Leeswijzer Netwerkscan Cliëntsysteem De

Leeswijzer Netwerkscan Cliëntsysteem
De Netwerkscan Cliëntsysteem is er om het cliëntsysteem goed in beeld te krijgen. Alvorens
met de scan aan de slag te gaan is het raadzaam om eerst de begeleidende leeswijzer door
te nemen om het gebruik van de scan te verduidelijken. De leeswijzer bestaat uit een
stappenplan.
Leeswijzer
Stap 1: Inzicht krijgen in het netwerk van de cliënt en de cliënt zelf.
Stap 2: In kaart brengen en beschrijven van het sociale netwerk van de cliënt.
Stap 3: Beoordelen van de kwaliteit van het bestaande sociale netwerk.
Stap 4: Stellen van doelen en bijbehorende acties t.a.v. het sociale netwerk.
Stap 5: Bovenstaande stappen verwerken in het zorgplan van de cliënt.
Stap 6: Uitvoeren van de doelen en bijbehorende acties.
Stap 7: Om de drie maanden evalueren en eventueel bijstellen van de doelen en de
bijbehorende acties (dit loopt samen met het zorgplan).
Per stap zal ik een toelichting geven wat de stap precies inhoudt, wie er betrokken zijn en
welke praktische ideeën wellicht van pas komen.
Stap 1: Inzicht krijgen in het netwerk van de cliënt en de cliënt zelf.
Voordat je aan de slag kan gaan met de Netwerkscan Cliëntsysteem moet je de cliënt eerst
beter kennen. Dit betekent dat je de geschiedenis van de cliënt kent, dat je weet hoe zijn
leven er nu uit ziet en dat je begrijpt hoe de cliënt zelf in elkaar zit. Vaak zie je bij de
zorgwekkende zorgmijder dat er amper tot geen systeem (meer) in beeld is. Door het
aanmeldformulier dat door de cliënt zelf of een ander persoon is ingevuld door te nemen,
leer je de cliënt al een beetje kennen. Vervolgens ga je met de cliënt in gesprek en is het
aanmeldformulier een leidraad. Nadat er voldoende vertrouwen is vanuit de cliënt dan kan de
Netwerkscan Cliëntsysteem ingevuld worden.
Stap 2: In kaart brengen en beschrijven van het sociale netwerk van de cliënt.
Als je inzicht hebt in wie de cliënt is, waar zijn leven zich afspeelt en wie hij daarbij om zich
heen heeft, kan de volgende stap gezet worden. Samen met de cliënt (en eventueel andere
mensen die vertrouwd zijn met de cliënt) ga je zijn netwerk in kaart brengen en vervolgens
de kenmerken en functies ervan beschrijven. Concreet te werk gaan, in het tempo van de
cliënt en met behulp van vragen die aansluiten bij zijn of haar belevingswereld is daarbij het
uitgangspunt. Je kunt jouw inzicht inzetten om de cliënt te helpen een zo eerlijk mogelijk
beeld te krijgen van de mensen om hem heen en de waarde van deze contacten voor hem,
wanneer hij of zijzelf moeite heeft dit uit te drukken. (Jij bent bijvoorbeeld met hem of haar
mee geweest naar de kerk en hebt kunnen zien bij wie hij/zij zich daar op zijn gemak voelt, of
je hebt dit gehoord van de kerkvrijwilligger die met hem/ haar op stap gaat).
©Leslie van de Geijn, Leger des Heils
Je begint met de cirkel van de Netwerkscan Cliëntsysteem. Hiernaast kun je de vragen
Netwerkscan Cliëntsysteem leggen of dit aansluitend doen. De Netwerkscan Cliëntsysteem
bestaat uit een cirkel die in vier stukken is gedeeld. De stukken staan voor de volgende vier
gebieden: 1. Familiecontacten, 2. ……Dit kan de cliënt zelf invullen mocht hij of zij dit willen.
Dit kan bijvoorbeeld contacten met mede- cliënten zijn, 3. Hulpverleners. Dit zijn
Beroepsmatige (of vrijwilligers-) contacten: iedereen die er uit hoofde van zijn beroep voor
betaald wordt om met de Cliënt om te gaan. Ook vrijwilligers horen bij deze groep omdat zij
door een vrijwilligerscontract verbonden zijn aan de professionele organisatie, 4.
Samenlevingscontacten: contacten met mensen van buiten de gebieden 1,2,3. Denk hierbij
aan buren, collega’s, kerk e.a.. Per gebied heb je drie ringen: intimiteit, vriendschap en de
buitenste ring is kennissen. Hoe dichter de persoon bij de cliënt staat per gebied des te meer
zal die persoon in de binnenste ring horen. Hoe verder iemand van de cliënt afstaat des te
meer die persoon in de middelste of buitenste ring hoort. Misschien is het zelfs zo dat de
cliënt iemand bij zijn familie opnoemt waarvan hij of zij eigenlijk vindt dat deze helemaal niet
in de cirkel hoort. Je kunt dan overleggen met de cliënt om die persoon wel op de kaart te
benoemen maar dan buiten de cirkel van Kennissen in het gebied. Als de cirkel klaar is en
alle bijbehorende vragen zijn beantwoord dan kun je de personen die allemaal zijn
opgenoemd in de netwerkkaart cliëntsysteem plaatsen. Samen met de cliënt loop je de
vragen door wat een goed beeld geeft over de omvang en gevarieerdheid (structuur) van het
totale netwerk. Tot slot neem je met de cliënt de vragen m.b.t. Privacy door. Hierbij gebruik je
Bijlage I: informatie verstrekking. Het is belangrijk om de cliënt te vertellen dat mocht hij van
gedachten veranderen over het wel of niet informatie verstrekken aan een persoon dat hij
zijn of haar toestemming te allen tijde kan intrekken. Daarnaast is het belangrijk om de
bijlage stap voor stap door te nemen en goed uit te leggen wat het in de praktijk inhoudt.
Stap 3: Beoordelen van de kwaliteit van het bestaande sociale netwerk.
Samen met de cliënt neem je het eindresultaat door. Het is aan de cliënt of hij doelen aan de
hand van de netwerkscan Cliëntsysteem wilt maken. Jij als hulpverlener kan hierin wel tips
en adviezen geven. Stel je voor dat er bij de cliënt bijna niemand in de cirkel staat, dan kan
je als doel opperen om meer mensen in het netwerk van de cliënt te werven. Dit kunnen ook
oude contacten uit het verleden zijn. Hierin is het belangrijk om goed door te vragen.
(doorvragen is sowieso belangrijk aan vaardigheden van de hulpverlener)
Stel je voor dat de cliënt geen hulpvraag op dat moment heeft dan kun je dit bij de evaluatie
van het zorgplan opnieuw hiernaar vragen. Mocht de cliënt er wel aan willen werken dan ga
je verder met stap 4 anders stopt het bij stap 3.
Stap 4: Stellen van doelen en bijbehorende acties t.a.v. het sociale netwerk.
Laat het netwerk te wensen over dan is het goed doelen met bijbehorende acties t.a.v. het
netwerk te stellen. De in stap 3 naar voren gekomen zwakke plekken van het netwerk en
verdere behoeften en wensen vormen de basis voor deze doelen. Bij het stellen van doelen
is het belangrijk dat je let op het volgende:
- Zijn de doelen/acties concreet?
- Zijn de doelen/acties realistisch en dus haalbaar?
- Zijn de doelen/acties meetbaar?
Daarnaast is het zinvol om de prioriteit van de verschillende doelen vast te stellen en de
doelen onder te verdelen in subdoelen. Zorg dat er (sub) doelen zijn die binnen afzienbare
tijd te realiseren zijn, zodat er snel zichtbaar resultaat is. Dit vergroot de motivatie van de
cliënt, zijn eventuele netwerk en jezelf om door te gaan. Stel per (sub) doel vast wanneer het
behaald dient te zijn en wanneer het geëvalueerd wordt.
Stap 5: Bovenstaande stappen verwerken in het zorgplan van de cliënt.
Bovenstaand verwerk je in het zorgplan van de cliënt. Belangrijk hierin is om goed bij alles te
vermelden hoe je het gaat doen. Welke activiteiten gaan er plaatsvinden ter versterking van
het netwerk? Welke strategieën voor uitbreiding van het netwerk?.
Stap 6: Uitvoeren van de doelen en bijbehorende acties.
Zijn de doelen en acties duidelijk en kunnen alle betrokkenen zich erin vinden, dan kan men
starten met de uitvoering. Het is belangrijk om hier de tijd voor te nemen, stap voor stap,
tussentijds stil te staan met de cliënt (en eventueel zijn of haar netwerk) bij de kleine
successen die al behaald zijn en vooral niet te snel op te geven.
Stap 7: Om de drie maanden evalueren en eventueel bijstellen van de doelen en de
bijbehorende acties (dit loopt samen met het zorgplan).
In de praktijk lopen dingen vaak anders dan gepland of verwacht. Daarom is het goed om op
het afgesproken evaluatiemoment met de cliënt en/of andere betrokkenen stil te staan bij het
volgende:
- Hoe vindt de cliënt het gaan met de versterking /uitbreiding van het sociale netwerk?
- Hoe vinden de naastbetrokkenen het gaan met de versterking/ uitbreiding van het sociale
netwerk?
- Welke acties zijn ondernomen en welke resultaten zijn daarmee behaald? Wat heeft een
positieve invloed gehad op het behalen van de resultaten?
- Welke acties zijn ondernomen zonder resultaat? Wat zijn mogelijke belemmerende factoren
geweest?
- Welke doelen zijn behaald?
- Zijn er doelen waarvan n.a.v. opgedane ervaring gesteld kan worden dat ze niet haalbaar
zijn?
- Zijn er doelen die aangepast moeten worden? Zo ja: welke en hoe?
- Zijn er nog nieuwe doelen die geformuleerd kunnen worden?
- Zijn er acties/ strategieën in het zorgplan die beter geschrapt of aangepast kunnen worden?
Zo ja: welke en hoe?
- Zijn er nieuwe ontwikkelingen in het leven of het netwerk van de cliënt die van belang zijn
voor de ontwikkeling van zijn of haar netwerk? (mogelijk nieuwe wensen?)
Dit alles leidt tot meer inzicht in de ontwikkeling van het sociale netwerk van de cliënt en de
mogelijkheden die er (nog) zijn. M.b.v. dit inzicht en de antwoorden op de evaluatievragen
maak je, samen met de eventueel betrokkenen, een overzicht van de geboekte vooruitgang
en stel je een nieuwe (aangepaste) lijst van doelen en de daaruit vloeiende acties op.
Bovendien spreek je af wanneer de volgende evaluatie plaats zal vinden mocht deze niet
gelijk oplopen met het zorgplan. Denk hier bijvoorbeeld aan een extra tussenevaluatie.
Naam cliënt:
Datum:
Netwerkscan Cliëntsysteem
Familie (1)
……………………(2)
…..
Intimiteit
Vriendschap
Hulpverleners (3)
Kennissen
Samenleving (4)
Vragen Netwerkscan Cliënt systeem
1. Met wie praat u als u het moeilijk hebt?
2. Welke rol speelt deze persoon in uw leven?
3. Met wie heeft u telefoongesprekken?
4. Gaat u (weleens) naar buiten?
5. Hoe is het contact met familieleden en/of naasten?
6. Krijgt u (weleens) bezoek?
7. Gaat u wel eens op bezoek?
8. Correspondeert (brieven, ansichtkaarten, fax, e-mailt) u? en met wie is dat?
9. Krijgt u hulp bij praktische zaken? Zo ja, van wie en wat betekent dit voor u?
10. Zijn er personen die voor u belangrijk zijn, niet genoemd?
Netwerkkaart Cliëntsysteem
Personen
Gebied
Hoe lang
ken je
hem/haar
Hoe vaak
zie je
hem/haar
Wie
neemt
meestal
het
initiatief
tot het
contact
Praktische
hulp en
steun
Emotionele
steun
Kun je bij
hem/haar
terecht
voor
informatie
en advies
Hoe
vertrouwd
voel je je
bij
hem/haar
1. Familiecontacten
(partner, gezin, familie)
2. …………………….
3. Betaalde en niet
betaalde krachten
hulpverleningscircuit
4.
Samenlevingscontacten
(buren, collega’s, kerk,
e.a.)
1. Minder
dan een
half jaar
2. Minder
dan een
jaar
3. Tussen
de een en
vijf jaar
4. Meer
dan vijf
jaar
1. Nooit
2. Enkele
keren per
jaar
3.Maandelijks
4. Wekelijks
5. Dagelijks
1. Ik
2. De
ander
3. Beiden
(ongeveer
even
vaak)
1. Bijna
nooit
2. Soms
3. Bijna
altijd
1. Bijna
nooit
2. Soms
3. Bijna
altijd
1. Bijna
nooit
2. Soms
3. Bijna
altijd
1. Niet erg
vertrouwd
2. Een
beetje
vertrouwd
3. Zeer
vertrouwd
1.
2.
3.
4.
(bron: www.mee.nl)
Privacy
Wilt u dat wij u familie en/of naasten betrekken bij u begeleiding?
Zo niet, reden:
Zo ja, wie?
Mogen wij deze persoon ook persoonsgebonden informatie* geven in overleg met u?
Zo ja, welke onderdelen?
* Zie bijlage 1, informatie verstrekking.
Wilt u verder nog iets toevoegen wat voor u hierover belangrijk is?
Handtekening cliënt:
………………………..
Bijlage I: informatie verstrekking
Fase zorgproces
Informatie
Aanmeldingsfase
Over het zorgaanbod:
- (on) mogelijkheden van de instelling
- vervolg (procedure)
- alternatieven van hulpverlening
Over de rechtspositie:
- informatierecht familieleden
- klachtenregeling
- huisregels
- dossiervorming
Indicatie en hulpverleningsfase
Geen informatie zonder toestemming
Hulpverleningsfase
Over de rechtspositie:
- klachtenregeling
- privacyreglement
- dossiervorming
- inzage dossier
- bewaartermijn en vernietiging dossier
- belangenbehartiging van de cliënt
- participatie van de cliënt
- participatie van de familie bij de
hulpverlening
- informatierecht van familieleden
Afsluiting en overdracht
Over de rechtspositie:
- klachtenregeling
- dossiervorming
- inzage dossier
- bewaartermijn en vernietiging van dossier
Tabel 1: Niet-persoonsgebonden informatie
(mag zonder toestemming cliënt worden verstrekt)
Het betreft algemene informatie over de gang van zaken in een ggz-instelling.
Fase zorgproces
Informatie
Aanmeldingsfase
Idem
Indicatie- en hulpverleningsfase
Over het zorgaanbod:
- probleemdefinitie
- hulpverleningssetting
- prognose hulpverlening/behandelduur
- bij afwijzing: alternatieven
Hulpverleningsfase
Over de hulpverlening:
- (behandel)doelen
- prognose hulpverlening/behandelduur
Over het hulpverleningsplan:
- hulpverlening/ therapie
- medicatie
- consequenties van de
hulpverlening/behandeling
- uitvoering/taakverdeling
- voortgang
- wijzigingen
- bezoek/verloftijden
Over de kosten:
- eigen bijdrage
- reiskosten
Afsluiting en overdracht
Over de afbouw:
- planning
- ontslagprocedure
Over de vervolgprocedure:
- nazorgplan
- terugvalpreventie
- taakverdeling
- planning
Tabel 2: Persoonsgebonden informatie
(mag niet zonder toestemming cliënt worden verstrekt)
*Bron Blauwbroek, H. (2004). Betrokken omgeving, modelregeling Relatie ggz-instellingnaastbetrokkenen. Gezamenlijke uitgave van Cliëntenbond in de geestelijke
gezondheidszorg, Landelijk Stichting Ouders van Drugsgebruikers, Stichting Labyrint/In
perspectief, Stichting LPR belangenorganisatie cliënten ggz, Vereniging GGZ Nederland,
Vereniging Ypsilon.