(Kamerbrief - Geannoteerde agenda Navo

> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag
de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
BS2014002312
Datum
Betreft
11 februari 2014
Geannoteerde agenda van de Navo-ministeriële te Brussel van 26 en
27 februari 2014
In afschrift aan:
de Voorzitter van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Bij beantwoording datum,
onze referentie en betreft
vermelden.
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst
van de Navo-defensieministers te Brussel op 26 en 27 februari 2014.
Agenda
Op 26 en 27 februari komen de ministers van Defensie van de Navo bijeen in
Brussel. Op 6 februari ontving ik de uitnodigingsbrief van Secretaris-generaal
Rasmussen. De voorlopige agenda kan – afhankelijk van de uitkomst van de
lopende besprekingen in Brussel – nog worden aangepast. In zijn brief stelt
Secretaris-generaal Rasmussen voor om de eerste dag twee sessies te wijden aan
capaciteiten. Daarbij zal het in de eerste plaats gaan over de capability review en
over het initiatief van de Secretaris-generaal om met Flagship projects het Smart
Defense initiatief (2012) een impuls te geven en belangrijke militaire
capaciteitstekorten aan te pakken. Verder zal worden gesproken over het Navo
Defensie Planning Proces, het Connected Forces Initiative, Cyber Defence, het
Framework Nations Concept en NATO reform. Tijdens het informele werkdiner
spreken de ministers over Afghanistan. Voor de tweede dag is een bijeenkomst
voorzien van de NATO Ukraine Commission. Ten slotte vergaderen de ministers
van Defensie van de troepenleverende landen van ISAF.
Tijdens het algemeen overleg beleidsbrief nucleaire ontwapening en nonproliferatie hebben minister Timmermans en ik toegezegd om in de aanloop naar
de Navo-Top in Wales openheid over de nucleaire taken van de Navo aan de orde
te stellen. Hiervoor zal ik bij mijn ambtgenoten aandacht vragen.
Capaciteiten
Capability review
In de eerste sessie zal de Secretaris-generaal een presentatie geven over de
eerste bevindingen van de capability review, het document waarmee in juni de
vierjarige cyclus van het NATO Defence Planning Process (NDPP) zal worden
afgesloten. Daarin neemt de vraag, in welke mate de militaire capaciteitstekorten
Pagina 1 van 6
van de Navo zijn aangepakt, een centrale plaats in. Aansluitend zullen de
ministers van Defensie hierover in een strategische discussie van gedachten
wisselen en de Secretaris-generaal van suggesties voorzien.
Ik zal opnieuw een lans breken voor transparantie over de geconstateerde
capaciteitstekorten en –overschotten en de eventuele risico’s. Dat geldt ook voor
de input-output cijfers van de krijgsmachten van de Navo-lidstaten.
Openbaarmaking van deze cijfers zal het streven naar doelmatigheid bevorderen.
Om andere bondgenoten hiertoe aan te zetten, heeft Nederland een overzicht van
input-output cijfers gepubliceerd, dat als bijlage bij deze brief is gevoegd. Dit
betreft cijfers uit 2011 gebaseerd op de Defence Capability Survey, die
tweejaarlijks wordt uitgevoerd. Hiermee wordt inzicht gegeven in de input en
output van Nederland in capaciteiten voor de Navo (en Nederland). Denemarken
en Noorwegen gingen Nederland al voor.
De definitieve capability review zal in juni aan de ministers van Defensie worden
aangeboden, voorzien van een militaire analyse van de gevolgen van de tekorten.
Aansluitend zal de capability review worden betrokken bij de voorbereiding van
de Navo-top in Wales (4 en 5 september 2014).
Navo Defensie Planning proces (NDPP)
Belangrijk onderdeel van de uitvoering van het Chicago Defense Package – het
pakket van maatregelen dat op de Navo-Top in Chicago in 2012 is
overeengekomen – is de versterking van het defensieplanningproces. Nederland
steunt de versterking van het NDPP, dat meer moet worden toegesneden op de
multinationale aanpak van de militaire capaciteitstekorten die zijn vastgesteld op
de Top in Lissabon (2010).
Flagship Projects
Tijdens deze sessie zal ook worden gesproken over het voornemen van de
Secretaris-generaal om met zogenoemde Flagship Projects het Smart Defense
initiatief van 2012 een impuls te geven. Smart Defense is gericht op het
internationaal samenwerken van bondgenoten bij de ontwikkeling, de verwerving,
het onderhoud en het gebruik van capaciteiten. De Flagships zijn bedoeld voor
samenwerkingsprojecten op gebieden waarop grote tekorten bestaan of worden
voorzien. Gedacht wordt aan Joint Intelligence Surveillance Reconnaissance (JISR) en raketverdediging. Nederland steunt het Flagship Projects initiatief en zal
zich inspannen om partners te interesseren voor de Nederlandse upgrade van de
SMART-L radar. Ik zal lidstaten benaderen om met deze upgrade de
sensorcapaciteit van Navo’s Ballistic Missile Defence verder te vergroten.
Nederland volgt voorts met belangstelling de mogelijkheden voor het gezamenlijk
onderhouden, trainen, oefenen en opereren met UAV’s. Het is de bedoeling de
Flagships te presenteren op de Navo-Top in september.
Ballistic Missile Defence
De ministers worden geïnformeerd over de voortgang op het gebied van Ballistic
Missile Defence (BMD) sinds hun vorige bijeenkomst. De afgelopen maanden is
vooral gesproken over de methode waarmee bondgenoten prioriteiten toekennen
aan te verdedigen objecten. Er wordt weliswaar vooruitgang geboekt, maar er is
nog geen consensus. Nederland blijft zich inzetten voor spoedige besluitvorming.
Pagina 2 van 6
Connected Forces Initiative (CFI)
Tijdens de tweede sessie zal onder meer gesproken worden over het CFI. Dit
behelst vooral de versterking en de handhaving van de interoperabiliteit tussen
bondgenoten, maar ook met partners, zoals die door de gezamenlijke operaties
als in Bosnië, Kosovo en Afghanistan is bereikt. Het doel is het zekerstellen dat de
Navo-bondgenoten en partners de mogelijkheid behouden effectief
gemeenschappelijk te opereren in elk type missie en dat tevens voldoende
voortzettingsvermogen beschikbaar is. Nederland acht het van groot belang dat
de interoperabiliteit met partners behouden blijft. In dat kader zal ik opnieuw
pleiten voor het overzichtelijker en toegankelijker maken van het Navoinstrumentarium op het gebied van interoperabiliteit voor partnerlanden.
Partnerlanden die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd of kunnen leveren aan
operaties verdienen speciale aandacht.
Daarnaast zal gesproken worden over de wijze waarop de activiteiten van de
Navo met betrekking tot de opbouw van defensie-instituties in niet-Navo-landen
en het geven van trainingen en onderwijs op dit vlak verbeterd en meer
gestroomlijnd kunnen worden. De Navo is actief op dit terrein, zowel in het kader
van partnerschappen als in operaties. Net als andere bondgenoten is Nederland
van mening dat de Navo unieke capaciteiten en toegevoegde waarde heeft.
Desalniettemin dienen de Navo-activiteiten en de inspanningen van andere
bilaterale en multilaterale actoren, zoals de VN en de EU, wel complementair te
zijn.
Framework Nation Concept
Tijdens de tweede sessie zal mogelijk ook worden gesproken over het door
Duitsland gelanceerde Framework Nation Concept (FNC). Nederland steunt dit
concept dat voorziet in structurele samenwerking tussen groepen van
bondgenoten ter ontwikkeling en instandhouding van capaciteiten. Het FNC sluit
naadloos aan bij het Nederlandse streven om de militaire samenwerking met
strategische partners te verdiepen. De komende maanden zal het concept verder
worden uitgewerkt, met als doel het te presenteren tijdens de Navo-top.
Cyber Defence
Tijdens de ministeriële wordt een voortgangsrapport over de uitvoering van het
NATO Cyber Defence Beleid (2011) aangeboden. Het afgelopen jaar is in opdracht
van de ministers een impuls gegeven aan de uitvoering daarvan. Cyberdreigingen
ontwikkelen zich immers snel. De Navo-top in Wales biedt de kans om nieuwe en
concrete vervolgstappen te zetten.
Mijn uitgangspunt blijft dat Navo’s prioriteit ligt bij de bescherming van de eigen
netwerken en dat bondgenoten verantwoordelijk zijn voor de opbouw van eigen
capaciteiten. De Navo kan wel een nuttige rol spelen in het ondersteunen van de
capaciteitsopbouw van bondgenoten, bijvoorbeeld door organisatie van trainingen
en oefeningen, informatie-uitwisseling, de uitvoering van cyber defence targets in
het NDPP en multinationale samenwerking. Het is van belang deze rol verder uit
te bouwen. Andere Nederlandse prioriteiten zijn samenwerking en
complementariteit met de EU en de integratie van cyber defence in operationele
planning.
Pagina 3 van 6
NATO’s maritime strategy
De Secretaris-generaal heeft voorgesteld te spreken over de uitvoering van de uit
2011 daterende maritieme strategie van de Navo. Onder bondgenoten is brede
steun, ook van Nederland, voor “maritieme veiligheid” als één van de
onderwerpen voor de Navo-Top. Hierbij gaat het onder meer om de focus van de
Standing Naval Forces en om het versterken van maritieme partnerschappen.
NATO reform
Secretaris-generaal Rasmussen zal de ministers van Defensie conform zijn
toezegging met een voortgangsrapport informeren over de hervorming van het
Navo-hoofdkwartier en het op orde krijgen van de financiële huishouding. De
Resource Planning & Policy Board zal daarnaast met een financiële beoordeling
komen van de NATO Reform Initiatives.
Dit geeft de stand van zaken weer van de bereikte besparingen en uitgaven
gekoppeld aan de Navo-commandostructuur. In dezen is en blijft er nog veel
werk te doen. De Navo heeft te maken met een veranderende omgeving en dient
het beschikbare budget zo efficiënt en transparant mogelijk te besteden.
Dinersessie
De 28 ministers zullen spreken over de situatie in Afghanistan en naar
verwachting opnieuw steun uitspreken voor de post-2014 Resolute Support
missie, mede in het licht van de verplichtingen voortvloeiend uit de Chicago Top
en de Tokyo commitments. Het is nog te vroeg voor eventuele toezeggingen over
een concrete Nederlandse bijdrage aan de nieuwe Navo-missie. Het is van belang
dat eerst een Status of Forces Agreement wordt overeengekomen en dat
duidelijkheid wordt verkregen over de militaire bijdrage van de Verenigde Staten,
nadat een BSA tussen de Verenigde Staten en Afghanistan tot stand is gekomen.
Afghanistan
De ministers van Defensie zullen in ISAF-samenstelling met de Afghaanse
autoriteiten van gedachten wisselen. Dit is de laatste bijeenkomst voor de
verkiezingen in Afghanistan op 5 april. Naar alle waarschijnlijkheid zal gesproken
worden over het uitblijven van overeenstemming over de Bilateral Security
Agreement (BSA) met de Verenigde Staten en de nog lopende onderhandelingen
over de Status of Forces Agreement (SOFA) met de Navo.
Pagina 4 van 6
NUC
Op dit moment is het onzeker of de bijeenkomst van de NATO Ukraine
Commission (NUC) zal doorgaan. Zo ja, dan zal naar verwachting worden
gesproken over de lopende militaire samenwerking (Oekraïense deelneming aan
Operation Ocean Shield) en ook over de door Navo in Oekraïne uitgevoerde
projecten. Uiteraard zal ook de huidige situatie in Oekraïne, die door Nederland
nauwgezet en kritisch wordt gevolgd, onderwerp van gesprek zijn.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
J.A. Hennis-Plasschaert
Pagina 5 van 6
NETHERLANDS INPUT-OUPUT METRICS YEAR 2011
Netherlands
1. Percentage of Gross Domestic
Product (GDP) on Defence
2. Percentage of Defence Expenditure
on Major Equipment and Associated
Research and Development
3A. Percentage of Implementation of
Quantitative National Targets (Year:
2016) 1, 2, 3, 4, 5, 6
3B. Percentage of Implementation of
Qualitative National Targets (Year: 2016)
8,156
Contribution
(%)
1,35
NATO
Guideline
(%)
2
Middle
1,112
13,63
20
Middle
-
86,52
100
Middle
-
69
100
Middle
16853
65,75
50
Top
Deployable Airframes (unit):
96
72,73
40
Top
Deployable Vessels (unit):
23
100
80
Top
5070
19,78
10
Top
Sustainable Airframes (unit):
15
11,36
8
Top
Sustainable Vessels (unit):
10
43,38
28
Top
Land Forces Personnel Deployed Abroad
on NATO Operations (unit):
1036
6,14
-
Low
Land Forces Personnel Deployed Abroad
on non-NATO Operations (unit):
99
0,59
-
Low
1135
6,73
-
Low
20
20,53
-
Top
1
0,61
-
Middle
21
21,14
-
Top
Vessels Deployed Abroad
on NATO Operations (unit):
1
4,28
-
Top
Vessels Deployed Abroad
on non-NATO Operations (unit):
1
2,98
-
Top
Vessels Deployed Abroad
on NATO and non-NATO Operations (unit):
2
7,27
-
Middle
-
-
-
-
-
-
-
-
-
70,85
100
Middle
Selected Indicator
Defence Expenditures
(current prices, mil. of national currency):
Major Equipment Expenditures
(current prices, mil. of national currency):
Abs.
Value
Rank
7, 8, 9, 10
4A. Deployable Land Forces Personnel
as a Percentage of Land Forces
Personnel
4B. Deployable Airframes as a
Percentage of Airframes
4C. Deployable Vessels as a Percentage
of Vessels
5A. Sustainable Land Forces Personnel
as a Percentage of Land Forces
Personnel
5B. Sustainable Airframes as a
Percentage of Airframes
5C.Sustainable Vessels as a Percentage
of Vessels
6A. Land Forces Personnel Deployed
Abroad on NATO Operations as a
Percentage of Deployable Land Forces
Personnel
6B. Land Forces Personnel Deployed
abroad on non-NATO Operations as a
percentage of Deployable Land Forces
Personnel
6C. Land Forces Personnel Deployed
Abroad on NATO and non-NATO
operations as a Percentage of
Deployable Land Forces Personnel
7A. Airframes Deployed Abroad on
NATO Operations as a Percentage of
Deployable Airframes
7B. Airframes Deployed Abroad on nonNATO Operations as a Percentage of
Deployable Airframes
7C. Airframes Deployed Abroad on
NATO and non-NATO Operations as a
Percentage of Deployable Airframes
8A. Vessels Deployed Abroad on NATO
Operations as a Percentage of
Deployable Vessels
8B. Vessels Deployed Abroad on nonNATO Operations as a Percentage of
Deployable Vessels
8C. Vessels Deployed Abroad on NATO
and non-NATO Operations as a
Percentage of Deployable Vessels
9. Percentage of fulfilment of NATO
Command Structure (NCS) positions
10. Percentage of Fulfilment of NATO
Force Structure Headquarters
11. Percentage of Immediate Response
Force (IRF) Fulfilment
Deployable Land Forces Personnel (unit):
Sustainable Land Forces Personnel (unit):
Land Forces Personnel Deployed Abroad
on NATO and non-NATO Operations (unit):
Airframes Deployed Abroad
on NATO Operations (unit):
Airframes Deployed Abroad
on non-NATO Operations (unit):
Airframes Deployed Abroad
on NATO and non-NATO Operations (unit):
= Investment
= Capabilities
= Actual Contribution
Pagina 6 van 6