Netwerk Jongeren FNV ZWARTBOEK JEugdWERKlOOshEid

Netwerk Jongeren FNV
ZWARTBOEK
1
Jeugdwerkloosheid
collectief probleem, individuele schaamte
Netwerk Jongeren FNV
2
Jeugdwerkloosheid
collectief probleem, individuele schaamte
3
4
Inhoudsopgave
6 Voorwoord
10 1 -Te weinig banen
14 2 - Uitkering is taboe
18 3 - Rommelbaantje onder niveau
24 4 - Onzeker werk, slechte voorwaarden
30 5 - Onbetaald werken verdringt
34 6 - Gevolgen van een onzeker bestaan
38 7 - Conclusie
42 8 - Aanbevelingen
48 9 - Over FNV Jongeren in Beweging
52 10 - De onderzoekers van Netwerk Jongeren FNV
5
Voorwoord
Voor u ligt een zwartboek over de strijd van
jong­eren tot 35 jaar op zoek naar een baan,
tegen werkloosheid en tegen onzeker en onderbetaald werk. Een zwartboek dat niet is gemaakt
door experts of onderzoekers, maar door vier
jonge ervaringsdeskundigen van Netwerk
Jongeren FNV.
6
Zij kennen de problemen die jongeren op de
arbeidsmarkt ondervinden, zoals hoge werkloosheid, onzekere banen, verdringing en een
letterlijk ziekmakende concurrentie. Als geen
ander begrijpen zij ook wat deze machteloze
situatie met hun leeftijdgenoten doet. Frustratie,
moedeloosheid, angst en onzekerheid. Het bestaan als ‘wegwerparbeider’ leidt tot een tanend
zelfvertrouwen en teleurstelling in de overheid.
Via hun eigen netwerk en sociale media wierf en
interviewde het Netwerk Jongeren FNV veertig
werkzoekende en werkende jongeren tot 35 jaar
die hun ervaringen op de arbeidsmarkt wilden
delen. Veelzeggend is dat het overgrote deel van
hen anoniem wil blijven, uit schaamte - werkloosheid is een groot taboe - of uit angst voor
herkenning door hun (toekomstige) werkgever.
De arbeidsmarkt verandert snel en splitst zich
steeds meer op in een gescheiden wereld: een
vaste kern werknemers met daaromheen een
flexibele schil werkenden met minder rechten.
Tot de laatste groep behoren de twintigers en
dertigers. Als zij werk hebben, is dit meestal
een los-vastbaan, vaak onder hun niveau.
Verdringing van andere groepen werknemers is
het gevolg.
Jongeren zonder werk gaan massaal voor een
on(der)betaalde stage of werkervaringsplaats.
Ook dit leidt tot verdringing, maar dan van
betaalde banen.
Op een uitkering ontvangen rust een groot
taboe. De omgeving reageert er met onbegrip
op en jongeren zelf denken vaak dat zij hun
situatie aan zichzelf te danken hebben. Maar het
besef dat dit niet een individueel, maar een
collectief probleem is, dringt langzaam maar
zeker door bij de groep twintigers en dertigers.
De geïnterviewden en Netwerk Jongeren FNV
weigeren tot een lost generation te gaan
behoren. Daarom eisen zij Gewoon Goed Werk:
echte banen met goede arbeidsvoorwaarden
en arbeidsomstandigheden.
7
8
‘Er zitten door de
crisis te veel mensen
in de WW. Het lijkt
net of het UWV niet
weet wat ze met
deze mensen moet
doen.’
Romilda (33), mbo detailhandel
9
1.
10
Te weinig
banen
De economie lijkt iets bij te trekken, maar
de werkloosheid is nog steeds schrikbarend
hoog en blijft dat voorlopig ook. Zonder
beleidsaanpassingen duurt het nog jaren, tot
zelfs ver na 2020, voordat de werkloosheid
misschien weer terug is naar het lage niveau
van 2008.
In juli zat ruim 8,2 procent, bijna 700 duizend
mensen, van de beroepsbevolking werkloos
thuis. Er zijn 6,2 keer zoveel werklozen als
vacatures. Onder Nederlandse jongeren is de
werkloosheid procentueel zelfs bijna dubbel
zo hoog. Van hen is 15,5 procent werkloos.
De werkzame beroepsbevolking kromp de
afgelopen drie maanden met gemiddeld
tienduizend personen per maand. Dit wordt
vooral veroorzaakt door jongeren die zich terugtrekken van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld
door te blijven studeren.
Eén groot drama
Uit de interviews met de jongeren komt
duidelijk naar voren dat er te weinig
banen zijn en te veel werkzoekenden.
Het komt voor dat er duizend mensen
solliciteren op één vacature. In sommige branches is de werkgelegenheid
slechter dan in andere. ‘De arbeidsmarkt
in mijn sector is één groot drama’,
zegt sociaal pedagogisch hulpverlener
Linda (28), die al twee jaar werkzoekend
is. ‘Voordat ik werkloos werd, ben
ik in anderhalf jaar tijd twee keer
wegbezuinigd. Ondanks een paar jaar
werkervaring kom ik niet aan de bak. Op
190 sollicitaties ben ik 189 keer afgewezen. Ergens is nog een sollicitatiebrief in
behandeling, maar de ervaring leert dat
dit een afwijzing wordt.’
Idiote eisen
Jongeren komen volgens hen niet
aan de bak vanwege de crisis, de
bezuinigingen door de overheid en het
zogenaamd gebrek aan werkervaring.
Werkgevers komen met ‘idiote eisen’,
omdat ze weten dat het aanbod van
werkzoekenden zo groot is. Vooral hogeropgeleiden worden afgerekend op
het ontbreken van voldoende nevenactiviteiten tijdens de studie. ‘Werkgevers
zeggen dat ze diversiteit zoeken,
maar in de praktijk gaan ze voor cum
laude-afgestudeerden die allerlei
bestuursactiviteiten hebben gedaan’,
zegt sociologe Merel (29), werkzaam
in de horeca. Reëel is dat volgens Bart
(31), meester in de rechten, niet. ‘Ik
heb geen relevante nevenactiviteiten
tijdens mijn studie gedaan, en daar
wordt wel naar gevraagd. Maar ik
mocht naast werken en studeren toch
ook wel eens tijd hebben voor mezelf?
Voor sport bijvoorbeeld.’
Stuk vuil
Te weinig werkervaring is een
probleem, maar te veel ook, blijkt uit
het relaas van mbo’er Jeroen (35): ‘Ik
werk vanaf mijn 22e. De laatste drie
jaar ben ik postbezorger geweest, maar
mijn contract is niet verlengd, omdat
ik een vast contract moest krijgen
volgens de wet. Op mijn sollicitaties
krijg ik rare afwijzingen. ‘U heeft te veel
ervaring’, wordt gezegd. Laatst kreeg ik
een tegenstrijdige afwijzing per mail: ‘u
past niet in het profiel’, maar daaronder
stond dat de vacature was vervallen.
Ach, het zijn standaardmailtjes.
Je wordt gewoon als een stuk vuil
behandeld.’
Jurist Bart (31) wordt zelfs geregeld
afgewezen omdat hij ‘te oud’ zou zijn.
‘Ik hoor nu vaak dat ze jongere vergelijkbare kandidaten hebben. ‘Je bent te
oud’, wordt dan letterlijk gezegd. Pure
leeftijdsdiscriminatie.’
De concurrentie voor de weinige
banen is moordend, ervaren de
geïnterviewden. Het leidt volgens
velen tot een ‘ratrace’, die leidt tot
stress, gebrek aan zelfvertrouwen en
frustratie vanwege het gebrek aan
kansen. Werkloosheid grijpt dus diep
in het leven van jongeren in. Het is
ziekmakend en vernietigt talent. ‘Er
staan een hoop goede mensen aan de
kant’, zegt kunstwetenschapper Suzie
(27, kunstwetenschapper) treffend.
11
12
‘Ik werk vanaf mijn
22e. De laatste
drie jaar ben ik
postbezorger
geweest, maar mijn
contract is niet
verlengd, omdat ik
een vast contract
moest krijgen
volgens de wet.’
Jeroen (35), mbo’er
13
2.
14
Uitkering
is taboe
Het ontvangen van een uitkering is voor
jongeren een groot taboe. Werkloze geïnterviewden voelen onbegrip en druk uit de
omgeving voor de situatie waarin zij zitten.
Zij moeten zich voortdurend verdedigen voor
hun bijstand of WW-uitkering.
‘Ik wil zelf geen bijstand’, vertelt sociologe
Jasmina (29). ‘Maar ik kan niet anders. Ik heb
180 keer gesolliciteerd, op mijn niveau tot aan
verzorger van overledenen en schoonmaker.
En voor de thuiszorg, waar ik in het verleden
in werkte, ben ik met 29 jaar al te oud.’
Maartje (30), werkloze hbo pedagoge:
‘Ik voel de maatschappelijke druk van
anderen. De druk van werkenden met
opmerkingen als: ‘waarom schrijf je
niet gewoon een brief?’ en ‘waarom
probeer je niet een niveautje lager te
solliciteren?’ Net of ik dat niet allemaal
geprobeerd heb!’
Jasmina heeft steeds minder zin om
sociaal actief te zijn: ‘Omdat je op sociale gelegenheden altijd moet vertellen
‘wat je doet’.’ Een werkloze met een
bijstandsuitkering op een feestje is
volgens haar ‘sociaal gestigmatiseerd’.
Angst voor sociale dienst
De ervaringen van de jongeren
met het UWV of gemeentelijke
sociale dienst verbetert hun situatie
doorgaans niet. Volgens de instanties
ligt de werkloosheid van de jongere
niet aan het tekort aan banen. ‘Bij
netwerkbijeenkomsten die gefaciliteerd worden door overheden, heerst
een taboe op het zeggen dat het
aantal banen een probleem is’, zegt
administratief medewerkster Rosan
(27, drie mastertitels: Rechten, Bestuur
en Organisatie en Politicologie).
‘Niemand durft het ook te zeggen,
want niemand wil de kleine kans om
een baan te krijgen verpesten.’
Niet het banentekort is de oorzaak van
werkloosheid, maar de jongere zelf is
het probleem, menen UWV en sociale
diensten. ‘Ik snap heel goed dat ze je
aan het werk willen helpen, maar ze
doen net of ik schuldig ben aan mijn
werkloosheid’, zegt cesartherapeut
Leon (25). ‘Ik kan er toch niets aan
doen dat mijn contract niet verlengd
werd? Het is gewoon de crisis. Ik vind
dat ze me als werkloze criminaliseren.’
Leon krijgt steeds meer stress van het
solliciteren. ‘Ik solliciteer niet vanuit
mijn hart, maar vanuit angst. Ik vraag
me steeds af: heb ik het wel goed
gedaan volgens de sociale dienst?’
De chronische zieke sociaal-pedagogisch werker Leonie (33) krijgt een
WW-uitkering. Van het UWV krijgt ze
geen begeleiding bij het zoeken naar
werk. ‘Bij het UWV-werkbedrijf heb
ik vorig jaar een persoonlijk gesprek
gehad. De medewerkster dacht mee
en heeft uitgezocht of ik in aanmerking
kom voor intensieve begeleiding.
Het antwoord was ‘nee’.’
Ook Romilda (33), mbo detailhandel
afgerond, krijgt geen begeleiding.
‘Ik heb mijn jobcoach gevraagd of
er interne vacatures waren bij het
UWV, maar dat wist ze niet. Ik ben ook
naar een banenbeurs van het UVW
geweest, maar die stelde niets voor.
Er zitten door de crisis gewoon te veel
mensen in de WW. En het lijkt net of
het UWV niet weet wat ze met al deze
mensen aan moet.’
15
16
‘Ik wil een huis
kopen en kinderen
krijgen. Dit hangt
wel af van of ik werk
kan krijgen, anders
moet ik bijstands­
moeder worden!
Ik ben al 32 jaar.
Mijn biologische
klok tikt.’
Henrieke (32), hbo sociaal pedagogisch hulpverlener
17
3.
18
Een rommelbaantje
onder niveau
Als gevolg van het grote tekort aan banen,
speuren jongeren de arbeidsmarkt af naar een
baan (ver) onder hun niveau, die niets meer
te maken heeft met oorspronkelijke wensen
of ambities. Sociologe Merel (29) solliciteert
op alles dat voorbij komt. ‘Vroeger wilde ik bij
een NGO (maatschappelijke organisatie) of de
overheid werken, nu stuur ik brieven waarbij
ik denk: ik ben mijn ziel aan de duivel aan het
verkopen.’
Rosan (27), die drie mastertitels bezit,
doet administratief werk. Niet bepaald
een baan ‘op niveau’. ‘Dit baantje heb
ik aangenomen omdat ik heel vaak solliciteerde en vage afwijzingen kreeg. Ik
dacht: ik ga een treetje lager, want ik wil
zelf mijn boterham verdienen. Zo heb
ik toch een baan, weliswaar op mbo-niveau, maar ik ben er heel blij mee, want
al mijn vrienden zijn werkloos.’
Ook Julia (28), opleiding mbo toerisme,
werkt onder haar niveau, in een
administratieve baan. ‘Ik heb deze
baan aangenomen omdat ik gewoon
echt geen andere keus had, maar ik
ben niet tevreden met mijn werk. Te
weinig uitdaging, ik verveel me. Ik kijk
ondertussen om me heen, maar zie
dat het solliciteren net zo moeilijk is
als anderhalf jaar geleden. Toen was ik
ruim anderhalf jaar werkloos en heb
honderden keren gesolliciteerd.’
Pedagoge Loes (25) doet klusjes in de
kinderopvang, zoals ‘het tellen van
het aantal leidsters’. ‘Nee, op niveau is
het niet. Simpel, eenvoudig werk dat
iedereen kan. Maar er zijn voor mij als
universitair opgeleide ook geen banen
op hbo-niveau. Ik doe dit werk, omdat
ik geld wil verdienen en om onder de
mensen te zijn.’
Verdringing
Het komt in alle lagen van de
arbeidsmarkt voor: verdringing. Hoogopgeleiden verdringen mbo’ers, die op
hun beurt laaggeschoolden uit de markt
stoten. Uit onderzoek door het UWV
(Vacatures in Nederland 2013) blijkt
dat van de 111 duizend vacatures die in
principe door ongeschoold personeel
vervuld kunnen worden, er slechts 20
duizend vervuld worden door personen
met hooguit een basisopleiding. Dit
betekent dat 90 duizend mogelijkheden
voor ongeschoolden niet werden benut,
omdat werkgevers bij het aannemen
van personeel, zeker bij de huidige
ruime arbeidsmarkt, de voorkeur geven
aan geschoold personeel.
De verdringing van ongeschoold
personeel door geschoold personeel
treedt vooral op in de horeca (55%),
de agrarische sector (48%) en de
detailhandel (31%) waar voor het
grootste deel van de vacatures hooguit
basisonderwijs werd vereist, terwijl het
aangenomen personeel grotendeels
bestond uit mbo’ers.
19
Jongeren zijn zich doorgaans bewust
dat ze leeftijdgenoten verdringen.
‘Dat is zeker niet mijn bedoeling,
maar welke opties heb ik?’, zegt
sociaal- pedagogisch hulpverlener
Jetteke (24), die werkt op een
mbo-functie in haar richting. ‘Op termijn hoop ik toch vanuit mijn huidige
baan door te kunnen stromen naar een
hbo-functie, die er nu niet is. En dat
gaat toch het beste als je werkzaam
bent in je eigen vakgebied, ook al is het
op een lager niveau. Iets is nog altijd
beter dan niets.’
Cesartherapeut Leon (25, half jaar
werkloos) vindt die verdringing maar
niks. ‘Hoogopgeleiden komen niet
aan de bak. Wij kunnen de banen van
laagopgeleiden dan wel innemen,
maar dan komen zij niet meer aan
de bak.’
Onvrede
Er zijn jongeren die hun zegeningen
tellen en blij zijn met hun baantje, voor
dit moment. Maar voor het overgrote
deel leidt dit werk tot onvrede: over het
lage niveau, het tekort aan uitdaging
en ontwikkeling of de angst te blijven
‘hangen’ op een lager niveau dan
gewenst.
Of onvrede over een ’omgekeerde’
carrière, zoals bij Maartje (30), werkloze
hbo-pedagoge: ‘Eerst had ik werk op
hbo-niveau, toen op mbo niveau en
uiteindelijk als oproepkracht. Ik ben
steeds een stap achteruit gegaan in
mijn loopbaan.’
20
Er heerst ook onvrede over de aard van
het werk. Bijvoorbeeld bij Leonie (25),
hbo’er in een creatieve richting, die
via een uitzendbureau op de afdeling
klantbehoud van een callcenter van
een kabelbedrijf werkt: ‘Ik ben erg ontevreden met dit werk. Ik moet mensen
mindfucken of abonnementen aansmeren, mensen kabelabonnementen laten
behouden van producten waarvan
ik weet dat ze niet goed zijn. Ik moet
klanten vasthouden met de belofte dat
het product verbetert, ook al is dat niet
zo. Ik moest het werk wel aannemen
om brood op de plank te krijgen.’
21
22
‘Ik hoor nu vaak
dat ze jongere ver­
gelijkbare kandidaten
hebben. ‘Je bent
te oud’, wordt dan
letterlijk gezegd.
Pure leeftijds­
discriminatie.’
Bart (31), jurist
23
4.
24
Onzeker werk,
slechte voorwaarden
Als jongeren al een baan(tje) op deze ruime
arbeidsmarkt vinden, is dat vrijwel nooit een
vaste baan, blijkt uit CBS-cijfers. Zij zijn vaker
dan gemiddeld aangewezen op onzeker werk,
als uitzendkracht, op oproepbasis, met een
nuluren- of tijdelijk contract. Het aandeel
tijdelijke en flexibele banen is sinds de
eeuwwisseling gestegen van 17 naar 27 procent van het totaal, blijkt uit onderzoek van
het GAK. De arbeidsmarkt is dus flexibeler
geworden en mensen blijven, door de economische crisis, ook langer in de ‘flexibele schil’.
Zeventig procent van de mensen
met een flexcontract heeft hier niet
zelf voor gekozen, maar heeft een
(verlengde) proeftijd of kan geen vast
werk vinden. Daarnaast heeft deze
groep te maken met een verhoogd
risico op (terugkerende) werkloosheid
en arbeidsongeschiktheid. En wordt er
minder in hen geïnvesteerd, bijvoorbeeld met scholing.
Geen vast contract
Bijna alle geïnterviewden kennen problemen met de flexibilisering van de
arbeidsmarkt. Een vast contract na drie
tijdelijke contracten is zeldzaam. ‘Ik heb
tot maart dit jaar als baliemedewerker
in een fitnessbedrijf gewerkt’, vertelt
cesartherapeut Leon (25). ‘Ik heb drie
tijdelijke contracten gehad en nu moest
ik een vast contract krijgen. Dat kreeg
ik niet en daarom moest ik weg.’
Diergeneeskundige Sandra (31) overkwam hetzelfde: ‘Ik ben erg ziek geworden van hoe mijn laatste werkgever
met mij is omgegaan. Ik ben gewoon
door hem gebruikt om andere collega’s
op te leiden en toen mocht ik voor het
tekenen van mijn derde contract
wieberen.’
Contracten worden soms om dubieuze
redenen niet verlengd. Beveiliger
Michiel (22) kreeg geen contractverlenging, omdat hij ‘altijd te vroeg op zijn
werk kwam’. ‘Ik ging eerder naar mijn
werk om me even rustig voor te bereiden, maar ze hadden liever iemand die
niet eerder kwam. Waarschijnlijk is dit
gelogen en wilden ze het werk gewoon
met minder mensen doen.’
Uitzendbaantjes en nulurencontracten
zijn eerder norm dan uitzondering.
Mark (24), die mbo sociaal juridische
dienstverlening studeerde, is sinds
vijftien maanden werkloos. Daarvoor
had hij een nulurencontract bij het
Openbaar Ministerie. ‘Ik kwam ’s
ochtends om 8.30 uur op mijn werk
en kreeg om 9.30 uur te horen: sorry,
we hebben vandaag geen werk voor
je, misschien morgen. En dan kreeg ik
een uur uitbetaald. Op een gegeven
moment werd me gezegd dat er geen
werk meer voor me was. Je voelt je
dan echt minderwaardig, want je kan
meteen opvliegen.’
Wegwerpding
Door hun status als tijdelijke kracht
kunnen jongeren vaak geen aanspraak
maken op scholing of andere arbeids­
voorwaarden. Administratief medewerkster Julia (28): ‘Arbeidsvoorwaarden? Die kennen we hier weinig. Geen
scholing, geen reiskostenvergoeding.
Collectief pensioen is er wel.’ Hetzelfde
geldt voor psycholoog Marieke, als
administrateur via een uitzendbureau
werkzaam bij een software­bedrijf.
‘Maar ik heb ook geen vaste vakantiedagen. En als ik ziek ben, heb ik twee
wachtdagen waarin ik niks krijg.’
Geïnterviewden voelen zich zo
‘misbruikt’ door hun werkgever(s).
Administratief medewerker Rosan
(27): ‘Werkgevers zijn zich erg bewust
dat ze minder hoeven te bieden voor
hogere kwaliteit. Ze investeren niet in
je en behandelen je als een wegwerpding dat vervangen kan worden.’
25
Sociologe Merel (29): ‘Op de arbeidsmarkt zie ik hoe werkgevers misbruik
maken van de situatie. Een fulltime
traineeship voor 1700 euro bruto, bij
het UWV nog wel, dat is minder dan
dat je in de horeca verdient.’
Voor jou tien anderen, is het adagium
op het callcenter waar Leonie (25)
werkt. Wie niet aan de scherpe eisen
voldoet, vlieg er zonder pardon uit.
‘Echt alles wordt gecontroleerd. Of
ik genoeg klanten te woord sta en ik
gegevens snel genoeg verwerk. Zelfs
de tijd dat ik de wc bezoek, wordt
bijgehouden.’
Volgens diergeneeskundige Sandra
(31) moet de Nederlandse bedrijfscultuur veranderen. ‘Die moet eerlijker.
Nu ben je het zoveelste nummertje in
dienst van een werkgever.’
26
Kleinerend
Jongeren met een ‘gewone’ baan
bevestigen dat hun werkgever inzet op
flexibiliteit en daarbij niet altijd netjes
te werk gaan. De mbo-opgeleide
Joris (33), teamleider Chemie in een
laboratorium: ‘Ik heb in mijn team
voornamelijk 45-plussers en veel
jongeren met uitzendcontracten. De
uitzendkrachten functioneren prima,
maar ik kan ze niet aannemen. Na een
jaar vliegen ze er uit.’
Hbo-pedagoge Henrieke (32), werkzaam in de jeugdzorg: ‘Het werk is
niet leuk meer. Er is grote werkdruk en
ze zijn bezig alle vaste krachten eruit
te werken. Niemand krijgt meer een
goede beoordeling. De manier waarop
dit gaat is kleinerend. Had gewoon
gezegd dat de vaste krachten er uit
moeten omdat we flexibeler moeten
zijn, dat was wel zo eerlijk geweest.’
Administratief medewerker Rosan
(27): ‘Ik heb het gevoel dat mijn baan
eerst door drie mbo’ers werd gedaan.
Maar er is gereorganiseerd, waarbij
mensen zijn ontslagen en jonge
werklozen zijn daarvoor in de plaats
gekomen. Daarnaast hoor je oudere
collega praten over de verhoogde
werkdruk.’
27
28
‘Er moet
een eerlijke
bedrijfscultuur
komen. Nu ben
je het zoveelste
nummertje in
dienst van een
werkgever.’
Sandra (31), diergeneeskundige
29
5.
Onbetaald
werken
verdringt
Geen baan te vinden, maar je wilt als werkzoekende wel werkervaring opdoen? Dan zoek
je als jongere een oplossing in een onbetaalde stage, werkervaringsplek, banenplan of
vrijwilligerswerk. Dat gebeurt steeds vaker.
Niet alleen voor de werkervaring, maar ook in
de hoop door te stromen naar een betaalde
functie en om ‘onder de mensen te zijn’.
30
Het verschilt per gemeente of iemand
die bijstand ontvangt stage mag
lopen. Sommige gemeenten keuren
een stage goed, omdat ze zien dat er
weinig opties zijn om in de omgeving
aan een passende baan te komen.
Andere gemeenten vinden dat betaald
werk voorgaat, dat iedere baan
passend is en dat starters beschikbaar
moeten blijven voor de arbeidsmarkt.
Als de gemeente de stage goedkeurt,
wordt de stagevergoeding van de
bijstand afgetrokken.
Werkloos sociologe Jasmina (29)
ziet kansen in een stage of vrijwilligerswerk, maar mag dit niet van de
gemeente waar ze in de bijstand zit. ‘Ik
zit in een traject van de sociale dienst
en mag geen vrijwilligerswerk doen of
stage lopen. Het zou juist goed zijn als
net afgestudeerden eerst een half jaar
stage lopen om ervaring op te doen.’
Nadelen stage
Anderen mogen wel stage lopen of
een werkervaringsplek aannemen,
maar zien daar ook nadelen in. Ziet
het bedrijf mij als iemand die iets
leert en om in te investeren of ben ik
gewoon een goedkope arbeidskracht?
De jongeren beseffen dat een stagiair
aantrekkelijker voor de werkgever
kan zijn dan een betaalde kracht.
En dat verdringing optreedt. ‘Ik ga
straks zes maanden stage lopen om
werkervaring op te doen’, zegt Froukje
(25), een industrieel ontwerper die in
een koffiebar werkt. ‘Eigenlijk ben ik
hier op tegen, want ik moet gewoon
betaald werk krijgen.’
Ook kunstwetenschapper Sofie (27)
ziet de verdringing op de arbeidsmarkt: ‘In een instelling waar ik stage
liep, was eerst één betaalde kracht
die is ingeruild voor twee onbetaalde
stagiaires. Dit moet echt stoppen!’
‘In het buurthuis waar ik als vrijwilliger
werk, hebben ze net een betaalde
kracht ontslagen’, vertelt de werkloze
sociaal pedagogisch hulpverlener
Linda (28). ‘Als ik het werk van die
betaalde kracht niet overneem, dan
gaat alles verloren wat hij heeft
opgebouwd.’
Twijfels over het nut van een
stage of werkervaringsplaats leven
volop onder jongeren. Universitair
geschoolde Mark (30) start binnenkort
met een gemeentetraject om
werkervaring op te doen. ‘Het doel is
dat ik doorstroom naar een regulier
betaalde baan, maar ik heb het gevoel
dat er veel ‘rondgepompt’ wordt. Dat
er net wordt gedaan of er veel wordt
gedaan, maar er geen echte banen
uitkomen.’ Mark vermoedt dat vooral
werkgevers hiervan profiteren en niet
de werknemers. ‘Banenplannen zijn
mooi, maar leveren volgens mij niet
echt structureel banen.’
31
32
‘Ik krijg steeds
meer stress van
solliciteren, omdat
ik niet vanuit mijn
hart solliciteer,
maar vanuit angst.
Ik vraag me steeds
af: ‘Heb ik het goed
gedaan volgens de
Sociale Dienst?’
Leon (25), cesartherapeut
33
6.
Gevolgen van
een onzeker
bestaan
Werkloos zijn, onzeker werk, weinig inkomen,
een baan onder niveau op een arbeidsmarkt
waar er meer dan zes keer zoveel werklozen
als vacatures zijn: het leidt onder jongeren
tot frustratie, machteloosheid, teleurstelling,
boosheid en psychisch leed.
34
De werkloze mbo’er Jeroen (35): ‘Ik
zie het somber in. Ik heb binnenkort
weer een baan, een nulurencontract
op oproepbasis, maar ik wil gewoon
een vaste baan. Hoe moet ik het in de
toekomst gaan doen? Pensioen bouw
ik niet op en ik word ook ouder.’
‘Ik word er depressief van’, zegt de
werkloze sociaal juridisch dienstverlener Mark (24). ‘Ik zie niets zitten, heb
nergens zin in. Oneerlijk is het ook. Ik
heb echt alles gedaan wat ik kon.’
Jurist Bart (31): ‘Dit creëert
uitzichtloosheid. Ik vind het zwaar
onbevredigend. Hoe ga ik vooruit? Ik
had verwacht een koophuis te bezitten
en een stabiel inkomen te hebben. Ik
geef mezelf soms de schuld. Ik ben
soms wel down. Mijn kwaliteit van
leven gaat achteruit.’
Henrieke (32), hbo sociaal pedagogisch
hulpverlener: ‘Ik wil een huis kopen en
kinderen krijgen. Dit hangt wel van af
of ik werk kan krijgen, anders moet ik
bijstandsmoeder worden! Ik ben al 32
jaar. Mijn biologische klok tikt.’
De werkloze beveiliger Michiel (22):
‘De situatie voelt erg machteloos. Ik
probeer mijn hoofd boven water te
houden. Maar ik weet niet goed hoe.’
Ben ik niet goed genoeg?
Geen enkele geïnterviewde zit ‘stil op
de bank’. Alle jongeren pakken van
alles aan om hun situatie te verbeteren. Aan de werklust ligt het dus niet.
Maar jongeren geven opvallend vaak
zichzelf de schuld voor hun werkloosheid of rommelbaantje. ‘Gefrustreerd
voel ik me, machteloos, slachtoffer,
maar ook falend, dat ik niet goed
genoeg ben, niet genoeg mijn best
doe, boos op mezelf. Na de zoveelste
afwijzing trek je je alles persoonlijk
aan.’ (psychologe Valerie (25), werkt op
administratieve afdeling)
Dat niet alles aan de jongere zelf ligt,
maar ook aan de economie en dat dit
niet een individueel, maar een collectief probleem is, dringt bij sommigen
langzaam door. Kunstwetenschapper
Suzie (27), werkt in de horeca: ‘Eerst
dacht ik: dit is een persoonlijk probleem. Maar ik heb naast mijn werk er
altijd dingen naast gedaan, ik heb veel
werkervaring opgedaan en dan nog
steeds is het moeilijk. Eerst twijfelde ik
aan mezelf, daarna zag ik: dit ligt niet
aan mij.’
35
36
‘Bij netwerk­
bijeenkomsten
die gefaciliteerd
worden door over­
heden, heerst een
taboe op het zeggen
dat het aantal banen
een probleem is, want
niemand wil de kleine
kans om een baan te
krijgen verpesten.’
Rosan (27), met drie mastertitels: Rechten, Bestuur en
Organisatie en Politicologie, doet administratief werk
37
7.
Conclusie
De werkloosheid in Nederland is hoog,
vooral onder jongeren. Met duizend anderen
solliciteren op een vacature leidt tot een
moordende concurrentie, een ‘ratrace’ die
uitmondt in stress, moedeloosheid en een
daling van kwaliteit van leven. Werkloosheid
is letterlijk ziekmakend voor jongeren. Ze
missen de kans om zich te ontplooien en hun
leven en toekomst vorm te geven.
38
Vanwege het gebrek aan werk op het
eigen (opleidings)niveau, solliciteren
jongeren op banen die (ver) onder hun
kunnen liggen. Gevolg is verdringing,
die in alle lagen van de arbeidsmarkt
voorkomt. Hoogopgeleiden verdringen mbo’ers, die op hun beurt
laaggeschoolden uit de markt prijzen.
Jongeren zijn vaker dan gemiddeld
aangewezen op onzeker werk, als
uitzendkracht, op oproepbasis, met
een nuluren- of tijdelijk contract, en
slechte arbeidsvoorwaarden. Vaste
contracten worden nauwelijks meer
vergeven, zeker niet aan twintigers
en dertigers, zij krijgen hooguit een
flexibel contract.
Een ‘rommelbaantje’ is voor jongeren
nog altijd beter dan geen werk en een
uitkering, want hierop ligt een groot
taboe. Werklozen voelen onbegrip en
druk uit de omgeving voor hun werkloze status en geven dikwijls zichzelf
de schuld voor de situatie waarin zij
zitten. De instanties vergroten het
schuldgevoel door jongeren voor
te houden dat ze het zelf in de hand
hebben.
Werkzoekenden doen veel (onbetaalde) stages en solliciteren op
werkervaringsplekken om meer kans
op een betaalde baan te hebben en uit
angst om met een ‘verouderd’ diploma achter te blijven. Maar dit leidt tot
verdringing van betaald werk en een
ratrace om de beste stageplekken. De
werkgever doet er zijn voordeel mee.
Veel jongeren schamen zich voor hun
situatie, zij hebben niet de baan waar
ze ooit van droomden. Hun loopbaan
is hoogst onzeker en daarmee hun
toekomst. Een deel van de jongeren
legt de schuld van hun werkloosheid
of ‘rommelbaantje’ bij zichzelf en niet
bij de slechte arbeidsmarkt. Maar bij
anderen dringt het langzaam door
dat het hier een collectief probleem
betreft, waar gezamenlijk aan gewerkt
moet worden.
39
40
‘Ik heb 190 keer
gesolliciteerd en ben
189 keer afgewezen,
er zit er één ergens
in behandeling.
Ervaring leert dat dit
een afwijzing wordt.’
Linda (28), sociaal pedagogisch hulpverlener
41
8.
42
Aanbevelingen:
wat moet
anders?
Werkloosheid is een collectief probleem: er zijn
te weinig echte banen in verhouding met het
grote aantal werklozen. Vooral onder jongeren
is de werkloosheid extreem hoog. Dit leidt tot
onaanvaardbare negatieve sociale gevolgen,
zoals in dit boekje staat beschreven.
De werkloosheid onder jongeren moet dus zo
snel mogelijk omlaag. Extra werk is nodig. Dat
kan met het banenplan van de vakbeweging.
Met een start in 2014 kan de werkloosheid
in 2020 weer teruggedrongen zijn naar rond
het niveau van 2008: maximaal 400 duizend
werklozen oftewel minder dan 5 procent.
Wij willen naast maatregelen die werk gaan
scheppen, ook het beschikbare werk eerlijker
over generaties verdelen, zodat jongeren
aan de slag kunnen. In plaats van het afbreken van arbeid door bezuinigingen, moet er
geïnvesteerd worden in Gewoon Goed Werk.
Tenslotte moet het bewustzijn vergroot
worden dat werkloosheid geen individuele
keuze of probleem is, maar een maatschappelijk kwaad. We moeten werkloosheid
aanpakken en niet de mensen die
werkloos zijn.
43
Welke concrete aanbe­velingen
doet Netwerk Jongeren FNV
aan politiek en werkgevers?
• C
reëer meer werk met het banenplan waarin investeren in banen met
volwaardige arbeidsvoorwaarden
centraal staat. Investeer bijvoorbeeld in verduurzaming van de
woningvoorraad.
• S
top met de afbraak van banen in
de collectieve sectoren. Er verdwijnen door de bezuinigingen meer
dan 100.000 banen in bijvoorbeeld
de ouderen-, jeugden gehandicaptenzorg.
44
• S
timuleer herverdelen van werk
van oud naar jong:
- S
timuleer het vrijwillig uittreden van
ouderen (63+). Dat levert minder
verdringing op dan het goedkoop
kunnen aannemen van jongeren.
- S
timuleer werkgevers om jongeren
op echte banen in de 80/90/100-variant aan te nemen: ouderen werken
80 % en ontvangen daarvoor 90%
loon en 100% pensioenopbouw.
- S
chaf de strafheffing VUT af om
herverdeling van oud naar jong
mogelijk te maken.
- Z
et de voorstellen voor versnelde
verhoging AOW-leeftijd vanaf 2016
niet door.
- Voer transferbanen in waarbij jongeren tegen cao-loon een half jaar
voordat een oudere met pensioen
gaat vast aan de slag gaan. Zo
kunnen ouderen hun vakmanschap
overdragen om zo jongeren goed in
te werken met uitzicht op een vaste
aanstelling.
• Vergroot mogelijkheden om
te kiezen voor tijdelijk korter
werken, bijvoorbeeld met een
sabbatical of scholingsverlof.
Zorg voor 1-op-1-vervanging.
Welke aanbevelingen
doen we aan de
vakbeweging FNV?
Wat willen we media en
maatschappij meegeven?
• A
gendeer de schaamtecultuur
die onder jongeren heerst over
werkloosheid en het ontvangen van
een uitkering als ernstig sociaal
probleem.
• A
gendeer de ratrace om de
weinige banen die zorgt voor de
ziek­makende concurrentie onder
jonge werkzoekenden. Stop met de
schuld geven aan jongeren zelf.
• O
rganiseer jonge werkzoekenden
om hun problemen te agenderen
als collectief probleem.
• Stel je als opiniemakers en opvoeders zelf eens de vraag waarom er
nu een hele generatie is die zichzelf
de schuld geeft in plaats van gezamenlijk het probleem te agenderen.
Wat betekent dit voor de toekomst
van onze maatschappij?
• B
estrijd verdringing op de
arbeidsmarkt door geen concurrentie op loonkosten toe te staan
in de vorm van bijvoorbeeld stages
na een opleiding of onbetaalde
werkervaringsplekken.
• F
aciliteer coaching waardoor
jongeren samen sterker worden.
Dit is echte empowerment.
• S
top de aanval op en het
criminaliseren van jongeren met
een uitkering. Werkloosheid is
geen individuele keuze, maar een
maatschappelijk kwaad. We moeten
werkloosheid aanpakken en niet de
mensen die werkloos zijn.
• W
erk het banenplan als alternatief
voor de bezuinigingen beter uit met
het oog op jongeren.
• Z
org in de sectoren via de cao’s voor
meer echte startersbanen.
• L
aat zien dat jeugdwerkloosheid
een langdurig probleem is dat niet
zomaar wegwaait. In ons onderzoek
zijn we op zoek gegaan naar concrete ervaringen en dat zou in andere
acties ook de basis moeten zijn van
goed vakbondswerk.
• Stop met napraten van opinieleiders
en ga eens echt het gesprek met
jongeren aan.
45
46
‘De situatie voelt
erg machteloos.
Ik probeer mijn
hoofd boven water
te houden. Maar ik
weet niet goed hoe.’
Michiel (22), werkloze beveiliger
47
9.
48
Over FNV
Jongeren in
Beweging
Onze
idealen
Gewoon
Goed
Werk=
FNV Jongeren in Beweging is een beweging
ontstaan op 30 november 2013 uit de manifestatie Koopkracht en Echte banen van de
FNV. Een beweging van actieve jongeren van
verschillende FNV bonden en sectoren die is
opgestaan om Gewoon Goed Werk te eisen.
Ze wil meer echte banen, met genoeg zekerheid, respect en een stabiel inkomen. Gewoon
Goed Werk is alles behalve vanzelfsprekend.
FNV Jongeren in Beweging is vernieuwend in
het feit dat ze activerend en van onderop met
jonge leden opereert.
•
Echte banen
•
Een betaalde baan hebben
(en bijvoorbeeld niet voor
een uitkering werken)
•
Voldoende loon krijgen om
van te leven (en bijvoorbeeld
niet als zzp-er voor een
hongerloon werken)
•
Voor andere goede andere
arbeidsvoorwaarden (zoals
een goed pensioen)
•
Onder goede arbeids-omstandigheden werken (zodat
je mentaal en lichamelijk
niet ziek wordt)
•
Werk passend bij iemands
talent
Zijn dit ook jouw
idealen? Vecht mee!
Zie onze contactgegevens
op pagina 55.
Geen onzeker werk,
waarin je constant bedreigd
wordt met ontslag zoals
flexkrachten
49
50
‘Ik wil zelf geen
bijstand, maar ik
kan niet anders.
Ik heb 180 keer
gesolliciteerd, van
banen op mijn niveau
tot verzorger van
overledenen en
schoonmaker.’
Jasmina (29), sociologe
51
10.
De onderzoekers van
Netwerk
Jongeren FNV
Wie interviewden de jongeren en wat drijft
hen om aandacht aan de werkloosheid onder
jongeren te besteden?
52
Biedjai Oepasie (32)
Peter de Haan (34)
studeerde Bedrijfskunde en Environment and Resource Management
bedrijfseconoom en socioloog
‘Sinds het afronden van mijn studie
ben ik werkloos, nu al bijna drie jaar.
Tussendoor heb ik wel ‘rommelbaantjes’
gehad, die niets opleverden. Ik heb vele
netwerk- en sollicitatietrainingen gehad
en na mijn studie stage gelopen. Helaas,
een echte baan heeft het me dus niet
opgeleverd. Jarenlang heb ik gezwoegd
om mijn diploma te halen. Met een
mastertitel zou je toch gewoon een baan
moeten vinden? Het is van de zotte dat
iemand die lang heeft gestudeerd nog
stage moet gaan lopen om ‘werkervaring’ op te doen. Er wordt net gedaan of
iemands studie niets voorstelt.
Ik ben het zat. Zat dat ik geen kans krijg
omdat er 700 duizend werklozen zijn
en maar 90 duizend banen. Ik ben het
zat dat de overheid net doet alsof het
aan mij ligt dat ik geen werk vind en
pretendeert werklozen te steunen met de
zogenaamde netwerk- en sollicitatietrainingen. Ook ben ik het zat dat bedrijven
netwerkdagen geven, terwijl ze zelf
vierduizend werknemers eruit schoppen.
Ook de bezuinigingen ben ik zat. Ze zijn
onnodig en scheppen geen banen.
Ik weiger om tot lost generation te gaan
behoren. Ik weiger mijn hele leven
uitkeringsafhankelijk te zijn, een onzeker
baantje te moeten vervullen en daarvan
ziek te worden. Daarom heb ik besloten
terug te vechten, terug te vechten door
geen ratrace te creëren, maar samen
meer banen te eisen. Ik eis Gewoon
Goed Werk, want Gewoon Goed Werk is
een mensenrecht!’
‘Ik ben tijdens deze crisis twee keer
werkloos geweest. Eén keer zes
maanden en één keer zeven maanden.
Dus ik weet wat het is. Daarnaast vind
ik het mijn taak om als voorzitter van
het sectorbestuur jongeren van de
AbvaKabo FNV een actieve bijdrage te
leveren aan dit soort initiatieven. Tijdens een netwerkgesprek zei iemand
ooit tegen mij: ‘Oké het gaat niet goed
binnen de FNV en de arbeidsmarkt,
wat ga jij er aan doen?’ Vanaf dat
moment (2010) ben ik mij actief met
de FNV gaan bemoeien.
Het belang van goed werk als onderdeel ven een waardig bestaan heb ik
van huis uit meegekregen. Mijn vader
was bedrijfsmaatschappelijk werker bij
de NS. Mijn opa heeft mij verteld hoe
het was om de zoon te zijn van een
arbeidsongeschikte vader in de jaren
dertig in Drenthe. We kunnen het ons
als nieuwe generatie niet veroorloven
om te vergeten waar we vandaan
komen en wat er is opgebouwd. Dit
besef is ook de reden dat ik na mijn
HEAO Bedrijfseconomie sociologie
ben gaan studeren. Nu werk ik in
de wereld van arbeidsverhouding
en politiek, meestal via tijdelijke
contracten. Ik heb onder andere twee
jaar - als interne stafmedewerker OR
- de ondernemingsraad van PostNL
geadviseerd en ondersteund tijdens
de grote reorganisatie van 2012/2013.
Op dit moment werk ik bij de FNV als
Beleidsadviseur Lokaal Beleid.’
53
Ralf Beckers (27)
werkvoorbereider bij een interieurbedrijf
‘In 2013 bezocht ik de manifestatie Koopkracht en Echte banen. Daar was een
bijeenkomst over jeugdwerkloosheid.
Al lange tijd liep ik met het gevoel iets
te willen doen tegen de race-to-thebottom. Hier deed de kans voor om iets
daadwerkelijk te veranderen. Sindsdien
ben ik actief in FNV Jongeren in Beweging. Ik werk met een grote glimlach
naar een betere toekomst toe.
54
Wat drijft me? Ik heb, net als vele andere
jongeren, ervaren hoe moeilijk het is om
na een opleiding een passende baan
te vinden. Zo heb ik het eerste jaar na
afronding van mijn opleiding als postbezorger gewerkt en heb ik van dichtbij
meegemaakt hoe de vaste postbodes
massaal ontslagen werden en/of op
arbeidsvoorwaarden moesten inleveren.
Ik ben voor mijn huidige baan ook drie
maanden werkloos geweest, dus ik
weet wat ‘werkloos’ zijn inhoudt. Ik zie
in mijn directe omgeving hoe vrienden
geen baan kunnen vinden of moeten
rondkomen van een bijbaantje, zelfs
met een MBO, HBO of universitaire
diploma op zak. Ik zie van dichtbij wat
deze uitzichtloze situatie met ze doet.
Het raakt me en maakt me kwaad.
Inmiddels zijn we in een samenleving
beland waar goed opgeleide en gediplomeerde jongeren onbetaald werk
verrichten (zogenaamde stages voor het
‘opdoen van werkervaring’) en worden
blootgesteld aan cao-ontduiking met
alle gezondheidsrisico’s van dien. Of
bedreigd worden met ontslag wanneer
ze daar iets van zeggen (zo iets als:
‘voor jou tien anderen’). Zo werden we
genoemd in de media, een tijd terug,
als de verloren generatie. Ik zie geen
verloren generatie ontstaan, maar een
generatie met toekomst als jongeren
actief worden in de FNV.’
Kevin Leijn (22)
student Internationale Betrekkingen
en Organisaties
‘Ik zie dat in Nederland de positie van
jongeren steeds meer die van een
rechteloze arbeidskracht begint aan te
nemen. Hoge werkloosheid, onbetaalde
stages/werktrajecten, onzeker werk en
alle gevoelens die daarbij komen kijken,
zoals angst, moedeloosheid, en woede,
zijn aan de orde van de dag.
In mijn eigen situatie zie ik dat veel
jongeren op de universiteit tegen
elkaar opgezet worden; de concurrentie
tussen elkaar moet vergroot worden,
zogenaamd om verbetering teweeg
te brengen. In de praktijk betekent dit
echter voor een afgestudeerde jongere
die op zoek is naar werk dat hij met
andere jongeren moet concurreren
voor een bepaalde baan, en dus op hun
arbeidsvoorwaarden.
Als het zo doorgaat zullen jongeren een
steeds zwakkere positie verkrijgen in
de maatschappij, en gebruikt worden
als wegwerparbeider. Ik weiger hieraan
mee te werken en wil vechten voor de
daadwerkelijke belangen die jongeren
hebben; niet tegen elkaar als individuen,
niet tegen ouderen, maar tegen het
beleid en de eisen van de werkgevers en
de regering.’
Contactgegevens
Ben je een
jongere?
Wil je ook
niet tot de
verloren
generatie
behoren?
Vecht mee!
Ben je enthousiast geworden en wil
je een waardevolle bijdrage leveren?
Mail naar: [email protected]
Tel. 079 3536343
55
56
‘Het doel is dat ik
doorstroom naar een
regulier betaalde
baan, maar ik heb
het gevoel dat er
veel ‘rondgepompt’
wordt. Dat er net
wordt gedaan of er
veel wordt gedaan,
maar er geen echte
banen uitkomen.’
Mark (30), start binnenkort met een gemeentetraject om
werkervaring op te doen.
57
58
59
Dit zwartboek is de eerste activiteit van
Netwerk Jongeren FNV en is bedoeld om
iedereen bewust te maken van het collectieve
karakter van werkloosheid, slecht werk en de
sociale gevolgen daarvan. Netwerk Jongeren
FNV wil echte banen voor jongeren, met
genoeg zekerheid, respect en een stabiel
inkomen. Werk is een mensenrecht. We willen
Gewoon Goed Werk voor iedereen.
60
‘Elke jongere, ongeacht politieke kleur,
die Gewoon Goed Werk en kwaliteit
van leven belangrijk vindt, is welkom.
Elke jongere die wil dat werkloosheid
serieus aangepakt wordt, is welkom.
Elke jongere die niet tot de verloren
generatie wil behoren en voor meer
banen wil vechten, is welkom.’
Wil je ook niet tot de verloren
generatie behoren? Vecht mee!
Zie pagina 55 voor de contactgegevens