*IO.1436856* IO.1436856 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN “DORST, HERZIENING 1 (DE VLIERT)” Inhoudsopgave 1. Aanleiding……………………………………………………………………………………..……………….2 2. Procedure en vooroverleg ................................................................................................................... 2 2.1 Inspraak......................................................................................................................................... 2 2.2 Vooroverleg ................................................................................................................................... 2 2.3 Vaststellingsprocedure .................................................................................................................. 2 2.4 Vervolgprocedure .......................................................................................................................... 3 3. Reacties op ingekomen zienswijzen ................................................................................................... 3 3.1. Inleiding ........................................................................................................................................ 3 3.2. Lijst indieners zienswijzen ............................................................................................................ 4 3.3. Samenvatting zienswijzen en gemeentelijk standpunt ................................................................ 4 4. Planaanpassingen naar aanleiding van ingediende zienswijzen ........................................................ 9 5. Gegrondheid ...................................................................................................................................... 10 6. Planaanpassingen naar aanleiding van ambtshalve overwegingen ................................................. 10 Bijlage 1: Zonnestudie De Boswachterij Dorst 24 juli 2014............................................................... 1011 Gemeente Oosterhout Stedelijke Ontwikkeling 20 augustus 2014 1. Aanleiding In de Stadsvisie 2000-2015 is aangegeven dat een functieverandering van het bedrijventerrein De Vliert (particulier eigendom), ten gunste van woningbouw wenselijk wordt geacht. In de door de raad vastgestelde Structuurvisie is de locatie als woningbouwlocatie opgenomen. Bouwfonds Ontwikkeling B.V. wil, conform het woningbouwprogramma, in het gebied maximaal 98 grondgebonden woningen bouwen. Daartoe heeft zij het woningbouwplan De Boswachterij ontwikkeld. Het realiseren van genoemd plan past niet binnen het huidige bestemmingsplan “Dorst”. Om de realisering mogelijk te maken is het nodig dat er voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld. 2. Procedure en vooroverleg 2.1 Inspraak Het stedenbouwkundig plan “De Vliert/De Boswachterij” heeft conform de Algemene Inspraakverordening Oosterhout 2006 met ingang van 20 maart 2014 tot 17 april 2014 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn er door 28 personen/unieke adressen 48 schriftelijke zienswijzen ingediend. Op 27 maart 2014 heeft er een inspraakavond plaatsgevonden. Het college heeft op 27 mei 2014 besloten dat de ingediende zienswijzen geen aanleiding gaven tot aanpassingen in de planopzet. 2.2 Vooroverleg Het stedenbouwkundig plan is samen met de waterparagraaf toegezonden naar de provincie, Prorail, Rijkswaterstaat, Ministerie van EL & I, Brabant Water, de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, het Waterschap en Staatsbosbeheer voor vooroverleg inzake artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Er zijn van de vooroverlegpartners geen zienswijzen ontvangen. Ook na het toezenden van het ontwerp-bestemmingsplan zijn geen zienswijzen ontvangen. 2.3 Vaststellingsprocedure Het ontwerp-bestemmingsplan “Dorst, herziening 1 (De Vliert)” is in het kader van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) met ingang van 5 juni 2014 tot en met 17 juli 2014 voor eenieder ter inzage gelegd bij het gemeentelijk informatiecentrum in het stadhuis en in Dorpshuis De Klip te Dorst. De stukken konden ook geraadpleegd worden op de gemeentelijke website www.oosterhout.nl en op www.ruimtelijkeplannen.nl. Gedurende deze termijn van 6 weken bestond de gelegenheid schriftelijke of mondelinge zienswijzen over het ontwerp bij de gemeenteraad kenbaar te maken. Van deze gelegenheid tot het indienen van zienswijzen hebben 6 instanties c.q. personen gebruik gemaakt. Ook is de provincie Noord-Brabant in kennis gesteld van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan. Op basis van de Wro heeft deze instantie de mogelijkheid om ook zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen, indien zij van oordeel is, dat er zaken worden geregeld, welke mogelijk indruisen tegen provinciaal beleid. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. De ingediende zienswijzen worden in de onderhavige nota van commentaar voorzien. Omdat de meeste onderwerpen steeds terugkeren in de individuele zienswijzen, is er gekozen voor een behandeling per onderwerp en niet voor een behandeling per ingediende brief. De zienswijzen zijn per onderwerp verwoord en van een conclusie voorzien. 2 Op grond van artikel 3.8, lid 1, onder e, van de Wro beslist de gemeenteraad, indien er zienswijzen worden ontvangen, binnen 12 weken na afloop van de termijn van ter visie legging over de vaststelling van het bestemmingsplan. Vaststelling van het bestemmingsplan ‘Dorst, herziening 1 (De Vliert)’ dient in principe plaats te vinden voor 9 oktober 2014. Dit is een termijn van orde, aan de overschrijding waarvan geen sancties zijn verbonden. Een gevolg hiervan is wel dat een eventuele aanhouding van een aanvraag om een omgevingsvergunning komt te vervallen. Het gehele plangebied is in eigendom van de ontwikkelende partij welke nauw betrokken is bij de vaststellingsprocedure van het onderhavige bestemmingsplan. 2.4 Vervolgprocedure Na de vaststelling door de raad zal het bestemmingsplan op grond van artikel 3.8 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening, gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage worden gelegd. Een belanghebbende kan gedurende die termijn van ter visie legging tegen de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan schriftelijk beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ten aanzien van de ongewijzigd vastgestelde bestemmingsplanonderdelen kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten, dat hij geen zienswijze in overeenstemming met art. 3.8 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht. Naast het instellen van beroep tegen het vastgestelde bestemmingsplan kan tevens bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht worden om voorlopige voorziening. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die, waarop de beroepstermijn afloopt. Indien binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. 3. Reacties op ingekomen zienswijzen 3.1. Inleiding Van de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen tegen het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan “Dorst, herziening 1 (De Vliert)” is door 6 instanties c.q. personen gebruik gemaakt. De zienswijzen zijn tijdig ingediend en zijn dan ook ontvankelijk verklaard. Aangezien veel zienswijzen betrekking hebben op dezelfde onderwerpen, worden de ingediende zienswijzen per onderwerp samengevat. Daarna worden deze per onderwerp van commentaar voorzien. Hierbij moet worden opgemerkt, dat hoewel de zienswijzen samengevat worden weergegeven, een integrale beoordeling van de gehele zienswijze heeft plaatsgevonden en dus alle aangevoerde aspecten zijn meegewogen bij de gegeven gemeentelijke reactie. Op basis van het vorenstaande worden conclusies getrokken over het geheel, gedeeltelijk of niet gegrond zijn van de zienswijzen. 3 3.2. Lijst indieners zienswijzen Brief nr. Naam Adres 1 2 3 4 5 M. van Groezen J.A. Sprangers F. Baijings C.A.M. Loonen Das Rechtsbijstand, namens de heer E. Verhagen en mevrouw E. Verhagen -Van den Broek wonende aan De Elzent 20, 4849 RH DORST E.J.J. Loontjens De Vliert 12, 4849 PB DORST De Elzent 16, 4849 RH DORST De Elzent 18, 4849 RH DORST De Elzent 10, 4849 RH DORST Postbus 23000 1100 DM AMSTERDAM 6 De Elzent 12, 4849 RH DORST Datum ontvangst brief 10-7-2014 11-7-2014 15-7-2014 15-7-2014 16-7-2014 17-7-2014 3.3. Samenvatting zienswijzen en gemeentelijk standpunt Nr Zienswijzen Onderwerp Hoogte geluidwal 1 t/m a. Geluidswal van 7 meter is 6 onnodig hoog. Bestaande geluidswal van 2 tot 3 meter hoog doortrekken zou voldoende moeten zijn en is een betere optie. Vreemd dat de bestaande woningbouw en het bestaande geluidsscherm geen invloed hebben op de geluidsbelasting en daarmee op de hoogte van de geplande geluidswal. 1 en 5 4 b. De geluidswal gaat ten koste van woon-en leefgenot. Reactie gemeente a. Ontwikkelaar heeft aangegeven dat het doortrekken van het bestaande geluidsscherm langs het spoor vele malen duurder is dan een grondwal met topscherm. Daarom is het verlengen van het geluidsaneringsscherm voor hem niet haalbaar. Bovendien wil de ontwikkelaar de benodigde afscherming vormgeven middels een voornamelijk groene buffer om daarmee het wonen in een groene omgeving extra vorm te geven. Aan de hoogte van de geluidswal met het daarop geplaatste scherm ligt de geluidsberekening conform wettelijke regels ten grondslag. De hoogte is vereist om woningbouw mogelijk te maken. Het akoestisch rapport is opgenomen in bijlage 5 van de toelichting van het bestemmingsplan. Overigens is de bestaande situatie (dus ook het bestaande scherm en de bestaande woningen) verwerkt in de geluidsberekeningen. Deze is dus wel degelijk van invloed op het berekeningsresultaat. b. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen heeft de ontwikkelaar gezocht De geluidswal leidt tot waardevermindering door onevenredige inbreuk op woon- en leefomgeving omwonenden. 5 c. 2, 3 en 6 d. De onderhoudstermijn van 1 maal in de 5 jaar is onacceptabel. 4 e. Als een voorziening van 7 meter hoog nodig is, betekent dit dat de locatie niet geschikt is voor woningbouw. 5 f. 5 De geluidswal ontneemt zon op bestaande percelen De Vliert 12 en De Elzent 20. Er is geen onderzoek gedaan naar de maatregelen die getroffen kunnen worden aan de nieuw te bouwen woningen zelf (bijvoorbeeld gebruik bouwmaterialen). naar een andere oplossing en aanvullend akoestisch onderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek heeft aangetoond dat het deel van de geluidswal bij De Vliert 12 en De Elzent 20 dat haaks op de spoorweg staat, niet noodzakelijk is om de nieuwe woningen te kunnen laten voldoen aan de Wet geluidhinder. Er wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren van genoemde bewoners direct grenzend aan dat deel van de geluidswal. Dit deel wordt in zijn geheel weggelaten en voor het overige wordt de geluidwal met topscherm niet gewijzigd. Vanwege de zeer geringe wijziging van de geluidcontouren stelt het college een gewijzigd Besluit hogere waarden vast. Met de wijzigingen wordt voldaan aan de Wet geluidhinder en is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Mocht men desondanks van mening zijn dat er sprake is van waardevermindering van de woning, dan is er de wettelijke mogelijkheid om tegemoetkoming in planschade aan te vragen. Een dergelijk verzoek kan worden ingediend zodra het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Dan zal worden beoordeeld of en in hoeverre hiervan sprake is. c. De Zonnestudie De Boswachterij Dorst d.d. 24 juli 2014 toont aan dat de geluidswal geen of zeer weinig invloed heeft op de hoeveelheid zon op de bestaande percelen. De meeste schaduw wordt veroorzaakt door de bestaande woningen zelf en de bestaande erfafscheidingen. d. Na overdracht van de gronden aan de gemeente wordt het openbaar gebied in het jaarlijkse onderhoudsprogramma van de gemeente opgenomen. e. Bij de voorziene woningbouwontwikkeling wordt aan het gestelde in de Wet geluidhinder voldaan en is de locatie derhalve voor het aspect geluid geschikt als woningbouwlocatie. f. Om te voldoen aan de Wet geluidhinder zijn gevelmaatregelen niet van belang. Alleen bron- en overdrachtsmaatregelen mogen worden afgewogen om tot een aanvaardbare geluidbelasting te komen. Conclusie: De zienswijzen onder b vormen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Gegrondheid: De zienswijzen onder b is gegrond; de overige zienswijzen zijn ongegrond. Onderwerp Ontsluiting a. In het onderzoek 2, 3, “Verkeerskundige toets 4 en ontsluitingsweg De Vliert” is 6 het sluipverkeer niet meegenomen. Extra verkeersbewegingen op De Elzent zijn ongewenst. 4 b. In de verkeerstoets is niet meegenomen dat 75 % van het verkeer over een spoorlijn moet waarvan de overwegbomen zeer frequent gesloten zijn. Er ontstaan dus opstoppingen op De Vliert en het zal sluipverkeer op De Elzent teweeg brengen. 2, 3 en 6 c. Gemeente geeft aan dat een ontsluiting aan de noordkant van het project uitgesloten is omdat er een alternatief aan de zuidkant mogelijk is. De mogelijkheid om twee ontsluitingen te maken en hiermee de bestaande woonwijk van sluipverkeer te ontlasten wordt niet besproken. Er is geen 6 a. Een deel van de bewoners van De Boswachterij die komen van of gaan naar Oosterhout zal naar verwachting inderdaad via De Elzent rijden. De verwachte verkeersbelasting van De Boswachterij is ca. 800 motorvoertuigen per dag. Daarvan rijden er naar redelijke inschatting 80 tot 120 auto’s in de spits en is zo’n 25 % georiënteerd op Oosterhout. Als deze in de spits alle via De Elzent zouden rijden, betekent dit een toename van 20 tot 30 auto’s. De Elzent kan dit verwerken zonder dat er onveilige situaties hoeven te ontstaan. De extra belasting is passend binnen het niveau van een woonstraat met een 30 km/uur regime, waar de snelheid minimaal is. b. De capaciteit van De Vliert en de Spoorstraat is ruim voldoende voor de afwikkeling van het verkeer van De Boswachterij. Wanneer het spoor gesloten is zal er mogelijk een beperkte wachtrij op De Vliert ontstaan. De beperkte wachttijd is voor het verkeer richting Breda of Tilburg (ca. 75 %) geen aanleiding om een omrijroute in noordelijke richting (De Elzent en Vijftig Bunderweg) te kiezen. Van tijdwinst is immers geen sprake. c. Een ontsluiting van (de gehele) De Boswachterij op de Vijftig Bunderweg past niet in het provinciaal en gemeentelijk beleid gericht op de bescherming van de Ecologische hoofdstructuur en behoort daarom niet tot de gewenste mogelijkheden. De breedte van de Vijftig Bunderweg (tussen 3,80 m en 4,30 m) maakt het niet mogelijk deze als volwaardige ontsluiting van De Boswachterij aan te document bekend dat de provincie zo’n ontsluiting niet zou accepteren. Gezien de breedte van de Vijftig Bunderweg is er geen enkel probleem om een tweede ontsluiting via de Vijftig Bunderweg te realiseren. De Elzent is niet breder dan de Vijftig Bunderweg. De Vijftig Bunderweg kan eventueel een verbod krijgen voor vrachtverkeer naar de Boswachterij. duiden. En strookt ook niet met het karakter dat de gemeente voor ogen heeft met deze weg. Als de Vijftig Bunderweg een ander karakter zou moeten krijgen, zou er een verbreding van de weg noodzakelijk zijn hetgeen ten koste zou gaan van de Ecologische hoofdstructuur. Dat vinden we als gemeente niet wenselijk. En de provincie zal een ingreep aan de EHS niet toestaan omdat er een volwaardig alternatief is. De rijbaan van De Elzent is 4,50 m breed met daaraan aansluitend nog parkeervakken. Dit is niet vergelijkbaar met de breedte van de Vijftig Bunderweg. Conclusie: De zienswijzen vormen geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Gegrondheid: De zienswijzen zijn ongegrond. Onderwerp Groene buffer 4 en a. De huidige bestemming 6 ‘agrarisch’ komt te vervallen om de woningbouwontwikkeling mogelijk te maken. Opheffen van deze bestaande bufferzone leidt tot ernstige aantasting van de privacy van de bestaande woningen aan De Elzent 10 resp. 12. Wordt ervaren als verlies van woongenot. Compensatie lijkt op zijn plaats. 7 a. Beide woningen grenzen in het huidige bestemmingsplan niet aan de bestemming ‘Agrarisch’. De woning De Elzent 10 grenst aan de bestemming ‘Wonen’. Ook in het nieuwe bestemmingsplan grenst het aan de bestemming ‘Wonen’, maar is bebouwing op een deel van het perceel mogelijk. De woning De Elzent 12 grenst in het vigerende bestemmingsplan voor het grootste deel aan de bestemming ‘Tuin’ en voor een klein deel aan de bestemming ‘Wonen’. In het nieuwe bestemmingsplan wordt de aangrenzende bestemming ‘Wonen’. De ontwikkelaar heeft gekozen voor het positioneren van woningen met een diepe achtertuin. Daarmee zal tussen de bestaande en nieuwe woningen een groene zone ontstaan. Mocht men desondanks van mening zijn dat er sprake is van waardevermindering van de woning, dan is er de wettelijke 2, 3, 4 en 6 b. De Quickscan Flora en Fauna is onvolledig uitgevoerd. Er is geen enkele aandacht besteed aan de huidige bufferzone. Daarin staan echter een aantal oude bomen die bewaard moeten blijven. mogelijkheid om tegemoetkoming in planschade aan te vragen. Een dergelijk verzoek kan worden ingediend zodra het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Dan zal worden beoordeeld of en in hoeverre hiervan sprake is. b. In het Flora en Fauna onderzoek, dat als bijlage 6 van de toelichting van het bestemmingsplan is opgenomen, is het volledige terrein beschouwd. De genoemde bufferzone, heeft geen ecologische waarde. In het onderzoek zijn geen zwaar beschermde soorten aangetroffen. Bestaande bomen zijn geïnventariseerd een beoordeeld. Daarbij zijn in die zone drie bomen als waardevol aangemerkt. Deze drie bomen hebben daarmee vooral een ruimtelijke kwaliteit. De ontwikkelaar heeft er voor gekozen de twee bomen, die van redelijke tot goede kwaliteit, in te passen in het plan in het openbaar gebied. De derde boom is van matige kwaliteit en ligt in een toekomstige achtertuin. Hiervoor zullen geen bijzondere inspanningen voor behoud worden gepleegd. Conclusie: De zienswijzen vormen geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Gegrondheid: De zienswijzen zijn ongegrond. Onderwerp Beeldkwaliteitsplan 2, 3, Het beeldkwaliteitsplan staat niet op 4 en de website ruimtelijkeplannen.nl en 6 kon daardoor niet bekeken worden. 8 De procedure voor de vaststelling van een bestemmingsplan is in de Wet ruimtelijke ordening geregeld. De procedure voor de vaststelling van een beeldkwaliteitsplan is vormvrij. Er is derhalve geen noodzaak om het beeldkwaliteitsplan op de website ruimtelijkeplannen.nl aan te bieden. Beide procedures staan ook los van elkaar. In de publicatie hebben wij ten onrechte aangegeven dat het beeldkwaliteitsplan wel op ruimtelijkeplannen.nl zou staan, waarvoor onze excuses. Dat het beeldkwaliteitsplan daardoor niet bekeken kon worden is onterecht omdat het vanaf 5 juni tot 18 juli 2014 ter inzage lag bij het informatiecentrum in het stadhuis en in De Klip, zoals ook in de publicatie was aangegeven. Conclusie: De zienswijzen vormen geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Gegrondheid: De zienswijzen zijn ongegrond. Onderwerp Rekening houden met direct omwonenden 2, 3, Er wordt geen rekening gehouden 4 en met belangen van direct 6 omwonenden. Bij de ontwikkeling en uitvoering van ruimtelijk beleid kan de situatie zich voordoen dat de belangen van een individuele burger of bedrijf niet overeenkomen met het algemeen belang. Gemeente zal alles in het werk stellen om eventuele nadelige gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. Conclusie: De zienswijzen vormen geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Gegrondheid: De zienswijzen zijn ongegrond. 4. Planaanpassingen naar aanleiding van ingediende zienswijzen De ingediende zienswijzen geven aanleiding om de volgende wijzigingen door te voeren in het bestemmingsplan “Dorst, herziening 1 (De Vliert)”: Verbeelding 1. Aangepaste geluidswal. Toelichting 1. In paragraaf 5.4.3 zijn de conclusies beschreven van het ‘Aanvullend onderzoek verandering geluidswal zuidoostelijke hoek DPA Cauberg-Huygen BV, juli 2014’ (toegevoegd als bijlage 5b). 9 5. Gegrondheid De zienswijzen briefnummer(s)1 en 5 zijn gedeeltelijk gegrond. De overige zienswijzen zijn ongegrond. 6. Planaanpassingen naar aanleiding van ambtshalve overwegingen Verbeelding 1. De specifieke bouwaanduiding-regeling erfafscheiding is toegevoegd aan de bestemming ‘Tuin’ bij de specials; 2. De profielen van de meeste wegen zijn versmald. De vrijgekomen ruimte is toegevoegd aan de bestemming ‘Groen’; 3. De gewijzigde geluidswal is weergegeven en als gevolg daarvan is het vrijstaande woningbouw kavel in de zuidoost hoek gewijzigd; 4. Op een drietal plekken is het bouwvlak verdiept van 12 m naar 12,5 meter, te weten bij de kavels 29 t/m/ 42, 43 t/m 46 en 51 t/m 56. Het bouwvlak ter hoogte van de kavels 29 t/m 42 is ook met 1,5 m aan beide zijden verbreed. Regels 1. In art. 7.2.2 lid g is de maximaal toegestane bouwdiepte voor halfvrijstaande en/of geschakelde woningen ter plaatse van de aanduiding ‘twee-aaneen’ gewijzigd in 12,5 m. 10 Bijlage 1: Zonnestudie De Boswachterij Dorst 24 juli 2014 11
© Copyright 2024 ExpyDoc