NATUURKUNDE VWO NIEUWE EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 oktober 2014 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of [email protected]. pagina 2 van 12 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 Inhoud 1 Opzet van het examen 5 2 Het examenprogramma 5 3 Beschrijving eindtermen 6 4 Het centraal examen 6 5 Het college-examen 6 6 De beoordeling van het college-examen 7 7 Het eindcijfer 7 8 Bijlage: beschrijving examenonderdelen A3, D2, E1, E3, F2, G1, G2, I 8 pagina 3 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 1 Opzet van het examen Het staatsexamen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de scholen. Het college-examen bestaat uit een mondeling examen. 2 Het examenprogramma natuurkunde Domein A. vaardigheden Domein B. Golven Domein C. Beweging en wisselwerking Domein D. Lading en veld Domein E. Straling en materie Subdomein A1: Informatievaardigheden gebruiken Subdomein A2: Communiceren Subdomein A3: Reflecteren op leren Subdomein A4: Studie en beroep Subdomein A5: Onderzoeken Subdomein A6: Ontwerpen Subdomein A7: Modelvorming Subdomein A8: Natuurwetenschappelijk instrumentarium Subdomein A9: Waarderen en oordelen Subdomein A10: Kennisontwikkeling en – toepassing Subdomein A11: Technisch-instrumentele vaardigheden Subdomein A12: Rekenkundige en wiskundige vaardigheden Subdomein A13: Vaktaal Subdomein A14: Vakspecifiek gebruik van de computer Subdomein A15: Kwantificeren en interpreteren Subdomein Subdomein Subdomein Subdomein Subdomein Subdomein Subdomein Subdomein materialen Subdomein materie Subdomein Subdomein B1: Informatieoverdracht B2: Medische beeldvorming C1: Kracht en beweging C2: Energie en wisselwerking C3: Gravitatie D1: Elektrische systemen D2: Elektrische en magnetische velden E1: Eigenschappen van stoffen en E2: Elektromagnetische straling en E3: Kern- en deeltjesprocessen Domein F. F1: Quantumwereld Quantumwereld Subdomein F2: Relativiteitstheorie en relativiteit Domein G. Subdomein G1: Biofysica Leven en aarde Subdomein G2: Geofysica Domein H: Natuurwetten en modellen centraal examen X X X X X X collegeexamen X X X X* X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X** X X X X X X X X X X X X X X X pagina 5 van 13 X X X natuurkunde vwo - Domein I. Onderzoek en ontwerp nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 Subdomein I1: Experiment Subdomein I2: Modelstudie Subdomein I3: Ontwerp X X X Het centraal examen heeft betrekking op de (sub)domeinen B1, B2, C1, C2, C3, D1, D2, E2, F1 en H in combinatie met de vaardigheden uit domein A. ** Tijdelijke afwijking voor 2016 en 2017. In het centraal examen van 2016 en 2017 zullen GEEN vragen worden gesteld over subdomein D2. Het onderwerp kan wel getoetst worden in het college-examen. Meer informatie hierover is te vinden in de handreiking van SLO. (bron: syllabus natuurkunde). Zie: http://www.betanova.nl/examenprogramma/syllabus/ 3 Beschrijving eindtermen Een beschrijving van de eindtermen A, B, C, D is te vinden op: www.examenblad.nl > kies jaarring 2016 > vwo > exacte vakken: natuurkunde > Syllabus 2016 natuurkunde, vwo > 2. Specificatie van de globale eindtermen voor het CE en Bijlage 1: Examenprogramma Natuurkunde vwo. In de bijlage bij deze vakinformatie staat een beschrijving van de eindtermen A3, D2, E1, E3, F2, G1, G2 en I. * Subdomein A4 Studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met het profielwerkstuk. 4 Het centraal examen Het centraal examen bestaat uit één zitting van 180 minuten (zie examenrooster). Het gebruik van het basispakket toegestane hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket hulpmiddelen, zie Regeling toegestane hulpmiddelen Het gebruik van het zelf meegebrachte Binas, 6e editie en een gewone rekenmachine is noodzakelijk. Er worden geen vragen gesteld over die onderdelen die zich naar hun aard niet lenen voor centrale examinering, zoals vaardigheden die uitdrukkelijk een computer als werkstation vereisen. 5 Het college-examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen en vindt plaats in juli (op scholen voor vso in juni/juli) en gaat over de volledige examenstof. Omdat tijdens het college-examen ook korte vraagstukken ter oplossing kunnen worden voorgelegd, dient de kandidaat bij zich te hebben: schrijf- en tekenmateriaal, een rekenmachine en een Binas, 6e editie. Gedurende twintig minuten, voorafgaand aan het mondeling examen, krijgt de kandidaat een casus te bestuderen, die betrekking kan hebben op een of meerdere domeinen en ook op het subdomein ‘Maatschappij, studie en beroep” (toepassingen van de natuurwetenschappen, maatschappelijke effecten van natuurwetenschappelijke en technische toepassingen). Bij het mondeling college-examen van 40 minuten wordt aandacht besteed aan: pagina 6 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 1. Het beantwoorden van vragen over de casus. Over deze casus worden vragen gesteld, waarbij wordt nagegaan of de kandidaat de informatie heeft begrepen, verwerkt en een standpunt kan innemen of een conclusie kan trekken. 2. Het beantwoorden van vragen en het oplossen van vraagstukken die betrekking hebben op de domeinen. 3. Beantwoorden van vragen over ICT en technisch-instrumentele vaardigheden Er staan tijdens het examen geen proeven opgesteld en er zijn ook geen instrumenten aanwezig. De kandidaat moet wel kunnen uitleggen hoe de instrumenten, bijv. prisma, filter, schuifweerstand, transformator werken. Ook moet op papier aangegeven kunnen worden hoe proeven, bijv. met elektrische schakelingen worden uitgevoerd. Voor onderdeel 3 wordt geen afzonderlijk deelcijfer gegeven. De beoordeling hiervan is onderdeel van het beoordelen van de kennis van de domeinen (punt 2). 6 De beoordeling van het college-examen Voor het mondeling examen worden de volgende deelcijfers gegeven: één deelcijfer voor de beantwoording van vragen over de casus: deelcijfer a één deelcijfer voor het oplossen van problemen en vraagstukken met betrekking tot de vakinhoud van de overige domeinen, inclusief de ICT-vaardigheden en technisch-instrumentele vaardigheden: deelcijfer b Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (a + 4b): 5, afgerond op één decimaal nauwkeurig. 7 Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal. pagina 7 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 8 Bijlage: beschrijving examenonderdelen A3, D2, E1, E3, F2, G1, G2, I Domein A Vaardigheden Subdomein A3 Reflecteren op leren De kandidaat kan bij het verwerven van vakkennis en vakvaardigheden reflecteren op eigen belangstelling, motivatie en leerproces. Domein D Lading en veld Subdomein D2 Elektrische en magnetische velden De kandidaat kan in contexten elektromagnetische verschijnselen beschrijven, analyseren en verklaren met behulp van elektrische en magnetische velden. De kandidaat kan: een elektrisch veld beschrijven als gevolg van de aanwezigheid van elektrische lading, richting van het elektrisch veld bepalen; vakbegrippen: afstotende en aantrekkende elektrische kracht, homogeen en radiaal elektrisch veld, veldlijn; het verband tussen spanning en kinetische energie toepassen op een geladen deeltje in een homogeen elektrisch veld, elektrische energie als vorm van potentiële energie gebruiken; eenheid elektronvolt uitleggen; minimaal in de contexten: röntgenbuis, lineaire versneller; een magnetisch veld beschrijven als gevolg van de aanwezigheid van bewegende elektrische lading, richting van het magnetisch veld bepalen bij een permanente magneet, een rechte stroomdraad en een spoel, vakbegrippen: homogeen en inhomogeen magnetisch veld, veldlijn, elektromagneet; minimaal in de context: aardmagnetisch veld; het effect van een magnetisch veld op een elektrische stroom en op bewegende lading beschrijven, grootte en richting van de lorentzkracht bepalen; minimaal in de contexten: elektromotor, luidspreker; elektromagnetische inductieverschijnselen in verschillende situaties analyseren, gebruik maken van de definitie van flux; toepassen van het inzicht dat de inductiespanning rechtevenredig is met het aantal windingen en met de fluxverandering per tijdseenheid; minimaal in de volgende situaties: een bewegende magneet in een spoel en een draaiend draadraam in een homogeen magneetveld; minimaal in de contexten: dynamo, microfoon. De volgende formules horen bij deze specificaties: pagina 8 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 Domein E Straling en materie Subdomein E1 Eigenschappen van stoffen en materialen De kandidaat kan in contexten fysische eigenschappen van stoffen en materialen beschrijven en kan deze eigenschappen verklaren en analyseren aan de hand van deeltjesmodellen. Suggesties Vakbegrippen: deeltjesmodellen, reële en ideale gassen, gaswetten, Van der Waalskracht, verdamping, dampdruk, uitzetten van een stof, warmtecapaciteit, soortelijke warmte, warmtetransport. Contexten: onderwerpen uit de weerkunde zoals het ontstaan van buien, dichtheidsverdeling in de atmosfeer; 'nieuwe' materialen zoals nano- en smartmaterialen; energiegebruik/energiebesparing in bedrijven zoals (broei)kassen, woonhuizen; Bronnen/overige suggesties: - NiNa-module: Eigenschappen van stoffen en materialen: over gassen en warmte, keuzeopdrachten over moderne ontwikkelingen en beschrijvingen van Experimenten, - NLT-module havo: Glastuinbouw en energie: over energiebesparing, efficiënter omgaan met inkomende en uitgaande energie in de kas vormt de rode draad in de module, - Subdomein E1 Materie en energie uit het tweede faseprogramma herzien, dus na 2007). Over dit onderdeel zijn voorbeelden te vinden in de CE-opgaven van de afgelopen jaren. Subdomein E3 Kern- en deeltjesprocessen De kandidaat kan in contexten behoudswetten en de equivalentie van massa en energie gebruiken in het beschrijven en analyseren van deeltjes- en kernprocessen. Suggesties Vakbegrippen: fotonen, muonen, neutrino's, positronen, quarks, energie, impuls, creatie, annihilatie, behoudswetten, paarvorming, splijting, fusie, massadefect, bindingsenergie, zwakke en sterke kernkracht, deeltjesversnellers. Contexten: - fundamenteel natuurkundig onderzoek in diverse onderzoekslaboratoria (Cern, Oxford, FOM); pagina 9 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 - werking van kerncentrales. Bronnen/overige suggesties: - NiNa-module Kern- en deeltjesprocessen, gemaakt in samenwerking met HiSPARC (http://www.hisparc.nl/). - Aansluiten bij de nieuwe scheikunde-module De Kolenvergasser, een module die samen met Nuon en Malmberg is ontwikkeld. - Aansluiten bij CE-subdomein C2 Energie en wisselwerking. - Aansluiten bij CE-subdomein E2 Elektromagnetische straling en materie. - Aansluiten bij CE-subdomein: F1 Quantumwereld. Domein F Quantumwereld en relativiteit Subdomein F2 Relativiteitstheorie De kandidaat kan in gedachte-experimenten en toepassingen de verschijnselen tijdrek en lengtekrimp verklaren aan de hand van de begrippen lichtsnelheid, gelijktijdigheid en referentiestelsel. Suggesties Vakbegrippen: gelijktijdigheid, tijdrek, Lorentztransformaties, energie, impuls, massa, lengtekrimp, tweelingparadox, ruimte-tijddiagram. Contexten: fundamenteel natuurkundig onderzoek. Bronnen/overige suggesties: NiNa-module: Relativiteitstheorie; HiSPARCproject (http://www.hisparc.nl/) Kijk naar voorbeelden: o Sander Bais (´De sublieme eenvoud van relativiteit´) o Brian Greene: ´The Elegant Universe´ o Informatief college: http://www.science.uva.nl/onderwijs/wns/onderwijsCD/ o Reader: hisparc.hef.ru.nl/pdf/project_relativiteit.pdf; Aansluiten bij CE-subdomein: F1 Quantumwereld. Domein G Leven en aarde Subdomein G1 Biofysica De kandidaat kan in de context van levende systemen fysische verschijnselen en processen beschrijven, analyseren en verklaren. Suggesties Vakbegrippen: diffusie, viscositeit, zenuwgeleiding, actiepotentiaal, determinisme, entropie, homeostase, terugkoppeling. Contexten: Fundamenteel natuurkundig onderzoek zoals in thermodynamica; Nanomotoren, transport van stoffen in het lichaam; Zenuwgeleiding in het lichaam. Bronnen/overige suggesties: pagina 10 van 13 natuurkunde vwo - - - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 NiNa-module Biofysica; NLT: Sportprestaties; Aansluiten bij CE-subdomein B1 Informatieoverdracht; Modelleren van vochtregulatie in het menselijk lichaam. Bijvoorbeeld met behulp van Powersim of Coach een model maken en verwerken: http://www.fisme.science.uu.nl/modelleren/leerling/biologie.php?id=16 Afstemmen met biologie: werking van het oog en het oor. Subdomein G2 Geofysica De kandidaat kan in de context van geofysische systemen fysische verschijnselen en processen beschrijven, analyseren en verklaren. Suggesties Vakbegrippen: gaswetten, zonneconstante, albedo, uitstraling, absorptie, convectie, verdamping, condensatie, gradiëntkracht, Corioliskracht, cyclonale en anticyclonale luchtstroming, straalstroom, rossbygolven, aarde-maansysteem. Contexten: weerkunde, vulkanisme, getijden, bewegende continenten. Bronnen/overige suggesties: NiNa-module Geofysica: Weer en klimaat; over het weer (atmosfeermodellen), warmtestromen, luchtstromen, bewegende continenten, vulkanisme, getijden; Diverse NLT-modulen: Dynamisch Modelleren, Bewegende Aarde, Klimaatverandering; Aansluiten bij CE-subdomein B1 Informatieoverdracht; Aansluiten bij CE-subdomein D2 Elektrische en magnetische velden; Aansluiten bij CE-subdomein E1 Eigenschappen van stoffen en materialen; Afstemmen met aardrijkskunde. Domein I Onderzoek en ontwerp Subdomein I1 Experiment De kandidaat kan in contexten die vallen binnen subdomeinen van het centraal examen onderzoek doen door middel van experimenten en de resultaten analyseren en interpreteren. Subdomein I2 Modelstudie De kandidaat kan in contexten die vallen binnen subdomeinen van het centraal examen onderzoek doen door middel van modelstudies en de modeluitkomsten analyseren en interpreteren. Subdomein I3 Ontwerp De kandidaat kan in contexten die vallen binnen subdomeinen van het centraal examen op basis van een gesteld probleem een ontwerp voorbereiden, uitvoeren, testen en evalueren. Suggesties Bij de hier genoemde subdomeinen staat expliciet vermeld dat het experimenteren, modelleren en ontwerpen moet gebeuren 'in de contexten die vallen binnen pagina 11 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 subdomeinen van het centraal examen'. Het kan dan als een ondersteuning dienen voor deze onderwerpen. Dit domein is nieuw in het examenprogramma natuurkunde en doet recht aan het empirisch karakter van de natuurkunde. Bronnen/overige suggesties: Getting Practical: een in Groot-Brittannië ontwikkelde methode om docenten te helpen om praktisch werk in de bètavakken effectief vorm te geven (zie http://www.gettingpractical.org.uk/ of: www.gettingpractical.nl); www.schoolexamensvo.nl, kijk bij natuurkunde: gebruik practica om te laten ontdekken, te verifiëren, te toetsen; http://www.nuffieldfoundation.org/practical-physics: collectie van experimenten over uiteenlopende concepten en processen. Bron: www.slo.nl/voortgezet/ tweedefase/schoolexamen/handreikingen pagina 12 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 pagina 13 van 13 natuurkunde vwo - nieuwe examenprogramma | vakinformatie staatsexamen 2016 pagina 14 van 13
© Copyright 2024 ExpyDoc