Netwerk Jongeren FNV ZWARTBOEK 1 Jeugdwerkloosheid collectief probleem, individuele schaamte Netwerk Jongeren FNV 2 Jeugdwerkloosheid collectief probleem, individuele schaamte 3 4 Inhoudsopgave 6 Voorwoord 10 1 -Te weinig banen 14 2 - Uitkering is taboe 18 3 - Rommelbaantje onder niveau 24 4 - Onzeker werk, slechte voorwaarden 30 5 - Onbetaald werken verdringt 34 6 - Gevolgen van een onzeker bestaan 38 7 - Conclusie 42 8 - Aanbevelingen 48 9 - Over FNV Jongeren in Beweging 52 10 - De onderzoekers van Netwerk Jongeren FNV 5 Voorwoord Voor u ligt een zwartboek over de strijd van jongeren tot 35 jaar op zoek naar een baan, tegen werkloosheid en tegen onzeker en onderbetaald werk. Een zwartboek dat niet is gemaakt door experts of onderzoekers, maar door vier jonge ervaringsdeskundigen van Netwerk Jongeren FNV. 6 Zij kennen de problemen die jongeren op de arbeidsmarkt ondervinden, zoals hoge werkloosheid, onzekere banen, verdringing en een letterlijk ziekmakende concurrentie. Als geen ander begrijpen zij ook wat deze machteloze situatie met hun leeftijdgenoten doet. Frustratie, moedeloosheid, angst en onzekerheid. Het bestaan als ‘wegwerparbeider’ leidt tot een tanend zelfvertrouwen en teleurstelling in de overheid. Via hun eigen netwerk en sociale media wierf en interviewde het Netwerk Jongeren FNV veertig werkzoekende en werkende jongeren tot 35 jaar die hun ervaringen op de arbeidsmarkt wilden delen. Veelzeggend is dat het overgrote deel van hen anoniem wil blijven, uit schaamte - werkloosheid is een groot taboe - of uit angst voor herkenning door hun (toekomstige) werkgever. De arbeidsmarkt verandert snel en splitst zich steeds meer op in een gescheiden wereld: een vaste kern werknemers met daaromheen een flexibele schil werkenden met minder rechten. Tot de laatste groep behoren de twintigers en dertigers. Als zij werk hebben, is dit meestal een los-vastbaan, vaak onder hun niveau. Verdringing van andere groepen werknemers is het gevolg. Jongeren zonder werk gaan massaal voor een on(der)betaalde stage of werkervaringsplaats. Ook dit leidt tot verdringing, maar dan van betaalde banen. Op een uitkering ontvangen rust een groot taboe. De omgeving reageert er met onbegrip op en jongeren zelf denken vaak dat zij hun situatie aan zichzelf te danken hebben. Maar het besef dat dit niet een individueel, maar een collectief probleem is, dringt langzaam maar zeker door bij de groep twintigers en dertigers. De geïnterviewden en Netwerk Jongeren FNV weigeren tot een lost generation te gaan behoren. Daarom eisen zij Gewoon Goed Werk: echte banen met goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. 7 8 ‘Er zitten door de crisis te veel mensen in de WW. Het lijkt net of het UWV niet weet wat ze met deze mensen moet doen.’ Romilda (33), mbo detailhandel 9 1. 10 Te weinig banen De economie lijkt iets bij te trekken, maar de werkloosheid is nog steeds schrikbarend hoog en blijft dat voorlopig ook. Zonder beleidsaanpassingen duurt het nog jaren, tot zelfs ver na 2020, voordat de werkloosheid misschien weer terug is naar het lage niveau van 2008. In juli zat ruim 8,2 procent, bijna 700 duizend mensen, van de beroepsbevolking werkloos thuis. Er zijn 6,2 keer zoveel werklozen als vacatures. Onder Nederlandse jongeren is de werkloosheid procentueel zelfs bijna dubbel zo hoog. Van hen is 15,5 procent werkloos. De werkzame beroepsbevolking kromp de afgelopen drie maanden met gemiddeld tienduizend personen per maand. Dit wordt vooral veroorzaakt door jongeren die zich terugtrekken van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door te blijven studeren. Eén groot drama Uit de interviews met de jongeren komt duidelijk naar voren dat er te weinig banen zijn en te veel werkzoekenden. Het komt voor dat er duizend mensen solliciteren op één vacature. In sommige branches is de werkgelegenheid slechter dan in andere. ‘De arbeidsmarkt in mijn sector is één groot drama’, zegt sociaal pedagogisch hulpverlener Linda (28), die al twee jaar werkzoekend is. ‘Voordat ik werkloos werd, ben ik in anderhalf jaar tijd twee keer wegbezuinigd. Ondanks een paar jaar werkervaring kom ik niet aan de bak. Op 190 sollicitaties ben ik 189 keer afgewezen. Ergens is nog een sollicitatiebrief in behandeling, maar de ervaring leert dat dit een afwijzing wordt.’ Idiote eisen Jongeren komen volgens hen niet aan de bak vanwege de crisis, de bezuinigingen door de overheid en het zogenaamd gebrek aan werkervaring. Werkgevers komen met ‘idiote eisen’, omdat ze weten dat het aanbod van werkzoekenden zo groot is. Vooral hogeropgeleiden worden afgerekend op het ontbreken van voldoende nevenactiviteiten tijdens de studie. ‘Werkgevers zeggen dat ze diversiteit zoeken, maar in de praktijk gaan ze voor cum laude-afgestudeerden die allerlei bestuursactiviteiten hebben gedaan’, zegt sociologe Merel (29), werkzaam in de horeca. Reëel is dat volgens Bart (31), meester in de rechten, niet. ‘Ik heb geen relevante nevenactiviteiten tijdens mijn studie gedaan, en daar wordt wel naar gevraagd. Maar ik mocht naast werken en studeren toch ook wel eens tijd hebben voor mezelf? Voor sport bijvoorbeeld.’ Stuk vuil Te weinig werkervaring is een probleem, maar te veel ook, blijkt uit het relaas van mbo’er Jeroen (35): ‘Ik werk vanaf mijn 22e. De laatste drie jaar ben ik postbezorger geweest, maar mijn contract is niet verlengd, omdat ik een vast contract moest krijgen volgens de wet. Op mijn sollicitaties krijg ik rare afwijzingen. ‘U heeft te veel ervaring’, wordt gezegd. Laatst kreeg ik een tegenstrijdige afwijzing per mail: ‘u past niet in het profiel’, maar daaronder stond dat de vacature was vervallen. Ach, het zijn standaardmailtjes. Je wordt gewoon als een stuk vuil behandeld.’ Jurist Bart (31) wordt zelfs geregeld afgewezen omdat hij ‘te oud’ zou zijn. ‘Ik hoor nu vaak dat ze jongere vergelijkbare kandidaten hebben. ‘Je bent te oud’, wordt dan letterlijk gezegd. Pure leeftijdsdiscriminatie.’ De concurrentie voor de weinige banen is moordend, ervaren de geïnterviewden. Het leidt volgens velen tot een ‘ratrace’, die leidt tot stress, gebrek aan zelfvertrouwen en frustratie vanwege het gebrek aan kansen. Werkloosheid grijpt dus diep in het leven van jongeren in. Het is ziekmakend en vernietigt talent. ‘Er staan een hoop goede mensen aan de kant’, zegt kunstwetenschapper Suzie (27, kunstwetenschapper) treffend. 11 12 ‘Ik werk vanaf mijn 22e. De laatste drie jaar ben ik postbezorger geweest, maar mijn contract is niet verlengd, omdat ik een vast contract moest krijgen volgens de wet.’ Jeroen (35), mbo’er 13 2. 14 Uitkering is taboe Het ontvangen van een uitkering is voor jongeren een groot taboe. Werkloze geïnterviewden voelen onbegrip en druk uit de omgeving voor de situatie waarin zij zitten. Zij moeten zich voortdurend verdedigen voor hun bijstand of WW-uitkering. ‘Ik wil zelf geen bijstand’, vertelt sociologe Jasmina (29). ‘Maar ik kan niet anders. Ik heb 180 keer gesolliciteerd, op mijn niveau tot aan verzorger van overledenen en schoonmaker. En voor de thuiszorg, waar ik in het verleden in werkte, ben ik met 29 jaar al te oud.’ Maartje (30), werkloze hbo pedagoge: ‘Ik voel de maatschappelijke druk van anderen. De druk van werkenden met opmerkingen als: ‘waarom schrijf je niet gewoon een brief?’ en ‘waarom probeer je niet een niveautje lager te solliciteren?’ Net of ik dat niet allemaal geprobeerd heb!’ Jasmina heeft steeds minder zin om sociaal actief te zijn: ‘Omdat je op sociale gelegenheden altijd moet vertellen ‘wat je doet’.’ Een werkloze met een bijstandsuitkering op een feestje is volgens haar ‘sociaal gestigmatiseerd’. Angst voor sociale dienst De ervaringen van de jongeren met het UWV of gemeentelijke sociale dienst verbetert hun situatie doorgaans niet. Volgens de instanties ligt de werkloosheid van de jongere niet aan het tekort aan banen. ‘Bij netwerkbijeenkomsten die gefaciliteerd worden door overheden, heerst een taboe op het zeggen dat het aantal banen een probleem is’, zegt administratief medewerkster Rosan (27, drie mastertitels: Rechten, Bestuur en Organisatie en Politicologie). ‘Niemand durft het ook te zeggen, want niemand wil de kleine kans om een baan te krijgen verpesten.’ Niet het banentekort is de oorzaak van werkloosheid, maar de jongere zelf is het probleem, menen UWV en sociale diensten. ‘Ik snap heel goed dat ze je aan het werk willen helpen, maar ze doen net of ik schuldig ben aan mijn werkloosheid’, zegt cesartherapeut Leon (25). ‘Ik kan er toch niets aan doen dat mijn contract niet verlengd werd? Het is gewoon de crisis. Ik vind dat ze me als werkloze criminaliseren.’ Leon krijgt steeds meer stress van het solliciteren. ‘Ik solliciteer niet vanuit mijn hart, maar vanuit angst. Ik vraag me steeds af: heb ik het wel goed gedaan volgens de sociale dienst?’ De chronische zieke sociaal-pedagogisch werker Leonie (33) krijgt een WW-uitkering. Van het UWV krijgt ze geen begeleiding bij het zoeken naar werk. ‘Bij het UWV-werkbedrijf heb ik vorig jaar een persoonlijk gesprek gehad. De medewerkster dacht mee en heeft uitgezocht of ik in aanmerking kom voor intensieve begeleiding. Het antwoord was ‘nee’.’ Ook Romilda (33), mbo detailhandel afgerond, krijgt geen begeleiding. ‘Ik heb mijn jobcoach gevraagd of er interne vacatures waren bij het UWV, maar dat wist ze niet. Ik ben ook naar een banenbeurs van het UVW geweest, maar die stelde niets voor. Er zitten door de crisis gewoon te veel mensen in de WW. En het lijkt net of het UWV niet weet wat ze met al deze mensen aan moet.’ 15 16 ‘Ik wil een huis kopen en kinderen krijgen. Dit hangt wel af van of ik werk kan krijgen, anders moet ik bijstands moeder worden! Ik ben al 32 jaar. Mijn biologische klok tikt.’ Henrieke (32), hbo sociaal pedagogisch hulpverlener 17 3. 18 Een rommelbaantje onder niveau Als gevolg van het grote tekort aan banen, speuren jongeren de arbeidsmarkt af naar een baan (ver) onder hun niveau, die niets meer te maken heeft met oorspronkelijke wensen of ambities. Sociologe Merel (29) solliciteert op alles dat voorbij komt. ‘Vroeger wilde ik bij een NGO (maatschappelijke organisatie) of de overheid werken, nu stuur ik brieven waarbij ik denk: ik ben mijn ziel aan de duivel aan het verkopen.’ Rosan (27), die drie mastertitels bezit, doet administratief werk. Niet bepaald een baan ‘op niveau’. ‘Dit baantje heb ik aangenomen omdat ik heel vaak solliciteerde en vage afwijzingen kreeg. Ik dacht: ik ga een treetje lager, want ik wil zelf mijn boterham verdienen. Zo heb ik toch een baan, weliswaar op mbo-niveau, maar ik ben er heel blij mee, want al mijn vrienden zijn werkloos.’ Ook Julia (28), opleiding mbo toerisme, werkt onder haar niveau, in een administratieve baan. ‘Ik heb deze baan aangenomen omdat ik gewoon echt geen andere keus had, maar ik ben niet tevreden met mijn werk. Te weinig uitdaging, ik verveel me. Ik kijk ondertussen om me heen, maar zie dat het solliciteren net zo moeilijk is als anderhalf jaar geleden. Toen was ik ruim anderhalf jaar werkloos en heb honderden keren gesolliciteerd.’ Pedagoge Loes (25) doet klusjes in de kinderopvang, zoals ‘het tellen van het aantal leidsters’. ‘Nee, op niveau is het niet. Simpel, eenvoudig werk dat iedereen kan. Maar er zijn voor mij als universitair opgeleide ook geen banen op hbo-niveau. Ik doe dit werk, omdat ik geld wil verdienen en om onder de mensen te zijn.’ Verdringing Het komt in alle lagen van de arbeidsmarkt voor: verdringing. Hoogopgeleiden verdringen mbo’ers, die op hun beurt laaggeschoolden uit de markt stoten. Uit onderzoek door het UWV (Vacatures in Nederland 2013) blijkt dat van de 111 duizend vacatures die in principe door ongeschoold personeel vervuld kunnen worden, er slechts 20 duizend vervuld worden door personen met hooguit een basisopleiding. Dit betekent dat 90 duizend mogelijkheden voor ongeschoolden niet werden benut, omdat werkgevers bij het aannemen van personeel, zeker bij de huidige ruime arbeidsmarkt, de voorkeur geven aan geschoold personeel. De verdringing van ongeschoold personeel door geschoold personeel treedt vooral op in de horeca (55%), de agrarische sector (48%) en de detailhandel (31%) waar voor het grootste deel van de vacatures hooguit basisonderwijs werd vereist, terwijl het aangenomen personeel grotendeels bestond uit mbo’ers. 19 Jongeren zijn zich doorgaans bewust dat ze leeftijdgenoten verdringen. ‘Dat is zeker niet mijn bedoeling, maar welke opties heb ik?’, zegt sociaal- pedagogisch hulpverlener Jetteke (24), die werkt op een mbo-functie in haar richting. ‘Op termijn hoop ik toch vanuit mijn huidige baan door te kunnen stromen naar een hbo-functie, die er nu niet is. En dat gaat toch het beste als je werkzaam bent in je eigen vakgebied, ook al is het op een lager niveau. Iets is nog altijd beter dan niets.’ Cesartherapeut Leon (25, half jaar werkloos) vindt die verdringing maar niks. ‘Hoogopgeleiden komen niet aan de bak. Wij kunnen de banen van laagopgeleiden dan wel innemen, maar dan komen zij niet meer aan de bak.’ Onvrede Er zijn jongeren die hun zegeningen tellen en blij zijn met hun baantje, voor dit moment. Maar voor het overgrote deel leidt dit werk tot onvrede: over het lage niveau, het tekort aan uitdaging en ontwikkeling of de angst te blijven ‘hangen’ op een lager niveau dan gewenst. Of onvrede over een ’omgekeerde’ carrière, zoals bij Maartje (30), werkloze hbo-pedagoge: ‘Eerst had ik werk op hbo-niveau, toen op mbo niveau en uiteindelijk als oproepkracht. Ik ben steeds een stap achteruit gegaan in mijn loopbaan.’ 20 Er heerst ook onvrede over de aard van het werk. Bijvoorbeeld bij Leonie (25), hbo’er in een creatieve richting, die via een uitzendbureau op de afdeling klantbehoud van een callcenter van een kabelbedrijf werkt: ‘Ik ben erg ontevreden met dit werk. Ik moet mensen mindfucken of abonnementen aansmeren, mensen kabelabonnementen laten behouden van producten waarvan ik weet dat ze niet goed zijn. Ik moet klanten vasthouden met de belofte dat het product verbetert, ook al is dat niet zo. Ik moest het werk wel aannemen om brood op de plank te krijgen.’ 21 22 ‘Ik hoor nu vaak dat ze jongere ver gelijkbare kandidaten hebben. ‘Je bent te oud’, wordt dan letterlijk gezegd. Pure leeftijds discriminatie.’ Bart (31), jurist 23 4. 24 Onzeker werk, slechte voorwaarden Als jongeren al een baan(tje) op deze ruime arbeidsmarkt vinden, is dat vrijwel nooit een vaste baan, blijkt uit CBS-cijfers. Zij zijn vaker dan gemiddeld aangewezen op onzeker werk, als uitzendkracht, op oproepbasis, met een nuluren- of tijdelijk contract. Het aandeel tijdelijke en flexibele banen is sinds de eeuwwisseling gestegen van 17 naar 27 procent van het totaal, blijkt uit onderzoek van het GAK. De arbeidsmarkt is dus flexibeler geworden en mensen blijven, door de economische crisis, ook langer in de ‘flexibele schil’. Zeventig procent van de mensen met een flexcontract heeft hier niet zelf voor gekozen, maar heeft een (verlengde) proeftijd of kan geen vast werk vinden. Daarnaast heeft deze groep te maken met een verhoogd risico op (terugkerende) werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. En wordt er minder in hen geïnvesteerd, bijvoorbeeld met scholing. Geen vast contract Bijna alle geïnterviewden kennen problemen met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Een vast contract na drie tijdelijke contracten is zeldzaam. ‘Ik heb tot maart dit jaar als baliemedewerker in een fitnessbedrijf gewerkt’, vertelt cesartherapeut Leon (25). ‘Ik heb drie tijdelijke contracten gehad en nu moest ik een vast contract krijgen. Dat kreeg ik niet en daarom moest ik weg.’ Diergeneeskundige Sandra (31) overkwam hetzelfde: ‘Ik ben erg ziek geworden van hoe mijn laatste werkgever met mij is omgegaan. Ik ben gewoon door hem gebruikt om andere collega’s op te leiden en toen mocht ik voor het tekenen van mijn derde contract wieberen.’ Contracten worden soms om dubieuze redenen niet verlengd. Beveiliger Michiel (22) kreeg geen contractverlenging, omdat hij ‘altijd te vroeg op zijn werk kwam’. ‘Ik ging eerder naar mijn werk om me even rustig voor te bereiden, maar ze hadden liever iemand die niet eerder kwam. Waarschijnlijk is dit gelogen en wilden ze het werk gewoon met minder mensen doen.’ Uitzendbaantjes en nulurencontracten zijn eerder norm dan uitzondering. Mark (24), die mbo sociaal juridische dienstverlening studeerde, is sinds vijftien maanden werkloos. Daarvoor had hij een nulurencontract bij het Openbaar Ministerie. ‘Ik kwam ’s ochtends om 8.30 uur op mijn werk en kreeg om 9.30 uur te horen: sorry, we hebben vandaag geen werk voor je, misschien morgen. En dan kreeg ik een uur uitbetaald. Op een gegeven moment werd me gezegd dat er geen werk meer voor me was. Je voelt je dan echt minderwaardig, want je kan meteen opvliegen.’ Wegwerpding Door hun status als tijdelijke kracht kunnen jongeren vaak geen aanspraak maken op scholing of andere arbeids voorwaarden. Administratief medewerkster Julia (28): ‘Arbeidsvoorwaarden? Die kennen we hier weinig. Geen scholing, geen reiskostenvergoeding. Collectief pensioen is er wel.’ Hetzelfde geldt voor psycholoog Marieke, als administrateur via een uitzendbureau werkzaam bij een softwarebedrijf. ‘Maar ik heb ook geen vaste vakantiedagen. En als ik ziek ben, heb ik twee wachtdagen waarin ik niks krijg.’ Geïnterviewden voelen zich zo ‘misbruikt’ door hun werkgever(s). Administratief medewerker Rosan (27): ‘Werkgevers zijn zich erg bewust dat ze minder hoeven te bieden voor hogere kwaliteit. Ze investeren niet in je en behandelen je als een wegwerpding dat vervangen kan worden.’ 25 Sociologe Merel (29): ‘Op de arbeidsmarkt zie ik hoe werkgevers misbruik maken van de situatie. Een fulltime traineeship voor 1700 euro bruto, bij het UWV nog wel, dat is minder dan dat je in de horeca verdient.’ Voor jou tien anderen, is het adagium op het callcenter waar Leonie (25) werkt. Wie niet aan de scherpe eisen voldoet, vlieg er zonder pardon uit. ‘Echt alles wordt gecontroleerd. Of ik genoeg klanten te woord sta en ik gegevens snel genoeg verwerk. Zelfs de tijd dat ik de wc bezoek, wordt bijgehouden.’ Volgens diergeneeskundige Sandra (31) moet de Nederlandse bedrijfscultuur veranderen. ‘Die moet eerlijker. Nu ben je het zoveelste nummertje in dienst van een werkgever.’ 26 Kleinerend Jongeren met een ‘gewone’ baan bevestigen dat hun werkgever inzet op flexibiliteit en daarbij niet altijd netjes te werk gaan. De mbo-opgeleide Joris (33), teamleider Chemie in een laboratorium: ‘Ik heb in mijn team voornamelijk 45-plussers en veel jongeren met uitzendcontracten. De uitzendkrachten functioneren prima, maar ik kan ze niet aannemen. Na een jaar vliegen ze er uit.’ Hbo-pedagoge Henrieke (32), werkzaam in de jeugdzorg: ‘Het werk is niet leuk meer. Er is grote werkdruk en ze zijn bezig alle vaste krachten eruit te werken. Niemand krijgt meer een goede beoordeling. De manier waarop dit gaat is kleinerend. Had gewoon gezegd dat de vaste krachten er uit moeten omdat we flexibeler moeten zijn, dat was wel zo eerlijk geweest.’ Administratief medewerker Rosan (27): ‘Ik heb het gevoel dat mijn baan eerst door drie mbo’ers werd gedaan. Maar er is gereorganiseerd, waarbij mensen zijn ontslagen en jonge werklozen zijn daarvoor in de plaats gekomen. Daarnaast hoor je oudere collega praten over de verhoogde werkdruk.’ 27 28 ‘Er moet een eerlijke bedrijfscultuur komen. Nu ben je het zoveelste nummertje in dienst van een werkgever.’ Sandra (31), diergeneeskundige 29 5. Onbetaald werken verdringt Geen baan te vinden, maar je wilt als werkzoekende wel werkervaring opdoen? Dan zoek je als jongere een oplossing in een onbetaalde stage, werkervaringsplek, banenplan of vrijwilligerswerk. Dat gebeurt steeds vaker. Niet alleen voor de werkervaring, maar ook in de hoop door te stromen naar een betaalde functie en om ‘onder de mensen te zijn’. 30 Het verschilt per gemeente of iemand die bijstand ontvangt stage mag lopen. Sommige gemeenten keuren een stage goed, omdat ze zien dat er weinig opties zijn om in de omgeving aan een passende baan te komen. Andere gemeenten vinden dat betaald werk voorgaat, dat iedere baan passend is en dat starters beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt. Als de gemeente de stage goedkeurt, wordt de stagevergoeding van de bijstand afgetrokken. Werkloos sociologe Jasmina (29) ziet kansen in een stage of vrijwilligerswerk, maar mag dit niet van de gemeente waar ze in de bijstand zit. ‘Ik zit in een traject van de sociale dienst en mag geen vrijwilligerswerk doen of stage lopen. Het zou juist goed zijn als net afgestudeerden eerst een half jaar stage lopen om ervaring op te doen.’ Nadelen stage Anderen mogen wel stage lopen of een werkervaringsplek aannemen, maar zien daar ook nadelen in. Ziet het bedrijf mij als iemand die iets leert en om in te investeren of ben ik gewoon een goedkope arbeidskracht? De jongeren beseffen dat een stagiair aantrekkelijker voor de werkgever kan zijn dan een betaalde kracht. En dat verdringing optreedt. ‘Ik ga straks zes maanden stage lopen om werkervaring op te doen’, zegt Froukje (25), een industrieel ontwerper die in een koffiebar werkt. ‘Eigenlijk ben ik hier op tegen, want ik moet gewoon betaald werk krijgen.’ Ook kunstwetenschapper Sofie (27) ziet de verdringing op de arbeidsmarkt: ‘In een instelling waar ik stage liep, was eerst één betaalde kracht die is ingeruild voor twee onbetaalde stagiaires. Dit moet echt stoppen!’ ‘In het buurthuis waar ik als vrijwilliger werk, hebben ze net een betaalde kracht ontslagen’, vertelt de werkloze sociaal pedagogisch hulpverlener Linda (28). ‘Als ik het werk van die betaalde kracht niet overneem, dan gaat alles verloren wat hij heeft opgebouwd.’ Twijfels over het nut van een stage of werkervaringsplaats leven volop onder jongeren. Universitair geschoolde Mark (30) start binnenkort met een gemeentetraject om werkervaring op te doen. ‘Het doel is dat ik doorstroom naar een regulier betaalde baan, maar ik heb het gevoel dat er veel ‘rondgepompt’ wordt. Dat er net wordt gedaan of er veel wordt gedaan, maar er geen echte banen uitkomen.’ Mark vermoedt dat vooral werkgevers hiervan profiteren en niet de werknemers. ‘Banenplannen zijn mooi, maar leveren volgens mij niet echt structureel banen.’ 31 32 ‘Ik krijg steeds meer stress van solliciteren, omdat ik niet vanuit mijn hart solliciteer, maar vanuit angst. Ik vraag me steeds af: ‘Heb ik het goed gedaan volgens de Sociale Dienst?’ Leon (25), cesartherapeut 33 6. Gevolgen van een onzeker bestaan Werkloos zijn, onzeker werk, weinig inkomen, een baan onder niveau op een arbeidsmarkt waar er meer dan zes keer zoveel werklozen als vacatures zijn: het leidt onder jongeren tot frustratie, machteloosheid, teleurstelling, boosheid en psychisch leed. 34 De werkloze mbo’er Jeroen (35): ‘Ik zie het somber in. Ik heb binnenkort weer een baan, een nulurencontract op oproepbasis, maar ik wil gewoon een vaste baan. Hoe moet ik het in de toekomst gaan doen? Pensioen bouw ik niet op en ik word ook ouder.’ ‘Ik word er depressief van’, zegt de werkloze sociaal juridisch dienstverlener Mark (24). ‘Ik zie niets zitten, heb nergens zin in. Oneerlijk is het ook. Ik heb echt alles gedaan wat ik kon.’ Jurist Bart (31): ‘Dit creëert uitzichtloosheid. Ik vind het zwaar onbevredigend. Hoe ga ik vooruit? Ik had verwacht een koophuis te bezitten en een stabiel inkomen te hebben. Ik geef mezelf soms de schuld. Ik ben soms wel down. Mijn kwaliteit van leven gaat achteruit.’ Henrieke (32), hbo sociaal pedagogisch hulpverlener: ‘Ik wil een huis kopen en kinderen krijgen. Dit hangt wel van af of ik werk kan krijgen, anders moet ik bijstandsmoeder worden! Ik ben al 32 jaar. Mijn biologische klok tikt.’ De werkloze beveiliger Michiel (22): ‘De situatie voelt erg machteloos. Ik probeer mijn hoofd boven water te houden. Maar ik weet niet goed hoe.’ Ben ik niet goed genoeg? Geen enkele geïnterviewde zit ‘stil op de bank’. Alle jongeren pakken van alles aan om hun situatie te verbeteren. Aan de werklust ligt het dus niet. Maar jongeren geven opvallend vaak zichzelf de schuld voor hun werkloosheid of rommelbaantje. ‘Gefrustreerd voel ik me, machteloos, slachtoffer, maar ook falend, dat ik niet goed genoeg ben, niet genoeg mijn best doe, boos op mezelf. Na de zoveelste afwijzing trek je je alles persoonlijk aan.’ (psychologe Valerie (25), werkt op administratieve afdeling) Dat niet alles aan de jongere zelf ligt, maar ook aan de economie en dat dit niet een individueel, maar een collectief probleem is, dringt bij sommigen langzaam door. Kunstwetenschapper Suzie (27), werkt in de horeca: ‘Eerst dacht ik: dit is een persoonlijk probleem. Maar ik heb naast mijn werk er altijd dingen naast gedaan, ik heb veel werkervaring opgedaan en dan nog steeds is het moeilijk. Eerst twijfelde ik aan mezelf, daarna zag ik: dit ligt niet aan mij.’ 35 36 ‘Bij netwerk bijeenkomsten die gefaciliteerd worden door over heden, heerst een taboe op het zeggen dat het aantal banen een probleem is, want niemand wil de kleine kans om een baan te krijgen verpesten.’ Rosan (27), met drie mastertitels: Rechten, Bestuur en Organisatie en Politicologie, doet administratief werk 37 7. Conclusie De werkloosheid in Nederland is hoog, vooral onder jongeren. Met duizend anderen solliciteren op een vacature leidt tot een moordende concurrentie, een ‘ratrace’ die uitmondt in stress, moedeloosheid en een daling van kwaliteit van leven. Werkloosheid is letterlijk ziekmakend voor jongeren. Ze missen de kans om zich te ontplooien en hun leven en toekomst vorm te geven. 38 Vanwege het gebrek aan werk op het eigen (opleidings)niveau, solliciteren jongeren op banen die (ver) onder hun kunnen liggen. Gevolg is verdringing, die in alle lagen van de arbeidsmarkt voorkomt. Hoogopgeleiden verdringen mbo’ers, die op hun beurt laaggeschoolden uit de markt prijzen. Jongeren zijn vaker dan gemiddeld aangewezen op onzeker werk, als uitzendkracht, op oproepbasis, met een nuluren- of tijdelijk contract, en slechte arbeidsvoorwaarden. Vaste contracten worden nauwelijks meer vergeven, zeker niet aan twintigers en dertigers, zij krijgen hooguit een flexibel contract. Een ‘rommelbaantje’ is voor jongeren nog altijd beter dan geen werk en een uitkering, want hierop ligt een groot taboe. Werklozen voelen onbegrip en druk uit de omgeving voor hun werkloze status en geven dikwijls zichzelf de schuld voor de situatie waarin zij zitten. De instanties vergroten het schuldgevoel door jongeren voor te houden dat ze het zelf in de hand hebben. Werkzoekenden doen veel (onbetaalde) stages en solliciteren op werkervaringsplekken om meer kans op een betaalde baan te hebben en uit angst om met een ‘verouderd’ diploma achter te blijven. Maar dit leidt tot verdringing van betaald werk en een ratrace om de beste stageplekken. De werkgever doet er zijn voordeel mee. Veel jongeren schamen zich voor hun situatie, zij hebben niet de baan waar ze ooit van droomden. Hun loopbaan is hoogst onzeker en daarmee hun toekomst. Een deel van de jongeren legt de schuld van hun werkloosheid of ‘rommelbaantje’ bij zichzelf en niet bij de slechte arbeidsmarkt. Maar bij anderen dringt het langzaam door dat het hier een collectief probleem betreft, waar gezamenlijk aan gewerkt moet worden. 39 40 ‘Ik heb 190 keer gesolliciteerd en ben 189 keer afgewezen, er zit er één ergens in behandeling. Ervaring leert dat dit een afwijzing wordt.’ Linda (28), sociaal pedagogisch hulpverlener 41 8. 42 Aanbevelingen: wat moet anders? Werkloosheid is een collectief probleem: er zijn te weinig echte banen in verhouding met het grote aantal werklozen. Vooral onder jongeren is de werkloosheid extreem hoog. Dit leidt tot onaanvaardbare negatieve sociale gevolgen, zoals in dit boekje staat beschreven. De werkloosheid onder jongeren moet dus zo snel mogelijk omlaag. Extra werk is nodig. Dat kan met het banenplan van de vakbeweging. Met een start in 2014 kan de werkloosheid in 2020 weer teruggedrongen zijn naar rond het niveau van 2008: maximaal 400 duizend werklozen oftewel minder dan 5 procent. Wij willen naast maatregelen die werk gaan scheppen, ook het beschikbare werk eerlijker over generaties verdelen, zodat jongeren aan de slag kunnen. In plaats van het afbreken van arbeid door bezuinigingen, moet er geïnvesteerd worden in Gewoon Goed Werk. Tenslotte moet het bewustzijn vergroot worden dat werkloosheid geen individuele keuze of probleem is, maar een maatschappelijk kwaad. We moeten werkloosheid aanpakken en niet de mensen die werkloos zijn. 43 Welke concrete aanbevelingen doet Netwerk Jongeren FNV aan politiek en werkgevers? • C reëer meer werk met het banenplan waarin investeren in banen met volwaardige arbeidsvoorwaarden centraal staat. Investeer bijvoorbeeld in verduurzaming van de woningvoorraad. • S top met de afbraak van banen in de collectieve sectoren. Er verdwijnen door de bezuinigingen meer dan 100.000 banen in bijvoorbeeld de ouderen-, jeugden gehandicaptenzorg. 44 • S timuleer herverdelen van werk van oud naar jong: - S timuleer het vrijwillig uittreden van ouderen (63+). Dat levert minder verdringing op dan het goedkoop kunnen aannemen van jongeren. - S timuleer werkgevers om jongeren op echte banen in de 80/90/100-variant aan te nemen: ouderen werken 80 % en ontvangen daarvoor 90% loon en 100% pensioenopbouw. - S chaf de strafheffing VUT af om herverdeling van oud naar jong mogelijk te maken. - Z et de voorstellen voor versnelde verhoging AOW-leeftijd vanaf 2016 niet door. - Voer transferbanen in waarbij jongeren tegen cao-loon een half jaar voordat een oudere met pensioen gaat vast aan de slag gaan. Zo kunnen ouderen hun vakmanschap overdragen om zo jongeren goed in te werken met uitzicht op een vaste aanstelling. • Vergroot mogelijkheden om te kiezen voor tijdelijk korter werken, bijvoorbeeld met een sabbatical of scholingsverlof. Zorg voor 1-op-1-vervanging. Welke aanbevelingen doen we aan de vakbeweging FNV? Wat willen we media en maatschappij meegeven? • A gendeer de schaamtecultuur die onder jongeren heerst over werkloosheid en het ontvangen van een uitkering als ernstig sociaal probleem. • A gendeer de ratrace om de weinige banen die zorgt voor de ziekmakende concurrentie onder jonge werkzoekenden. Stop met de schuld geven aan jongeren zelf. • O rganiseer jonge werkzoekenden om hun problemen te agenderen als collectief probleem. • Stel je als opiniemakers en opvoeders zelf eens de vraag waarom er nu een hele generatie is die zichzelf de schuld geeft in plaats van gezamenlijk het probleem te agenderen. Wat betekent dit voor de toekomst van onze maatschappij? • B estrijd verdringing op de arbeidsmarkt door geen concurrentie op loonkosten toe te staan in de vorm van bijvoorbeeld stages na een opleiding of onbetaalde werkervaringsplekken. • F aciliteer coaching waardoor jongeren samen sterker worden. Dit is echte empowerment. • S top de aanval op en het criminaliseren van jongeren met een uitkering. Werkloosheid is geen individuele keuze, maar een maatschappelijk kwaad. We moeten werkloosheid aanpakken en niet de mensen die werkloos zijn. • W erk het banenplan als alternatief voor de bezuinigingen beter uit met het oog op jongeren. • Z org in de sectoren via de cao’s voor meer echte startersbanen. • L aat zien dat jeugdwerkloosheid een langdurig probleem is dat niet zomaar wegwaait. In ons onderzoek zijn we op zoek gegaan naar concrete ervaringen en dat zou in andere acties ook de basis moeten zijn van goed vakbondswerk. • Stop met napraten van opinieleiders en ga eens echt het gesprek met jongeren aan. 45 46 ‘De situatie voelt erg machteloos. Ik probeer mijn hoofd boven water te houden. Maar ik weet niet goed hoe.’ Michiel (22), werkloze beveiliger 47 9. 48 Over FNV Jongeren in Beweging Onze idealen Gewoon Goed Werk= FNV Jongeren in Beweging is een beweging ontstaan op 30 november 2013 uit de manifestatie Koopkracht en Echte banen van de FNV. Een beweging van actieve jongeren van verschillende FNV bonden en sectoren die is opgestaan om Gewoon Goed Werk te eisen. Ze wil meer echte banen, met genoeg zekerheid, respect en een stabiel inkomen. Gewoon Goed Werk is alles behalve vanzelfsprekend. FNV Jongeren in Beweging is vernieuwend in het feit dat ze activerend en van onderop met jonge leden opereert. • Echte banen • Een betaalde baan hebben (en bijvoorbeeld niet voor een uitkering werken) • Voldoende loon krijgen om van te leven (en bijvoorbeeld niet als zzp-er voor een hongerloon werken) • Voor andere goede andere arbeidsvoorwaarden (zoals een goed pensioen) • Onder goede arbeids-omstandigheden werken (zodat je mentaal en lichamelijk niet ziek wordt) • Werk passend bij iemands talent Zijn dit ook jouw idealen? Vecht mee! Zie onze contactgegevens op pagina 55. Geen onzeker werk, waarin je constant bedreigd wordt met ontslag zoals flexkrachten 49 50 ‘Ik wil zelf geen bijstand, maar ik kan niet anders. Ik heb 180 keer gesolliciteerd, van banen op mijn niveau tot verzorger van overledenen en schoonmaker.’ Jasmina (29), sociologe 51 10. De onderzoekers van Netwerk Jongeren FNV Wie interviewden de jongeren en wat drijft hen om aandacht aan de werkloosheid onder jongeren te besteden? 52 Biedjai Oepasie (32) Peter de Haan (34) studeerde Bedrijfskunde en Environment and Resource Management bedrijfseconoom en socioloog ‘Sinds het afronden van mijn studie ben ik werkloos, nu al bijna drie jaar. Tussendoor heb ik wel ‘rommelbaantjes’ gehad, die niets opleverden. Ik heb vele netwerk- en sollicitatietrainingen gehad en na mijn studie stage gelopen. Helaas, een echte baan heeft het me dus niet opgeleverd. Jarenlang heb ik gezwoegd om mijn diploma te halen. Met een mastertitel zou je toch gewoon een baan moeten vinden? Het is van de zotte dat iemand die lang heeft gestudeerd nog stage moet gaan lopen om ‘werkervaring’ op te doen. Er wordt net gedaan of iemands studie niets voorstelt. Ik ben het zat. Zat dat ik geen kans krijg omdat er 700 duizend werklozen zijn en maar 90 duizend banen. Ik ben het zat dat de overheid net doet alsof het aan mij ligt dat ik geen werk vind en pretendeert werklozen te steunen met de zogenaamde netwerk- en sollicitatietrainingen. Ook ben ik het zat dat bedrijven netwerkdagen geven, terwijl ze zelf vierduizend werknemers eruit schoppen. Ook de bezuinigingen ben ik zat. Ze zijn onnodig en scheppen geen banen. Ik weiger om tot lost generation te gaan behoren. Ik weiger mijn hele leven uitkeringsafhankelijk te zijn, een onzeker baantje te moeten vervullen en daarvan ziek te worden. Daarom heb ik besloten terug te vechten, terug te vechten door geen ratrace te creëren, maar samen meer banen te eisen. Ik eis Gewoon Goed Werk, want Gewoon Goed Werk is een mensenrecht!’ ‘Ik ben tijdens deze crisis twee keer werkloos geweest. Eén keer zes maanden en één keer zeven maanden. Dus ik weet wat het is. Daarnaast vind ik het mijn taak om als voorzitter van het sectorbestuur jongeren van de AbvaKabo FNV een actieve bijdrage te leveren aan dit soort initiatieven. Tijdens een netwerkgesprek zei iemand ooit tegen mij: ‘Oké het gaat niet goed binnen de FNV en de arbeidsmarkt, wat ga jij er aan doen?’ Vanaf dat moment (2010) ben ik mij actief met de FNV gaan bemoeien. Het belang van goed werk als onderdeel ven een waardig bestaan heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader was bedrijfsmaatschappelijk werker bij de NS. Mijn opa heeft mij verteld hoe het was om de zoon te zijn van een arbeidsongeschikte vader in de jaren dertig in Drenthe. We kunnen het ons als nieuwe generatie niet veroorloven om te vergeten waar we vandaan komen en wat er is opgebouwd. Dit besef is ook de reden dat ik na mijn HEAO Bedrijfseconomie sociologie ben gaan studeren. Nu werk ik in de wereld van arbeidsverhouding en politiek, meestal via tijdelijke contracten. Ik heb onder andere twee jaar - als interne stafmedewerker OR - de ondernemingsraad van PostNL geadviseerd en ondersteund tijdens de grote reorganisatie van 2012/2013. Op dit moment werk ik bij de FNV als Beleidsadviseur Lokaal Beleid.’ 53 Ralf Beckers (27) werkvoorbereider bij een interieurbedrijf ‘In 2013 bezocht ik de manifestatie Koopkracht en Echte banen. Daar was een bijeenkomst over jeugdwerkloosheid. Al lange tijd liep ik met het gevoel iets te willen doen tegen de race-to-thebottom. Hier deed de kans voor om iets daadwerkelijk te veranderen. Sindsdien ben ik actief in FNV Jongeren in Beweging. Ik werk met een grote glimlach naar een betere toekomst toe. 54 Wat drijft me? Ik heb, net als vele andere jongeren, ervaren hoe moeilijk het is om na een opleiding een passende baan te vinden. Zo heb ik het eerste jaar na afronding van mijn opleiding als postbezorger gewerkt en heb ik van dichtbij meegemaakt hoe de vaste postbodes massaal ontslagen werden en/of op arbeidsvoorwaarden moesten inleveren. Ik ben voor mijn huidige baan ook drie maanden werkloos geweest, dus ik weet wat ‘werkloos’ zijn inhoudt. Ik zie in mijn directe omgeving hoe vrienden geen baan kunnen vinden of moeten rondkomen van een bijbaantje, zelfs met een MBO, HBO of universitaire diploma op zak. Ik zie van dichtbij wat deze uitzichtloze situatie met ze doet. Het raakt me en maakt me kwaad. Inmiddels zijn we in een samenleving beland waar goed opgeleide en gediplomeerde jongeren onbetaald werk verrichten (zogenaamde stages voor het ‘opdoen van werkervaring’) en worden blootgesteld aan cao-ontduiking met alle gezondheidsrisico’s van dien. Of bedreigd worden met ontslag wanneer ze daar iets van zeggen (zo iets als: ‘voor jou tien anderen’). Zo werden we genoemd in de media, een tijd terug, als de verloren generatie. Ik zie geen verloren generatie ontstaan, maar een generatie met toekomst als jongeren actief worden in de FNV.’ Kevin Leijn (22) student Internationale Betrekkingen en Organisaties ‘Ik zie dat in Nederland de positie van jongeren steeds meer die van een rechteloze arbeidskracht begint aan te nemen. Hoge werkloosheid, onbetaalde stages/werktrajecten, onzeker werk en alle gevoelens die daarbij komen kijken, zoals angst, moedeloosheid, en woede, zijn aan de orde van de dag. In mijn eigen situatie zie ik dat veel jongeren op de universiteit tegen elkaar opgezet worden; de concurrentie tussen elkaar moet vergroot worden, zogenaamd om verbetering teweeg te brengen. In de praktijk betekent dit echter voor een afgestudeerde jongere die op zoek is naar werk dat hij met andere jongeren moet concurreren voor een bepaalde baan, en dus op hun arbeidsvoorwaarden. Als het zo doorgaat zullen jongeren een steeds zwakkere positie verkrijgen in de maatschappij, en gebruikt worden als wegwerparbeider. Ik weiger hieraan mee te werken en wil vechten voor de daadwerkelijke belangen die jongeren hebben; niet tegen elkaar als individuen, niet tegen ouderen, maar tegen het beleid en de eisen van de werkgevers en de regering.’ Contactgegevens Ben je een jongere? Wil je ook niet tot de verloren generatie behoren? Vecht mee! Ben je enthousiast geworden en wil je een waardevolle bijdrage leveren? Mail naar: [email protected] Tel. 079 3536343 55 56 ‘Het doel is dat ik doorstroom naar een regulier betaalde baan, maar ik heb het gevoel dat er veel ‘rondgepompt’ wordt. Dat er net wordt gedaan of er veel wordt gedaan, maar er geen echte banen uitkomen.’ Mark (30), start binnenkort met een gemeentetraject om werkervaring op te doen. 57 58 59 Dit zwartboek is de eerste activiteit van Netwerk Jongeren FNV en is bedoeld om iedereen bewust te maken van het collectieve karakter van werkloosheid, slecht werk en de sociale gevolgen daarvan. Netwerk Jongeren FNV wil echte banen voor jongeren, met genoeg zekerheid, respect en een stabiel inkomen. Werk is een mensenrecht. We willen Gewoon Goed Werk voor iedereen. 60 ‘Elke jongere, ongeacht politieke kleur, die Gewoon Goed Werk en kwaliteit van leven belangrijk vindt, is welkom. Elke jongere die wil dat werkloosheid serieus aangepakt wordt, is welkom. Elke jongere die niet tot de verloren generatie wil behoren en voor meer banen wil vechten, is welkom.’ Wil je ook niet tot de verloren generatie behoren? Vecht mee! Zie pagina 55 voor de contactgegevens
© Copyright 2024 ExpyDoc