Nr. 7 jun 2014 - ANH-VUmc

ACADEMISCH NETWERK HUISARTSGENEESKUNDE VUmc (ANH-VUmc), nieuwsbrief, nr. 7, juli 2014
Kristel van der Winden terug van zwangerschapsverlof
Na haar zwangerschapsverlof is sinds 19 juni Kristel van der Winden weer aan het werk bij het team
ANH. Daarnaast zal zij als vaste arts in Gezondheidscentrum Helmerstraat bij de SAG in dienst
getreden. Ze is bevallen van een gezonde zoon Pim en nu moeder van drie jongens.
Database
De nieuwe database is volop in bedrijf. De data van het 1e kwartaal van 2014 zijn opgehaald.
De planning voor het tweede kwartaal: in juli de praktijken van SAG en SEHO en in augustus de
GEZ-Zuid praktijken. De data worden ook gebruikt voor onderzoeken, nu al voor de projecten
rugklachten en duizeligheid en binnenkort ook voor CVRM. Na de zomer verwachten we ook de
eerste spiegelinformatie te kunnen geven. Dit worden waarschijnlijk rapportages van patiënten die wel
inhalatiemedicatie gebruiken maar waarbij geen episode astma/copd bestaat.
Het interview met Joan Boeke over PSA bepalingen, waarbij de database is gebruikt als
ondersteuning, staat in het aankomende nummer van het Huisartsen Magazine.
Mochten jullie vragen hebben mail dan gerust!
Over het ophalen van data: Mark [email protected] of Erwin [email protected].
Over het gebruik van de database: Hanna [email protected]
Voortgang Opti-Med onderzoek
Het Opti-Med onderzoek naar
medicatiebeoordelingen bij ouderen met
geriatrische klachten loopt voorspoedig. Het
aantal benodigde patiënten voor het onderzoek
is al over een derde van het streefaantal.
We hopen nog even een beroep te kunnen
doen op jullie inzet zodat we begin 2015 alle
data binnen hebben. De eerste
medicatiebeoordelingen lijken zeer nuttig voor
de praktijk. Dit horen we ook terug via de
patiënten. We zijn erg blij met jullie bijdrage tot
nu toe, ook complimenten voor de
samenwerking met de POH’s Ouderen.
Bij vragen of opmerkingen kunt u altijd contact
opnemen met de hoofdonderzoeker Floor
Willeboordse, 020-4445584 of
[email protected]
Het Rugactief project is gestart
Het Rugactief onderzoek is een onderzoek gericht op de (kosteneffectiviteit van) implementatie van
de multidisciplinaire ketenzorg richtlijn voor aspecifieke lage rugklachten bij huisartsen, bedrijfsartsen
en fysiotherapeuten. In het kader van het onderzoek krijgen deze zorgverleners een geaccrediteerde
nascholing aangeboden. Voor patiënten met lage rugklachten is een multimediale campagne
ontwikkeld (website, mobiele website, social media) gericht op kennis en cognities. In mei is Rugactief
van start gegaan en de bezoeken aan de deelnemende GEZ (25) en SAG (3) praktijken zijn in volle
gang. Op 12 juni 2014 waren 14 praktijken bezocht. In totaal zijn 521 patiënten uitgenodigd, waarvan
zich 39 reeds aangemeld hebben voor deelname! In totaal hopen wij gedurende 12 maanden 500
patiënten te kunnen volgen.
Meer informatie? Neem contact op met de onderzoeker, Arnela Suman via [email protected] of
020-4445945. Of neem een kijkje op de website: www.rugactief.nl
Ruud Stam bezoekt Noors congres over onderzoeksnetwerk huisartsgeneeskunde (verslag)
“de academische 3-master” (onderzoek, opleiding
en zorg) ligt nog langs de kade in Bergen, wachtend
op de juiste wind vanuit de Noorse overheid.
Op Donderdag 22 mei jl. nam ik als spreker
deel aan een congres over
onderzoeksnetwerken voor huisartsen en
tandartsen in Bergen, Noorwegen. In
Noorwegen is het klinische onderzoek in
huisartsgeneeskunde en tandheelkunde van
zeer beperkte omvang. De overheid is
eigenaar van de meeste ziekenhuizen in
Noorwegen en het Noorse onderzoeksgeld
wordt vrijwel geheel besteed aan medisch
specialistische zorg. De Noorse Research
Council vindt dat daar iets aan moet
veranderen. De onderzoek infrastructuur in de
eerstelijnszorg moet worden versterkt. De
academische afdelingen onderzochten in
2012/2013 de mogelijkheid tot het oprichten
van academische netwerken en brachten
daarvoor o.a. een bezoek aan netwerken in
Nederland en Engeland. Daarop volgde een
rapport met aanbevelingen aan de overheid.
Sindsdien is het stil. Dit congres was bedoeld
om het proces tot oprichting/inrichting weer in
beweging te krijgen en om dit proces ook
onder de aandacht te brengen van de
beroepsgroep(en) en overheidsambtenaren.
Kern van rapport van aanbeveling
Het model dat wordt voorgestaan door de initiatiefnemers bestaat uit een centraal coördinerend
landelijk netwerk, 4 lokale huisartsennetwerken (1 bij iedere medische faculteit) en 1 lokaal
tandartsennetwerk. Ieder lokaal huisartsennetwerk zou ongeveer 50 praktijken/150 huisartsen groot
moeten worden. In eerste instantie kiest met voor een onderzoeksnetwerk, maar sluit uitbreiding
richting opleiding en zorginnovatie in de toekomst niet uit. Er zou een landelijk systeem van
datacollectie moeten komen en ook een landelijke database. Men gaat uit van een sterk centraal
aangestuurd systeem met aan het hoofd een landelijke stuurgroep met daarin vertegenwoordigers
van (landelijk en lokale) overheid, zorgaanbieders en universiteiten. Het geld moet van de overheid
komen.
Congres
Frank Sullivan, hoogleraar huisartsgeneeskunde in Toronto (Canada) en Dundee (Schotland) deelde
zijn ervaringen van 15 jaar werken in een academisch onderzoeksnetwerk. Het Schotse model kent
ook lokale netwerken met een landelijke coördinatie. De netwerken hebben bijgedragen aan een
enorme stijging van het aantal publicaties waarbij in toenemende mate landelijke/nationale issues/
(50%) worden onderzocht. De database die ze in Toronto hebben gerealiseerd kent veel gelijkenis
met de infrastructuur die wij momenteel met Mondriaan aan het realiseren zijn. Sullivan gaf aan dat
voor een goed onderzoeksnetwerk 3 zaken belangrijk zijn; Een cultuur waarin onderzoek wordt
gewaardeerd, verwacht en beloond, een goede infrastructuur die research ondersteunt ((database)
en skills, organisatorische en methodologische vaardigheden om academisch samen te werken.
Interessant was verder in zijn verhaal dat ze in Toronto een cursus voor huisartsen hebben
ontworpen om in 2 keer 3 dagen een praktijkvraag op een goede manier te vertalen in een
onderzoeksvraag en samen met anderen een onderzoeksaanvraag op te stellen. Thomas Lamond,
een tandarts- onderzoeker vertelde over het tandarts – onderzoeksnetwerk in Schotland. Lamond gaf
aan dat het belangrijk is om in een netwerk verschillende vormen van betrokkenheid te hebben;
richting gevend in onderzoek, uitvoerend in onderzoek, data aanleverend en geen betrokkenheid. De
presentatie van Jon- Torgeir Lunke van het Noorse ministerie van volksgezondheid ging vooral over
de vraag hoe de ontwikkeling van de Noorse eerstelijns netwerken kan bijdragen aan het
innovatiebeleid van de Noorse gezondheidszorg. Men wil graag alle beleidslijnen op het gebied van
vernieuwing van zorg aan elkaar koppelen voordat men op afzonderlijke onderdelen toezeggingen
doet. Mijn eigen presentatie ging vooral over de organisatorische kanten van het ANH VUmc en over
de zaken die we hebben geleerd van de vernieuwing van ons netwerk (zie verder presentatie).
Vragen aan mijn adres gingen met name over het vraagstuk van aansturing (topdown sturing of
bottom-up faciliteren) en over de wijze waarop wij onderwijs integreren in ons netwerk.
Al met al een interessante en leuke internationale ervaring! Alle presentaties zijn te vinden op de
website van de onderzoeksgroep huisartsgeneeskunde
Bergen: http://helse.uni.no/contentitem.aspx?site=12&ci=8674&lg=1
Even voorstellen vanuit de Stuurgroep: Elbrig Wijbenga
Mijn naam is Elbrig Wijbenga. Vanaf oktober
2011 werk ik als huisarts in
gezondheidscentrum De Vaart (SAG).
Daarnaast verricht ik nog een aantal andere
werkzaamheden. Ik ben huisartsopleider
(VUmc), eens per 2 weken werk ik als
huisarts-JGZ-arts op het OKC in De Vaart, ik
zit in de stuurgroep CVRM, ben POHverantwoordelijk huisarts en sinds september
2013 ben ik stuurgroeplid binnen het ANH.
Als stuurgroeplid ANH vorm ik een schakel tussen het ANH en de SAG. Samen met de andere
stuurgroepleden beoordeel ik onderzoeksaanvragen en beslis ik mee op welke manier onderzoeken
geïmplementeerd kunnen worden binnen de diverse centra. Voor de SAG-centra zelf heb ik meer een
coördinerende functie.
De koepelleden van de andere ontwikkelcentra naast De Vaart, te weten Borgerstraat, Osdorp en
De Keijzer ondersteunen mij hierin. De onderzoeken waar de SAG aan meewerkt zijn:
Panelmanagement CVRM, Rugactief, KIZO-project, Opti-Med-studie en StepDep.
Mijn e-mailadres is: [email protected]
De samenwerking met het ANH vind ik inspirerend. Het is belangrijk dat ik op deze manier een
bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van de huisartsgeneeskunde.