Toelatingsnummer 14409 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 PARALLELLE TOELATING Gelet op de aanvraag d.d. 3 december 2013 (20131565 PAB) van Schippers Europe B.V. Rond Deel 12 5531 AH BLADEL tot verkrijging van een parallelle toelating als bedoeld in artikel 53, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor de biocide, op basis van de werkzame stof diflubenzuron, MS Madendood Difluben gelet op artikel 44, eerste lid jo. Artikel 51, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, BESLUIT HET COLLEGE als volgt: 1.1 Toelating Het middel MS Madendood Difluben is toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen onder nummer 14409 N met ingang van datum dezes, onder de volgende voorwaarden: * De toelating geldt alleen voor die producten die afkomstig zijn van de batches van het originele middel Dimilin-25 uit Spanje waarvan de nummers in dit besluit worden genoemd of waarvan de nummers vóór de datum van invoer bij het Ctgb zijn aangemeld. * De toelatinghouder dient de exemplaren van de genoemde of aangemelde batches in de originele verpakking in Nederland in te voeren en onmiddellijk na invoer de nVWA van de invoer en de plaats van opslag op de hoogte te stellen. Het meldingsformulier “Kennisgeving invoer parallelle toelating” is als bijlage bij dit besluit gevoegd en is te vinden op de website van het Ctgb: www.ctgb.nl, op de pagina : procedures en toetsingskader/aanvraagprocedure GBM/ aanvraagformulieren/ parallelle toelating. * De toelatinghouder houdt de producten in de originele verpakking tijdens werkdagen gedurende 48 uur vanaf de melding voor controledoeleinden ter beschikking van de nVWA. MS Madendood Difluben 14409 N 1 Daarna heretiketteert de toelatinghouder de producten en pakt ze desgewenst om, conform zijn opgave bij de aanvraag en de voorschriften in dit besluit. * De toelatinghouder houdt gedurende de duur van de toelating één exemplaar van elke batch in de originele verpakking ter beschikking van de nVWA. In plaats hiervan kan de toelatinghouder ervoor kiezen het oorspronkelijke batchnummer te vermelden op elk omgepakt exemplaar of middels het bijhouden van een administratie zeker te stellen dat de omgepakte exemplaren herleidbaar zijn tot de oorspronkelijke batch. Reikwijdte van de toelating De toelating geldt onder bovengenoemde voorwaarden voor exemplaren van het middel dat in oorsprong onder de naam Dimilin-25 in Spanje is toegelaten en op de markt gezet en waarvan de exemplaren afkomstig zijn van batches met nummers die vóór de datum van invoer bij het Ctgb zijn aangemeld. De toelating geldt tot 31 januari 2017. 1.2 Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend. 1.3 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I bij dit besluit is voorgeschreven. 1.4 Classificatie en etikettering Gelet op artikel 50, eerste lid, sub d, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, 1. De aanduidingen die op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt: aard van het preparaat: Spuitpoeder werkzame stof: diflubenzuron gehalte: 25 % letterlijk en zonder enige aanvulling: andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen): gevaarsymbool: N aanduiding: Milieugevaarlijk Waarschuwingszinnen: R50 -Zeer vergiftig voor in het water levende organismen. Veiligheidsaanbevelingen: S21 MS Madendood Difluben 14409 N -Niet roken tijdens gebruik. 2 S36/37 S42b S60 S61 -Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding. -Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen. -Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. -Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart. Specifieke vermeldingen: DPD01 -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. 2. Behalve de onder 1. bedoelde voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen: a. letterlijk en zonder enige aanvulling: het wettelijk gebruiksvoorschrift De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A. b. hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud: de gebruiksaanwijzing De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B. De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn. 2 DETAILS VAN DE AANVRAAG 2.1 Aanvraag Het betreft een aanvraag tot parallelle toelating van het middel MS Madendood Difluben (14409 N), een middel op basis van de werkzame stof diflubenzuron. Het middel wordt aangevraagd als als middel ter bestrijding van vliegenlarven in verblijfplaatsen van rundvee, varkens en pluimvee. 2.2 Voorgeschiedenis De aanvraag is op 3 december 2013 ontvangen; op 27 november 2013 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen. 3 GRONDSLAG PARALLELLE TOELATING Een parallelle toelating is een toelating van een middel dat: 1. in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is toegelaten; 2. wordt ingevoerd vanuit een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte waar het middel is toegelaten; 3. niet wezenlijk verschilt van een reeds in Nederland toegelaten biocide (het referentiemiddel”), en 4. afkomstig is van de onderneming die het in onderdeel 3. bedoelde biocide vervaardigt, een daarmee gelieerde onderneming, een onderneming die onder licentie het biocide vervaardigt of een onderneming die beschikt over de verklaringen van toegang als bedoeld in artikel 45, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet. MS Madendood Difluben 14409 N 3 Het middel MS Madendood Difluben wordt geïmporteerd uit Spanje en is aldaar onder de naam Dimilin-25 geregistreerd dan wel toegelaten als biocide. Blijkens de bij de aanvraag verstrekte informatie verschilt het middel niet wezenlijk van het in Nederland toegelaten middel DIMILIN Spuitpoeder 25% (6774 N) Het middel MS Madendood Difluben is vervaardigd door Chemtura. Het middel is derhalve afkomstig van dezelfde onderneming in de zin van de wet als het referentiemiddel. Vastgesteld is dat het middel MS Madendood Difluben voldoet aan de voorwaarden van artikel 53, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 119, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Wageningen, 21 februari 2014 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, dr.ir. L.P. van Duijn MS Madendood Difluben 14409 N 4 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik BIJLAGE I bij het besluit d.d. 21 februari 2014 tot parallelle toelating van het middel MS Madendood Difluben, toelatingnummer 14409 N A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel ter bestrijding van vliegenlarven in verblijfplaatsen van rundvee, varkens en pluimvee, mits het wordt toegepast door: − personen die in het bezit zijn van een vakbekwaamheidsdiploma ongediertebestrijding dat is afgegeven of verlengd door een door de Minister van VROM geregistreerde instelling of geregistreerd bedrijf en dat niet ouder is dan vijf jaren, of − personen die in het bezit zijn van een door de Minister van VROM afgegeven bewijs van gelijkstelling dan wel een verlenging daarvan, dat niet ouder is dan vijf jaren − agrarische ondernemers die het middel op eigen bedrijf gebruiken. De gebruiksaanwijzing zoals opgenomen onder B. moet worden aangehouden B. GEBRUIKSAANWIJZING Algemeen MS Madendood Difluben is werkzaam tegen de larvale stadia van verschillende insectensoorten. In een aantal gevallen voorkomt het middel ook het uitkomen van de eieren. Het middel heeft een trage aanvangswerking. Om schade te voorkomen is daarom een tijdige toepassing gewenst, dat wil zeggen op eieren of jonge larven. Toepassingen Verblijfplaatsen van rundvee (inclusief melkvee), varkens en pluimvee, ter bestrijding van vliegenlarven (Musca domestica, Fannia canicularis en Stomoxys calcitrans). Toepassen op plaatsen waar verse mest ligt en op mest in kelders. Dosering: - in gesloten stallen: 20 g per 10 m²; - in open stallen: 40 g per 10 m²; - in pluimveestallen met snelle mestophoping: 10 g per 10 m²; MS Madendood Difluben 14409 N 1 Opmerkingen: − Aangezien het middel alleen werkzaam is tegen vliegenlarven, dienen voor een directe bestrijding van eventueel aanwezige volwassen vliegen andere toegelaten middelen te worden gebruikt. − Doorgaans dient de toepassing om de 5 á 6 weken te worden herhaald. In pluimveestallen met snelle mestophoping worden kortere intervallen aanbevolen (2 weken). Het middel toepassen in 2-5 liter water per 10 m². MS Madendood Difluben 14409 N 2
© Copyright 2024 ExpyDoc