Download het hele interview als pdf (576 kb)

Wilt u uw mening geven? Stuur een brief naar postbus 9324,
St
i
cht
i
ngVaki
nf
or
mat
i
eSi
er
gew
assen-Lei
den
Opinie
2300 PH Leiden of naar [email protected].
Reacties moeten maandag voor 9:00 uur binnen zijn.
De redactie kan brieven inkorten of weigeren.
Klaas de Jong, directeur Energieprojecten.com:
’Warmtenetten zijn middel
tegen afhankelijkheid gas’
foto: Energieprojecten.com
De industrie in Nederland zou veel meer met de massa’s vrijkomende
warmte kunnen doen, en de glastuinbouwsector met zijn nu nog grote gasverbruik zou dat heel goed kunnen benutten. Een gemiste kans ook voor
het Energieakkoord want dat is te sterk eenzijdig gericht op elektriciteit,
vindt Klaas de Jong, directeur van adviesbureau Energieprojecten.com.
Bert Vegter
[email protected]
Hoe komt het zo dat u pleit voor
gebruik van overtollige warmte in de
glastuinbouw?
„Van huis uit ben ik warmtetechnicus. Na
jaren voor bedrijven in de energiesector
werkzaam te zijn geweest, ben ik een eigen
bedrijfje begonnen. Zo heb ik in 2008 het
initiatief genomen voor oprichting van de
Stichting Warmtenetwerk. Een belangrijke
doelstelling van die stichting is het gebruik
van aardgas te verminderen, onder meer in
de glastuinbouw, en meer naar duurzaam
over te schakelen. Daartoe kan goed gebruik
worden gemaakt van de enorme hoeveelheden warmte die in Nederland al jarenlang
worden weggegooid. Het gebruik daarvan is
helaas nog nauwelijks ontwikkeld.”
Over welke warmte heeft u het dan?
„Je kunt denken aan allerlei verschillende
soorten bronnen, zoals olieraffinaderijen,
afvalverbrandingsinstallaties en elektriciteitscentrales. Met transport via warmtenetten zou die warmte dan bij de kassen terecht
kunnen komen.”
Commentaar
Elbert van den Berg
hoofdredacteur
[email protected]
4
Waarom is het gebruik van die
warmte nog nauwelijks ontwikkeld?
„Een van de factoren die je kunt aanvoeren
is wat zwart-wit gesteld, namelijk dat het de
schuld is van de vondst van het Slochterenaardgas. Daardoor is Nederland wat achterover gaan leunen. Het gas was goedkoop en
iedereen, huishoudens en ook de glastuinbouw, kon makkelijk aan warmte komen. In
Skandinavië bijvoorbeeld had men die optie
niet, en daar zie je dat warmtenetten voor
het gebruik van overtollige warmte heel
sterk zijn ontwikkeld. Zo heeft Stockholm,
met twee miljoen inwoners, geen gasnet
maar uitsluitend een warmtenet.”
Zijn er nog andere factoren debet aan
weinig warmtegebruik?
„’Slochteren’ is natuurlijk een factor van wat
langer geleden, maar van recenter datum is
het Energieakkoord. Dat is in mijn ogen veel
te sterk gericht op alles wat met elektriciteit heeft te maken en veel te weinig op het
warmtedeel. Er is een enorme financiële
stimulans om bijvoorbeeld veel windener-
gie op land en zee te realiseren, maar voor
benutting van onder meer warmte uit de
industrie is geen geld. Het euvel in Nederland is dat die sector niet als duurzaam
wordt gezien. Zo is dat in Denemarken heel
anders. Daar is een wettelijke verplichting
dat je niet zomaar warmte mag weggooien.
In Nederland daarentegen mag dat gewoon
wél. De industrie zelf heeft niet zo’n belang
in het beschikbaar maken van warmte, en er
is ook een heel sterke lobby die dat in stand
houdt. De Nederlandse overheid durft dat
niet echt aan te pakken.”
Moet het anders?
„Volmondig ja. We zijn er in Nederland nog
niet voldoende van doordrongen dat ons
Groningse gas snel opraakt. En dat de Russen straks ook aan China gaan leveren. De
leidingen worden al gelegd. Het is maar net
wie de Russen de hoogste prijs wil betalen.
Nederland moet dan ook in rap tempo gaan
zorgen dat er alternatieven komen, en dat
we minder afhankelijk van het gas worden.
In mijn optiek zijn warmtenetten, waardoor
overtollige warmte vloeit, een belangrijk
middel daartoe. Op die warmtenetten kunnen dan allerlei soorten warmte worden
aangesloten, onder meer ook de geothermische warmte waarmee nu al ettelijke glastuinbouwondernemers zo druk bezig zijn.”
Kunt u nog meer voordelen van
warmtenetten noemen?
„Je kunt ze vooral ook zien als investering
in de toekomst. Aanleg is weliswaar duur,
waarbij ik overigens ter relativering meteen
kan aantekenen dat geld nu heel goedkoop
is zodat de overheid enorme investeringen zou kunnen doen, maar een groot
winstpunt is dat je er op den duur stabiele
prijzen door krijgt. Verder geeft het kunnen
aansluiten op allerlei verschillende soorten
bronnen een enorme flexibiliteit waardoor
optimalisatie mogelijk is.”
Wordt overtollige warmte toch al wel
gebruikt in de tuinbouw?
„Jazeker, daarvan zijn in de loop van de
jaren al diverse projecten gerealiseerd. Het
is niet zo dat er op dat gebied nog niks is
gebeurd. Denk onder meer aan het gebruik
van warmte van een afvalverbranding in
Roosendaal, dat wordt gebruikt door een
potplantenkweker. En in Terneuzen gebruikt
een glastuinbouwgebiedje de warmte van
kunstmestfabriek Yara. En een project
dat al een lange tijd draait is natuurlijk de
warmtebenutting van Eneco en Eon in
glastuinbouwgebied de B-driehoek. Ook in
de Plukmadesepolder worden al heel lang
warmte en CO2 aan kassen geleverd.” <
PT-soap bijna niet uit te leggen
H
et is bijna niet uit te leggen. Zo’n twee jaar geleden kreeg minister Kamp de opdracht van de
Tweede Kamer om de product- en bedrijfschappen
op te heffen. De benodigde wetgeving daarvoor
moest op dat moment nog door de Eerste Kamer.
Dat politieke gezelschap debatteerde daar pas
enkele weken geleden over. Det debat leverde een
aantal kritische punten op, waardoor het in theorie
zou kunnen dat de opheffing van het Productschap
Tuinbouw zo ongeveer achter de rug is, terwijl de
Eerste Kamer het er niet mee eens is.
De opmerkingen uit de Eerste Kamer sporen met
de beleving in de tuinbouwpraktijk. Want nu de
aftakeling van de productschappen in volle gang is,
ondervinden vele organisaties, maar ook individuele
telers de consequenties van deze ingreep. Een gevolg is, dat het moeilijk wordt om fundamenteel onderzoek te financieren, waarbij de Kamer er wellicht
vanuit gaat dat het voor toegepast onderzoek wel
wat makkelijker zou kunnen gaan, maar ook daar
zijn de nodige vraagtekens bij te plaatsen. Er moet
immers van alles worden geregeld om de benodigde euro’s bij elkaar te krijgen. En ondertussen stokken de onderzoeksopdrachten en zijn onderzoeksinstanties genoodzaakt in te krimpen. Daardoor vloeit
kennis weg. Slecht voor een topsector.
Vakblad voor de Bloemisterij 24 (2014)
Daarom denken overheid en brancheorganisaties
nu aan de oprichting van een nieuw type ketenorganisatie. Omdat die aan Europese maatstaven
moet voldoen is er sprake van strikte voorwaarden. Kortom: een lastig proces. Bovendien
zou zo’n organisatie veel weg hebben van een
afgeslankt PT, zoals Kamp en PT-voorzitter Van
Ardenne aanvankelijk voor ogen hadden, maar
waar de politiek dus een streep doorhaalde.
Nu lijkt het erop dat via kunstgrepen toch weer
een soort PT in elkaar wordt geknutseld. Als
het moet, moet het, maar het is alles bij elkaar
inderdaad bijna niet uit te leggen.
Vakblad voor de Bloemisterij 24 (2014)
Stelling
Sector kan niet voorzichtig
genoeg zijn met middelen
Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken heeft het gebruik van metam-natrium tijdelijk verboden. Aanleiding daarvoor is een
uitzending van het tv-programma Zembla over gezondheidsklachten
van omwonenden bij een leliebollenveld in Drenthe. Het RIVM gaat met
een groot landelijk onderzoek beginnen. Daarbij zal ook naar andere
gewasbeschermingsmiddelen worden gekeken. Dat toont aan dat de
tuinbouw niet voorzichtig genoeg kan zijn met het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Piet Evers, leliebroeier in Moerkapelle en Luttelgeest
„Gewasbescherming in
de bollenteelt is hot, het
lijkt wel een hetze.
Burgers praten over
vergif, in feite zijn het
gewasbeschermingsmiddelen die niet zomaar worden gebruikt.
Je kunt het ook medicijnen noemen.
Niemand gebruikt graag medicijnen,
maar we willen wel op een acceptabele
manier door het leven. De kwekers
gebruiken middelen alleen uit noodzaak.
Alle middelen die de kwekers gebruiken
zijn toegelaten en worden op een verantwoorde manier toegepast. Metam-natri-
um is volgens mij geen lekker spul, maar
als het door vakmensen en professionele apparatuur wordt toegepast is dit
acceptabel. Het middel had tot nu toe
toelating vanwege noodzaak. We willen
met zijn allen comfortabel leven en hier
draagt de lelieteelt in financiële zin zeker
aan bij. Het is geven en nemen in deze
maatschappij. De overheid bepaalt de
regels. Als de chemie die wij gebruiken
daadwerkelijk schadelijk is voor omwonenden en gebruikers moet het ook
onmiddellijk stoppen. Maar, weeg dan
wel goed de consequenties af. Werken
aan een gezonde toekomst!”
Herbert Wooning, kweker van Nobile in Bleiswijk
„Metam-natrium is een
middel dat ik niet echt uit
mijn praktijk ken, maar
wat navraag heeft in ieder
geval opgeleverd dat het
een heel oud middel is,
dat nu weer in de herregistratie zit. En
nu moet het omwonendenvraagstuk
goed bekeken worden. Dat is in het
verleden niet echt gebeurd. Vandaar dat
ik het heel begrijpelijk en goed vind van
’onze’ Sharon dat ze het middel tijdelijk
verbiedt. Gezondheid voor alles.
Hangende dat onderzoek kunnen we
ons afvragen hoe we met de publieke
opinie omgaan. Zo af en toe zullen er
zulk soort reacties komen. Terecht of
onterecht. Toch maar eerlijk blijven en
vertrouwen op de toelatingscommissies
zou ik zeggen.”
John Boon, tulpenbroeier in Andijk
„Voorzichtig moeten we
zeker zijn. Maar ik denk
alleen dat we gerust
meer openheid van zaken
mogen geven. Gelukkig is
Nederland vooral bevolkt
met reële, genuanceerde mensen die nu
vooral worden voor-/opgelicht door de
milieurakkers. Maar je kunt natuurlijk
een prima discussie voeren met ieder-
een over nut, noodzaak en risico’s van
middelen.
Iedereen vindt het bijvoorbeeld wel
normaal om enkele kilo’s puur vergif in
zijn huis te hebben (benzine, medicijnen, alcohol, koffie, cacao, bleekmiddelen, afwasmiddelen) in het bijzijn van
kinderen, terwijl professionals het in
lagere hoeveelheden niet zouden mogen
gebruiken?”
5