die het talent in de organisatie toelaat te focussen op wat er echt toe doet. ORGANIZATION READINESS – DE JUISTE PERSOON OP DE JUISTE PLAATS De juiste persoon op de juiste plaats inzetten, is in dit kader de volgende uitdaging waarmee leiders worden geconfronteerd. Hoe beter organisaties inschatten welke competenties zullen bijdragen aan de realisatie van de doelen, hoe beter ze gericht deze competenties kunnen aantrekken, ontwikkelen en structureel verankeren. Strategische personeelsbehoefteplanning op middellange en lange termijn laat in dit kader toe om opportuniteiten te creëren bij uitstroom en normale turnover in het personeelsbestand. ORGANIZATION ALIGNMENT – ER SAMEN VOOR GAAN Kunnen is één ding, willen is nog iets anders. Zonder een sterke leidende coalitie en maximale buy-in van de betrokken medewerkers werd nog geen enkele strategie gerealiseerd. Veranderingsmanagement is in dit kader allang geen zaak meer van ‘telling & selling’. De toegenomen com- + • senior manager EY Advisory • people & organizational change plexiteit en frequentie van veranderingen vraagt om een duurzamere aanpak. Enkel door veranderingsmanagement los te koppelen van individuele projecten en het te zien als een dynamisch en continu proces gericht op de ontwikkeling van de mentale flexibiliteit die nodig is om te verbeteren en te innoveren, kunnen duurzame resultaten worden bereikt. De drijvende kracht hierbij is een duidelijke visie en een totaalbeeld op de organisatie van de toekomst in al haar facetten. Dit beeld wordt bij voorkeur ‘gecocreëerd’ met alle betrokkenen, uiteengerafeld in concrete projecten en gerealiseerd door mobiele en snel evoluerende communities of practice. Faciliterende en inspirerende leiders kunnen bij dit proces toegevoegde waarde creëren uit verschillen en diversiteit. Een doordacht performancemanagementsysteem zorgt ten slotte voor de gepaste ondersteuning en verankering van de resultaten. ■ Meer informatie? Contacteer Mieke Gielis op +32 (0)2 774 98 20 – [email protected] impulse 15 - EY 29 EXPERT Data met een bestemming Big data zouden weleens de toekomst kunnen zijn voor het bedrijfsleven, maar dan moeten ondernemingen ze wel analyseren, begrijpen en erin investeren om de vruchten ervan te plukken. D oor de opkomst van de digitale economie is de hoeveelheid geproduceerde gegevens fors toegenomen. Ondernemingen worden zich stilaan bewust van de enorme mogelijkheden die big data bieden om hun bedrijfsresultaten te verbeteren. Over de technologie beschikken is echter één zaak, weten wat je ermee moet aanvangen, is iets helemaal anders. Slechts een beperkt aantal ondernemingen heeft momenteel een ondernemingsstrategie in verband met big data. En dat ondanks het feit dat ondernemingen die big data gebruiken, hun concurrenten binnenkort ver achter zich zullen laten. “De mogelijkheden om ongestructureerde data te benutten, zijn vrijwel onbeperkt”, aldus Ingmar Christiaens, vennoot EY Advisory. “Het kan echter een uitdaging zijn om organisaties en mensen tot flexibiliteit aan te zetten en hen te doen inzien hoe ze deze tools moeten gebruiken.” ANALYSE Het is een van de grootste uitdagingen voor ondernemingen om wijs te geraken uit de enorme hoeveelheden aan data die enerzijds worden voortgebracht door de traditionele bedrijfsactiviteiten zoals feedback van klanten, verzeke- 30 impulse 15 - EY ringsclaims en relationele databases en anderzijds door nieuwe bronnen zoals e-mails, tweets en andere sociale media. “Bij het analyseren van big data gaat het er grotendeels om informatie uit verschillende systemen te halen en die vervolgens samen te brengen”, zegt Ingmar Christiaens. Het is daarbij van essentieel belang die data zo nauwkeurig mogelijk “De mogelijkheden om ongestructureerde data te benutten, zijn vrijwel onbeperkt.” INGMAR CHRISTIAENS te analyseren. Daarom zijn ondernemingen de gebruikelijke tools voor databases en warehousemanagement nu aan het afbouwen. Ze vervangen die door nieuwe en krachtigere technologieën waarmee in data patronen kunnen worden opgespoord, zoals financiële transacties, het menselijk gedrag en bedrijfsovernames. “Er zijn enkele grondige verschillen tussen de manier waarop wij nu data analyseren en hoe wij dat vroeger deden”, weet Christiaens. “Wij moeten nog steeds traditionele methodes toepassen, maar nu hebben wij veel meer data om mee te werken. Dat vereist dan weer een veel meer verfijnde en doelgerichte analyse, waarmee wij veel meer inzicht kunnen verwerven.” KLANTENSERVICE Deze ongekende hoeveelheid aan data stelt ondernemingen in staat nauwkeuriger te voorspellen en te plannen. Het helpt hen ook waardevolle inzichten te verkrijgen in het gedragspatroon van hun klanten – inzichten waarmee ondernemingen beslissingen kunnen nemen die hun merken versterken, hun inkomsten doen stijgen en de tevredenheid van de klanten verhogen. “Big data kunnen je een effectief concurrentievoordeel verlenen, want ze helpen je om sneller en beter te beslissen”, aldus Christiaens. “Zo kan een onderneming met behulp van big data een verandering in het gedrag vaststellen waaruit blijkt dat de klanten klaar zijn om te kopen en hen dan datgene aanbieden wat zij willen”, stelt hij. Het analyseren van big data onderbouwt niet alleen de klantentrouw, het kan ondernemingen ook helpen zowel hun interne personeelsbezetting als hun communicatiesystemen te verbeteren. Zo kunnen ondernemingen meer inzicht krijgen in de motivatie van hun perso- EXPERT Vier hinderpalen Door de enorme hoeveelheden aan data spreekt het voor zich dat er uitdagingen zullen optreden. Ondernemingen moeten een informatiebeleid hebben dat toelaat om betere beslissingen te nemen en bedrijfsdoelen sneller te verwezenlijken. Om het beste uit big data te halen, moeten ondernemingen vier grote hindernissen overwinnen: 1 Data beheren Data beheren in realtime zou weleens de grootste uitdaging kunnen blijken voor al wie big data gebruikt. Een andere denkrichting binnen ondernemingen zou de oplossing kunnen zijn om dit aan te pakken. “Traditioneel waren analyses zeer gestructureerd en werden ze binnen de organisaties uitgevoerd. Ondernemingen leren nu stilaan om flexibeler te zijn bij het hanteren van analyse-instrumenten”, aldus Christiaens. Als ze dat niet doen, zou hen dat zuur kunnen opbreken. 2 Beveiligd blijven Ingmar Christiaens • vennoot EY Advisory • big data, analytics, performance management en business intelligence neel, de redenen voor het personeelsverloop en de voordelen van opleidingen of algemene mobiliteit. Door analyses in verband met het personeel te bestuderen, kunnen ondernemingen te weten komen waarom hun mensen vertrekken. Door geavanceerde statistische analyses en gestructureerde gegevensrelaties tussen variabelen aan te wenden, kunnen ondernemingen het personeelsverloop dan ook effectief reduceren. Voor ondernemingen die met data omgaan, vormt beveiliging een topprioriteit. “Het risico bestaat dat klanten hun vertrouwen in een onderneming verliezen wanneer zij vinden dat ze hun privacy schendt en hun persoonlijke gegevens misbruikt om waarde te creëren”, weet Christiaens. “Ondernemingen die big data willen gebruiken, zullen erop moeten toezien dat ze die data op een verantwoorde manier gebruiken, of ze zouden weleens klanten kunnen wegjagen.” Data beveiligen kan ondernemingen ook geld uitsparen, want inbreuken in verband met gegevens, zoals kwaadwillige aanvallen of systeemstoringen, kunnen duur uitvallen. 3 De gehele waarheid “Het is natuurlijk een van de grootste uitdagingen om big data niet overmatig te interpreteren en niet méér betekenis af te lezen uit de resultaten dan er werkelijk in zit”, stelt Christiaens. “Wij kennen niet altijd het waarheidsgehalte van big data. Het gaat immers om in hoge mate ongecorrigeerde data. Aangezien het, door hun aard, een directe weergave in realtime kan betreffen, zijn die data vaak niet gevalideerd.” 4 Het personeel bijeen krijgen Geschikt personeel vinden is een van de grootste obstakels die ondernemingen zullen moeten overwinnen. “Om big data te kunnen exploiteren en ophefmakende analyses af te leveren, is een ander stel vaardigheden noodzakelijk dan diegene die nodig zijn om enkel traditioneel gestructureerde bestanden te onderzoeken”, aldus Christiaens. e-mails diepgaand te analyseren, waarbij je zoekt naar patronen die zouden kunnen wijzen op iets abnormaals.” Data analyseren kan bijvoorbeeld dienstverlenende financiële bedrijven helpen om hun blootstelling aan risico’s, zoals fraude of dubieuze vorderingen, te beoordelen. lyseren en dan uitzoeken hoe ze hun onderneming kunnen helpen. “Hoe je op een efficiënte manier waarde uit big data kan halen, wordt nog niet volledig begrepen. Het is onze taak klanten te helpen om betere beslissingen te nemen en de waarde van big data voor hun organisaties te verhogen.” Het zou voor ondernemingen in alle sectoren een zware fout zijn big data te negeren. Of zoals Christiaens zegt: “De komende 10 jaar zullen big data elk aspect van het bedrijfsleven en elke sector beïnvloeden en hervormen.” ■ RISICOBEHEER Een tweede belangrijk voordeel dat big data aan ondernemingen bieden, is de mogelijkheid om risico’s tot een minimum te beperken. “Dankzij big data kun je veel doelgerichter en geconcentreerder NAAR DE TOEKOMST KIJKEN te werk gaan in je analyse”, zegt ChristiDe ROI van big data kan zeer hoog zijn, aens. “Je kunt op een meer verkennende maar tot dusver ziet het er eerder bemanier werken. Je hoeft niet te vertrekscheiden uit, aangezien ondernemingen ken vanuit een vooropgezet beeld van eerst data ontleden, die proberen te anahet resultaat. Zo kun je bijvoorbeeld fraude vastMeer informatie? Contacteer Ingmar Christiaens op +32 (0)498 35 37 55 - [email protected] stellen door miljoenen + impulse 15 - EY 31 CASE #3 Teams die elkaar inspireren Strategisch partnership tussen EY België en de Koninklijke Belgische Hockey Bond Teams van topsporters zoals de Red Panthers enerzijds en van medewerkers die een topcarrière nastreven bij EY België anderzijds hebben meer met elkaar gemeen dan men zou denken. Teamgeest, het belang van coaching en leadership ... voor beide teams zijn het meer dan loze woorden. En tegelijk kunnen ze veel van elkaar leren. Koninklijke Belgische Hockey Bond zich in 2012 aandiende met hun enthousiasme en ambities, waren we dan ook snel verkocht, en dat hebben we ons nog geen moment beklaagd. Onze jonge hockeyteams zijn een mooi groeiverhaal, net zoals het bobsleeteam van Elfje Willemsen en Hanna Mariën, dat we overigens ook ondersteunen. Het partnership van EY met de bond omvat alle teams, de dames, de heren en de jeugdwerking.” Zowel EY als de Red Panthers hebben een gemiddelde leeftijd die ver onder het gemiddelde van de ‘concurrentie’ ligt. Bij het vrouwenhockeyteam ligt de gemiddelde leeftijd op slechts 21 jaar. Een team waarop men nog jarenlang kan voortbouwen, weet iedereen. “Maar er komt nu al nog meer jong talent om de hoek en succesverhaal schrijf je niet alleen. In dit partnerkijken”, waarschuwt Pascal Kina. ship zijn vele partijen betrokken. Wij brengen drie De Koninklijke Belgische Hockey Bond en EY stapten in een mensen die op een verschillende manier hun steentje strategisch partnership dat veel verder reikt dan de traditionele bijdragen samen voor een gesprek over de parallellen tussen sponsorshipdeals. “We doen meer dan alleen een bedragje stortopsport en ondernemen: Pascal Kina, coach van de Red Panten voor de werking van het hockeyteam”, stelt Herman Schethers, Charlotte De Vos, aanvoerster van het team, en Herpers heel duidelijk. “We geven hen ook man Schepers, People Leader van EY. advies over onderwerpen waarover wij “EY gelooft sterk in het steunen van impulse EY België verleent met onze jarenlange expertise gewoon jong sportief talent. We zijn partner zijn enthousiaste veel meer weten: fiscaliteit, werken in van het BOIC en we hebben ook jasteun aan de Belgische hockeyhet buitenland, beheer van de sponrenlang Kim Clijsters gesteund. Aan sport. Als high performing team sorgelden, enz. Dat is voor hen ook beKim en haar vader heb ik nog steeds investeren in een succesvol langrijk: dat hun werking professioneel een heleboel warme herinneringen”, sportteam als de Red Panthers wordt begeleid en ondersteund.” Intusvertelt Herman Schepers. “Maar we is voor EY een keuze die voor de sen is men bij EY ook met de hockeywilden ook investeren in sportteams, microbe besmet: “We hebben al enkele omdat we ons daarmee – als high hand ligt. Want er zijn heel wat eigen hockeyteams samengesteld, die performing team – ook uitstekend parallellen te trekken tussen topaf en toe aan bedrijfstoernooien deelkonden identificeren. En we geloven sport en topcarrière. Talent een nemen. Niet op het niveau van de Red in het geven van kansen aan jonge, kans geven is daar één van. Panthers, maar toch verdienstelijk op veelbelovende talenten, zowel binnen hun niveau”, lacht Herman Schepers. als buiten onze organisatie. Toen de E 32 impulse 15 - EY CASE #3 Pascal Kina, Charlotte De Vos en Herman Schepers delen hun grote passie voor het hockey. “We doen meer dan alleen maar een bedragje storten voor de werking van het hockeyteam.” HERMAN SCHEPERS BOEIENDE GELIJKENISSEN EN VERSCHILLEN De gelijkenissen en verschillen tussen sporten in teamverband en teams in het bedrijfsleven zijn boeiend en verrijkend, vindt ook Pascal Kina, die zelf ook in het bedrijfsleven stond voor hij bondscoach werd. “Veel van de gebruiken en normen uit het bedrijfsleven zijn ook bij ons belangrijk. Teambuildingsessies om iedereen op dezelfde lijn te krijgen, bijvoorbeeld, maar ook analyses van de karakterprofielen van alle teamleden, zodat we optimaal kunnen inspelen op ieders sterktes en zwaktes. Creatieve speelsters moet je bijvoorbeeld de kans geven om hun creativiteit ten volle te benutten, het zou zonde zijn om hen in een keurslijf te dwingen. Dat geldt trouwens evengoed in het bedrijfsleven.” Pascal Kina gelooft sterk in het hoog leggen van de lat: “De doe- len die je voor elke speelster stelt, mogen best hoog liggen en het uiterste van hun doorzettingsvermogen vergen. Zo leren ze ook beter onder druk presteren.” “Elk krijgt een PDP, een personal development program”, bevestigt Red Panther Charlotte De Vos. “Dat PDP kan best pittig zijn, want het is afgestemd op de sterktes en zwaktes van elke speelster afzonderlijk, en bedoeld om het maximum uit elk van hen te halen.” Ook daar zijn parallellen met de bedrijfswereld te trekken, meent Herman Schepers: “Het kan geen kwaad om medewerkers af en toe uit hun comfortzone te halen, om hen naar een hoger niveau te tillen.” Eén aspect waarin bedrijfsleven en topsport wel grondig van elkaar verschillen, is de coaching, en met name het verschil in coaching van mannen en van vrouwen. Charlotte De Vos beaamt: “Vrouwen reageren anders op kritiek en tegenslag dan mannen. Mannen zullen eerder de schuld bij een ander zoeken, vrouwen eerder bij zichzelf. Ze voelen zich dan ook sneller aangevallen dan hun mannelijke collega’s. Als coach moet je hier ook rekening mee houden.” Maar andere aspecten van coaching leunen dan weer nauw bij elkaar aan. Pascal Kina gebruikt graag de methode van het vragenstellen om problemen op te lossen. “Zo laat je hen nadenken over wat ze doen, in plaats van hen meteen het antwoord voor p impulse 15 - EY 33 CASE #3 Wie is Herman Schepers? LEIDERSTYPES EN TYPISCHE LEIDERS Wat topsport en bedrijfsleven ook gemeenschappelijk hebben, is hun visie op leadership. Er is met name een duidelijk verschil tussen het formele leadership en het aangeboren leiderstalent. “Elk kan zijn eigen talent hebben, maar een leider zal je altijd als leider herkennen, ongeacht zijn functietitel”, ondervond Herman Schepers al meermaals. “Maar je hebt verschillende types leiders”, vult Pascal Kina aan. “De ene speelster neemt de anderen mee op sleeptouw op het veld, de andere meer daarbuiten, nog een derde neemt de leiding als het communicatie met de buiten- Herman begon in 1981 bij EY als fiscalist. Hij is nu Risk Management Leader en Human Capital Leader voor België en Nederland. Daarnaast is Herman actief in verschillende raden van bestuur van diverse ondernemingen. Hermans grootste hobby’s, sport en muziek, maken ook deel uit van zijn job: hij begeleidt diverse artiesten en sportvedetten en -teams met zakelijk advies rond fondsbeheer, werken in het buitenland, etc. Daarnaast kijkt hij ook graag naar het voetbal (en ook naar het hockey natuurlijk) en slaat hij af en toe een golfbal. Herman speelt ook af en toe saxofoon in zijn schaarse overblijvende tijd, maar die wordt vooral in beslag genomen door zijn vier kinderen en twee kleinkinderen. p te schotelen, en de kans is dan veel groter dat ze de oplossing nooit meer vergeten.” Ook bij EY gelooft Herman Schepers niet in het voorkauwen van antwoorden en oplossingen: “Je moet ze laten zoeken naar een oplossing. Zo kan je ook de toptalenten van de minderen onderscheiden: sommigen vinden een oplossing, en sommigen zullen die nooit vinden.” “Maar die hebben dan vaak andere kwaliteiten,” vult Pascal Kina aan, “talenten die je ook hard nodig hebt in een team.” “De doelen die je voor de speelsters stelt, mogen best hoog liggen en het uiterste van hun doorzettingsvermogen vergen.” PASCAL KINA 34 impulse 15 - EY Wie is Pascal Kina? Pascal Kina (45 jaar) werd na een succesvolle carrière als hockeyspeler (2 caps) op zijn dertigste hockeycoach. Hij was 8 jaar assistent-coach BNT, en werd met de Waterloo Ducks driemaal kampioen in de herencompetitie. In de vrouwencompetitie hielp hij hockeyclub Gantoise tweemaal aan de landskampioentitel. Pascal studeerde marketing en beschouwt hockey nog steeds als zijn voornaamste hobby. Zijn vrije tijd spendeert hij het liefst bij zijn familie. CASE #3 EFFICIËNTIE VERSUS TEAMBUILDING Tot slot nog een bedenking over ‘Het Nieuwe Werken’, dat ook bij EY opgang maakt. “In onze zogenoemde ‘Workplace of the Future’ maakt het niet zozeer uit waar je werkt, maar wat je doet. Samenwerken kan je ook vanop afstand, de technologie is hiervoor al ver genoeg gevorderd. We beginnen trouwens steeds meer telefoons te vervangen door headsets om via de pc en ons unified communication platform te bellen. Zo kan je thuis of elders werken wanneer dit het efficiëntste is”, schetst Herman Schepers de nieuwe werkomstandigheden. Wie is Charlotte De Vos? Charlotte De Vos (30 jaar) is een Belgische hockeyspeelster die in de Nederlandse competitie voor Oranje Zwart als aanvalster speelt en ook aanvoerster is van de nationale vrouwenploeg, Red Panthers. Ze debuteerde bij Royal Victory HC en behaalde inmiddels 190 caps. Met de Belgische hockeyvrouwen plaatste ze zich in 2012 voor de Olympische Spelen in Londen. Charlotte is Master in de Handelswetenschappen en lanceerde in 2010 samen met haar broer ONLI, een onlineapplicatie voor sportclubs en verenigingen. ONLI ondersteunt de vrijwilligers bij hun dagelijkse activiteiten die gepaard gaan met het leiden van een sportclub. Charlotte is verantwoordelijk voor sales en marketing. Naast hockey, yoga, golf en lezen, brengt ze in haar vrije tijd graag tijd door met familie en vrienden. wereld betreft. Het is belangrijk dat je dit inziet en bespeelt, als je je team optimaal wil laten presteren. Charlotte bijvoorbeeld, is geen autoritair type op het veld, maar ze is een uitstekende ambassadeur voor ons team ernaast en een goede motivator binnen het team.” “Ik geloof niet in het dwingen of verplichten van mensen”, verwoordt Charlotte De Vos haar rol. “Ieder moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen, en iedereen mag op de anderen commentaar hebben, als die maar de juiste woorden kiest. Ook de jonge speelsters mogen de ouderen coachen op het veld, ook al is het hun eerste wedstrijd. Zo betrek je iedereen meer bij het team, en behaal je betere resultaten.” “Vrouwen reageren anders op kritiek dan mannen. Mannen zullen eerder de schuld bij een ander zoeken, vrouwen bij zichzelf.” CHARLOTTE DE VOS Toch is hij beducht voor het verdwijnen van de teamspirit als de teamleden elkaar niet zo vaak zien: “Onze ambitie die we in ons strategisch plan hebben uitgesproken – om het highest performing team te worden – vergt geregeld contact tussen de teamleden, toch minstens een- à tweemaal per week.” En dat is nog niets vergeleken met hoe vaak de hockeyspelers en -speelsters elkaar zien: zij zien elkaar 15 à 20 uur per week, in de gewone periodes. Bij de voorbereiding op een groot toernooi wordt dat nog intensiever. DOORZETTINGSVERMOGEN EN DISCIPLINE Wordt het dan soms niet te veel voor de Red Panthers? Krijgen ze soms geen overdosis van hun teamleden? Of lossen ze dat op zoals de Rode Duivels, met op tijd en stond een iPod op het hoofd en een of andere spelconsole? “Bij ons wordt er in elk geval niet gegamed”, lacht Charlotte De Vos. “Als we ons terugtrekken, is het eerder om te studeren of zo. Er zijn nog verschillende meisjes die topsport en studie combineren. Dan moet je gedisciplineerd je planning volgen, anders lukt het niet.” Een doorzettingsvermogen en discipline binnen het vrouwenhockeyteam waar wellicht menig bedrijfsleider alleen maar van kan dromen. ■ impulse 15 - EY 35 EXPERT Intelligente fraudebestrijding Onderzoek toont dat het risico op fraude aanzienlijk verhoogt in crisistijd. Geen wonder dat steeds meer fraudegevallen in de bedrijfswereld aan het licht komen. Hoe gaat u met dat risico om in uw onderneming? Welke technische tools gebruiken uw concurrenten nu al? En wat zijn de wettelijke valkuilen? Frank Staelens O p alle mogelijke niveaus zetten overheden belangrijke middelen in voor fraudebestrijding, maar het bedrijfsleven moet dringend een tandje bijsteken. Internationale peilingen geven aan dat ondernemingen tot 5% van hun omzet verloren kunnen zien gaan door fraude. Door de snelle groei van big data wordt veel geïnvesteerd in digitalisering en opslag, maar op het gebied van intelligente fraudedetectie staat men vaak nog nergens. levert terabytes aan data op: de volledige boekhouding, betalingsinformatie, mailbestanden, files, harde schijven, informatie over internetgebruik ... Een goede verwerking van die massa gegevens is mogelijk dankzij verfijnde data-analysesoftware die ongebruikelijke transacties en trends detecteert in financiële en andere vertrouwelijke informatie. DE FORENSISCHE AUDIT Een correcte forensische audit kan transparantie creëren bij vermoedens van opzettelijke onregelmatigheden. De normen leggen hiervoor strikte voorwaarden op. Ze eisen een onderzoek ten ontlaste en ten laste, waarbij het recht op tegensprekelijkheid centraal staat. De klant die een dergelijke audit laat uitvoeren, is bovendien verplicht het recht van toegang tot alle vereiste bedrijfsinformatie te onderschrijven. Niet om het even wie mag een dergelijk onderzoek voeren. Er ligt een wetsontwerp voor private opsporingen klaar, dat een vergunning als private onderzoeker verplicht voor alle datamanipulaties in het kader van persoonsgerichte onderzoeken die aanleiding kunnen geven tot • vennoot EY Assurance • Fraud Investigation & Dispute Services Leader • voorzitter van het Instituut van Forensische Auditoren geschillen tussen personen. Er is ook sprake van een onmiddellijke meldingsplicht van de vermoedelijke onregelmatigheden aan het parket. Bovendien mogen de rechtbanken geen bewijzen aanvaarden die door niet-erkende personen worden aangereikt. EEN NAALD IN EEN HOOIBERG Van fraude zegt men dat het zoeken VRAAG TIJDIG HULP is naar een naald in een hooiberg. Die Denk dus ernstig na over data en fraude, hooiberg wordt alsmaar groter: er wordt voordat er zich een probleem voordoet. verwacht dat de omvang van het digitaGaat u na de feiten in het wilde weg dale universum tussen nu en 2020 om de tamanipulaties plegen, dan is het risico twee jaar zal verdubbelen. Op het eerreëel dat bewijskrachtige elementen niet ste gezicht zal het dus steeds moeilijker mogen worden meegenomen in het onworden om de fraudenaald in de dataderzoek. Juridisch en technisch advies hooiberg te vinden. Niets is minder waar, zijn geen overbodige luxe. Het wettelijke want de nieuwe generatie aan fraudekader voor dergelijke onderzoeken is erg managementsoftware laat toe om kleine complex, en gespecialiseerde externe naalden in gigantische hooibergen terug partijen zijn vaak het best op de hoogte te vinden. De technische mogelijkheden van de nieuwste generatie antifraudebestaan dus om een meerderheid van de software. ■ recent aan het licht gekomen fraudes te voorkomen. Meer informatie? Contacteer Frank Staelens op +32 (0)496 57 49 24 - [email protected] Een dergelijk fraudeonderzoek + 36 impulse 15 - EY PORTRET Inge Boets wist verdomd goed wat ze wilde toen ze van professionele identiteit wisselde. Na bijna 30 jaar ruilde ze haar topfunctie bij EY voor een eigen Italiaanse delicatessenzaak in combinatie met een aantal welgemikte bestuursfuncties. Haar leven als adviseur typeert haar persoon en het gesprek: geen uitgesproken stellingnames – behalve tegen positieve discriminatie – maar beschouwend, verbindend en toch alle sensoren op scherp. “Ik geef niets op!” Inge Boets: topmanager wordt ondernemer impulse 15 - EY 37 PORTRET S inds 2011 leidt Inge Boets een ander leven dan dat van een topmanager. Na 27 jaar hondstrouwe dienst nam ze afscheid van EY. “Wanneer ik in 1984 als Junior Auditor startte – in die dagen heette de groep nog Ernst & Whinney – had ik nooit verhoopt dat ik als Global Risk Leader aan het hoofd zou komen van 6.000 mensen. Dit dankzij de steun en inspiratie van mensen die in mij geloofden, die me uitdaagden en kansen hebben gegeven om mezelf te overstijgen en dingen te doen die ik op eigen houtje misschien nooit had aangedurfd.” Ze noemt het heel bewust geen geluk maar steun. Volgens haar een van de drie kapitale elementen om als vrouw of als man door te kunnen stoten naar een leidinggevende functie. Ambitie is nog zo’n absolute voorwaarde. “Je moet inderdaad ambitie hebben om succesvol te zijn in alles wat je doet. Of dat nu in een leidinggevende functie in een groot bedrijf is of in je eigen bedrijf of in je persoonlijke groei. Zonder inspanningen, compromissen en offers kom je er niet.” En ten derde authenticiteit. “Wie ben ik echt, dat is de vraag die je jezelf moet stellen. Wat is mijn persoonlijkheid, wat zijn mijn sterktes? Eens je dat goed beseft, moet je ermee aan de slag om je eigen weg te banen.” EIGENHEID CREËREN En dus startte Inge Boets midden de crisis in het centrum van Antwerpen haar eigen speciaalzaak met ‘enoteca’ of wijnbar, La Scoperta, rechtstreeks importeur van Italiaanse wijnen en voedingswaren. Elke maand trekt ze door Italië op zoek naar typische streekproducten, gemaakt door artisanale producenten die focussen op de kwaliteit van de smaak. “Die strategie stelde ik van bij de start heel scherp. La Sco- 38 impulse 15 - EY perta betekent zowel ‘de ontdekking’ als ‘de tocht’ ernaartoe. Ik ben voortdurend op zoek naar authentieke smaken. Binnen die niche positioneren we ons als merk. En alles wat we doen, steunt op die strategie.” Een onderneming moet heel duidelijk voor ogen hebben waar ze voor staat, waar ze naartoe wil en die missie consistent doorzetten. “Je “Of je nu als leidinggevende werkt in een groot bedrijf, als zelfstandig ondernemer of persoonlijk wilt groeien, zonder inspanningen, compromissen en offers kom je er niet.” INGE BOETS moet een eigenheid creëren. Geef toe, de wijnimport en -distributie is een heel competitieve markt. België wordt gedomineerd door de Fransen, maar de interesse voor Italiaanse wijnen groeit gestaag. En La Scoperta groeit mee. We gingen open in volle crisisperiode. Maar als het nu lukt, lukt het zeker wanneer de economie weer aantrekt.” “Europeanen kunnen nog heel wat opsteken van de Amerikanen, die falen als een leermoment beschouwen, niet als een ontoelaatbare onkunde.” Het nieuwe verhaal begint al in 2003, wanneer Boets een huis in Italië koopt en gepassioneerd raakt door de cultuur, met name de gastronomie. “Lees ‘Under the Tuscan Sun’ van Frances Mayes (1996). Geen literair hoogstandje, maar o zo inspirerend.” Voor ze het goed en wel beseft, volgt ze wijncursussen, verdiept ze zich in boeken, frequenteert ze degustaties ... “Ik wilde die passie omzetten in iets concreets, iets wat hobby en interesse overstijgt. Zelf het roer in handen nemen als ondernemer, als bestuurder ... dat was mijn belangrijkste drijfveer om EY te verlaten.” Die klik in haar hoofd vormde de kiem voor La Scoperta. “Best wel een moeilijk proces hoor. EY vormde een groot stuk van mijn professionele identiteit. Zoiets leg PORTRET en stapte ze over naar de adviestak van de groep. Twee jaar later stampte ze in België de gloednieuwe risk-afdeling uit de grond: “Als de Britten dat kunnen, waarom wij Belgen dan niet?” Ze leidde ‘haar’ afdeling tot ze in 2006 doorstootte tot Global Risk Leader van EY wereldwijd. In 2011 sloot ze het hoofdstuk EY af. “Veel mensen begrepen niet dat ik zonder spijt die stap zette. ‘Waarom geef je zo’n job op?’, vroegen ze. ‘Ik geef niets op. Ik zet gewoon een volgende stap’, luidde mijn antwoord.” Met haar managementstijl zoekt ze het conflict niet op – “ik ben eerder van het verbindende, coöperatieve type” – maar gaat het ook niet uit de weg, zolang het tot een constructieve oplossing leidt. “Een goede manager heeft een duidelijke visie, de kennis en energie om die te realiseren en omringt zich met de juiste mensen om samen het doel te bereiken.” Inge Boets (1962) is ... je niet zomaar van je af.” In haar managementrol als Global Risk Leader, wereldwijd verantwoordelijk voor de afdeling Risk, Internal Audit & Controls, stapte ze vier jaar lang van het ene vliegtuig in het andere en woonde ze zelfs een poosje in Londen. “Mijn internationale loopbaan stond te ver van de bedrijfsrealiteit. Inhoudelijk wilde ik een job dichter bij de klanten, dichter bij de business.” In 2010 kwam ze terug naar België en probeerde het nog een jaar als Global Client Service Partner voor de Europese Unie en haar instellingen. Het mocht niet baten. “Persoonlijk had ik te weinig tijd om de dingen te doen die ik graag wilde doen. Professioneel vond ik dat ik niet meer voldoende bijleerde. Toen zag ik hoe een gewezen p ... moeder van twee volwassen kinderen, Tom en Ellen, en vandaag voorzitter van QRF (bevak in winkelvastgoed), bestuurder bij Econopolis (vermogensbeheer en financieel-economisch advies), onafhankelijk bestuurder bij Euroclear Belgium (financiële dienstverlening), voorzitter van het auditcomité Vlaams Parlement en adviseur bij GUBERNA (Instituut voor Bestuurders). Daarnaast is ze een van de sturende mensen bij de vzw Altijd Mooi, die vrouwen met kanker steunt en daarbij de nadruk legt op ‘wat met je vrouwelijkheid tijdens en na de ziekte?’. Inge Boets studeerde economie aan de Universiteit Antwerpen (1980-1984) en scherpte haar inzicht in strategisch leiderschap bij aan het International Institute for Management Development. Twaalf jaar nadat ze bij EY begon, werd ze vennoot (1996). Toen bracht het Britse Cadbury Report de discussie over corporate governance op kruissnelheid Is leven werken of werken leven? “Ik heb vandaag het geluk dat ik het verschil niet meer ervaar. Ik doe wat ik graag doe en heb nooit het gevoel aan het werk te zijn. Vroeger was de druk te moeten presteren en te vechten voor mijn positie veel groter.” Ergens spijt van tijdens uw carrière? “Weinig. Ik kijk met veel plezier en voldoening terug op mijn loopbaan bij EY. Vandaag zou ik het opnieuw doen. Zo veel geleerd, zo veel kansen gekregen, zo veel boeiende mensen ontmoet. Schitterend was het. Het heeft geleid tot waar ik vandaag sta, gemaakt wie ik ben en de kansen gegeven te doen wat ik vandaag met evenveel plezier doe.” Uw persoonlijke mission statement in één zin? “Als ik iets doe, is het voor de volle honderd procent.” (lacht ontwapenend) Zo bereidt ze zich momenteel tot in de puntjes voor op het prestigieuze ‘master of wine’-programma van de Wine & Spirit Education Trust, een van de meest gerespecteerde titels voor wijnkenners. impulse 15 - EY 39 PORTRET Ondernemen is een gedeelde verantwoordelijkheid: “Ondernemingen moeten zichzelf voortdurend heruitvinden terwijl de overheid de vruchtbare omgeving moet creëren.” p collega haar agenda vulde met interessante internationale bestuursmandaten. Was dat niets voor mij?” U wilde niet langer managen, maar ondernemen? “Absoluut. Ik was mijn hele leven lang adviseur. Tijd om het ondernemen zelf met twee handen vast te nemen en tegelijk mijn wereld te verbreden. Het fundamentele verschil tussen adviseur en ondernemer is het soort verantwoordelijkheid dat je krijgt. Een adviseur is minder betrokken bij en verantwoordelijk voor het welslagen van de onderneming die hij begeleidt en adviseert. Een bestuurder is dat wel.” Daarom is Inge Boets uiterst selectief in de mandaten die ze aanvaardt. “Ik stap niet blindelings in een sector, maar selecteer in functie van de bijdrage die ik kan leveren vanwege mijn specifieke kennis en ervaring. Bovendien moet ik me vinden in de bedrijfscultuur en de managementstijl en wil ik de klik ervaren met de personen met wie ik moet samenwerken.” GEEN POSITIEVE DISCRIMINATIE Uit een recente studie van ManpowerGroup blijkt dat vrouwen twee keer zo 40 impulse 15 - EY vaak als mannen een leidinggevende functie opgeven. Maar ook dat twee vrouwen tegenover één man dat doen om een eigen zaak te starten. Tegen 2018 zouden kmo’s in handen van vrouwen wereldwijd goed zijn voor een derde van de nieuwe jobs. “Nogmaals, vrouwen moeten zich niet bewijzen ten overstaan van mannen, maar hun authenticiteit en toegevoegde waarde goed begrijpen en uitspelen. Ik sta nogal sceptisch tegenover algemene gemiddelden en grote cijfers. Het is wellicht wel zo dat iemand die een eigen zaak start tegelijk meer flexibiliteit inbouwt dan hij als werknemer krijgt binnen een rigide structuur. Maar dat was niet mijn berekende zet. Bij mij was het meer gevolg dan oorzaak.” Uit dezelfde studie blijkt dat bedrijven met de meeste leidinggevende vrouwen sterkere resultaten neerzetten. Wat weerhoudt (meestal mannelijke) werkgevers dan om vrouwen door te laten groeien in leidinggevende functies? Vooroordelen, zegt de studie. Vooroordelen gevoed door misvattingen en verkeerde perceptie, wordt ons door sterke vrouwen ingepeperd in de mediacampagne ‘Ban Bossy’. “We kunnen het verleden niet ontkennen. Vroeger kregen vrouwen niet dezelfde onderwijskansen als vandaag. Toen ik in 1984 als economiste afstudeerde, bedroeg het aantal vrouwelijke studenten 5 tot 10 %. Vandaag, amper 30 jaar later, vertegenwoordigen vrouwen meer dan de helft van alle studenten. Dat recente verleden zindert zeker nog na in de huidige genderongelijkheid. Want hoe zou je als vrouw doorstoten naar leidinggevende functies zonder de nodige opleiding, kennis en competenties?” Ook het traditionele denken over de rol van de man en de vrouw in de maatschappij werkt nog altijd door. Het zal nog tijd vergen om dat rollenpatroon helemaal uit de wereld te bannen. En inderdaad, er is de perceptie. “Vergeet trouwens niet dat behalve mannen ook vrouwen soms heel aparte ideeën hebben over vrouwen in leidinggevende functies. Sommige vooroordelen zullen pas verdwijnen naarmate meer vrouwen succesvol functioneren in dat soort topfuncties. Ten slotte is het ontegensprekelijk zo dat vrouwen gemiddeld minder met de vuist op tafel slaan om een job te bemachtigen. Ze doen – opnieuw gemiddeld gezien – hun job zo goed mogelijk met de hoop dat de promotie dan wel zal volgen.” Inge Boets is allerminst voorstander van positieve discriminatie – lees quota – maar “in een overgangsfase en voor een beperkte periode zijn quota misschien een interessant instrument om de historische achterstand in de bestuursraden recht te trekken. De manier waarop het vrouwelijke potentieel vandaag schromelijk wordt onderbenut, is schadelijk voor de economie, de maatschappij en de persoon.” MEER VECHTERSMENTALITEIT Het ‘business as usual’-model is voor- PORTRET goed verleden tijd, stelt Pieter Timmermans van het Verbond van Belgische Ondernemingen. Willen onze ondernemingen succesvol blijven, dan moeten ze zich heruitvinden. Au fond. Meer nog dan vandaag moeten ze leren groeien en bloeien in een context van snelle verandering en inherente onzekerheid. Inge Boets: “Ik betwijfel of die onze- “De manier waarop het vrouwelijke potentieel vandaag wordt onderbenut, is schadelijk voor de economie, de maatschappij en de persoon.” INGE BOETS kerheid vandaag zo veel groter is dan vroeger. Risico’s nemen maakt inherent deel uit van ondernemen. Een ondernemer moet aanvaarden dat er momenten komen dat hij faalt of verkeerde beslissingen zal nemen. Belangrijker is dat hij daarvoor niet wordt gestigmatiseerd. Op dat vlak kunnen we nog wat opsteken van de Amerikanen, die falen als een leermoment beschouwen, niet als een ontoelaatbare onkunde.” De zin voor ondernemen in België wordt op meerdere vlakken gefnuikt. Toch? “Het zegt veel wanneer jonge Belgische ondernemers naar Silicon Valley trekken omdat ze hier onvoldoende stimuli, noch financiering vinden. Jammer.” Daarnaast spelen nog andere dooddoeners, zoals de loonlasten, het fiscaal beslag en de niet altijd even efficiënte manier waarop de overheid haar belastinginkomsten besteedt. Ondernemen is volgens Inge Boets een gedeelde verantwoordelijkheid. “Ondernemingen moeten zichzelf voortdurend heruitvinden terwijl de overheid de vruchtbare omgeving moet creëren.” De alarmerende combinatie van steeds minder nieuwe ondernemingen en almaar meer faillissementen illustreert dat er werk moet worden gemaakt van een beleid dat het nieuwe ondernemerschap actief stimuleert én het oude behoedt voor debacles. “In vergelijking met Londen, waar ik een tijdlang werkte en woonde, en al zeker met de VS, hebben we onze vechtersmentaliteit wat verwaarloosd. Bovendien heeft de crisis de drempel om te ondernemen verhoogd en het vertrouwen verzwakt. Toch heb ik alle vertrouwen dat de toekomst nieuwe drijfveren voor groei zal brengen. Ik geloof rotsvast in de menselijke creativiteit en inventiviteit. En die zullen nieuwe groei mogelijk maken als ze daar de kans toe krijgen.” Is het aan de ondernemers om mee te bouwen aan een betere wereld? Moeten ze, zoals de Amerikaanse econoom Michael Porter stelt, meer dan vroeger focussen op de creatie van ‘shared value’? En een businessmodel ontwikkelen waarin waardecreatie voor maatschappij én onderneming de motor wordt voor groei? “Een onderneming draagt sowieso een maatschappelijke verantwoordelijkheid maar niet ten koste van haar strategie of winstdoelstellingen. De overheid kan misschien niet langer alleen instaan voor de maatschappelijke uitdagingen, maar kan die rol mijns inziens niet aan ondernemingen opleggen via regulering. Ondernemingen zullen die rol wel zelf opnemen. Sterker, ze zullen moeten, willen ze hun bestaan op lange termijn verduurzamen.” Hoe ver haar persoonlijke ambitie reikt op dat vlak? “Als bestuurder heb je op bepaalde elementen impact, op andere minder. De manier waarop je naar behoren functioneert, ook als zaakvoerster van een klein team bij La Scoperta, staat in verhouding tot de mate waarin je waarden en visie deelt. Integriteit, openheid en eerlijkheid schrijf ik heel hoog aan. Naast een inherente behoefte aan samenwerking met mensen die kwaliteit leveren.” ■ impulse 15 - EY 41 UITGELEZEN ... meer impulse De redactie van Impulse las voor u een aantal recente EY-rapporten. Deze maand kijken we naar de economische verwachtingen in de eurozone, naar CIO’s die zich op de digitale transformatie voorbereiden en onderzoeken we hoe frauderisico’s met big data kunnen worden aangepakt. Drie rapporten die u inzicht verschaffen. Zo bent u meteen weer mee. Big risks require big data thinking Frauderisico’s bestrijden met big data Met zijn rapport ‘Big risks require big data thinking. Global Forensic Data Analysis Survey 2014’ onderzoekt EY hoe big data kunnen helpen bij het bestrijden van fraude. Ondernemingen zoeken almaar meer groeimarkten op waar fraude en onwettelijkheid heersen, en de potentiële kosten van het opnieuw ‘compliant’ maken kunnen hoog zijn. Systematisch onderzoek van grote hoeveelheden data kunnen dat onderzoek een serieuze duw in de rug geven: welkom in de wereld van forensic data analytics (FDA). FDA kan een katalysator zijn bij het ontdekken en voorkomen van fraude. Hoe hoger het risico, hoe hoger de nood aan big data. Het daadwerkelijke gebruik van FDA moet een integraal on- 42 impulse 15 - EY derdeel worden van effectieve complianceprogramma’s. 78 % van de ondervraagden in het onderzoek erkent dat analyse van big data een belangrijke factor kan zijn bij fraudepreventie en -detectie. 90 % gelooft zelfs dat FDA het risicoassessmentproces van zijn organisatie substantieel vooruit kan helpen. Vergelijkingen van grote hoeveelheden data kunnen helpen om risico’s en onregelmatigheden op te sporen en zo vroegtijdig foutief gedrag te voorkomen. Het EY-rapport onderzoekt ook wie het meeste baat heeft bij FDA. En dat blijken het auditcomité (84 %), het executive management (81 %) en de raad van bestuur (68 %) te zijn. Tot slot valt op dat de omvang van de big data die forensisch worden gebruikt, toch beperkt is. 42 % werkt met datasets die uit minder dan 10.000 records bestaan, 72 % gebruikt data tot 1 miljoen records. Volgens EY is dat formaat veel te klein, en het gevaar blijft daardoor bestaan dat allerlei belangrijke fraude-info toch nog verloren gaat. EY Eurozone Forecast België langzaam op het goede spoor In samenwerking met Oxford Economics publiceert EY de ‘EY Eurozone Forecast’. In maart werden de meest recente vooruitzichten voor België voorgesteld. Het belangrijkste nieuws in die forecast is dat ons land stilaan op de goede weg is, en dat ondanks binnenlandse en buitenlandse omstandigheden die niet echt fantastisch zijn. In 2014 zal ons BBP volgens het rapport met 1,1 % groeien. In 2015 zelfs met 1,4 %. De inflatie zal in 2014 met 1,0 % stijgen en de werkloosheid zal 8,6 % bedragen. Toch blijft de situatie nog problematisch, niet het minst door de hoge schuldenberg waar de Belgische regering tegenaan kijkt. België betaalt te veel geld aan de kosten van leningen. Bovendien maakt de staatsschuld ons land te gevoelig voor deflatie. Omdat 2014 het jaar van de grote ver- UITGELEZEN EY België en de social media E EY België weet hoe belangrijk de sociale m media zijn om met zijn stakeholders in ccontact te blijven. Dankzij de Twittera account @EY_Belgium bent u meteen mee. De account tw tweet de belangrijkste resultaten uit recente rapporten, video’s, infografieken en allerlei nieuwtjes uit eigen huis en uit de sector. Via Twitter houdt EY België u ook op de hoogte van allerlei seminaries die EY organiseert. N Natuurlijk heeft EY België ook een LinkedIng groep: EY Belgium. Deze groep geeft u iinformatie over relevante publicaties, bijd drages van collega’s en nieuws uit de sector. Een extra voor voordeel van de LinkedIn-groep is dat u makkelijk in contact kunt komen met vennoten en medewerkers van EY België. O Op de SlideShare-account van EY België, w www.slideshare.net/EY_Belgium, vindt u rregelmatig interessante presentaties. Z Ze bieden achtergrondinformatie of bijkomende resultaten resul over recente studies en inzichten die onze medewerkers delen tijdens seminaries en congressen. Zo krijgt u een unieke kijk in wat onze mensen voor u kunnen betekenen. kiezingen is, valt het moeilijk te voorspellen hoe de nieuwe regering dat schuldenprobleem zal aanpakken. Het EY- rapport hoopt dat de nieuwe regering voldoende strengheid aan de dag zal leggen, ook op fiscaal vlak. Automatische loonindexeringen en hoge arbeidskosten blijven ook nog factoren die een snellere groei belemmeren. De werkloosheid blijft in 2014 ook relatief hoog (een tikkeltje hoger zelfs dan in 2013). Pas vanaf 2015 verwacht EY opnieuw een daling van de werkloosheid. Maar in globale termen is de + forecast voor België dus positief, aldus het rapport. De economische activiteit zwengelt langzaam aan. Ons land kan mee profiteren van de algemene opwaartse trend van de hele EU-zone. Dat is meteen ook een goede zaak voor de Belgische export, die naar verwachting met 1,8 % zal groeien in 2014 en met 2,5 % in 2015. Maar zoals al eerder aangehaald, zal de concrete invulling van deze voorzichtig positieve balans in hoge mate afhangen van de resultaten van de nakende verkiezingen. zorgen constant voor nieuwe uitdagingen. Voor CIO’s zijn die vaak een unieke trigger om zich in hun carrière te kunnen profileren, en dus niet alleen om hun business zelf vooruit te helpen. Proactieve CIO’s in IT-gerichte ondernemingen blijken het best geplaatst om hun business en hun carrière vooruit te helpen. Anderzijds blijken nog te weinig CIO’s in het managementcomité hun digitale kennis effectief te gebruiken op strategisch beleidsniveau. Born to be digital CIO’s moeten strategisch meedenken Het rapport ‘Born to be digital. How leading CIOs are preparing for a digital transformation’ onderzoekt de snel evoluerende uitdagingen waarmee CIO’s te maken krijgen, en hoe die CIO’s zich daarop voorbereiden. Leidende CIO’s in IT-gevoelige sectoren – die wel digitaal geboren lijken – kunnen hun collega’s veel bijleren. De digitale evolutie blijft maar vooruitsnellen: social media, cloudcomputing, dataanalyses en mobiele apps De CIO’s die dat wél kunnen, hebben een mindset die hen van de anderen onderscheidt. Zo hebben ze meer strategisch inzicht, zijn ze zeer innovatief ingesteld en op groei gericht, zorgen ze ervoor dat hun visie goed begrepen wordt, kijken ze verder dan het operationele en durven ze risico’s te nemen. ■ Wilt u graag ’Impulse‘ ontvangen? Abonneren kan via www.ey.com/be/impulse. impulse 15 - EY 43 ????? + 44 impulse ?? - EY
© Copyright 2024 ExpyDoc