Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Minor-programma’s aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde 2014-2015 Coördinatoren: prof. dr. R. Kaas (Kwantitatieve Economie) dr. F.D. Belschak (Business Studies) dr. D.J.M. Veestraeten (Algemene Economie) dr. C. Hsieh (Entrepreneurship) 26-02-2014 Inhoudsopgave 1. 2. Bijlage 1 Bijlage 2 Algemene informatie met betrekking tot de Minor-programma’s aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) 3 1.1. De Minor-programma’s aan de FEB 1.2. Eindtermen 1.3. Voor wie zijn de Minor-programma’s aan de FEB bedoeld? 1.4. Ingangseisen 1.5. Informatie 1.6. Aanmelding en inschrijving 1.7. Certificaat 1.8. Het volgen van Master-opleidingen aan de FEB 1.9. Verdere informatie 3 3 4 5 6 6 7 7 8 Thema en curriculum van de Minor-programma’s aan de FEB 9 2.1. De Minor-programma’s van de Afdeling Algemene Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE) 9 1) Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) 2) Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) 3) Economics: Transition Minor (60 EC) 10 11 12 2.2. De Minor-programma’s van de Amsterdam Business School (ABS) 14 1) Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) 2) Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) 3) Business Studies: Transition Minor (30 EC) 4) Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) 15 16 17 18 2.3. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE) 19 1) Actuariaat (30 EC en 60 EC) 2) Econometrie & Wiskundige Economie (30 EC) 3) Operations Research (30 EC) 20 22 25 Formulier Studieprogramma Minor Formulier Aanvraag Minor-certificaat 27 28 2 1. Algemene informatie met betrekking tot de Minorprogramma’s aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) 1.1. De Minor-programma’s aan de FEB De Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) is opgebouwd uit twee scholen, namelijk de Amsterdam Business School (ABS) en de Amsterdam School of Economics (ASE). Deze twee scholen bestuderen elk verschillende facetten van het economisch leven. In de ABS worden de bedrijfseconomische en bedrijfskundige processen in productiebedrijven, banken en overheden centraal gesteld. In de afdeling Algemene Economie van de ASE wordt deze optiek opengetrokken naar het niveau van overkoepelende samenhangen tussen bedrijven, financiële instellingen, consumenten, arbeid, overheidsinstellingen en internationale organisaties. De afdeling Kwantitiatieve Economie van de ASE hanteert een kwantitatief analysekader ter bestudering van economische en/of bedrijfsmatige vraagstellingen zoals de verzekeringswiskunde (actuariaat), de formulering van wiskundig-economische prognose- en beheersmodellen (econometrie) en de optimalisatie van operationele bedrijfsmatige processen (operationele research). De Minor-programma’s die aangeboden worden aan de FEB hebben tot doel een gefundeerd inzicht te verschaffen in het economisch leven in al zijn verschillende facetten. Hiertoe worden de volgende Minor-programma’s aangeboden: Afdeling Algemene Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE): 1. Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) 2. Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) 3. Economics: Transition Minor (60 EC) Amsterdam Business School (ABS): 4. Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) 5. Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) 6. Business studies: Transition Minor (30 EC) 7. Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) Afdeling Kwantitatieve Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE): 8. Actuariaat (30 EC en 60 EC) 9. Econometrie & Wiskundige Economie (30 EC) 10. Operations Research (30 EC) 1.2. Eindtermen Na het succesvol beëindigen van de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie aan de ASE beschikt de student over een goed overzicht van de belangrijkste theorieën en toepassingen op het terrein van het betreffende Minor-programma. Deze kennis stelt de student in staat de nieuwe theoretische en feitelijke ontwikkelingen van de (wereld)economie te analyseren. Eveneens stelt het de student in staat de relevante verslaggeving op het betreffende terrein van nationale en internationale economische organisaties te volgen en te interpreteren. De student bezit dan ook de kennis om actief de actuele discussies in de academische literatuur alsook de relevante beleidsdiscussies op het betreffende terrein te kunnen volgen, kritisch te kunnen beoordelen en er een eigen gefundeerde mening over te kunnen formuleren. 3 De Minor-programma’s van de ABS stellen studenten in staat om bedrijfskundige vraagstukken zelfstandig op te lossen. Daarnaast hebben zij voldoende inhoudelijke kennis en vaardigheden ontwikkeld om met professionals op het desbetreffende vakgebied te kunnen samenwerken. Studenten die de Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE met succes afgerond hebben, bezitten een hoogwaardig analysekader dat hen toelaat processen in de economie vanuit een kwantitatieve invalshoek te analyseren. Het kunnen modelleren, empirisch beoordelen en optimaliseren van dergelijke processen staat hierbij centraal. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE stellen de student dus in staat zelfstandig en kritisch met beheers- en waarderingsmodellen binnen de wiskundig-economische discipline om te gaan. 1.3. Voor wie zijn de Minor-programma’s aan de FEB bedoeld? De Minor-programma’s aan de FEB hebben tot doel een consistent vakkenpakket rond één welbepaalde specialisatie binnen de economie aan te bieden aan studenten van andere opleidingen. Met andere woorden, de Minor-programma’s aan de FEB zijn niet toegankelijk voor reguliere studenten van de FEB (uitzondering: zie sectie 1.4). De Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie aan de ASE zijn gericht op studenten die hun inzicht in de nationale en de wereldeconomie willen verdiepen. Het doelpubliek is zeer ruim aangezien economische overwegingen vrijwel alle nationale en internationale maatschappelijke vraagstukken beïnvloeden. Voor studenten in de sociale wetenschappen (zoals sociologie, politicologie en communicatiewetenschap) is deze kennis in feite onontbeerlijk: de Minorprogramma’s van de afdeling Algemene Economie aan de ASE zijn voor hen dus ten zeerste aan te bevelen. Studenten in de geesteswetenschappen die zich willen oriënteren op het achterliggende (economische) kader van het functioneren van de samenleving zullen via de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie aan de ASE een degelijk analysekader kunnen verwerven. Het verwerven en uitdiepen van deze kennis zal voor deze studenten een uitermate belangrijk pluspunt inhouden indien bijvoorbeeld een loopbaan in het openbaar bestuur, het bedrijfsleven of bij nationale of internationale organisaties geambieerd wordt. Ook voor studenten in de beta-wetenschappen zullen de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie aan de ASE een voor de arbeidsmarkt relevante kennisverbreding vormen. De Minor-programma’s van de ABS zijn van belang voor alle studenten die in de toekomst managementfuncties ambiëren in het bedrijfsleven (banken, ondernemingen) of bij de overheid. De Minor-programma’s van de ABS bieden daarom een welkome verdieping en verbreding van de reeds opgedane kennis binnen het Major-programma. Het beschikken over bedrijfskundige kennis is onontbeerlijk op elke werkplek aangezien men vaak geconfronteerd zal worden met allerlei vragen als: Hoe dient een marketingplan opgemaakt te worden? Functioneert de organisatie goed gegeven de aan de divisie gestelde doelstellingen of moet er wat veranderen? Moet er geïnvesteerd worden? Zo ja, hoeveel en op welke wijze? Welke conclusies kunnen getrokken worden uit de jaarverslagen van de concurrentie? Kan de informatievoorziening binnen de divisie verbeterd worden? Een Minor-programma van de ABS geeft de student een goede basis om over dit soort vraagstukken te kunnen meedenken en samen te werken met de professionals op dit gebied. Studenten die de Minorprogramma’s aan de ABS gevolgd hebben kunnen dan opereren in zowel lokale, nationale als internationale ondernemingen. 4 De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE zijn bestemd voor wiskundigen, natuurkundigen, informatici en studenten van een equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. Ook zonder verdere opleiding in de economie zijn deze afgestudeerden reeds gewild in het bedrijfsleven omwille van hun kwantitatieve instelling. Maar door het volgen van een Minorprogramma aan de afdeling Kwantitative Economie aan de ASE vergroten zij al tijdens de studie hun kennis over: De optimale inrichting van bedrijfsprocessen, zoals bijvoorbeeld de optimale dienstregeling van de NS. Het meten van het effect van bepaalde prikkels - zoals een loonsverhoging van 10% - op economische verschijnselen zoals het autobezit. Verzekeringsprocessen en beleggingsleer, zoals de beleggingsstrategie die ertoe leidt dat men met voldoende hoge kans kan voldoen aan verplichtingen die voortvloeien uit verzekeringen. De wiskundige theorie achter de (micro-)economische wetenschap, en bijvoorbeeld de wiskundig uitermate boeiende chaostheorie. Alle Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE bestaan uit kernonderdelen van de Bachelor-opleidingen Econometrie en Operationele Research dan wel Actuariële Wetenschap. Deze aan de FEB gegeven studies kunnen, met enige goede wil, ook als studies in de toegepaste wiskunde beschouwd worden. In elk van de drie afdelingen bestaat de mogelijkheid om via het volgen van een gepast schakeltraject in te stromen in de éénjarige Master-opleidingen van de respectievelijke afdeling. Het instromen en succesvol afronden van een Master-opleiding aan de FEB betekent natuurlijk een aanzienlijke verruiming van het algemene analysekader en tevens een diepgaande uitbreiding van de kennis van economische processen en gebeurtenissen. Meer informatie over deze mogelijkheid en de relevante ingangseisen vindt u in sectie 1.8. 1.4. Ingangseisen De Minor-programma’s aan de FEB zijn niet toegankelijk voor reguliere studenten Economie en Bedrijfskunde van de FEB. Alleen het Minor-programma “Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC)” kan door reguliere studenten Economie en Bedrijfskunde van de FEB gevolgd worden (zij krijgen na afronding van die minor evenwel geen certificaat). De Minor-programma’s van de afdelingen Algemene Economie van de ASE en van de ABS hebben als ingangseis dat de studenten de propedeuse van hun universitaire Bachelor-programma reeds met succes afgerond hebben. Voor HBO-studenten geldt eveneens de eis dat de propedeuse dient behaald te zijn (zij kunnen echter niet instromen in de minor “Economics: Transition Minor (60 EC)” en de minor “Business Studies: Transition Minor (30 EC)”). De Minor-programma’s van de ABS en van de afdeling Algemene Economie aan de ASE kunnen gevolgd worden door studenten die reeds over economische voorkennis beschikken, maar staan ook open voor studenten die nog niet over dergelijke kennis beschikken. De Minor-programma’s die door de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE aangeboden worden zijn omwille van de noodzakelijke voorkennis in de wiskunde en statistiek alleen toegankelijk voor studenten die ingeschreven staan in de opleiding tot Bachelor of Science (BSc) in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding.1 Ook deze studenten dienen tenminste de propedeuse met succes afgesloten te hebben. Economische voorkennis is voor deze studenten eveneens geen ingangseis. 1 Er wordt verondersteld dat deze studenten voldoende lineaire algebra, kansrekening en statistiek hebben gedaan. Studenten zullen dit voor aanvang aan moeten tonen (zie beneden). 5 Het is raadzaam om in een vroegtijdig stadium na het behalen van de propedeuse met het volgen van een minor te starten. De reden hiervoor is het feit dat het Minor-onderwijs zogenaamd “aanschuif”onderwijs is. Dit houdt in dat de faculteit die het Minor-programma aanbiedt in principe geen cursussen mag aanbieden die specifiek voor Minor-studenten bedoeld zijn. Met andere woorden, de Minor-studenten volgen de cursussen die voor de reguliere studenten van de FEB ingericht worden. Dit kan problemen met de roostering (bijvoorbeeld de opeenvolging van de vakken) veroorzaken zodat het in de praktijk kan gebeuren dat een Minor-programma niet binnen één semester kan worden afgerond. Het starten met het Minor-programma in een vroegtijdig stadium, in elk geval na het behalen van de propedeuse, kan dan voorkomen dat het Minor-programma niet binnen de Bachelorfase zou kunnen worden afgerond. Voorts dient de student rekening te houden met het feit dat vakken aan de FEB in de meeste gevallen een deeltoets kennen waarin gedurende de collegeperiode reeds een gedeelte van het studiemateriaal getentamineerd wordt. 1.5. Informatie In de studiegids (http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl) is de belangrijkste informatie omtrent de Minor-programma’s aan de FEB opgenomen. De meest recente informatie met betrekking tot de Minor-programma’s aan de FEB is tevens te vinden op de volgende website: http://www1.fee.uva.nl/mint/veestraeten.shtm. Vragen over de Minor-programma’s aan de desbetreffende afdeling van de FEB kunnen ook gericht worden aan de coördinatoren binnen elk van deze drie afdelingen: De coördinator van de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE) is dr. D.J.M. Veestraeten (telefoon: 020-5254194, email: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K1.51, Valckenierstraat 65-67, 1018 XE Amsterdam). De coördinator van de Minor-programma’s van de Amsterdam Business School (ABS) is dr. F.D. Belschak (telefoon: 020-5254027, e-mail: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer M2.16, Plantage Muidergracht 12, 1018 TV Amsterdam). De coördinator van het Minor-programma Entrepreneurship (ondernemerschap) is dr C. Hsieh (telefoon: 020-5254789, e-mail: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer E2.39, Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam). De coördinator van de Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie van de Amsterdam School of Economics (ASE) is prof. dr. R. Kaas (telefoon: 020-5254230, e-mail: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.23, Valckenierstraat 6567, 1018 XE Amsterdam). 1.6. Aanmelding en inschrijving Het is raadzaam om vóór aanvang van het Minor-programma contact te zoeken met de studieadviseurs van de Major-opleiding. Dit is een zinvolle stap om zeker te stellen dat het Minorprogramma ook daadwerkelijk kan opgenomen worden binnen het studieprogramma. De student dient in samenspraak met de coördinator van de afdeling aan de FEB waarin zich het betreffende Minor-programma situeert het studieprogramma vast te leggen. Hiertoe vult de student het in bijlage 1 opgenomen “Formulier Studieprogramma Minor” op basis van de onderstaande programma’s in en laat het ondertekenen door de betreffende coördinator. De student stuurt hiertoe het door hem/haar ingevulde exemplaar aan het postadres van de betreffende coördinator of stuurt het in elektronische vorm naar het e-mailadres van de betreffende coördinator. Na ondertekening door de 6 coördinator zal deze het formulier aan het Education Service Centre van de FEB doorsturen. Deze aanvraag dient tijdig te worden ingediend om zeker te stellen dat het studieprogramma goedgekeurd is en dat bij het succesvol afronden ervan ook daadwerkelijk het afsluitende certificaat kan verkregen worden (zie sectie 1.7). Elke wijziging van het curriculum dient uiteraard vooraf expliciet goedgekeurd te worden door de coördinator en dient door een nieuw studiepogramma bevestigd te worden. Informatie over het volgen van vakken aan de FEB en de inschrijvingsprocedures voor de individuele vakken kan verkregen worden via http://student.uva.nl/ecb/az/item/bijvakken-volgen-aan-de-feb.html. Deelname aan de minors is ook mogelijk voor geïnteresseerden die niet aan hogeschool of universiteit ingeschreven staan. Zij kunnen de minors tegen vergoeding volgen binnen het kader van het “Contractonderwijs Economie en Bedrijfskunde” (zie http://abs.uva.nl/programmes/contracteducation-economics--business-contractonderwijs/contractonderwijs-economie--bedrijfskundeceb.html) voor meer details). Het is op te merken dat deelname aan de minors via “Contractonderwijs Economie en Bedrijfskunde” ook noodzakelijk is voor studenten die in een Master-opleiding ingeschreven zijn. Omwille van de strakke timing van de Minor-programma’s kunnen problemen met de inganseisen en inschrijvingen ontstaan. In de Minor-programma’s van ASE bijvoorbeeld vindt het vak “Principles of Economics” plaats in de eerste periode van het eerste semester en sluiten de inschrijvingen voor het vak “Geld en Bankwezen”, waarvoor het vak “Principles of Economics” als ingangseis geldt, vooraleer het tentamenresultaat voor het vak “Principles of Economics” bekend is. De student zal zich daarom niet via SIS voor het vak “Geld en Bankwezen” kunnen inschrijven aangezien niet aan de ingangseis voldaan is. De student dient dan bij de Onderwijsbalie een “voorwaardelijke inschrijving” aan te vragen vooraleer de inschrijving voor het betreffende vak (in dit voorbeeld “Geld en Bankwezen”) sluit. De student vult hiertoe het digitale formulier van de Onderwijsbalie in (zie http://student.uva.nl/ecb/contact/vragen/vragen.html) en legt dit formulier samen met het goedgekeurde Minor-programma voor aan de Onderwijsbalie. Voor alle andere vragen inzake inschrijven kan de student contact zoeken met het Education Service Centre van de FEB via het digitale vragenformulier (http://student.uva.nl/ecb/contact/vragen/vragen.html). 1.7. Certificaat Na het succesvol afronden van de Minor-programma’s aan de FEB krijgt de Minor-student (met uitzondering van de reguliere studenten van de FEB) een certificaat en een vakken- en puntenlijst. Hiertoe dient de student een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de balie van het Education Service Centre van de FEB (kamer E1.52). Hiertoe vult de student het in bijlage 2 opgenomen “Formulier Aanvraag Minor-certificaat” in en levert dit in bij de balie van het Education Service Centre. De Het Education Service Centre zal vervolgens controleren in hoeverre de student voldaan heeft aan het programma dat hij/zij met de coördinator heeft afgesproken en dat is vastgelegd in het “Formulier Studieprogramma Minor” (zie sectie 1.6). 1.8. Het volgen van Master-opleidingen aan de FEB Voor studenten die een BSc-diploma behaald hebben, gelden de volgende voorwaarden om in te kunnen stromen in de Master-opleidingen van de FEB: 1. De student bezit reeds een BSc-diploma. In het geval van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE wordt dit verder beperkt tot BSc-diploma’s in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. 7 2. De student volgt een Minor-programma dat verschilt al naargelang van de Master-opleiding. Binnen de afdeling Algemene Economie aan de ASE gebeurt deze voorbereiding op de Master-opleiding via het volgen van het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” waarbij de student aan stringente ingangseisen dient te voldoen (zie beneden). Binnen de ABS gebeurt deze voorbereiding op de Master-opleiding via het volgen van het Minorprogramma “Business studies: Transition Minor (30 EC)”. Binnen de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE verschilt dit programma, voor de MSc Econometrics, al naargelang van de gewenste specialisatie in de Master-opleiding. Precieze informatie hierover wordt vermeld in de beschrijving van de Minor-programma’s binnen de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE (zie sectie 2.3). Voor actuariaat geldt dat het behaald hebben van de volledige Minor Actuariaat, plus een BSc in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding, een voldoende voorwaarde is voor instroom in de MSc Actuartiaat en de postmaster beroepsopleiding daarna. Echter, voor de instroom in de MSc Actuariaat gelden lichtere eisen: niet de hele minor hoeft te zijn afgelegd (zie sectie 2.3). 3. De student vraagt een “toelatingsverklaring Master” aan bij de onderwijsadministratie van de FEB die vervolgens controleert in hoeverre de student aan alle voorwaarden voldaan heeft. Meer informatie over de “toelatingsverklaring Master” is te verkrijgen via http://student.uva.nl/ecb/az/item/toelatingsverklaring-master.html. 1.9. Verdere informatie Algemene informatie over het studeren aan de FEB is te vinden via http://student.uva.nl/ecb/az/. De contactgegevens van de studieadviseurs, de onderwijsbalie en de Examencommissie zijn te verkrijgen via http://student.uva.nl/ecb/contact/vragen/vragen.html. Het elektronisch vragenformulier is te vinden via http://student.uva.nl/ecb/contact/vragen/vragen.html. 8 2. Thema en curriculum van de Minor-programma’s aan de FEB De opbouw van de Minor-programma’s binnen de ABS en de ASE wordt op verschillende wijze ingevuld al naargelang de inhoudelijke vereisten van elk studieprogramma. In dit hoofdstuk worden de verschillende Minor-programma’s beschreven waarbij een indeling naar de betreffende afdeling gebruikt wordt. Uitvoerige beschrijvingen van de individuele vakken vindt u in de studiegids van de Universiteit van Amsterdam (UvA) die via de link http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl te raadplegen is.2 Voor de meeste vakken geldt dat er vaktechnische voorkenniseisen gesteld zijn. Deze informatie wordt voor elk vak expliciet vermeld in de studiegids. Elk semester aan de FEB is opgedeeld in drie zogenaamde perioden. De tijdstippen en de locaties van de colleges en tentamens vindt u voor elk vak op de volgende website: https://rooster.uva.nl/. De colleges vinden in principe elk jaar in detzelfde periode en op hetzelfde tijdstip plaats. Met andere woorden, gegevens uit het verleden kunnen als indicatie gebruikt worden bij de planning. Het verdient echter aanbeveling toch steeds de vermelde website te raadplegen voor de meest actuele stand. Tevens kunt u verdere informatie vinden op de Blackboard-sites van de betreffende cursussen alsook in de studiegids. Voor de meeste vakken gelden geen beperkingen met betrekking tot het aantal deelnemers. 2.1. De Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE) De Minor-programma’s “Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC)” en “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” starten met de verplichte instapmodule “Principles of Economics (6012B0303, 6 EC)”. Dit vak biedt een grondige introductie tot de micro- en macroeconomie die onontbeerlijk is voor het succesvol kunnen volgen van de vervolgvakken. Studenten die een vergelijkbare economische voorkennis op universitair niveau verworven hebben, kunnen op een hoger niveau dan deze eerste module met het Minor-programma starten. In dat geval is het echter noodzakelijk vooraf met de betreffende coördinator contact op te nemen om de equivalentie met de instapmodule zeker te stellen. De vrijstelling voor de module “Principles of Economics” (6012B0303, 6 EC) vereist vervolgens een expliciete goedkeuring door de betreffende coördinator. Een eventuele vrijstelling voor dit vak leidt echter niet tot een vermindering van de totale studielast binnen het betreffende Minor-programma. De studiepunten dienen met andere woorden via een bijkomende keuzemodule ingevuld te worden. Het is belangrijk te vermelden dat het vak “Principles of Economics (6012B0303, 6 EC)” slechts één maal per jaar aangeboden wordt, namelijk in periode 1 van het eerste semester. De ervaring leert ons dat de Minor-programma’s van de Afdeling Algemene Economie als moeilijk ervaren worden. Studenten die met een Minor-programma van de Afdeling Algemene Economie van de ASE willen starten dienen dus zeker te stellen dat zij voldoende tijd kunnen vrijmaken om de leerstof van de verschillende modules gedurende de betreffende lesperiode tijdig en zeer grondig te bestuderen. Bovendien is een degelijke kennis van de wiskunde en de statistiek noodzakelijk. De Minor-programma’s “Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC)” en “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” bevatten daarom het ook het verplichte vak “Wiskunde (6011P0151Y, 6 EC)” in periode 1 van het eerste semester. Studenten die een vergelijkbare voorkennis op universitair niveau verworven hebben, kunnen vrijstelling verkrijgen voor 2 Indien de studiegids voor het volgende studiejaar nog niet volledig aanwezig zou zijn, dan kan de studiegids van het actuele studiejaar een goede indicatie bieden van de vakinhoud en plaatsing. 9 het vak “Wiskunde (6011P0151Y, 6 EC)”.3 Deze vrijstelling vereist een expliciete goedkeuring door de betreffende coördinator en de vrijgekomen studiepunten dienen via een bijkomende keuzemodule ingevuld te worden. Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” heeft een duidelijk verschillende structuur. Dit volgt uit het feit dat dit Minor-programma expliciet tot doel heeft studenten voor te bereiden op het volgen van de Master-opleiding aan de afdeling Algemene Economie van de ASE. Meer informatie over deze mogelijkheid en de relevante ingangseisen vindt u in sectie 1.8. Het curriculum van deze Minor is uitsluitend opgebouwd uit verplichte modules die zeker stellen dat de student een voldoende brede en diepe basis verworven heeft om, indien hij/zij tevens een BSc of MSc heeft, in de Master-opleiding van de afdeling Algemene Economie aan de ASE te kunnen instromen. Als voorbereiding op het volgen van het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” kan de student natuurlijk opteren voor het volgen van een ander economisch Minor-programma gedurende de Bachelor-fase. 1) Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC)” bestudeert het gedrag van de economie op een geaggregeerd niveau. Het gaat hierbij om het begrijpen en kunnen analyseren van verschijnselen als groei van de economie, werkloosheid, inflatie, internationale handel, wisselkoersen en de samenhangen tussen deze fundamentele concepten. Het vakgebied van de internationale economie bestudeert hierbij de internationale dimensie van de activiteiten van economische agenten zoals de (welvaarts)effecten van internationale handel en internationale kapitaalvervlechtingen en -stromen. Een ander belangrijk onderdeel van de internationale economie is de studie van internationale macro-economische samenhangen zoals die bijvoorbeeld tot uiting komen in al dan niet gelijklopende nationale conjunctuurbewegingen. De analyse van deze en andere elementen van de internationale economie laat bovendien toe een duidelijker licht te werpen op bijvoorbeeld de toenemende mondialisering (“globalisation”), de diverse regionale economische samenwerkingsakkoorden, de groeistrategieën in de ontwikkelingslanden en in de zogenaamde opkomende economieën (“emerging market economies”). Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de transformatieprocessen in de ontwikkeling van plan- tot markteconomie binnen de groep van de zogenaamde transitielanden. Het vakgebied van de monetaire economie biedt inzichten in de functies en het functioneren van financiële instellingen, van financiële markten, de determinanten van rentes en prijzen van financiële activa en het optreden van centrale banken in bijvoorbeeld de recente kredietcrisis. 2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC) Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) Principles of Economics (6012B0303, 6 EC) Wiskunde (6011P0151Y, 6 EC) International Trade and Investment (6012B0232, 6 EC) Geld en Bankwezen (6012B0221, 6 EC) Keuzemodules (6 Development Economics (6012B0269, 6 EC) EC) Internationale Monetaire Betrekkingen (6012B0231, 6 EC) Macro-economie (6012B0235, 6 EC) Transition Economics (6012B0281, 6 EC) 3 Het kan zinvol zijn, ook voor studenten die de betreffende mathematische kennis aan een andere factulteit verworven hebben, om toch “Wiskunde (6011P0151Y, 6 EC)” te volgen aangezien de wiskundige begrippen in dit vak met behulp van economische toepassingen geïllustreerd worden. 10 2) Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” bestudeert het gedrag van de economie op het niveau van consumenten, producenten en diverse overheidsinstanties. Dit Minor-programma gaat in op individuele keuzes, hoe ze tot stand komen, wat de uitkomsten van dit keuzeproces zijn en welke implicaties dit kan hebben voor organisaties. Hierbij wordt onder meer dieper ingegaan op de verschillende marktvormen (perfecte mededinging, oligopolie, monopolie) waarbij de nadruk ligt op de beschrijving van het totstandkomen en de invloed van strategische interactie tussen de diverse marktpartijen. Bovendien zal uitvoerig aandacht besteed worden aan de vraag in hoeverre en wanneer een overheid kan of moet ingrijpen in markten om bijvoorbeeld prijsafspraken te voorkomen of te verbreken. Tevens wordt uitgebreid aandacht geschonken aan het functioneren van organisaties en de wijze waarop gedrag van individuen door passende prikkels kan beïnvloed worden. Het dient opgemerkt te worden dat het Minor-programma “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” een duidelijk modelmatige en sterk wiskundig georiënteerde methodiek volgt. Deelname aan dit Minor-programma vereist daarom een uitgesproken affiniteit met en interesse voor de wiskundig-modelmatige analyse. 2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC) Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) Principles of Economics (6012B0303, 6 EC) Wiskunde (6011P0151Y, 6 EC) Micro-economie (6012B0241, 6 EC) Regulation, Regulatory Impact and Reform (6012B0279, 6 EC) Keuzemodules (6 Behavioural economics (6012B0265, 6 EC) EC) Industrial Organization (6012B0223, 6 EC) Labour Economics (6012B0275, 6 EC) Speltheorie (6012B0311, 6 EC) 11 3) Economics: Transition Minor (60 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” heeft een vast curriculum met negen verplichte modules en één keuzemodule en geeft, indien gewenst, later toelating geeft tot de Masteropleiding van de afdeling Algemene Economie aan de ASE. Meer informatie over deze mogelijkheid en de relevante voorwaarden vindt u in sectie 1.8. Deze minor kan niet gevolgd worden door HBO studenten. De modules van het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” bieden de student een zeer grondige basiskennis van de diverse deelgebieden van de algemene economie (macroeconomie, microeconomie, internationale economie, economie van de publieke sector, monetaire economie en econometrie). Omwille van de vereiste diepe en brede kennis zal dit intensieve Minor-programma in de praktijk meer dan 60 EC omvatten en dient het over tenminste drie semesters gespreid te worden. Zo kunnen de vakken “Econometrics (6012B0212, 6 EC)” , “Industrial Organization (6012B0223, 6 EC)” en “Public Economics (6012B0254, 6 EC)” omwille van de vereiste voorkennis slechts in het derde semester gevolgd worden. Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” kent tevens expliciete ingangseisen. Deze ingangseisen hebben tot doel de studeerbaarheid van dit intensieve Minor-programma te garanderen. Meer in het bijzonder gelden de volgende ingangseisen: 1. De student dient voldoende kennis op universitair niveau te hebben van de economische theorie (op het niveau van het FEB-vak “Principles of Economics (6012B0303, 6 EC)”).4 2. De student dient voldoende kennis op universitair niveau te hebben van de wiskunde en de statistiek (op het niveau van de FEB-vakken “Wiskunde (6011P0151Y, 6 EC)” en “Statistiek (6011P0152Y, 6 EC)”). Indien studenten in hun Major-opleiding dergelijke kennis verworven hebben (bijvoorbeeld via het volgen en succesvol afronden van voldoende vakken in de statistiek en economie), kunnen zij een vrijstelling aanvragen bij de coördinator van dit Minor-programma. De coördinator zal bij een voldoende gemotiveerde vraag (inclusieve vakinhoud en bewijs van afronden van het betreffende vak, in te dienen via email) een vrijstelling kunnen geven voor de betreffende ingangseis. 2. Curriculum Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” omvat 60 EC en bestaat uit negen verplichte modules (54 EC) en één keuzemodule (6 EC). De keuzemodule laat de student toe zich reeds binnen het Minor-programma verder te oriënteren in de gewenste specialistatie (“area of specialisation”) binnen de MSc Economics. Meer informatie over de diverse specialisaties binnen de MSc Economics is te vinden in de studiegids (http://studiegids.uva.nl/web/uva/sgs/nl/p/240.html) De vakken “Econometrics (6012B0212, 6 EC)” , “Industrial Organization (6012B0223, 6 EC)” en “Public Economics (6012B0254, 6 EC)” kunnen omwille van de vereiste voorkennis slechts in het derde semester gevolgd worden. 4 De inhoud van dit vak en van de hieronder aangegeven vakken wordt uitvoerig beschreven in de studiegids (http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl). 12 Minor Verplichte modules (54 EC) Economics: Transition Minor (60 EC) Economie van Markten en Organisaties (6012B0314, 6 EC)5 Geld en Bankwezen (6012B0221, 6 EC) Internationale Monetaire Betrekkingen (6012B0231, 6 EC) Macro-economie (6012B0235, 6 EC) Micro-economie (6012B0241, 6 EC) Speltheorie (6012B0311, 6 EC) Voortgezette Statistiek (6012B0264, 6 EC) Wiskundige Economie (6012B0325, 6 EC) Econometrics (6012B0212, 6 EC) 6 Keuzemodules (6 International Trade and Investment (6012B0232, 6 EC) EC) Industrial Organization (6012B0223, 6 EC) Monetary and Fiscal Policy (6012B0242, 6 EC) Public Economics (6012B0254, 6 EC) 5 Dit vak mag parallel aan het vak “Principles of Economics (6012B0303, 6 EC)” gevolgd worden. De student dient wel de stof van het vak “Principles of Economics (6012B0303, 6 EC)” vanaf de eerste week zeer grondig bij te houden. Het is natuurlijk ook aan te bevelen het handboek van dat laatste vak al op voorhand grondig te lezen. 6 Omwille van de vereiste voorkennis kan dit vak niet in het eerste jaar van het minor-programma gevolgd worden (zie http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl voor meer details in verband met de ingangseisen). 13 2.2. De Minor-programma’s van de Amsterdam Business School (ABS) De Minor-programma’s van de ABS zijn bedoeld voor studenten die in hun toekomstige baan te maken krijgen met onder meer organisatorische vraagstukken en strategische beslissingen van het management. De Minor-programma’s van de ABS hebben een multidisciplinaire invalshoek en richten zich dan ook op managementfuncties in allerlei organisaties binnen de overheid en het bedrijfsleven. Ook studenten die een eigen bedrijf opgestart hebben of willen oprichten zullen geïnteresseerd zijn in het volgen van deze minoren. De ABS heeft gekozen voor het aanbieden van twee reguliere Minorprogramma’s: “Business Studies: Managing Strategy and Marketing” (30 EC) en “Business Studies: Designing Effective Organizations” (30 EC). Daarnaast kunnen studenten met een “aanverwante wetenschappelijke BSc- of MSc-opleiding” zich via het Minor-programma “Business Studies: Transition Minor” (30 EC) voorbereiden op het volgen van een Master-opleiding Business Studies binnen de ABS. De Minor-programma’s van 30 EC omvatten alleen verplichte modules. Echter, na bestudering van het vakkenaanbod binnen de ABS aan de hand van de studiegids van de FEB kan de student ook aan een afwijkend studiestramien en verdieping de voorkeur geven (dit geldt echter niet voor de “Transition Minor”). Voor nadere inlichtingen en afstemming van het studieprogramma dient de student een e-mail te sturen naar de coördinator van de Minor-programma’s van de ABS. Van studenten die deelnemen aan de Minor-programma’s van de ABS wordt verwacht dat zij voldoende kennis van de wiskunde en de statistiek hebben. In de studiegids vindt u uitgebreide informatie met betrekking tot de specifieke inhoud, literatuur en leerdoelen van elk individueel vak. The Minor in Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) is offered by the FEB via the Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE). The Minor specifically serves to prepare students who wish to pursue entrepreneurial endeavours, especially ones based on innovation. For several months, students work on crafting a business plan and establishing a private company in a legally protected environment with experienced business coaches. Further information on the Minor in Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) can be obtained from the coordinator of the ACE (dr Chihmao Hsieh, phone: 020-5254789, email: [email protected]). For current information about the Minor in Entrepreneurship, please go to http://www1.fee.uva.nl/pp/CHsieh/ and click on “Links.” 14 1) Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC)” heeft primair tot doel een duidelijk gefundeerd inzicht te verschaffen in strategie- en marketingvraagstukken waar organisaties mee te maken krijgen. In het opzetten van een bedrijf en het verwerven en/of verdedigen van een concurrentiepositie worden bedrijven veelal geconfronteerd met tal van andere spelers op de markt waaronder concurrenten, klanten, toeleveranciers, de overheid en niet-gouvernementele organisaties (NGOs). De vakken binnen deze minor geven een overzicht van de verschillende aspecten die hierbij een rol spelen. Hoe blijf je concurrenten voor? Welke beslissingen inzake het product-, prijs- en distributiebeleid, het ontwikkelen van nieuwe marketingprogramma’s en klantenrelatiemanagement zijn van belang hierbij? Welke rol speelt technologische ontwikkeling? Hoe ga je strategisch om met de mogelijkheden die het internet biedt? Hoe ga je om met kritiek vanuit de maatschappij met betrekking tot sociale issues? Binnen deze minor staat dit soort vragen centraal. De student wordt aangemoedigd de vele theoretische invalshoeken van het vakgebied kritisch te benaderen en hiertoe stelling te nemen, maar ook wordt hij of zij gestimuleerd om de verworven kennis toe te passen op praktijksituaties. 2. Curriculum Minor Verplichte modules (30 EC) Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) Strategisch Management (6012B0312, 6 EC) Entrepreneurship & Innovation ( 6012B0215, 6 EC) Marketing (6012B0238, 6 EC) Corporate Social Responsibility (6012B0211, 6 EC) E-Business (6012B0268, 6 EC) 15 2) Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) 1. Inhoud In het Minor-programma “Business Studies: Designing Effective Organizations” (30 EC) staat het management van de mens, informatie, communicatie en bedrijfsprocessen in de organisatie centraal. Elk bedrijf heeft te maken met alles wat er komt kijken bij het vinden, aansturen en motiveren van goede werknemers, maar recentelijk is er ook meer strategische aandacht voor het belang hiervan voor organisaties. Daarnaast spreekt het vanzelf dat de recente technologische ontwikkelingen inzake informatie- en communicatietechnologie, het goed kunnen beheersen van de interactie tussen informatie en management verder aan belang hebben laten winnen. Deze minor richt zich op de wijze waarop bedrijven concurrentievoordeel kunnen halen uit het ontwerpen van effectieve organisaties op basis van een grondige kennis over het motiveren van mensen, het gebruik van ICT toepassingen en het ontwikkelen van efficiënte bedrijfsprocessen. De minor biedt tevens inzicht in de actuele en de verwachte ontwikkelingen binnen de theoretische en praktische analyse van deze kerngebieden binnen bedrijfskunde. De studenten worden daarom ook aangemoedigd om op onderzoeksmatige wijze relaties te leggen tussen de theorie en de praktijk van het ontwerpen van effectieve organisaties. 2. Curriculum Minor Verplichte modules (30 EC) Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) Human Resources Management (6012B0222, 6 EC) Information Management (6012B0224, 6 EC) Accounting (6011P0087, 6 EC) Organisatie Psychologie (6012B0308, 6 EC) Operations and Process Management (6012B0247, 6 EC) 16 3) Business Studies: Transition Minor (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Business Studies: Transition Minor” (30 EC) biedt een grondige inleiding tot de diverse deelgebieden van de studierichting Bedrijfskunde (Business Studies) van de ABS. Het doel van deze minor is om studenten met een “aanverwante wetenschappelijke BSc- of MSc-opleiding” de mogelijkheid te geven om het schakeltraject voor de Master in Business Studies te volgen als minor binnen de huidige opleiding. Kijk voor een overzicht van aanverwante BSc- en MSc-opleidingen op http://www.student.uva.nl/ecb/object.cfm/EF7F26CD-05C2-421C-87455FD799D59DB3. 2. Curriculum Minor Verplichte modules (30 EC) Business Studies: Transition Minor (30 EC) Strategisch Management (6012B0312, 6 EC) Marketing (6012B0238, 6 EC) MR2: Quantitative Research Methods (6012B0244, 6 EC) Strategy and Organization (6012B0257, 6 EC) Organisatie Psychologie (6012B0249, 6 EC) 17 4. Minor Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) 1. Content In a global, information-based economy there is increasing importance in becoming acquainted with entrepreneurship. The Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) of the FEB offers an introduction to entrepreneurship education for a broad range of students via the Minor in Entrepreneurship (30 EC). During the Minor, students are continually introduced to entrepreneurship from an academic, theoretical perspective. However, at the heart of the program, the student is active for some months in actively identifying an entrepreneurial opportunity, with the semester-ending goal of setting up a private company with students from other disciplines. This is done in a legally protected environment with experienced business coaches. Consultants of consultancy firms and banks provide workshops and occasionally serve as additional coaches for the teams. Throughout the semester, student teams craft and refine a business plan. Electives are available to complement the theoretical and practical approaches to entrepreneurship. The design and implementation of the Minor fall under the direction of ACE. 2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC) Keuzemodules (6 EC) Entrepreneurship (ondernemerschap), 30 EC Cases in Entrepreneurship (6012B0305, 6 EC) Entrepreneurship in Practice (6012B0304, 18 EC) Accounting (6011P0087, 6 EC)* Financiering (6011P0088, 6 EC)* Marketing (6012B0238, 6 EC) Ondernemingsrecht (6012B0245, 6 EC) Operations and Process Management (6012B0247, 6 EC) Organisatie en Management (6011P0094, 6 EC)* Strategisch Management (6012B0312, 6 EC)* * = recommended 3. Comments For regular students of the FEB, the following rules also apply: • Regular students of the FEB may not use or take any of the abovementioned elective courses to satisfy the elective portion of the Minor, if these courses are already being used to satisfy the requirements for other degrees or diplomas at the FEB. • For regular students of the FEB, the Minor in Entrepreneurship will not be mentioned on the diploma. • For regular students of the FEB, no certificate for the Minor in Entrepreneurship will be given. Further information on the Minor in Entrepreneurship can be obtained from its coordinator (dr Chihmao Hsieh, phone: 020-5254789, email: [email protected]). For current information about the Minor in Entrepreneurship, please go to http://www1.fee.uva.nl/pp/CHsieh/ and click on “Links.” 18 2.3. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de Amsterdam School of Economics (ASE) Vanwege de ingangseisen met betrekking tot de kennis van de wiskunde en statistiek kunnen de Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE alleen gevolgd worden door studenten van de Bachelor of Science Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE zijn in principe opgebouwd uit een vast traject van verplichte modules. Deze keuze reflecteert de optiek dat de Minorprogramma’s binnen de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE expliciet gezien worden als voorbereiding op het volgen van de éénjarige Master-opleidingen aan deze afdeling. Vanzelfsprekend kunnen de Minor-programma’s aan de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE ook als zelfstandige en zinvolle economische uitbreiding van de Bachelor of Science in Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding gezien worden. Het volgen van een Master-opleiding is echter een buitengewoon nuttige uitbreiding van de voorhanden kennis (ook met het oog op de arbeidsmarkt) zodat de student na het eventuele volgen van een Minorprogramma van 30 EC zonder problemen deze opleiding kan uitbreiden tot een programma dat vervolgens toelating geeft tot de Master-opleiding. De precieze voorwaarden voor de instroom in de Master-opleiding worden verder in deze sectie en in sectie 1.8 besproken. Studenten van een Minor-programma van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE zijn in principe niet onderworpen aan de voorkenniseisen die worden opgelegd aan de studenten van de FEB. De in de studiegids vermelde ingangs- en voorkenniseisen hebben voor de studenten van de Minorprogramma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE slechts de status van aanbeveling, niet van verplichting. Studenten die door een niet-studeerbare volgorde van de vakken in problemen komen, dienen dan ook zelf voor de oplossing te zorgen (bijvoorbeeld door zelfstudie). Studenten van de Minor-programma’s aan de afdeling Kwantitatieve Economie aan de ASE dienen in elk geval vooraf contact op te nemen met de coördinator van het betreffende Minor-programma (zie beneden voor verdere details). 19 1) Minor Actuariaat (30 EC en 60 EC) 1. Inhoud en curriculum Een Minor Actuariaat opnemen in je studieprogramma is meer dan een manier om je blikveld te verruimen. Het kan ook prima dienen als voorbereiding op een loopbaan in een vak dat past bij je kwantitatieve instelling, namelijk actuariaat oftewel verzekeringswiskunde. Via een geschikte minor Actuariaat kun je na je Bachelor of Science Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding zonder meer naar de masters Actuarial Science and Mathematical Finance, die toegang biedt tot het gewilde beroep van actuaris. Dit beroep is eigenlijk vrijwel onbekend, maar op http://www.careercast.com/jobs-rated kun je zien wat het inhoudt. In 2010 voerde actuaris de lijst aan van beste beroepen, maar het staat eigenlijk altijd hoog in de top 5 op die site. Dichter bij huis: Elsevier meldt nu al vier jaar achtereen dat het beroep Actuaris de optimale mix van beloning, werkniveau en tevredenheid biedt. De studie actuariaat omvat behalve actuariaat zelf ook economie en econometrie, inclusief wat operationele research. Dit alles gebaseerd op een ondergrond van wiskunde en statistiek die qua niveau vergelijkbaar is met die in de wiskundeopleiding, maar dan wat toegepaster van aard, wat minder strikt in de bewijzen. Om na de bovenstaaande bacheloropleidingen in te stromen in de MSc Actuarial Science and Mathematical Finance en daarna door te stromen naar de postmaster opleiding Actuarial Practice Cycle, die toegang geeft tot lidmaatschap van de beroepsvereniging het Koninklijk Actuarieel Genootschap, moet een programma afgelegd worden dat bestaat uit onderdelen van de BSc Actuariaat. Dat bestaat uit de volgende vakken (elk 6 EC): Inleiding levenactuariaat Verslaglegging levenactuariaat Stochastische modellen levenactuariaat Pensioen actuariaat (kun je eventueel ook in de MSc opnemen) Verzekerings- en Pensioenrecht (kun je eventueel ook in de MSc opnemen) Schade actuariaat Kansrekening en statistiek 3 (equivalent is Stochastiek II van WINS) Econometrie 1 Mathematical and Empirical Finance In een Minor Actuariaat van 60 EC kun je al deze onderdelen volgen, plus drie extra naar keuze, bijvoorbeeld uit de richting Operationele Research. Dan kun je rechtstreeks de MSc Actuariaat instromen. Of je kunt een kleinere minor volgen van 36 EC, als je al genoeg statistiek hebt gedaan. De precieze voorwaarden voor instroom in de master actuariaat worden in sectie 1.8 besproken. De MSc Actuariaat is een éénjarige masteropleiding (60 EC). Voor de vakken Econometrie 1 en Schade actuariaat is behalve de wiskunde uit de bachelors wis- of natuurkunde ook flink wat statistiek nodig. Je kunt, als je geen Stochastiek II of een equivalent vak afgerond hebt, het vak Kansrekening en Statistiek 3 (6 EC) in je minor opnemen. De precieze inhoud van het Minor-programma Actuariaat bepaal je in overleg met de Opleidingsdirecteur Actuariaat, prof. dr. R. Kaas. Een eis die aan het programma gesteld wordt is dat je het vak Inleiding levenactuariaat (staat bij actuariaat in jaar 2, eerste semester) in je programma opneemt. Dit vak vereist weinig voorkennis. 20 De Bachelor-opleiding Actuariaat aan de FEB is gecombineerd met die van econometrie en operationele research. Deze studies hebben daarom de eerste twee jaar een gemeenschappelijk programma. Minor Actuariaat, 60 EC of een deelverzameling van 30 EC hieruit Inleiding Levenactuariaat (6012B0283, 6 EC) [verplicht] Verslaglegging Levenactuariaat (6012B0295, 6 EC) Stochastische Modellen Levenactuariaat (6012B0296, 6 EC) Pensioen Actuariaat (6012B0298, 6 EC) Schade Actuariaat (6012B0284, 6 EC) [vergt Kansrekening en Statistiek 3] Verzekerings- en Pensioenrecht (6012B0328, 6 EC) Econometrie 1 (6012B0285, 6 EC) [vergt Kansrekening en Statistiek 3] Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC) [indien niet in de hoofdstudie aanwezig] Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC) óf {Investment and Portfolio Theory 1 (6012B0233, 6 EC) en Investment and Portfolio Theory 2 (6012B0234, 6 EC)} OR 1 (6012B0288, 6 EC) óf OR 2 (6012B0289, 6 EC) óf een ander vak uit de besliskunde Aangevuld met vakken uit de studie actuariaat, in overleg met de Opleidingsdirecteur Actuariaat 2. Verdere informatie Voor overleg over de invulling van het studieprogramma kun je contact opnemen met de opleidingsdirecteur voor Actuariële Wetenschappen, prof. dr. R. Kaas (telefoon: 020-5254230, e-mail: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.23, Valckenierstraat 65-67, 1018 XE Amsterdam). 21 2) Minor Econometrie en Wiskundige Economie (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma Econometrie en Wiskundige Economie (30 EC) houdt zich bezig met wiskundige en statistische modellen in de economie, en mag gezien worden als ‘beta-variant’ binnen de economie-opleidingen. Bij Econometrie ligt het accent op het zoeken naar een goed statistisch model voor de analyse van economische data, terwijl in de Wiskundige Economie het accent op de wiskundige modellering van economische processen ligt. Econometristen en Wiskundige Economen zijn vanwege hun analytische en quantitatieve instelling zeer gewild. Onder meer bij het Centraal Planbureau (CPB), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de onderzoeksafdelingen van banken, verzekeringsmaatschappijen, grote multinationals, consultancy firms, en natuurlijk ook in de wetenschap. De afdeling Kwantitatieve Economie biedt voor studenten van de BSc Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding een Minor-programma aan binnen de vakgebieden van de Econometrie en de Wiskundige Economie. In combinatie met een Bachelor of Science-diploma in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding kan toegang tot de Master of Science-opleiding Econometrics mogelijk zijn (zie sectie 1.8 voor verdere details betreffende de te volgen procedure). 2. Curriculum Minor Econometrie & Wiskundige Economie, 30 EC Econometrie 1 (6012B0285, 6 EC) Econometrie 2 (6012B0294, 6 EC) Dynamische modellen (6012B0293, 6 EC) Wiskundige economie 1 (6012B0290, 6 EC) Wiskundige economie 2 (6012B0302, 6 EC) Indien reeds voldoende kennis in één van deze vakken is opgedaan, dan dient het betreffende vak vervangen te worden door het vak Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC). Voor toelating is het noodzakelijk dat de studenten naast een afgerond 1 e jaar ook voldoen aan de volgende drie eisen met betrekking tot de vooropleiding: minimaal 10 EC kansrekening en statistiek waarvan tenminste 5 EC aan vakken uit het 2e jaar; 5 EC lineaire algebra; 15 EC analyse/calculus. Indien de achtergrondkennis niet voldoende is kan maximaal één van de vakken van het Minorprogramma vervangen worden door een wiskunde- of statistiekvak: Minor Econometrie & Wiskundige Economie, Extra of subtitutievakken Wiskunde 3 (6012B0291, 6 EC) Wiskunde 4 (6012B0292, 6 EC) Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC) Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC) 22 Volgorde van vakken De vakken zijn geroosterd op een logische volgorde vanuit het standpunt van de reguliere studenten van de BSc Econometrie en OR. De 3e jaars vakken kunnen alleen gevolgd worden na de 2e jaars vakken. In principe echter kan het Minor-programma binnen een periode van 1 jaar afgerond worden, namelijk van februari tot en met januari van het daaropvolgende jaar. Vakken in het rooster: 2e jaar Eerste semester Periode 1 Periode 2 Wiskunde 3 Kansrek. en Statistiek 3 Inleiding Leven Actuariaat Tweede semester Periode 3 Periode 4 Periode 5 Econometrie 1 Wiskundige Economie 1 Wiskunde 4 Operations Research 1 Operations Research 2 Schade Actuariaat Periode 6 Mathematical and Empirical Finance 3e jaar Eerste semester Periode 1 Periode 2 Econometrie 2 Dynamische Modellen Gerestricteer-de keuze Gerestricteerde keuze Tweede semester Periode 3 Wiskundige Economie 2 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Gerestricteerde keuze Gerestricteerde keuze Scriptie Gerestricteerde keuze Afstudeerseminar 3. Opmerkingen In combinatie met een BSc Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding biedt het Minor-programma van 30 EC de mogelijkheid om toegelaten te worden tot de Master of Science in Econometrics. Het is dan ook noodzakelijk om Empirical and Mathematical Finance te kiezen. In overleg met de opleidingsdirecteur Econometrie (zie punt 4 beneden) is het mogelijk om, afhankelijk van de kennis en de achtergrond van de student, van bovenstaande programma’s af te wijken. De precieze voorwaarden voor de instroom in de Masteropleiding worden in sectie 1.8 besproken. Voorwaarde in alle gevallen is de aanwezigheid van voldoende kennis van de analyse/calculus, lineaire algebra, kansrekening en statistiek (zie punt 2 hierboven beschreven). Een voorbeeld van een programma dat doorstromen naar de MSc in Econometrics toelaat voor bijvoorbeeld studenten uit de (technische) natuurkunde en sterrekunde is: Minor Econometrie & Wiskundige Economie, 30 EC Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC) Econometrie 1 (6012B0285, 6 EC) Econometrie 2 (6012B0294, 6 EC) Dynamische modellen (6012B0293, 6 EC) Wiskundige economie 1 (6012B0290, 6 EC) Wiskundige economie 2 (6012B0302, 6 EC) Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC) 23 4. Verdere informatie Voor vragen met betrekking tot de specifieke invulling van het studieprogramma (vrijstellingen, keuzemogelijkheden, etc) kunt u contact opnemen met dr. K.J. van Garderen (telefoon: 020-5254220, e-mail: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.42, Valckenierstraat 65-67, 1018 XE Amsterdam). 24 3) Minor Operations Research (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma Operations Research (30 EC): is praktisch van aard; heeft een sterk β-(wiskundig) karakter; De opleiding Operationele Research en Management, als variant binnen de BSc Econometrie en Operations Research, richt zich op concrete vragen van praktische en veelal van bedrijfskundige en logistieke aard. De opleiding sluit hiermee nauw aan bij de sterke hedendaagse belangstelling voor logistiek en dienstverlening (zoals in een productielijn, een distributiecentrum, het openbaar vervoer, een call center of een ziekenhuis). Een kwantitatieve benadering op basis van wiskundige modellering en getalsmatige ondersteuning staat daarbij voorop. Typische doelstellingen zijn: het berekenen van capaciteiten en prestaties; het evalueren en vergelijken van inrichtingen, werkwijzen of scenario’s; het optimaliseren van prestatiegrootheden, zowel analytisch als cijfermatig. De wiskundige benadering is hierbij geen doel op zich maar is oplossingsgericht. De opleiding heeft derhalve zowel een wiskundig als praktisch karakter. De student ORM dient hiertoe te bezitten over: sterke wiskundige vaardigheden; belangstelling voor praktische vraagstukken; computeraffiniteit. Een afgestudeerde ORM-student onderscheidt zich nadrukkelijk van bedrijfskundigen en economen op basis van zijn/haar analytisch vermogen, kwantitatieve benadering en kritische instelling. Als zodanig zijn de beroepsperspectieven goed te noemen, zoals binnen: grote concerns (industrie, productiebedrijven, warenhuisketens); dienstverlenende organisaties (KLM, NS, vervoersbedrijven, call centers en ziekenhuizen); ICT en logistieke adviesbureaus; financiële instellingen (actuariële bureaus, banken); onderzoeksafdelingen (CBS, TNO, universiteiten). 2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC) Operations Research, 30 EC Operationele Research 1 (6012B0288, 6 EC) Operationele Research 2 (6012B0289, 6 EC) Operationele Research - Deterministische methoden (6012B0326, 6 EC) Operationele Research - Stochastische methoden (6012B0297, 6 EC) Keuzemodules (6 Operations and Process Management (6012B0247, 6 EC) EC) Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC) 25 3. Verdere informatie Voor vragen met betrekking tot de specifieke invulling van het studieprogramma (vrijstellingen, keuzemogelijkheden, etc) kunt u contact opnemen met dr. H.J. van der Sluis (telefoon: 020-5254318, e-mail: [email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.54, Valckenierstraat 65-67, 1018 XE Amsterdam). 26 Bijlage 1 Faculty of Economics and Business Minor Programme Name: _________________________________________________________________________________________ Student number: ___________________ E-mail address: _______________________________________ Major: _________________________________________________________________________________________ Minor: ______________________________________________________________ Name of the course 30 EC / 60 EC Course code EC Date: ___________________ Name of the coordinator: ___________________________________________________ Signature of the coordinator: The student needs to fill out this form and send it to the minor coordinator for approval. The coordinator sends the form after approval to the Education Service Centre where it will be archived in the student file. After obtaining all the minor courses the student can request a minor certificate by filling out a form at the Student Desk of the Education Service Centre (room E1.52). Attention! It is the responsibility of the student to ensure timely enrollment via SIS for the courses listed above. 27 Bijlage 2 Faculty of Economics and Business Request for a Minor certificate The Education Service Centre of the FEB checks whether the student has obtained all courses listed in the minor programme. If there are changes made to the minor programme, the minor coordinator needs to sign an adjusted minor programme and send this to the Education Service Centre. The Minor certificate will be made as soon as possible after receiving the request. This normally takes approximately five (5) working days (during busy periods it can take longer). Name of the minor: ________________________________________________________________________ Name of the student: ______________________________________________________________________ Student number: ___________________________________________________________________________ Post address: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Telephone number: _______________________________________________________________________ The Education Service Centre will send the Minor certificate to the student by post. However, the FEB of the UvA rejects all liability in case of loss or damage of the document. The student agrees that the FEB will send the Minor certificate by post to the address provided by the student. The student accepts full liability for the sending of the document by the FEB. When the student receives the certificate, he/she must sign the certificate immediately. The certificate is valid only after the student has put his/her signature on the document. Date: ____________________ Signature: ____________________________________________________ 28
© Copyright 2024 ExpyDoc