Proces 4, e gemeenteAmsterdambouwt aan een nieuwverkeersmodel. In februari 2014 is de ontwikkeling van het Verkeersmodel Amsterdam', VMA, gegund aan de combinatie Goudappel Coffeng—Significance. Begin 2015 moet VMA operationeel zijn. Waarom een nieuw verkeersmodel? Amsterdam hanteert sinds de jaren 70 het eigen verkeersmodel Genmod. Dit model is technisch niet meer goed te onderhouden, het sluit onvoldoende aan op verkeersmodellen in de regio en voldoet niet meer aan de eisen van de tijd. Dit maakt een transitie naar een nieuw verkeersmodel, VMA, noodzakelijk. Het VMA wordt ontwikkeld naast bestaande landelijke en regionale modellen, waaronder VENOM. VENOM is toepasbaar op het schaalniveau ter grootte van de Metropoolregio Amsterdam en mist een aantal kenmerken die VERKEERSKUNDE 04-14 juist in een stedelijke omgeving van belang zijn. Dit betreft onder meer de modellering van fietsverkeer en kruispunten en het inregelen van bijzondere functies met geheel eigen kenmerken op het gebied van verkeersproductie en -attractie (zoals de Amsterdam ArenA en het Rijksmuseum). VENOM is daarmee niet geschikt voor toepassingen op het gemeentelijk niveau. VENOM levert wel een aantal bouwstenen voor de ontwikkeling van VMA, vooral voor de invoer buiten Amsterdam. Verwachtingspatroon Het VMA moet input kunnen leveren voor diverse beleidsstudies, zoals effecten van beleidsontwikkeling, verkenningen, vervoerwaardestudies, effectstudies en MKBA's. Daarnaast moet het adequate informatie leveren voor kruispuntonderzoek, dynamische modellering en milieuberekeningen. Dit betekent een breed toepassingsgebied en vraagt om fijnmazigheid en voldoende rekenkracht van het model. Samengevat moet het modelvraagstukken onderzoeken op strategisch, tactisch en operationeel niveau voor de stad en deels voor de regio. Zo kan Amsterdam ook een eigen mening vormen over de vervoersrelaties tussen stad en regio. Voorafgaand aan de aanbesteding is een uitgebreid programma van eisen en wensen opgesteld die waarborgen dat VMA aan alle voorwaarden voldoet. Eerste ervaring met prestatie-inkoop Voor de aanbesteding van het Verkeersmodel Amsterdam is gekozen voor 'best-value procurement' ofwel prestatie-inkoop. Deze aanbestedingsvorm is voor zover bekend niet eerder toegepast bij de ontwikkeling van een verkeersmodel. De methode gaat ervan uit dat de opdrachtnemer als 'gids' fungeert die de beste route weet om een product te ontwikkelen dat aan de eisen en wensen van de opdrachtgever voldoet. Daarbij staat de opdrachtgever niet buitenspel, maar brengt verkeerskunde.nl/vma 111111111111111‘‘ Amsterdam Next Traffic Model De gemeente Amsterdam heeft opdracht gegeVen voor de ontwikkeling van een nieuw verkeersmodel. Dit model is ly inovatefbdmrwvoestadnrgi. Een verslag Irian het en ontwikkelingsproces. STERDAM / OLAF SEINEN, JELMER 'FIERDER, GOt/DAPPEL COFFENG MARITS-plET .P2,5, SIGN FICANCE STEPHAN r. to.s. <‘ aanwezige kennis in en neemt beslissingen over keuzes die zich tijdens het ontwikkelproces voordoen. Nieuwigheden verkeersmodel De eerste meerwaarde van het VMA is dat het een gedesaggregeerd model wordt. Dit biedt meer mogelijkheden om reisgedrag naar (doel)groepen te differentiëren en dat is van toenemend belang in een steeds complexere samenleving. Ouderen reizen anders dan jongeren. Veelverdieners reageren anders op beprijzen dan minderverdieners en 'anders werken' begint een hoge vlucht te nemen. Door de segmentatie naar componenten, zoals leeftijd, inkomen en huishoudtypen, kan ook de invloed van verschillende ontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt op de modeluitkomsten. Denk daarbij aan vergrijzing, economische groei of individualisering. Met deze techniek zijn dus ook de trends in mobiliteitsgedrag beter te differentiëren. Een ander opvallend aspect van VMA is het modelleren van reizen, in plaats van verplaatsingen of ritten. Dit betekent dat op etmaalniveau de matrices symmetrisch zijn, namelijk iedereen keert terug naar de plek waar de reis begon. Verder zal een persoon, conform de werkelijkheid, op de heen- en terugweg met hetzelfde vervoermiddel reizen: een auto of fiets wordt in de praktijk zelden op de bestemming achtergelaten. Bij het modelleren van verplaatsingen hoeft dit niet het geval te zijn. Specifieke nieuwigheden in VMA zijn: kruispuntmodellering op basis van COCON-data (controlled consistant netwerken), implementatie van een module om voor- en natransport van luchtreizigers beter te modelleren, de invoer van de grootste parkeerlocaties en attractiepunten, filemodellering voor realistische reistijden, een vrachtmodule en het modelleren van ketenverplaatsingen. Drie stappen tot implementatie De ontwikkeling van VMA is ineen drietal stappen opgedeeld. Er wordt een basisjaar 2010 gebouwd. Van dit jaar is de meeste brondata beschikbaar en daarmee wordt aangesloten op het regionale verkeersmodel VENOM. In de tweede fase, zomer 2014, start de ontwikkeling van de prognosejaren 2020, 2025 en 203o. De laatste stap is de test- en implementatiefase. Hiervoor worden minimaal io testruns gedraaid met vooraf opgestelde uitgangspunten. E- Op verkeerskunde.nl/vma vindt u de integrale versie van dit artikel met aanvullende figuren en achtergrondinformatie VERKEERSKUNDE 04-14
© Copyright 2024 ExpyDoc