DOE-centrum (activeringscentrum) Januari 2014 Aanleiding Mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten hebben vaak moeite om werk te vinden. Met de nieuwe Participatiewet (2015) wil het kabinet hen helpen weer mee te doen in de samenleving. Voor mensen die helemaal niet kunnen werken, blijft er een sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. De Participatiewet moet wel voorkomen dat mensen in dit vangnet blijven. In de komende periode zal ook de Wmo vernieuwd worden. Naast maatwerkvoorzieningen gebaseerd op specifieke behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon zullen er algemene voorzieningen gerealiseerd worden. Deze richten zich op een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat gericht is op het versterken van zelfredzaamheid en participatie. Dit moet een bijdrage leveren aan het bevorderen van de “inclusieve samenleving”. Hierin heeft de gemeente een sturende rol en is verantwoordelijk voor onder andere preventie, realiseren van algemene- en maatwerkvoorzieningen, ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers en het bevorderen van sociale samenhang, informele zorg, leefbaarheid en veiligheid. Achterliggende cijfers: Als we kijken naar de mogelijkheden dan zien we dat er vooral in de leeftijdsklasse van 45-64 jaar een grote doelgroep is om te activeren in het doe-centrum. In mindere mate kan ook de categorie tussen de 23 en 44 jaar worden ingezet. Met de werkloosheid onder jongeren tot 23 jaar lijkt het mee te vallen, zodat er geen gerichte actie nodig is voor deze doelgroep. Gezien het aantal vrouwen dat een uitkering ontvangt kan hier een focus liggen om deze vrouwen te activeren. Daarvoor zullen dan wel randvoorwaarden geschetst moeten worden zoals een eventuele kinderopvang. Missie Libertas Leiden In het verlengde van haar missie wil Libertas Leiden als maatschappelijk ondernemer en speler op het snijvlak van zorg en welzijn de kansen die er zijn om maatschappelijke participatie van kwetsbare groepen te stimuleren optimaal benutten, krachtig bevorderen en ter hand nemen. Libertas Leiden streeft naar inclusieve wijken in de Leidse samenleving.. Een inclusieve wijk is een wijk waar iedereen [Titel] JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling 1 tot zijn recht kan komen. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, gender, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. Iedereen neemt op een gelijkwaardige manier deel aan de maatschappij. Mensen worden aangesproken op hun mogelijkheden, niet op hun beperkingen. Deze ambitie vergt ten opzichte van de huidige activiteitencentra een specifieke focus. Een focus waarbij de inzet van de “eigen kracht”; de talenten, interesse en capaciteiten van mensen centraal komen te staan, niet hun beperking maar juist hun mogelijkheden, zodat zij kunnen meedoen en sociaal kunnen stijgen (vooruit komen). Dit ‘andersom denken’ sluit aan bij de verschuivende focus van beperkingen naar mogelijkheden van burgers. De borging hiervan krijgt vorm in het te realiseren “activeringscentrum”, het zogenaamde DOE-centrum in de wijk de Kooi. Voor het realiseren van het DOE-centrum is in eerste instantie een startnotitie geschreven die verkennend inventariseert wat de mogelijke doelgroepen, doelen en resultaten zijn en wat de werkwijze van het DOE-centrum zou moeten inhouden. Daarbij is zoveel mogelijk aangesloten op de bestaande ontwikkelingen in het welzijnswerk in de wijk de Kooi (Leiden-noord) waaronder het ontstaan van het activiteiten en dienstenpakket van Het Gebouw. Concept DOE-centrum Uitgangspunt Het Doe-centrum is een centrum waar mensen in interactie met elkaar werken aan het realiseren van eigen geformuleerde doelen van sociale binding en stijging. Anderzijds zullen de activiteiten en/of diensten die vanuit het DOE-centrum ontwikkeld worden, bijdragen aan het op peil houden van het voorzieningenniveau (kwaliteit en continuïteit) van de wijk, de wijkontwikkeling, de sociale binding en/of leefbaarheid in de wijk. Doelgroepen Het DOE-CENTRUM combineert vrijwillige inzet, werken en leren. Iedereen mag meedoen, iedereen doet er toe maar die doelgroepen die in mindere mate afhankelijk zijn van zorg maar belemmeringen ervaren om deel te nemen aan het arbeidsproces en het onderwijs vormen de kerndoelgroep van het DOE-centrum. Een tweede kerndoelgroep is die groep die op basis van hun eigen talenten en expertise of capaciteiten en interesses, een vrijwillige bijdrage wil leveren aan de opbouw, de uitvoering of de begeleiding/coördinatie van de activiteiten en/of dienstverlening van het DOEcentrum. Doelen, resultaten en effecten “Met gebruikmaking van “de eigen kracht” en de vermogens van mensen, werken aan het bevorderen en stimuleren van stijgingsprocessen (deelnemers/bewoners komen vooruit in het leven door middel van werken en leren) en processen van sociale binding (deelnemers/ bewoners voelen zich thuis, zijn betrokken bij de buurt/wijk en bij elkaar) en het realiseren van (Wmo) diensten in aansluiting op vragen, noden en behoeften van bewoners”. De doelen van het DOE-centrum richten zich op: Het bevorderen van sociale stijging van mensen met een beperking en/of een grotere afstand tot de arbeidsmarkt door aan te sluiten op talenten en eerder verkregen competenties Versterking van vrijwillige inzet en het inzetten van de bestaande expertise van buurtbewoners in het begeleiden en coachen van deze mensen (de doelgroep) De opbouw van (eigen) sociale netwerken voor ondersteuning en informele zorg De opbouw van (praktische) diensten en activiteiten die zich (deels) richten op de wijk en tevens bijdragen aan: o Meer zelfstandigheid voor ouderen of mensen met een beperking bevorderen. o Het realiseren van inclusieve (basis) collectieve voorzieningen Maatschappelijke effecten Vergrote participatie van (kwetsbare) groepen aan (arbeidsmatige) dagbesteding voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Verminderd kans op terugkerende problematiek en escalatie; verzwaring van de ondersteuning. Vermindering van eenzaamheid en sociaal isolement onder ouderen en kwetsbare groepen. Ouderen (kwetsbare groepen) blijven langer zelfstandig in de wijk wonen. Werkwijze DOE-centrum Het DOE-centrum is een leer- en werkcentrum. De basiswerkwijze van het centrum wordt gekenmerkt door het uitgangspunt dat het DOE-centrum geen deelnemers of cliënten kent, maar alleen (vrijwillige) medewerkers. In de individuele benadering staan de eigen doelen en de “eigen kracht” van de bewoner centraal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de werkwijze zoals deze in het project “buurttalent” is ontwikkeld. De “vrijwilligers scan” biedt zicht op talenten en capaciteiten van de bewoner. De ligh-variant van de zelfredzaamheidsmatrix wordt benut om een zo’n compleet mogelijk beeld van de bewoner te krijgen; zijn of haar mogelijkheden, belemmeringen en/of beperkingen. Samen met de bewoner wordt een stappenplan uitgezet voor het vergroten van basisvaardigheden en de deelname aan vrijwillige inzet. De (vitale en initiatiefrijke) vrijwillige medewerkers bieden daarbij begeleiding en ondersteuning. Met de inzet van de “vrijwilligersscan” en “de zelfredzaamheidsmatrix” is het mogelijk om te beoordelen of de doelen van de inzet van het DOE-centrum zijn behaald. Naast de individuele benadering wordt een groepsgerichte benadering gehanteerd. Daarbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de methodiek “community jobs” uit Dordrecht, waarbij een groep uitkeringsgerechtigden (via het Participatiecentrum), vrijwilligers en bv. leerlingen van het ROC samen een vrijwilligersproject ter hand nemen. Naast de realisatie van wijkdoelen wordt met deze aanpak de motivatie van deelnemers, hun sociale netwerken versterkt en de afstand tot scholing of werk verkleind. Activiteiten en diensten De activiteiten en diensten van het DOE-centrum de Kooi dienen afgestemd te zijn op de vragen, wensen en behoeften van de wijk (sociale agenda) én op de vaardigheden en mogelijkheden van de deelnemers in het DOE-centrum. Een belangrijk deel van de diensten en activiteiten zal zich in de praktijk moeten ontwikkelen. Bij de start van het DOE-centrum zal de aandacht gericht zijn op de volgende zeven gebieden: Taal (taalcursus), praktische hulpverlening (formulierenbrigade), laag inkomen (rommelmarkt, repaircafé), participatie (community jobs), gezond eten en ontmoeten (wijkrestaurant), voorkomen sociaal isolement (dagbesteding) en inclusie (kunstatelier). Rol professionals De professionals zijn er om medewerkers te faciliteren, te ondersteunen, te stimuleren en te motiveren. Zij pakken de vraag achter de vraag op, begeleiden en coachen de vrijwillige “medewerkers”, maar zijn ook diegenen die ondersteuning bieden aan het ontstaan van burgerinitiatieven en wijkarrangementen. In de (individuele) ondersteuning wordt een drie stappenplan gehanteerd: Bewustwording; gericht op het beter begrijpen van de eigen persoon binnen de maatschappelijke context en tevens aangrijpingspunt voor verdere vorming, actie of leren. Zelfvertrouwen; gericht op het behalen van concrete doelen en overwinnen van belemmeringen die het meedoen in de samenleving mogelijk en plezierig maken. Verantwoordelijkheid; gericht op het (kunnen) oppakken van taken of plichten en deze zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. Perspectief Het DOE-centrum vormt een combinatie van dienstverlening door en voor de wijk en het biedt bewoners de mogelijkheid om “sociaal te stijgen” door middel van participatie en vrijwillige inzet. Het vormt voor groepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt een springplank; het stimuleert en bevordert deelname aan de samenleving en voorkomt inzet van zorgarrangementen of stelt deze uit. Voor mensen in een (sociaal ) isolement biedt het DOE-centrum oa. ouderen en kwetsbare groepen dagbesteding en mogelijkheden om actief te worden of te blijven. Het idee van het DOE-centrum vraagt om een nadere uitwerking in een projectplan cq businesscase. In dat projectplan zou de samenwerking met de OGGZ en bv. ’S Heerenloo en/of Gemiva, het primaire proces van de individuele en/of collectieve benadering, een activiteitenplan en organisatorische randvoorwaarden, waaronder deskundigheidsbevordering nader uitgewerkt en beschreven moeten worden. Een projectgroep (met betrokkenheid van bv.de OGGZ en mogelijke andere stakeholders) krijgt hiervoor de verantwoordelijkheid. De trekker van de projectgroep is de ”kwartiermaker”. Deze kwartiermaker heeft naast zijn trekkersrol, mede in het licht van de projectgroep-opdracht, de taak om de samenleving (lees alle geledingen in de wijk) werkelijk ruimte te laten maken voor mensen met handicaps of beperkingen. Hij of zij draagt er voor zorg dat diegenen die de voorzieningen in de wijk het hardst nodig hebben er ook gebruik van maken en dat de presentiebenadering (aansluiting op de leefwereld en het verhaal van de kwetsbare bewoner) in alle geledingen van het DOE-centrum wordt toegepast.
© Copyright 2025 ExpyDoc