Good pRacTices JonGeren centraaL

Good
practices
Jongeren centraal
inhoudsopgave
Lessen in geluk 3
les(s) & more 6
puberspreekuur en de gezondheidstest 9
can you fix it? 12
zelfvertrouwen en eetgedrag 15
peervoorlichters over het CJG in capelle a/d ijssel 18
wat jij doet telt! 21
vrijlekker.nl 24
mijn id 27
happyles 30
drinkt het door? 33
villa pinedo 36
en leven langer. Welke betere les kunnen jongeren krijgen dan de les hoe je gelukkig kunt
zijn? Dit was de beweegreden van Jacqueline Boerefijn, docente biologie aan een
middelbare school, om ‘Lessen in Geluk’ te ontwikkelen. Het Verwey-Jonker Instituut
heeft samen met Jacqueline Boerefijn en Ad Bergsma en met ondersteuning van het
Instituut voor de Lerarenopleiding van Amsterdam een lespakket ontwikkeld over geluk.
Praten over geluk in de klas
De serie ‘Lessen in Geluk’ bestaat uit zes lessen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke
bevindingen uit de positieve psychologie. Ze zijn gemaakt voor de tweede klas vmbo(-t),
maar door docenten aan te passen aan andere niveaus. De lessen zijn via internet te
downloaden, net zoals de uitvoerige docentenhandleiding. De verwachting is dat
deze positieve lessen een effectief middel kunnen zijn tegen gevoelens van angst en
de­pressiviteit.
Dromen realiseren
Met ‘Lessen in Geluk’ krijgen jongeren een aantal handvatten waarmee ze leren hun
mogelijkheden en talenten beter in te zetten. Door te ervaren wat het is om iets voor een
ander te doen en door op een waarderende en constructieve manier over je eigen
toekomst na te denken, samen met anderen, is het makkelijker om (realistische) dromen
te realiseren. Door de leerlingen te stimuleren om vanuit intrinsieke motivatie bereikbare
doelen na te streven, leveren de lessen een bijdrage aan het geluk van deze jongeren
vanuit een waarderende en positieve insteek. Jongeren leren zo op praktische manier te
oefenen met optimistisch denken. In de lessen wordt onder meer aandacht besteed aan
wat de leerlingen zelf gelukkig maakt, optimisme versus pessimisme, het benutten van je
sterken kanten, dankbaarheid, goede sociale relaties en het maken en uitvoeren van
realistische toekomstplannen.
Het gaat nu eens over mij
Jongeren zijn over het algemeen positief verrast over de ‘Lessen in Geluk’ en beoordelen
de serie met een gemiddeld rapportcijfer van bijna een acht. Ze geven daarbij aan
eigenlijk nog nooit zo over geluk te hebben gesproken. Een paar reacties van jongeren:
“Ik kreeg een kaartje waarop stond dat ik leuke kleren aan had en dat ik aardig was. Dat
vond ik heel leuk.” “Een opdracht was om een kaartenhuis te bouwen en in je hoofd na
te gaan wat er gebeurde. Ik dacht vooral: dat gaat niet lukken, en ik moest heel hard
lachen omdat het telkens in elkaar stortte.” “Ik denk niet dat ik gelukkiger ben geworden
door de lessen, maar je weet wel beter hoe je er weer bovenop kunt komen. Ik ben er
meer over gaan nadenken en je herkent het veel beter.” “Lessen in Geluk is een soort
basis van het gelukkig worden. Het heeft mij wel geholpen.”
3
Good PRACTICEs jongeren centraal
lessen in geluk
lessen
in voelen
geluk
Gelukkige mensen
zich fijner, zijn prettiger gezelschap, leren sneller, zijn gezonder
De ‘Lessen in Geluk’ lijken een buffereffect te hebben op het gemiddelde ervaren geluk
van de leerlingen die de lessen hebben gevolgd. De hypotheses dat de lessen zouden
leiden tot een verbetering van zelf gerapporteerd geluk en gezondheid zijn nog niet
bevestigd in onderzoek. Verwacht wordt dat de lessen een positieve invloed op de
schoolprestaties hebben. Dit omdat in de lessen aandacht wordt besteed aan het
maken van positieve keuzes. Wanneer leerlingen kiezen om meer tijd aan hun schoolwerk
te besteden, kan dit gezien worden als een positieve keuze. Daarnaast blijkt uit de
ervaringen van de leerkrachten dat de ‘Lessen in Geluk’ een positief effect hebben op
de groep en dan met name op het gevoel van veiligheid in de groep. Er wordt minder
gepest en de leerlingen zijn vriendelijker naar elkaar. De lessenserie heeft als het ware
een bindend effect. De ‘Lessen in Geluk’ leveren voor de school en met name voor de
docenten en leerlingen een positieve ervaring op. De leerlingen vinden de lessen leuk,
gaan nadenken over wat echt belangrijk is en het groepsgevoel wordt versterkt.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
In het voortgezet onderwijs wordt veel aandacht besteed aan allerlei onderwerpen, zoals
pesten, faalangst, roken, drugs, drinken, soa’s, loverboys, overgewicht, tienerzwangerschappen en agressie. Vaak gebeurt dat op verzoek van de GGD. De onderwerpen zijn
vaak probleemgericht, sterk negatief geladen en gericht op de gevaren van de maatschappij. Met de ‘Lessen in Geluk’ is gekozen om leerlingen te leren hoe ze naar geluk
kunnen streven, goede en gezonde keuzes leren maken en risico’s uitsluiten. Voor leerlingen
is het belangrijk om te leren gaan met positieve en negatieve ervaringen. Als zij hun leven
benaderen vanuit een positieve grondhouding en met een besef dat ze zelf invloed
hebben op de manier waarop hun leven zich ontwikkelt, dan zijn zij weerbaar en treden
zij het leven zelfbewust tegemoet. Geluk heeft vaak ook een positieve invloed op de
gezondheid. Als jongeren inzicht hebben in wat hen gelukkig maakt, hoe zij dat kunnen
nastreven en het belang van gelukkig in het leven staan omarmen, hebben zij handvatten
om als het een keertje minder goed gaat sneller uit het dal te kunnen klimmen.
JGZ-organisaties kunnen in hun aanpak van jongeren aansluiten bij de ‘Lessen in Geluk’
en deze op scholen stimuleren. Maar de relatie met de JGZ kan ook verdergaan. Het is
de uitdaging om in het reguliere werk van de JGZ, maar ook in het CJG, meer uiting te
gaan geven aan het gedachtegoed van de positieve psychologie en op die manier
ouders, kinderen en jongeren te prikkelen bewust te kijken naar geluk en wat gelukkig
maakt. Alle lessen zijn gratis verkrijgbaar via de website: www.lesseningeluk.nl.
4
Good PRACTICEs jongeren centraal
lessen in geluk
lessen
geluk
Buffereffect in
en toename
groepsveiligheid
Aanpak
Lessen in Geluk.
Het lespakket bestaat uit een docentenhandleiding en een werkboek voor leerlingen.
Project
De lessenserie omvat zes lessen met
Lessenserie van zes lessen in geluk.
daarbij thuisopdrachten voor de leerlingen.
Hierbij wordt uitgegaan van 1 les per week.
Doel
Les 1Hoe gelukkig ben jij en wat is
Jongeren ervan bewust maken dat geluk
dat precies: geluk?
voor een deel maakbaar is en dat ze daar
Les 2 Wat maakt je gelukkig?
zelf een rol in spelen. Jongeren handvatten
Les 3Is geluk belangrijk?
meegeven voor een duurzame verhoging
Les 4Gelukkig zijn, kun je dat leren?
van hun eigen geluk.
Les 5 Wees lief voor elkaar.
Les 6 Benut je sterke kanten.
Doelgroep
Toetje voor thuis. In het toetje voor thuis
De ‘Lessen in Geluk’ zijn gemaakt voor
staat een manier beschreven (met een
leerlingen van de tweede klas vmbo-t maar
voorbeeld) hoe de leerlingen een goed
eenvoudig aan te passen voor andere
plan in praktijk kunnen brengen.
leerjaren.
Resultaat
Partners
Verwacht wordt dat de lessen een posi-
De Stichting Lessen in Geluk voert projec-
tieve invloed op de schoolprestaties
ten uit voor gemeenten, scholen en andere
hebben. Daarnaast blijkt uit de ervaringen
instanties die actief zijn in het onderwijs.
van de leerkrachten dat de ‘Lessen in
Geluk’ een positief effect hebben op de
Rol van jongeren
sociale interactie in de groep en dan met
Jongeren zijn tijdens de pilotfasegevraagd
name op het gevoel van veiligheid in de
naar wat ze van onderdelen van de lessen
groep.
vonden, waarop het lespakket is aange-
5
past. Daarnaast hebben zij een essentiële
Projectinfo
interactieve rol tijdens de lessen.
www.lesseningeluk.nl
Good PRACTICEs jongeren centraal
lessen in geluk
lessen
in geluk
Titel
de Pasvorm hebben gezamenlijk onderzocht hoe zij studenten op het roc (mbo-niveau
1 en 2) het beste passende zorg kunnen bieden. Deze doelgroep is nogal eens lastig te
bereiken en heeft meestal weinig positieve ervaringen met de zorg. Om deze jongeren
goed te kunnen ondersteunen is in samenwerking met het onderwijs het programma
Les(s) & More ontwikkeld. Binnen het project wordt een gezondheidsspreekuur aan­
geboden op school, gekoppeld aan een gezondheidsvragenlijst en een lessenserie over
gezondheid, genotsmiddelen, relaties en seksualiteit.
De lessenserie Seksualiteit & Genotsmiddelen
De lessenserie wordt uitgevoerd door docenten van het roc, die voorafgaand zijn getraind
door medewerkers vanuit de JGZ en Soa/Sense van de GGD. In de lessenserie wordt
gewerkt met stellingen waarop de leerlingen kunnen reageren en waarover ze kunnen
discussiëren. Ook worden het stoplichtenspel en krasloten ingezet om op een speelse
wijze de kennis van de leerlingen te testen.
Gezondheidsvragenlijst en zorgbehoefte
Jongeren vullen na de lessenserie een gezond-heidsvragenlijst in, waarop zij hun gezondheidsvragen, problemen en zorgbehoeften kunnen invullen. Deze vragenlijst is ontwikkeld
samen met de jongeren van het roc en de JGZ. De vragenlijst bevat onder andere vragen
uit ‘Test je leefstijl’ en het onderzoek ‘Seks onder je 25e’.
Gezondheidsspreekuur
Op basis van de vragenlijst kunnen leerlingen gebruik maken van het gezondheidsspreekuur
op school. Dit wordt uitgevoerd door verpleegkundigen van de jeugd­gezondheidszorg
en Soa/Sense en gesuperviseerd door een JGZ-/Sense-arts. Via deze spreekuren krijgen
jongeren ondersteuning bij al hun gezondheidsvragen en worden ze, als dat nodig blijkt,
doorverwezen naar de hulpverlening.
Jongeren denken mee
De jongeren zijn intensief betrokken bij de ontwikkeling van Les(s) & More. Er heeft een
behoefteonderzoek onder de jongeren plaatsgevonden en zij hebben actief meegedacht
bij het opstellen van de gezondheidsvragenlijst. Bovendien geven jongeren zelf in de
vragenlijst aan of ze gebruik willen maken van het spreekuurcontact. Hun voornaamste
punt van kritiek was de manier waarop ze voor het spreekuur uitgenodigd werden. Dit
moest beslist binnen school plaatsvinden, omdat hun thuissituatie soms niet veilig genoeg
was. Ook hadden zij bij de vragenlijst verschillende suggesties om de leesbaarheid en
begrijpelijkheid te vergroten.
6
Good PRACTICEs jongeren centraal
LES(s) & MORE
lessen
in geluk
De GGD van Veiligheidsen Gezondheidsregio Gelderland-Midden en het roc Rijn IJssel
Les(s) & More is in een pilot uitgevoerd op de Pasvorm bij 138 mbo-leerlingen van
niveau 1 en 2. Uit de gezondheidsvragenlijst bleek dat veel van deze jongeren overbelast
zijn en te kampen hebben met meervoudige problematiek. Zo liet een groot deel van de
groep (de helft met een allochtone achtergrond en gescheiden ouders) een ongezonde
leefstijl zien en rapporteerden zij meerdere gezondheids¬problemen. Het bleek dat meer
dan de helft van de leerlingen rookt en 70% alcohol drinkt. Ook gebruikt 29% van de
leerlingen drugs, waarvan 47% zowel in het weekend als doordeweeks en 58% blowt in
combinatie met alcohol. Slechts 27% van de leerlingen vrijt met condoom en 65% van
de seksueel actieve meisjes gebruikt een anti-conceptiemiddel. Van de vrouwelijke
deelnemers had 23% al te maken gehad met een onbedoelde zwangerschap. De docenten
en het management van het roc (h)erkenden deze complexe gezondheidsproblematiek en
de noodzaak om hier iets aan te doen. Les(s) & More beoordelen zij als een interventie
om de risicojongeren op een laagdrem-pelige manier te bereiken en te ondersteunen.
Uitkomsten
Na de lessen en de triage via de vragenlijst is voor de gecombineerde JGZ-Sensespreekuren de helft van de leerlingen uitgenodigd voor een contact met de verpleeg­
kundige. De leerlingen kwamen met complexe zorgvragen en bleken vaak overbelast op
verschillende thema’s. Ook specifieke cultureel gerelateerde vragen over meisjes­
besnijdenis, maagdenvliesherstel en eerwraak kwamen aan bod. “Studente wil graag
een maagdenvliesherstel na een verkrachting. Zij komt uit een islamitisch gezin, waar
eerwraak een rol speelt.” “Studente drinkt dagelijks. Soms al vanaf de ochtend. Ze
merkt dat ze er regelmatig agressief van wordt en vertelt tussen neus en lippen door
dat zij weleens een meisje heeft mishandeld. Ze heeft dit nog nooit besproken op
school.” “Student komt op het spreekuur omdat hij wil stoppen met roken. Tijdens het
gesprek blijkt dat hij ook dagelijks blowt om een beetje rustig te zijn. Ook is zijn vriendin
zwanger. Hij heeft geen idee hoe lang al. Beiden zitten nog op school. De jongen heeft
het nog met niemand besproken. Hij wil wachten met het vertellen van zijn verhaal aan
zijn ouders tot hij een baan en een huis voor hen beiden heeft geregeld.”
Fijn dat je op school terechtkunt
De leerlingen zijn erg enthousiast over het project, beoordelen het spreekuur met een 8,6
en vonden het erg prettig dat zij op school terechtkonden. “Ik vond het een heel goed
gesprek en vond het heel belangrijk dat ik alles kon uitleggen.” “Ik vond het best
vreemd om over sommige dingen te praten.” “Ik vond het heel fijn dat ik de soa-test
heb kunnen doen en vind het heel goed dat ze het via school doen.”
7
Good PRACTICEs jongeren centraal
LES(s) & MORE
lessen
in geluk
Roc erkent complexe
gezondheidsproblematiek
Het programma Les(s) & More biedt kansen voor de JGZ, omdat via deze interventie een
moeilijke doelgroep wordt bereikt en zij vaak voor het eerst een (positieve) kennismaking
hebben met de zorg. De jongeren denken actief mee, worden op hun eigen kracht
aangesproken en krijgen vertrouwen in de professionals. Dit draagt eraan bij dat deze
jongeren in de toekomst mogelijk sneller naar de hulpverlening stappen. Bovendien biedt
het project ook kansen om de samenwerking te versterken tussen JGZ, Sense en het
roc, waar door er combinaties ontstaan van selectieve en geïndiceerde preventie. Het
spreekuur kan vanuit elke GGD uitgevoerd worden door JGZ-/Sense-verpleegkundigen
en/of -artsen.
Titel
Aanpak
Les(s) & More.
Er is een gezondheidspreekuur aangeboden
op school door de JGZ, gekoppeld aan de
Project
vragenlijst en lessen¬serie. Docenten
Lessenserie, vragenlijst en spreekuur
hebben een training ontvangen van de GGD
gericht op het bereiken van (risico)jongeren.
en de JGZ-verpleeg¬kundige en JGZ-arts
zijn specifiek geschoold voor seksualiteits-
Doel
problematiek (Sense-opleiding). De lessen-
Het bereiken van (risico)jongeren, het
serie gaat in op gezondheid, genotsmidde-
signaleren van problemen bij hen, het bieden
len, relaties en seksualiteit.
van ondersteuning en zo nodig het toeleiden
naar benodigde zorg van deze groep jonge-
Resultaat
ren met gezondheidsproblemen.
Na de lessen en de triage via de vragenlijst
heeft de helft van de leerlingen het spreekuur
Doelgroep
bezocht. Hierin zijn complexe zorgvragen
Jongeren van het roc, niveau 1 en 2.
besproken. GGD Gelderland-­Midden heeft
een subsidie gekregen van ZonMw om
Partners
verder onderzoek te doen naar deze
Het roc, JGZ en Sense-verpleegkundigen.
interventie. Vanuit deze subsidie wordt het
project uitgevoerd op Rijn IJssel de Pasvorm.
Rol van jongeren
Ook zullen de effecten van het programma
Jongeren hebben meegedaan aan het
Les(s) & More gemeten worden.
behoefteonderzoek en zij hebben actief
meegedacht bij het opstellen van de
Projectinfo
gezondheidsvragenlijst en de wijze van
http://www.zonmw.nl/nl/projecten/project-
uitnodigen voor het spreekuur
detail/de-interventie-less-more-een-jgzaanbod-voor-mbo-leerlingen/
8
Good PRACTICEs jongeren centraal
LES(s) & MORE
lessen
in geluk
Kansen voor
de jeugdgezondheidszorg
gezondheids-onderzoek. Dit onderzoek bestaat uit een gezondheidstest (E-MOVO) die
de jongeren van tevoren invullen en op basis daarvan een pubergesprek. Als jongeren
weten wat hen te wachten staat, zijn de meesten van hen positief over de test en het
puberspreekuur.
Flyer en communicatie
Alle jongeren ontvangen een uitnodiging met een flyer, waarin uitleg wordt gegeven over
het komende gezondheidsonderzoek door de JGZ. Deze informatie is gericht op zowel
de ouders als de jongeren. Beiden kunnen via een antwoordstrook aangeven bezwaar te
hebben tegen deelname aan het onderzoek.
Introductiefilmpje
Voordat de jongeren de E-MOVO-test invullen, krijgen ze klassikaal een introductiefilmpje
van vijf minuten te zien. Het filmpje laat zien waar de test over gaat, hoe ze feedback
krijgen en hoe er omgegaan wordt met de gegevens. Ook wordt toegelicht waar de
jongeren terechtkunnen als ze naderhand nog vragen hebben.
Meten en wegen
De jongeren worden vervolgens op school gemeten en gewogen door een assistent.
Op een kaartje ontvangen de jongeren de eigen gegevens, met tevens handige URL’s
van een aantal betrouwbare sites met informatie over gezonde voeding en gewicht.
Op basis van deze gegevens kunnen jongeren bijvoorbeeld hun BMI berekenen. Voor
vmbo-leerlingen vindt het wegen en meten plaats tijdens het consult.
jouw.ggd.amsterdam.nl
De jongeren worden verwezen naar de site jouw.ggd.amsterdam.nl. De site is tot stand
gekomen in samenspraak met jongeren. Op basis van de uitkomsten van focusgroepen
met jongeren is inhoud en invulling aan de site gegeven. Belangrijk voor jongeren was
onder meer dat zij willen weten of de site en de informatie betrouwbaar zijn. Ook de
thema’s zijn in samenspraak met de jongeren gekozen.
Risicotaxatie
De risicotaxatie wordt uitgevoerd door de verpleegkundigen op basis van drie informatiebronnen: de E-MOVO-test, het meten en wegen, een verzoek tot consult vanuit de school
of de jongeren zelf. Hieruit komt een groep jongeren die uitgenodigd worden voor een
persoonlijk gesprek. Aanvullend aan het reguliere face-to-facecontact wordt de mogelijkheid geboden om contact te onderhouden via de chat.
9
Good PRACTICEs jongeren centraal
puberspreekuur en de gezondheidstest
lessen
inbiedt
geluk
GGD Amsterdam
jongeren uit de vierde klas van het voortgezet onderwijs een
Jongeren boven de 16 jaar die uitgenodigd worden voor een face-to-facegesprek
ontvangen een uitnodigingsbrief. Zijn zij onder de 16 jaar, dan worden ook de ouders
geïnformeerd. Tijdens dit persoonlijke gesprek worden de resultaten van de E-MOVO
besproken en worden jongeren soms doorverwezen. Onderwerp van gesprek is vaak het
risicogedrag ten aanzien van onbeschermde seks, depressie en alcohol. De chatgesprekken
worden gevoerd door een team van jeugdverpleegkundigen en artsen, die getraind zijn
in online hulpverlening volgens de vijffasenmethode. Deze methode wordt ook gehanteerd
door de Kindertelefoon. Ouders worden eenmalig middels een brief geïnformeerd over
de gezondheidstest en het puberspreekuur. Zijn de jongeren onder de 16 jaar, dan
worden ouders op de hoogte gesteld van vervolgconsulten.
Jongeren waarderen persoonlijk contact
De meeste jongeren waarderen het face-to-facecontact dat is aangeboden door de JGZ.
Zij zijn positief over het gesprek met de jeugdverpleegkundige of de arts en beschouwen
hen als geïnteresseerd, betrouwbaar en deskundig. De chatgesprekken worden minder
goed gewaardeerd. Een deel van de jongeren is blij met de keuzemogelijkheid, maar er
wordt relatief weinig gebruik van gemaakt. Eigenlijk gaat het alleen om een groepje
jongeren dat specifieke vragen heeft over taboeonderwerpen. Doordat uit de praktijk
blijkt dat bij een kleine groep jongeren de thematiek dusdanig ernstig kan zijn, blijft de
mogelijkheid van een chatfunctie wel degelijk haar waarde hebben.
Inzicht in leefstijl op school
Scholen staan in het algemeen open voor de afname van de gezondheidstest en de
mogelijkheid van het puberspreekuur voor 15- en 16-jarigen. Zij geven aan het belangrijk
te vinden om resultaten/ opbrengsten teruggekoppeld te krijgen. Vanaf 2013 zijn gegevens
uit de E-MOVO daarom voor de scholen op schoolniveau inzichtelijk (alleen toegankelijk
voor de scholen). Daarmee krijgt de school inzicht in de mate van gezondheids- en
leefstijlproblematieken. De resultaten per stadsdeel zijn openbaar via:
http://www.gezond.amsterdam.nl/gezondheid-in-beeld
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
Uit de pilot is naar voren gekomen dat het goedkoper is om alle jongeren van het vmbo
face to face te zien. Het bleek dat na het wegen en meten en het uitvoeren van een
risicotaxatie alsnog een grote groep uitgenodigd werd. Voor havo/vwo ligt deze verhouding
anders en blijft de risicotaxatie gehandhaafd. Door de jongeren zelf wordt er belang
gehecht aan het meten en wegen. Ook in het kader van de hardnekkigheid van het
probleem van overgewicht bij jongeren. Echter bij het deel van de jongeren dat op basis
van het risico op alcoholgebruik was geselecteerd, bleek de problematiek mee te vallen.
De afkapwaarden voor alcohol kunnen daarom minder streng worden afgesteld. Daarbij
werkten de chatgesprekken op uitnodiging niet goed, maar de mogelijkheid van een vrije
chat wordt wel gewaardeerd en is voor een specifieke doelgroep zeer relevant.
10
Good PRACTICEs jongeren centraal
puberspreekuur en de gezondheidstest
lessen
in geluk
Face-to-facegesprek
en chat
Aanpak
Puberspreekuur en de gezondheidstest.
Er wordt gewerkt met een digitale E-MOVOtest en risicotaxatie onder jongeren in de
Project
vierde klas van het voortgezet onderwijs.
Periodiek gezondheidsonderzoek met
Jongeren met een (verhoogd) risico op
risicotaxatie in de vierde klas van het
gezondheidsproblemen worden uitgenodigd
voortgezet onderwijs.
voor een face-to-faceconsult of een
chatconsult en zo nodig doorverwezen
Doel
naar hulpverlening.
De gezondheid van jongeren bevorderen,
risicogroepen signaleren en informeren
Resultaat
over de gevolgen van een ongezonde
Het PGO heeft een groot bereik en signa-
leefstijl.
leert ook leerlingen die niet eerder bij de JGZ
in beeld waren. Jongeren zelf reageren
Doelgroep
positief op een extra contactmoment in de
Jongeren in de leeftijd van 15 en 16 jaar
vierde klas, maar geven wel aan het consult
die in de vierde klas van het voortgezet
laagdrempelig te willen houden; zij worden
onderwijs zitten.
hier niet graag voor uitgenodigd (na het
gesprek waarderen ze het gesprek zelf wel
Partners
heel positief). Dit geldt ook voor de chat-
GGD Amsterdam, scholen voortgezet
gesprekken op afspraak, terwijl de vrije
onderwijs.
anonieme chat wel meerwaarde heeft.
Rol van
Projectinfo
Er zijn focusgroepen gehouden onder
www.jouwggd.amsterdam.nl
jongerenjongeren om jouw.ggd.amsterdam.
nl goed in te richten en om de resultaten
http://www.ggdkennisnet.nl/thema/
van de werkwijze pilot PGO 15 en 16 jaar
uitvoering-jgz/publicaties/publicatie/4923
verderdoor te spreken.
http://www.youtube.com/
watch?v=8O27fu9-Y2Q
http://www.gezond.amsterdam.nl/gezondheid-in-beeld
11
Good PRACTICEs jongeren centraal
puberspreekuur en de gezondheidstest
lessen
in geluk
Titel
ver gaat, zeg ik dat gewoon, of: mij overkomt dat niet! Maar de praktijk blijkt vaak anders.
Het is niet zo makkelijk om te zeggen dat je niet verder wilt gaan dan zoenen. Of om nee
te zeggen tegen je nieuwe vriend als hij zegt dat seks er gewoon bij hoort. Daarom is het
belangrijk dat jongeren niet alleen praten over wat ze zouden kunnen doen, maar hier ook
(virtueel) mee oefenen. De game Can You Fix It? is ontwikkeld voor jongeren van 13 tot en
met 16 jaar om vaardigheden te trainen op het gebied van seksueel gedrag. Met de game
Can You Fix It? is de SpinAward in 2011 in de wacht gesleept en is de Esprix Award (brons)
ontvangen voor de campagne ‘Maak seks lekker duidelijk’.
Serious game: Can You Fix It?
Tijdens het spelen van de game komen jongeren in situaties terecht waarin ze (tijdig)
moeten aangeven wat ze wel en niet willen als het gaat om seks. Het is niet slim te
wachten tot je allebei naakt bent met zeggen dat je geen zin hebt. Door het spelen van
de game worden vaardigheden getraind en krijgen spelers meer zelfvertrouwen dat ze
iets aan een situatie kunnen veranderen (self-efficacy). Can You Fix It? bestaat uit twaalf
korte films over realistische situaties, allemaal met een slechte afloop. De spelers krijgen
de opdracht die te veranderen: Can You Fix It? Onderdeel van het spel is om op het
juiste moment in te grijpen, een andere keuze te maken, zodat het verhaal wél goed
afloopt. De speler verandert daarmee het scenario. Hij of zij ‘fixt’ de situatie.
Kies je eigen perspectief
De twaalf filmscenario’s zijn gebaseerd op de meest voorkomende situaties van seksueel
grensoverschrijdend gedrag. Deze situaties zijn naar voren gekomen uit onderzoek en
gekoppeld aan verschillende profielen, zoals de relatiegerichte jongen, het afwachtende
meisje of de player1. Door het spelen van de game kunnen verschillende perspectieven
worden gekozen, zowel die van het meisje als die van de jongen. Een ‘lovecoach’ staat
de spelers bij met adviezen, aan hem kunnen zij op elk moment feedback vragen. Door
het spelen van deze game leren zij online wat de effecten zijn van verschillende handelingen
en worden hen vaardigheden aangeleerd waarmee ze situaties beter kunnen aanpakken.
De game is kort en boeiend, op deze manier wordt de aandacht van de jongeren goed
vastgehouden. Er zijn 74 diepte-interviews gehouden onder jongeren op basis waarvan
de profielen zijn opgesteld. Jonge studenten van het Mediacollege Amsterdam (mbo)
onder leiding van Hugo Metsers spelen als acteurs in de game en de game is uitgetest
onder vmbo- en roc-leerlingen.
Weten is iets anders dan doen
Benjamin (15) zegt over het spel ‘Can You Fix It?’: “De filmpjes laten zien hoe het er in
‘het echt’ aan toegaat, waardoor je zelf dus ook beter weet hoe je in situaties moet
reageren. Door de filmpjes weet je hoe het minder leuk kan aflopen…’’ Benjamin legt uit:
“Om een hoge score te halen in het spel, moet je uitzoeken wanneer je moet ingrijpen
1Cense, M., & van Dijk, L. (2010). Niet zomaar seks. Jongeren over seks en grenzen. Utrecht: Rutgers WPF.
12
Good PRACTICEs jongeren centraal
can you fix it?
lessen
in geluk
Jongens en meisjes
zeggen over het aangeven van grenzen vaak makkelijk: als het me te
voordat iemand op enter drukt (no big deal) of bijvoorbeeld voordat iemand ‘een
leugentje om bestwil’ vertelt (slaande ruzie). Het ene filmpje was moeilijker dan het
andere. Ik vond het een origineel spel.’’ Benjamin geeft aan dat hij wel wist wat hij in de
meeste situaties moest doen. “Toch leer je door deze filmpjes wel wat er kan gebeuren
en dus ook dat je sneller je grens aan moet geven. Je hebt zelf in de hand hoe iets
loopt: je moet jezelf op de eerste plaats zetten als je iets niet wil en dat duidelijk maken
naar de ander. Ook moet je kijken of de ander er net zo over denkt om misverstanden
te voorkomen...”, aldus Benjamin.
Wensen en grenzen
De game ‘Can You Fix It?’ is onderdeel van de campagne ‘Maak seks lekker duidelijk’.
Jongeren worden uitgedaagd om bewust na te denken over hun wensen en grenzen en
die van anderen op seksueel gebied. De algemene boodschap voor jongens is: let op
signalen die meisjes geven en vraag naar wensen. Voor meiden is het advies: durf aan te
geven wat je wensen en grenzen zijn. De campagne is ingezet op Hyves, met posters in
bushokjes, op scholen en door middel van online banners.
Uw kind en seks
De campagne: ‘Maak seks lekker duidelijk’ richt zich ook op ouders en docenten. Zij
kunnen tieners ondersteunen bij de seksuele opvoeding en het weerbaar worden. Daarvoor
hebben Soa Aids Nederland en Rutgers WPF de website www.uwkindenseks.nl gelanceerd.
Op deze site kunnen ouders informatie vinden over de seksuele ontwikkeling van jongeren,
bekijken welke opvoedingsstijl ze hebben en digitaal oefenen met het voeren van een
gesprek over seksualiteit.
Onderzoek naar effecten game
De Universiteit van Maastricht heeft onderzoek verricht naar het effect op de vaardigheden
van de jongeren van de game. Door middel van een voor- en nameting bleek dat de game
een positief effect heeft op de vaardigheden bij 14- tot 16-jarigen. Voor de jongere
kinderen geldt dit effect niet, het kan zijn dat deze kinderen nog te weinig inlevingsvermogen voor zulke situaties hebben. Verder onderzoek is nodig voor de jongere doelgroep.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
In deze nieuwe vorm van voorlichting wordt er niet langer verteld hoe het moet, zoals in
de klassieke variant, maar zoeken jongeren zelf uit wat ze willen en hoe ze dat het beste
kunnen doen. Juist ook in ‘the heat of the moment’. Deze manier van voorlichting kan op
verschillende onderwerpen toegepast worden en biedt mogelijkheden voor de JGZ. Soa
Aids Nederland heeft inmiddels samen met Rutgers WPF met middelen van ZonMw het
format ontwikkeld. Het omzetten van het format naar andere thema’s komt dan qua kosten
binnen handbereik. Bovendien kan de JGZ-professional de jongeren wijzen op de game
en later, indien relevant, het gesprek erover aangaan.
13
Good PRACTICEs jongeren centraal
can you fix it?
lessen
indus
geluk
in een situatie en
voorkomen dat iets uit de hand zal lopen. Bij een chatgesprek
Aanpak
Can You Fix It?
Kern van de problemen rondom seksuele
wensen en grenzen zijn de misvattingen in
Project
communicatie tussen jongens en meisjes.
Serious game: Can You Fix It?
Dat wordt inzichtelijk gemaakt in de game,
waardoor jongeren meer in staat zullen zijn
Doel
situaties in hun eigen leven te begrijpen en
Het weerbaar maken van jongeren ten
te veranderen. Op de site staan twaalf
aanzien van ongewenst seksueel gedrag
scenario’s waarmee geoefend kan worden.
door hen te laten oefenen met het aan­
De scenario’s geven jongeren de mogelijk-
geven van de eigen grenzen. Zodat ze
heid te leren in te grijpen in risicovolle
vervolgens in het echte leven het gedrag
situaties.
gaan vertonen dat ze zelf gewenst vinden,
met respect voor de grenzen van de ander.
Resultaat
De game heeft een positief effect op de
Doelgroep
vaardigheden van 14- tot en met 16-jari-
Jongeren van 14 tot en met 16 jaar.
gen. Voor het resultaat van de game bij
jongere kinderen is meer onderzoek nodig.
Partners
Soa Aids Nederland, Rutgers WPF,
Projectinfo
ZonMw en Sense.info.
www.canyoufixit.nl
www.sense.info
Rol van jongeren
Jongeren zijn geïnterviewd voor het
opstellen van de verschillende scenario’s.
Jonge acteurs spelen in de game om het
zo aansprekend mogelijk te maken.
14
Good PRACTICEs jongeren centraal
www.uwkindenseks.nl
can you fix it?
lessen
in geluk
Titel
29-jarige vrouwen heeft 0,3% een eetstoornis. Voorlichting over eetstoornissen aan
ouders, mentoren en leerlingen is de basis van preventie van eetstoornissen. Als jongeren
in een vroeg stadium de juiste steun krijgen, kan worden voorkomen dat zij wegglijden in
een eetstoornis. Dat betekent dat het herkennen van kinderen en jongeren met symptomen
van een eetstoornis essentieel is. Het voorlichtingspakket eetstoornissen helpt hierbij.
Vroeg signalen opvangen
Tijdens de voorlichting wordt ingegaan op het omgaan met emoties en een negatief
zelfbeeld. Onzekerheid, weinig vertrouwen, angst om dikker te worden en veel bezig zijn
met eten en je gewicht leiden regelmatig tot een eetstoornis. Bij het opvangen van signalen
heeft iedereen een verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld docenten, mentoren, zorg­­pro­fessionals en ouders, maar ook klasgenoten. Klasgenoten worden tijdens het programma gemotiveerd om hun vaak ondraaglijke geheim te delen en zo hulp voor hun
klasgenoot in nood in te schakelen. De kans dat iemand zonder hulp van een eetstoornis
af kan komen is namelijk vrij klein. Het is het mooiste als ouders en professionals op
scholen eerst voorlichting krijgen. Als de leerlingen het programma na hen volgen en zij na
de voorlichting bij een ouder of docent het gesprek aandurven, krijgen zij een luisterend
oor en de juiste steun.
Veiligheid in de klas
Bij voorkeur wordt de les gegeven aan een klas met de eigen mentor erbij. Het is belangrijk
dat er een veilige sfeer gecreëerd wordt, zodat leerlingen vrijuit kunnen spreken.
Ervaringsdeskundige voorlichters
De voorlichters zijn ervaringsdeskundige professionele voorlichters. Zij gebruiken hun
eigen ervaringen om vragen uit de klas te beantwoorden. Doordat de voorlichter zich zo
kwetsbaar opstelt, wordt de drempel voor anderen lager om ook iets over zichzelf te
vertellen.
Delen van je verhaal
Leerlingen die nog nooit iemand over hun probleem hebben verteld, herkennen zich
regelmatig in het verhaal en hebben uiteindelijk de moed om ook hun verhaal te vertellen.
Uit de praktijk blijkt dat kinderen die zelf ‘rommelen met eten’ of een ander probleem
hebben, dit regelmatig door deze les kenbaar durven te maken.
Signalen verzamelen
Jongeren die in de klas iets van een eetstoornis bij zichzelf herkennen, geven dit vaak
aan op het evaluatieformulier. Dit formulier, waar de jongeren hun naam op schrijven,
wordt aan het eind van de les uitgedeeld. Het formulier biedt leerlingen die tijdens de les
niets hebben durven zeggen de mogelijkheid om hun eetprobleem en vaak ook andere
15
Good PRACTICEs jongeren centraal
zelfvertrouwen en eetgedrag
lessen
in ongeveer
geluk
In Nederland lijden
188.000 mensen aan een eetstoornis. Van alle 15- tot
en zorgteams een uitgebreide rapportage opgesteld. Dit biedt scholen de mogelijkheid
om met de leerlingen waar zorgen of signalen over zijn in gesprek te gaan.
Ouderavonden: ‘liefde door de maag’
Tijdens ouderavonden wordt vaak een heftig beeld gepresenteerd van het leven van
iemand met een eetstoornis. Het is goed dat ouders zich bewust worden van de gevolgen
van een eetstoornis, zodat ze alert zijn op signalen.
Deskundigheidsbevordering eetstoornissen
Naast de voorlichtingsles wordt er ook een training aangeboden aan bijvoorbeeld
zorgcoördinatoren, docenten, vertrouwenspersonen, leerlingbegeleiders, schoolmaatschappelijk werkers en JGZ-professionals. De training is bedoeld om jongeren met een
(beginnende) eetstoornis sneller te leren herkennen. Binnen de training is tevens aandacht
voor hoe de juiste hulp geboden kan worden. De deelnemers krijgen een uitgebreide
werkmap en de handleiding ‘Wat als mijn leerling een eetstoornis heeft?’
Anders kijken naar eetgedrag
Leerlingen zijn enthousiast over de voorlichtingsles en bijna alle leerlingen vinden de les
leerzaam of interessant (93%). Vanuit scholen worden er reacties gegeven zoals:
“Het geeft een nieuwe kijk op de problemen van een kind en ik begrijp beter waarom
kinderen niet aan de bel trekken.” “Dat een eetstoornis zo goed te verbergen is. Vooral
de voorbeelden spraken mij aan.” Iemand van de GGD reageerde als volgt: “Ik dacht al
redelijk veel kennis te hebben van eetstoornissen, maar ben tijdens de training nog
veel meer hierover te weten gekomen. Ik begin binnenkort weer met de onderzoeken
van de leerlingen van het vo en zal wat ik geleerd heb in deze training zeker meenemen.”
Rommelen met eten
De voorlichtingsles in de klas als onderdeel van het gehele programma is een goede manier
voor vroegsignalering. De ervaring is dat leerlingen die aan het ‘rommelen’ zijn met eten
dat tijdens de voorlichtingsles indirect of direct aangeven. Uitgangspunt is om zoveel
mogelijk signalen hiervan op te pikken en te melden. Echte effecten moeten nog worden
onderzocht.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
De preventie van eetstoornissen stopt niet na het verzorgen van een voorlichtingsles aan
ouders, professionals en jongeren. Alle jongeren die een signaal geven, moeten geholpen
worden. Want alleen zo kunnen eetstoornissen echt aangepakt worden. De jeugd­
gezondheidszorg kan ingeschakeld worden om op basis van de gemaakte rapportages
extra gesprekken met de jongeren en mogelijk hun ouders te voeren. Dit om samen tot
een juiste hulpaanpak gekomen en wellicht om door te verwijzen.
16
Good PRACTICEs jongeren centraal
zelfvertrouwen en eetgedrag
lessen
in tegeluk
problemen kenbaar
maken. Op basis van deze formulieren wordt voor de afdelingsleiders
1Introductie ervaringsdeskundige
Zelfvertrouwen en eetgedrag.
• welke vragen hebben leerlingen
2 Van onzeker naar zelfvertrouwen
Project
• gedachten en gevoelens
Voorlichtingspakket eetstoornissen.
• jij en je zelfbeeld (oefening)
• de ontwikkeling van zelfvertrouwen
Doel
3Eetstoornis
Het vroegtijdig herkennen van eetstoor­
• wat is een eetstoornis
nissen door ouders en professionals op
• soorten eetstoornissen
school en leerlingen kennis laten maken
• wat zijn de gevolgen
met de psychische stoornis ‘eetstoornissen’
• hoe kun je het signaleren
en symptomen van eetstoornissen vroeg­
• hoe help je
tijdig leren herkennen.
4Evaluatie en afsluiting
Doelgroep
Resultaat
Docenten, mentoren, zorgprofessionals
De evaluatieformulieren die de leerlingen
verbonden aan scholen, ouders, leerlingen
invullen zorgen voor zicht op de risicovolle
van de middelbare school.
leerlingen. De echte effectiviteit moet nog
worden onderzocht.
Partners
Buro PUUR, scholen en GGD’en.
Bijzonderheden
Kosten voor het programma, bestaande uit
Aanpak
een voorlichtingsavond voor ouders, een
Interactief, werken met oefeningen, gebruik
training (dagdeel) voor docenten en pro-
van beeld- en filmmateriaal zijn kern­
fessionals verbonden aan de school en de
elementen van de voorlichting. Door de les
voorlichtingsles aan de leerlingen inclusief
en bijbehorende rapportage worden
rapportage bedragen circa E 1000,-
kinderen in de knel zichtbaar, ook als het
exclusief reiskosten en btw.
om iets anders gaat dan een eetstoornis.
17
Tijdens de voorlichting komen globaal de
Projectinfo
volgende onderdelen aan bod:
www.buropuur.nl
Good PRACTICEs jongeren centraal
zelfvertrouwen en eetgedrag
lessen
in geluk
Titel
welke manier dan de jongeren zelf. Het Centrum voor Jeugd en Gezin in Capelle aan den
IJssel werkt daarom met peervoorlichters om het CJG en aanverwante thema’s onder de
aandacht te brengen van jongeren. Capelle aan den IJssel was een van de vijf pilot­
gemeenten waar is gestart met het project ‘Jongerenparticipatie binnen het CJG’. Dit is
met subsidie van ZonMw geïnitieerd door CNV Jongeren en Kennisnetwerk Centra Jeugd
en Gezin.
Jongerenparticipatie in Capelle
Capelle aan den IJssel heeft in 2011 de Jong Lokaal Bokaal in de wacht gesleept, dé
prijs voor de gemeente die zich inzet voor positief jeugdbeleid en jongerenparticipatie.
De gemeente ondersteunt het initiatief dan ook van harte, waardoor het CJG middelen
in de begroting heeft kunnen opnemen voor de uitvoering en coördinatie van dit project.
Het IJsselcollege is verantwoordelijk voor de werving van de jongeren, die de peervoorlichting binnen hun maatschappelijke stage kunnen uitvoeren. Het jongerenwerk ten slotte
heeft de taak om de training aan de peervoorlichters te verzorgen en hen gedurende het
traject te coachen.
Peervoorlichters
De tien jongeren van het IJsselcollege (havo en vwo) zijn getraind en vormden een hechte
groep. Voor de continuïteit van het project is het van groot belang dat er cohesie ontstaat
en jongeren zich aan elkaar verbinden. De jongeren hebben in overleg met het CJG zelf
het thema gekozen waar zij voorlichting over willen geven. Op deze manier staat het
onderwerp dicht bij hen en komt hun verhaal het beste bij de andere jongeren over. Zo is
er onder meer gekozen voor thema’s als huiselijk geweld, het voorkomen van tienerzwangerschappen, het CJG, een laag zelfbeeld en alcohol. De jongeren zijn vervolgens zelf
verantwoordelijk voor het werven van de scholen en klassen waar zij hun voorlichting
kunnen geven. Hier worden op directieniveau wel afspraken over gemaakt en vervolgens
wordt het pad geëffend. Sommige jongeren kiezen ervoor om de voorlichting in havo
klassen aan te bieden, terwijl anderen er juist voor kiezen de voorlichting ook bij het
praktijkonderwijs (vmbo-niveau 1 en 2) aan te bieden.
Interactieve voorlichting
Belangrijk is dat de lessen interactief zijn en de jongeren zelf nadenken over de invulling
van de training qua werkvormen. Zo wordt er veel gebruik gemaakt van korte filmpjes en
laten de voorlichters bijvoorbeeld met Google Street View zien waar het CJG staat en
hoe het eruitziet.
Good PRACTICEs jongeren centraal
ijssel
18
peervoorlichters over het cjg in capelle a/d
lessen
inbeter
geluk
Er is niemand die
kan vertellen waarmee jongeren geholpen kunnen worden en op
Elzelien Vermeijden (toenmalige coördinator van het CJG) geeft aan: “Heel leuk om te
merken is dat jongeren echt in hun eigen taal en woorden de boodschap overbrengen.
Dat krijg je als volwassenen nooit op die manier voor elkaar.” Alle leerlingen krijgen een
evaluatieformulier, waaruit blijkt dat zij erg enthousiast zijn over de voorlichting. “Dat
iemand van mijn eigen leeftijd hierover komt vertellen, dat is toch wel heel bijzonder.”
Elzelien geeft aan erg onder de indruk te zijn van de reactie van de leerlingen. Je merkt
echt dat via de peervoorlichters het onderwerp heel erg aankomt bij de leerlingen. Dat is
een compliment voor de voorlichters. Tegelijkertijd toont het de kracht aan van het
werken voor en door jongeren.
Je verplaatsen in een ander
Twee peervoorlichters uit Capelle vertelden: “We gaven presentaties aan leerlingen uit
de brugklassen van het IJsselcollege en het Comenius College. Het was fijn dat we dat
in groepjes konden doen. Iedereen heeft zijn sterke punten en zo konden we goed op
elkaar inspelen. We mochten zelf beslissen over welke thema’s we voorlichting gaven.
Met informatie die we van het CJG kregen of van internet haalden, maakten we de
presentaties.” En: “Ik vind het bijzonder om te zien dat tijdens een discussie over
abortus een leerling bij zijn standpunt bleef, ondanks dat de rest van de klas een heel
andere mening had. Je leert ervan om je te verplaatsen in de ander.” Het is voor iedereen
die betrokken is een leerzame ervaring, waarin ook diversiteit en het omgaan met diversiteit
een rol spelen.
Actieve en verantwoordelijke voorlichters
Naar aanleiding van het project is een aantal tips geformuleerd, zodat de peervoorlichting
zo voorspoedig mogelijk kan verlopen. Om te zorgen dat de peervoorlichters zich op
hun gemak voelen, kunnen ze van tevoren aangeven met wie ze de voorlichting willen
geven. In de training wordt hier tijd voor ingeruimd. Ook mogen de jongeren meedenken
over de locatie waar ze voorlichting gaan geven. Sommige peervoorlichters willen
bijvoorbeeld liever geen bekenden tegenkomen, anderen vinden dit geen probleem. De
jongeren wordt tevens aangeleerd om praktisch te denken; als er iemand ziek is, dan zorgen
ze voor vervanging en geven ze de voorlichting met een andere partner. De leerkrachten
van de groepen waar de jongeren voorlichting geven worden altijd gevraagd om feedback
te geven. Zo kunnen de peervoorlichters steeds beter worden in wat ze doen. De peervoorlichters bleken in het begin van de training al te beschikken over veel vaardigheden,
waardoor de training een volgende keer een verdiepingsslag kan krijgen en er meer
ingegaan kan worden op de keuze voor verschillende werkvormen.
Good PRACTICEs jongeren centraal
ijssel
19
peervoorlichters over het cjg in capelle a/d
lessen
in geluk
Eigen taal spreekt
aan
De JGZ is op dit moment niet actief betrokken bij de organisatie van de peervoorlichting,
maar zij maakt wel onderdeel uit van het CJG en zit in de stuurgroep. Vanuit praktische
overwegingen is gekozen om het jongerenwerk de taak van de training en de coaching
te geven, maar dit zou ook goed kunnen worden aangestuurd door de JGZ. De JGZ is
aanwezig op de vo-scholen, zitten in de ZAT’s en kennen daardoor de leerlingen. De JGZ
zou een goede partij zijn om de training te verzorgen en de jongeren te begeleiden
tijdens het traject. Op die manier wordt de JGZ’er ook meer het verlengstuk en gezicht
van het CJG.
Titel
STAP 4
Peervoorlichting over het CJG in Capelle
STAP 5Evaluatie
Voorlichting
aan den IJssel.
Resultaat
Project
Een laagdrempelige, persoonlijke, kennis-
Jongerenparticipatie binnen het CJG.
making voor jongeren met het CJG én de
Een CJG voor en door jongeren.
gemeente. Door peervoorlichting wordt
preventief hulp en ondersteuning geboden
Doel
aan jongeren. Jongeren zijn voorgelich over
Het stimuleren van betrokkenheid en
het CJG en verschillende thema’s als
participatie van jongeren bij het CJG.
tienerzwangerschap, discriminatie, zelfbeeld, sollicitaties, criminaliteit, alcohol en
Partners
drugs. Dat wat jongeren beweegt is bij het
CJG, gemeente, IJsselcollege, jongeren-
CJG beter in beeld. Het CJG weet welke
werk.
communicatiemiddelen aansluiten bij de
leefwereld van de jongeren. Er is een
Rol jongeren
methodeboek ontwikkeld.
Peervoorlichting.
Bijzonderheden
Aanpak
De geschatte kosten bedragen circa 9000
Binnen de gemeente Capelle aan den IJssel
per jaar.
zijn 10 jongeren getraind tot peer-voorlichter
voor het CJG. In het project is ingezet op de
Projectinfo
kracht van de jongeren zelf.
www.jongincapelle.nl/
Om het project mogelijk te maken zijn vijf
www.vrijwillige-inzet.nl/fileadmin/www.
STAP 1 Beleidsmatige inbedding
vrijwillige-inzet.nl/brochures/Methodiek-
STAP 2Jongerenwerving
boek.pdf
STAP 3
20
Training
Good PRACTICEs jongeren centraal
ijssel
stappen van belang:
peervoorlichters over het cjg in capelle a/d
lessen
in geluk
Kansen voor
de jeugdgezondheidszorg
te geven aan hun bestaan. Tijdens het programma ‘Wat Jij Doet Telt!’ is met vijftig leerlingen,
vier mentoren en de directeur van de scholengemeenschap Hugo de Groot uit Rotterdam
gewerkt aan het ontwikkelen van zelfsturing en het maken van keuzes. Het programma
inspireert jongeren om te kiezen voor persoonlijk leiderschap. Om bij teleurstelling
veerkrachtig te zijn en te ontdekken dat hun acties en keuzes impact hebben. Met
andere woorden JIJ doet ertoe en wat jij DOET telt!
Wat Jij Doet Telt! (WJDT)
‘Wat Jij Doet Telt!’ is een programma voor jongeren voornamelijk van 15 tot 21 jaar,
waarin de ontwikkeling van persoonlijk leiderschap centraal staat. Gedurende één
schooljaar volgt de leerling vijf leermodules van twee dagen. De aanpak is ervarings- en
resultaatgericht en het programma vindt plaats in een veilige en uitdagende omgeving.
De achterliggende visie is dat er maar één persoon kan kiezen voor een succesvol leven
en dat is die persoon zelf! Het traject is een combinatie van het aanbieden van kennis,
het opdoen van nieuwe ervaringen en het creëren van inzichten en commitment door
middel van persoonlijke reflectie. ‘Wat Jij Doet Telt!’ biedt jongeren handvatten om
krachtig in het leven te staan.
Ertoe doen
Wat Jij Doet Telt! streeft ernaar jongeren duidelijk te maken dat zij ertoe doen. Wie zij zijn
en wat zij ervaren is belangrijk. Dit mag gedeeld worden met anderen en er mag naar
geluisterd worden. WJDT creëert verbondenheid en vertrouwen om dit tot uiting te laten
komen, waardoor ook jongeren aan onze veranderende omgeving bewust een bijdrage
kunnen leveren. Wie zij zijn en wat zij doen doet er namelijk toe.
Even uit je comfortzone
Jongeren zijn enthousiast over het programma en geven aan het bijzonder te vinden.
“De verhalen van anderen hebben mij geïnspireerd om mijn eigen verhaal te vertellen
en dat luchtte op!” “Het is belangrijk dat leraren meedoen, dan weten ze namelijk pas
echt wat er in mijn leven speelt.” “Je leert niet alleen je klasgenoten kennen, maar ook
jezelf en je gaat een stap verder uit je comfortzone en dat is heel belangrijk om je
keuzes te kunnen maken.” “Voor het programma dacht ik: deze mensen gaan niets met
mij doen, het wordt zomaar iets, maar ze hebben de wegen geopend voor mij en dat is
wel gebeurd!”
Wie ondervindt dat hij meetelt, telt dubbel
Leraren, mentoren en ouders krijgen, los van het programma voor jongeren, ondersteuning
bij de begeleiding. Een paar leerkrachten vertellen: “Wie zichzelf leert waarderen is beter
opgewassen tegen hoge eisen, die van een eindexamen bijvoorbeeld. Wie ondervindt
dat hij meetelt, telt dubbel. Vanaf de training tot het moment van de feestelijke diplo­
21
Good PRACTICEs jongeren centraal
wat jij doet telt!
lessen
inzijngeluk
Jongeren van nu
meer dan ooit bezig om greep te krijgen op het leven en zelf richting
starten en terugvallen op wat we samen intensief hadden beleefd. Ik zag dat leerlingen
met weinig zelfvertrouwen ontdekten dat ze waardevol zijn. Een groep die na de kerst
niet zo kansrijk leek, slaagde in juli overtuigend. Dat deden de leerlingen zelf, want zij
haalden de voldoendes. Maar het lef van de directeur om de leerlingen twee dagen uit
de lessen te halen en ze een intensieve cursus aan te bieden heeft absoluut geholpen.”
“Ik ben me er nog meer bewust van geworden dat je als docent te maken hebt met
mensen en dat al die mensen in hun eigenheid de aandacht verdienen die bij hen past
en die zij nodig hebben.” “Voor de meeste leerlingen en voor mij als mentor was het
jaar te splitsen in het jaar voor en het jaar na WJDT. Ik dank alle medewerkers voor dat
rijke tweede deel. Dat deel dat dubbel telde!”
Digitale samenwerking
‘Wat Jij Doet Telt!’ wordt ondersteund door middel van een digitale community. Jongeren
hebben toegang tot de digitale community en blijven zo op de hoogte van de laatste
ontwikkelingen, kunnen ondersteuning vragen en met elkaar samenwerken om nog betere
resultaten te boeken.
Oefenen met persoonlijk leiderschap
Het gekozen model sluit aan bij het wetenschappelijke model van Ronald Heifetz, die op
basis van onderzoek een framework heeft ontwikkeld met betrekking tot leiderschapsontwikkeling bij jongeren. Hij onderkent daarbij drie specifieke pedagogische aanpakken
die van belang zijn bij het leren van en oefenen met persoonlijk leiderschap door jongeren:
‘de hier-en-nu-situatie als uitgangspunt’, ‘leren met hoofd en hart’ en ‘ervaringsgericht’.
Gebaseerd op resultaten uit de pilot en eerdere ervaringen met vergelijkbare programma’s
zijn de individuele resultaten naar verwachting positief ten aanzien van:
•
Zelfinzicht, (zelf)vertrouwen, openheid, hechte relaties.
•
Ik ben mijn woord, ik doe wat ik zeg, integriteit, daadkracht en moed.
•
Zicht op een concreet en realistisch doel, focus, behalen van resultaten,
verantwoordelijk zijn en weten wat dat inhoud.
Onderzoek zal dit verder moeten uitwijzen.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
De JGZ wil aan de ene kant haar preventieve taak uitvoeren, zodat jongeren weerbaar
zijn en bewust keuzes kunnen maken ten aanzien van belangrijke gezondheidsthema’s.
Aan de andere kant wil de JGZ zicht hebben op de jongeren die extra ondersteuning
kunnen gebruiken. Door als begeleider deel te nemen aan het programma ‘Wat Jij Doet
Telt!’ word je een bekend gezicht en een bekende persoon op de school. Bovendien heb
je als JGZ-professional zo de kans om goed zicht te krijgen op die leerlingen die (tijdens
of na het programma) extra zorg nodig hebben.
22
Good PRACTICEs jongeren centraal
wat jij doet telt!
lessen
in geluk
mering zag ik meer
samenhang in mijn groep, kon ik zelf makkelijker een gesprek
De coach hanteert vijf principes (CARES):
Wat Jij Doet Telt!
• Commitment: ervoor gáán
• Abundance: leven vanuit tevredenheid
Project
Versterking van persoonlijk leiderschap.
met wat je hebt en wie je bent
• Resilience: veerkrachtig zijn en doorgaan
totdat je resultaat hebt
Doel
Het versterken van persoonlijk leiderschap
door het bieden van handvatten.
• Excellence: meer doen dan wat nodig
is (risico’s nemen, fouten maken)
• Service: een bijdrage leveren aan je
omgeving en bescheiden blijven
Doelgroep
• De coach werkt met leerlingen op
Het programma richt zich voornamelijk op
scholen om hun zelfvertrouwen te
jongeren (15 - 21 jaar), docenten, ouders/
versterken en hen te helpen bij het
verzorgers en zorgprofessionals.
maken van keuzes. Deze principes
maken hen bewust van hun eigen
Partners
waarden en normen en hoe hier uiting
Scholen (docenten, mentoren), JGZ en
aan te geven in de maatschappij
schoolmaatschappelijk werk.
Resultaat
Aanpak
Verwacht wordt dat jongeren leren om
Het programma omvat één schooljaar,
verantwoordelijkheid te nemen en meer
waarin de leerling vijf leermodules van
inzicht krijgen in hoe ze problemen (kunnen)
twee dagen volgt. Het programma wordt
oplossen en dat ze concreet resultaat
begeleid door een gecertificeerde trainer/
behalen met betrekking tot de doelen die
coach. De groep bestaat uit maximaal 50
zij zelf gesteld hebben.
personen, waarvan 5 plekken zijn bedoeld
voor docenten, mentoren, school-maat-
Projectinfo
schappelijk werkers en professionals.
www.watjijdoettelt.nl
Ouders worden drie keer per jaar op de
www.juliacc.nl
hoogte gebracht middels een ouder-event,
[email protected]
waar ook samenwerkingspartners vanuit
het CJG aanwezig zijn.
23
Good PRACTICEs jongeren centraal
wat jij doet telt!
lessen
in geluk
Titel
gericht en effectief aan. Via de site vrijlekker.nl kunnen jongeren een ‘online safe-sextraining’
volgen met video, humor en een eigentijdse vormgeving. De GGD koos voor een ge­
differentieerde en persoonlijke aanpak om jongeren tussen de 15 en 24 jaar te bereiken
met informatie en advies over veilige seks. In 2009 heeft de GGD Amsterdam met het
project Vrijlekker.nl de Galjaardprijs gewonnen.
Houding verbeteren
De Vrijlekker.nl-campagne is gericht op het verbeteren van de houding ten aanzien van
veilig vrijen. Ook biedt de campagne jongeren concrete oplossingen om veiliger te vrijen
en bestrijdt ze de angst voor soa- en hiv-tests. Geprobeerd is barrières weg te nemen
om zo tot het gewenste gedrag te komen. Het verschil met grote voorlichtings­campagnes
uit het verleden is dat er gekozen is voor een interactieve training, die volledig is toegespitst
op de situatie van de jongere die de training volgt. Er wordt zelfs gekeken naar de context
waarin gevreeën wordt.
Online safe-sextraining voor jongeren
De training begint met een paar persoonlijke vragen waarbij vragen over seksgedrag
ingevuld moeten worden en de mening over veilig vrijen gevraagd wordt. Uit de antwoorden
blijkt of er al dan niet barrières zijn op bepaalde vlakken ten aanzien van veilig vrijen. Je
hoeft daarvoor geen seksuele ervaring te hebben. Deze vragen zijn belangrijk, omdat zo
een training op maat samengesteld wordt. Onderwerpen die voor een specifieke jongere
niet van toepassing zijn, komen dan ook niet terug in de training.
‘Love coaches’
Als er moeilijkheden of onzekerheden zijn, dan wordt er direct coaching in de vorm van
korte videocursussen gegeven. Dat gebeurt onder andere door de twee ‘love-coaches’
Tamara Brinkman en Mark Labrand, Angela Groothuizen, medewerkers van de GGD
Amsterdam en seksuologe Achsa Vissel.
Fabeltjes bestrijden
Andere aspecten van de campagne omvatten het bestrijden van fabeltjes omtrent soa
en hiv, ‘empowerment’ van meisjes om de controle over condoomgebruik te krijgen en
de zogenaamde excuse-fighter. Hierbij worden er argumenten aangereikt om smoesjes
van de partner te ontkrachten, zoals de smoesjes om geen condoom te gebruiken. Er
kunnen zelfs via de website direct online condooms en glijmiddel gekocht worden bij de
Amsterdamse Condomerie. Uniek is dat je kunt betalen met je beltegoeden van je mobiele
telefoon en om de drempel nog verder te verlagen is de prijs aangepast: 10 condooms
voor 99 cent.
24
Good PRACTICEs jongeren centraal
vrijlekker.nl
lessen
in geluk
De GGD Amsterdam
pakt de problematiek van het onveilig vrijen bij jongeren meer
Volgens onderzoeker Davidovich1 heeft onderzoek laten zien dat Vrijlekker.nl werkt: “Bij
een zes maanden durende effectevaluatie bleek dat jongeren die Vrijlekker.nl hebben
gevolgd aantoonbaar meer condooms gebruikten met hun laatste losse partner (scharrel) en vaste partner dan jongeren in een controlegroep die Vrijlekker.nl niet gevolgd
hebben.” Jongeren zijn enthousiast over de site. Ze hebben vaak een korte aandachtsspanne en willen dat er ingegaan wordt op wat er bij hen als individu leeft. Door de opzet
van de training wordt dit ook mogelijk. Ook scholen zijn enthousiast over de website en
attenderen de leerlingen tijdens lessen over seksuele voorlichting op de website.
Barrières als basis
De GGD/ Gezond Amsterdam interviewde via internet zo’n 200 jongeren over hun
vrijgedrag. Hiermee zijn alle mogelijke barrières blootgelegd die jongeren hebben met
betrekking tot veilig vrijen en het laten testen op soa’s. Op basis van deze resultaten is
de safe-sextraining ontwikkeld. Afhankelijk van iemands seksuele risicogedrag, cognities
en vaardigheden worden de modules op maat aangeboden. De modules worden op
verschillende manieren aangeboden, als interactieve teksten en als webfilms.
Stuur een e-card naar je vrienden
Om een gedragsverandering te stimuleren bij jongeren is het makkelijker als ook de
omgeving (seksuele netwerk) meegaat in deze verandering. Vanuit dit idee kunnen jongeren
e-cards sturen naar hun sekspartner om bijvoorbeeld condoomgebruik bespreekbaar te
maken. Op deze ludieke manier wordt het eenvoudiger om het gesprek erover aan te gaan.
Bovendien blijft zo de veiligheid van de omgeving gewaarborgd. Je kiest zelf aan wie je
de e-card wel of niet stuurt. Daarnaast kun je boodschappen sturen naar mensen waarvan
jij als deelnemer denkt dat die ook baat hebben bij de site. Er ontstaat zo een sneeuwbaleffect en een mogelijkheid om het sociale netwerk of seksuele netwerk te beïnvloeden.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
Om veel jongeren zo goed mogelijk te kunnen coachen is het noodzakelijk dat je weet
wat er bij de doelgroep leeft. Als dit bekend is, kun je het concept van Vrijlekker.nl goed
gebruiken voor allerhande coaching. Juist door je te richten op een onderwerp dat alle
jongeren interesseert en aangaat, kun je op deze manier veel preventieve informatie op
maat aanbieden. Specifieke doelgroepen (of problemen) komen door de vragen naar
voren, die vervolgens een op maat gesneden training ontvangen. Zij hebben dan niet door
dat zij eigenlijk als ‘risicodoelgroep’ aangemerkt zijn. Om dit te kunnen ontwikkelen vraagt
wel een grote investering, maar als je dat afzet tegen het aantal bezoekers (het eerste jaar
170.000, daarna circa 75.000 per jaar) dan brengt dat meer dan zijn geld op. Hier liggen
veel kansen voor de JGZ.
1Davidovich, U., &Uhr Dall, H. (2012). An effective single-session online sexual-health training for youth and their
sexual network.
25
Good PRACTICEs jongeren centraal
vrijlekker.nl
lessen
insuccesvol
geluk
Campagne is
op wat er bij hem of haar leeft. Door de
Vrijlekker.nl.
training op te bouwen uit verschillende
modules die allemaal met elkaar verbonden
Project
kunnen worden, krijgen de jongeren alleen
Online safe-sextraining.
die modules die voor hen relevant zijn. Op
deze manier wordt er op maat ingespeeld
Doel
op hun behoefte. De deelnemer krijgt
Het verminderen van de hoge prevalentie
boeiende films aangeboden, handige
van soa onder heteroseksuele jongeren.
feedback, interactieve quizzen om de
kennis te testen, e-cards en een seksuo-
Doelgroep
loog met goede tips.
Jongeren tussen de 16 en 24 jaar.
In de training wordt ingegaan op de
Partners
volgende aspecten:
GGD Amsterdam, Soa/Sense-poli.
• KRIJG jij wel wat je wilt
• ZEG jij wel wat je wilt
Rol van jongeren
• WEET jij wel wat je wilt
Gezond Amsterdam interviewde via internet
• VOEL jij wel wat je wilt
zo’n 200 jongeren over hun vrijgedrag,
waarbij veel mogelijke barrières zijn bloot-
Resultaat
gelegd die jongeren hebben m.b.t. veilig
Uit de effectevaluatie bleek dat jongeren
vrijen en het laten testen op soa’s. Op basis
die Vrijlekker.nl hebben gevolgd aantoonbaar
van deze resultaten is de safe-sextraining
meer condooms gebruikten met hun laatste
ontwikkeld.
losse partner (scharrel) en vaste partner dan
jongeren uit de controlegroep.
Aanpak
De training is ontwikkeld vanuit het idee
Projectinfo
dat elke jongere eigenlijk het liefst face-to-
www.vrijlekker.nl
facecontact heeft en op maat reactie krijgt
26
Good PRACTICEs jongeren centraal
vrijlekker.nl
lessen
in geluk
Titel
anders zijn. De campagne Mijn ID, waarbij ‘ID’ staat voor zowel idee als identiteit,
bevordert dat iedereen ertoe doet op school. Hoewel er specifieke aandacht is voor
transgenderisten, homo- en biseksualiteit is dit niet de enige focus. De campagne wil
alle lagen van de schoolwereld betrekken, zodat de kans op het veiliger worden van
scholen zo groot mogelijk is.
Sociale veiligheid
Scholen zijn opgeroepen om deel te nemen aan de Mijn ID-minicampagne. Om te bekijken
hoe het ervoor staat met de sociale veiligheid kan de school een kerngroepje van docenten
of leerlingen samenstellen. Door een zelftest op internet in te vullen, wordt duidelijk waar
ze staan op het gebied van sociale veiligheid. Ze kunnen ook een mini-ID-campagne uit­
voeren op hun school. Het minicampagnepakket bestaat onder andere uit: triggerposters,
een leerlingenzuil, lestips en gebruikershandleidingen voor docenten en een onderzoeksles.
Deze onderzoeksles kan gegeven worden door docenten, EduDivers-voorlichters of door
een lokale voorlichtingsgroep. De onderzoeksles maakt gebruik van aangepaste werkvormen van de lessenserie ‘Respect2Get=2Give’, die oorspronkelijk is ontworpen voor
allochtone leerlingen. Tijdens de onderzoeksles maken leerlingen een identiteitscollage
waarmee ze verschillende onderdelen van hun identiteit uitdrukken. Vervolgens wordt de
verbinding gemaakt tussen identiteit en homoseksualiteit om verbondenheid en betrokkenheid op een dieper niveau te creëren.
Voice-OUT
Een ander mogelijk onderdeel van het Mijn ID-project is het spel Voice-OUT. Voice-OUT
is ontwikkeld door vier internationale organisaties in het NISO-project. Het is een spel dat
de mensenrechten en seksuele diversiteit centraal stelt. Door het spel krijgen de leerlingen
een stem om zich uit te spreken over mensenrechten en antihomofobie op school, maar
ook breder, zoals in de media.
Intentieverklaring
Wanneer scholen een onderdeel van de minicampagne hebben uitgevoerd, kunnen ze een
Mijn ID-intentieverklaring maken en mogen ze gebruik maken van het logo. De intentieverklaring laat zien dat de school actief bezig is met sociale veiligheid en het welzijn van
seksueel diverse leerlingen.
27
Good PRACTICEs jongeren centraal
MIJN ID
lessen
in geluk
Het is voor jongeren
belangrijk dat ze ertoe doen op school, ook als ze zogenaamd
Op de website van EduDivers kunnen ouders en leerlingen bekijken welke scholen actief
bezig zijn met de sociale veiligheid en diversiteit. Het doel van de campagne is om alle
scholen in Nederland, van basisscholen tot hbo-instellingen, aan te zetten tot actie. Door
een duidelijk overzicht te geven van welke scholen actief bezig zijn met diversiteit en sociale
veiligheid is er voor ouders en (toekomstige) leerlingen de mogelijkheid om scholen
hierop te selecteren. Om te zorgen dat er actie plaatsvindt om de sociale veiligheid in de
scholen te verbeteren, zijn er ambassadeurs nodig.
Mijn ID-ambassadeurs
Mijn ID-ambassadeurs zijn vrijwilligers die meewerken aan de Mijn ID-campagne. Het
kunnen leerlingen, docenten, ouders of andere mensen van binnen of buiten de school
zijn die interesse hebben voor sociale veiligheid in het onderwijs. De taken van een
ambassadeur zijn heel divers. Ambassadeurs gaan in gesprek met scholen, docenten,
leerlingen, schoolleiders, ouders en bestuurders. De ambassadeur kan de school stimuleren
om goed na te denken over de situatie op school en om actie te ondernemen. Ook is de
ambassadeur in bezit van een koffertje met informatie en krijgt hij/zij een starttraining en
regelmatige updates. Mijn ID-ambassadeurs moeten open en nieuwsgierig zijn en gelijkwaardige gesprekken kunnen voeren met mensen met eventueel andere meningen. Het is
van belang dat de ambassadeurs niet de drang hebben om mensen te overtuigen van hun
eigen gelijk, maar dat ze in een gelijkwaardig gesprek bekijken hoe ze de schoolsituatie
kunnen verbeteren. Via de website hebben ambassadeurs toegang tot een database
waarin informatie te vinden is over de aanpak van andere scholen en waar ze informatie
uit kunnen wisselen.
Internationale benadering
De ambassadeurs worden gestimuleerd om lid te worden van de organisatie GALE
(Global Alliance for LGBT Education). Deze organisatie zorgt voor een verbinding met
initiatieven uit andere landen waarvan de ambassadeurs kunnen leren. Ook kunnen ze
via GALE deelnemen aan buitenlandse activiteiten op het gebied van sociale veiligheid
en diversiteit.
Meer dan een antihomofobiecampagne
Peter Dankmeyer, directeur van organisator EduDivers, geeft aan dat de eerste reacties
heel positief zijn. “Men vindt het mooi dat het geen antihomofobiecampagne is, maar
dat er voor een bredere insteek is gekozen en het veel meer gaat over jezelf kunnen
zijn.” Hij geeft aan dat docenten graag wat willen doen aan de sfeer op hun school en
dat hun eerste mogelijkheid toch is om iets in hun eigen klas te doen. Elk jaar reikt de
Onderwijsalliantie prijzen uit voor de school met de meest zinvolle aanpak. De keuze wordt
gemaakt op basis van de verhalen en ervaringen van de Mijn ID-ambassadeurs. Er is nog
geen onderzoek gedaan naar de effecten van het project. Dit zal in de toekomst gebeuren.
28
Good PRACTICEs jongeren centraal
MIJN ID
lessen
inactieve
geluk
Overzicht van
scholen
Een veilige situatie op school kan veel sociaal-emotionele en daarmee ook gezondheidsproblemen voorkomen. Door aandacht te besteden aan de jongere als persoon door te
zorgen dat de school een veilige omgeving is, kan een tiener optimaal groeien in zijn
middelbareschooltijd. De JGZ zou een prima kandidaat zijn om de onderzoeksles over
identiteit op scholen te geven. Op deze manier heeft ze zicht op welke zaken er spelen op
de verschillende scholen en kan ze daarmee gerichter haar kennis en ervaring inzetten.
Bijvoorbeeld door extra tijd en middelen vrij te maken voor leerlingen op scholen waar het
sociaal onveilig is.
Titel
Rol van jongeren
Mijn ID.
Jongeren zijn actief in bijna alle onderdelen
van het project, zoals: ambassadeurschap,
Project
zelftest maken, activiteiten opzetten.
Creëren van een veilig schoolklimaat.
Jongeren hebben een rol als koploper en
vernieuwer binnen de school.
Doel
Het door middel van verschillende methoden
Aanpak
aandacht vragen voor de discussie rondom
Na een starttest zijn binnen het kader van
identiteit en diversiteit in de school. Dit om
de Mijn ID-campagne diverse acties
uiteindelijk te zorgen dat elke leerling,
mo­gelijk. Scholen kunnen een Mijn ID-
ongeacht geaardheid of voorkeuren, zichzelf
themaproject organiseren, ze kunnen door
kan zijn op school.
leerlingen een schoolvisite laten uitvoeren,
het Voice-OUT-spel begeleiden of een
Doelgroep
formele visitatie laten doen. De ambassa-
Leerlingen, docenten, schoolbesturen en
deurs spelen hierbij altijd een belangrijke
verder alle geïnteresseerden die een link
rol.
hebben met het onderwijs.
Resultaat
Partners
Nog niet bekend.
Onderwijsalliantie, EduDivers, Rutgers
WPF, AOb, CBOO, CNVO.
Projectinfo
http://www.edudivers.nl/producten/
workshops/mijn-id-campagne
29
Good PRACTICEs jongeren centraal
MIJN ID
lessen
in geluk
Kansen voor
de jeugdgezondheidszorg
komt onder andere doordat veel jongeren het niet aan elkaar tonen als zij zich wat
minder goed voelen. Het lijkt alsof ‘niet lekker in je vel zitten’ weinig voorkomt, maar dat
is niet zo. Een op de vijf jongeren heeft depressieklachten. Onderzoek laat zien dat er
oefeningen zijn die het geluksgevoel kunnen versterken en je dus aan je psychische
conditie kunt werken. Via Happyles wordt dat mogelijk.
Happyles
Happyles is een programma om mentale veerkracht te bevorderen en depressie bij
jongeren te voorkomen. Het programma omvat een introductieles in de klas, een Happylestest, klassikale e-learninglessen en een groepscursus in een chatbox. Er zijn twee versies
van Happyles. Eén versie voor jongeren van 13 tot 17 jaar uit het voortgezet onderwijs en
één versie voor jongeren van 16 tot 25 jaar uit het middelbaar beroepsonderwijs. Bij de
variant 16 tot 25 jaar heeft een klankbordgroep van jongeren meegedacht en de Happyles
mee helpen ontwikkelen. De versie voor de jongere doelgroep is op basis van observaties
in klassen en reacties van jongeren aangepast.
Happyles-test
Na de introductieles vullen de jongeren de Happyles-test in. Deze test bestaat uit 34
vragen met 5 antwoordcategorieën en screent op depressie-klachten. De vragen gaan
over hoe de jongere zich de afgelopen week of twee weken heeft gevoeld of gedragen.
Deze vragen worden gebruikt om in te kunnen schatten hoe de jongeren zich voelen: of
zij lekker in hun vel zitten, minder lekker in hun vel zitten of echt helemaal niet lekker in hun
vel zitten. Het gaat hierbij om een momentopname (namelijk 1 tot 2 weken). Op basis van
de test krijgen de leerlingen automatisch persoonlijke feedback met een kort advies. De
jongeren kunnen zelf bepalen of zij iets met de feedback (willen) doen.
E-lessen voor alle jongeren
Na de Happyles-test worden klassikaal twee e-lessen gevolgd, waarbij de jongeren
inzicht krijgen in hun eigen gevoelsleven, onderscheid leren maken tussen verschillende
gevoelens en leren hoe zij deze handig kunnen verwoorden. Het gaat om een bewustwordingsproces, waarbij inzicht wordt verkregen in het feit dat gedachten over gebeurtenissen voor een belangrijk deel het gevoel bepalen. Door hier meer greep op te krijgen en
oefeningen te doen vanuit de positieve psychologie wordt gewerkt aan hun psychische
conditie. Het gaat onder meer om: het bedenken van dagelijkse activiteiten die je leuk
vindt, het gebruiken van je sterke eigenschappen, aandacht voor het hier en nu en het
visualiseren van je ideale toekomst. Ter ondersteuning van de oefeningen bevatten de
e-learninglessen korte filmpjes waarin jongeren geïnterviewd worden over hun ervaringen,
gedachten en gevoelens ten aanzien van de thema’s uit de lessen. Na de e-lessen vullen
de leerlingen nog een keer de Happyles-test in en krijgen daar weer feedback op.
30
Good PRACTICEs jongeren centraal
HAPPYLES
lessen
invaak
geluk
Jongeren denken
dat zij de enigen zijn die soms niet lekker in hun vel zitten. Dat
In de pilot krijgen alle leerlingen op basis van de test na de e-learninglessen een adviesgesprek op school. Deze gesprekken worden uitgevoerd door de preventiewerker die de
introductieles heeft verzorgd. Leerlingen die baat kunnen hebben bij extra ondersteuning
worden gestimuleerd om deel te nemen aan de begeleide Happyles-chatboxcursus. Dit
is een aangepaste vorm van de effectief bewezen online Grip op je Dip-cursus. Ook kunnen
jongeren in het gesprek doorverwezen worden naar andere hulp binnen de jeugdzorgketen.
Binnen het pakket kan ook een ouderavond aangeboden worden met het thema Happyles.
Binnen de huidige pilot is hier niet voor gekozen. Wel ont-vangen ouders een informatiebrief
over Happyles.
Groepscursus in chatbox
Voor jongeren die minder lekker in hun vel zitten, is een online groepscursus ontwikkeld.
Deze cursus wordt begeleid door een professionele coach en kan naast of na afloop van
de e-lessen (thuis) worden gevolgd. In zes sessies worden tips en oefeningen aangereikt
die jongeren helpen om zich vaker lekker in hun vel te voelen. Zij leren hun negatieve, irreële
gedachten op te sporen en deze om te buigen in positieve, reële gedachten. Deze techniek
bevordert de mentale veerkracht en pakt somberheid aan. Jongeren vinden zo herkenning
bij elkaar, terwijl zij anoniem blijven.
Inzicht in eigen gevoelens
Er is een effectevaluatie uitgevoerd onder 186 studenten. Hieruit bleek dat zij na afloop
van de e-learninglessen een hoger welbevinden rapporteerden dan ervoor. Zowel de
docenten als de studenten1 beoordeelden de inhoud als ‘goed’. Jongeren zijn over het
algemeen enthousiast over de lessen en beoordelen ze met een 7,1. Zij krijgen inzicht in
hoe ze zich voelen en weten beter waar ze gelukkig van worden. “Ik heb veel over mezelf
geleerd en weet nu beter hoe ik om moet gaan met verdriet en boosheid.” “Niet alles
draait om geluk, sommige dingen kun je ook gewoon weggooien. Er was een oefening
‘problemen weggooien’ en dat was heel goed voor mij.” Scholen zijn ook enthousiast
over het programma, omdat zij door de lessen goed zicht krijgen op wat er speelt bij de
afzonderlijke jongere. Hierdoor kunnen zij vroegtijdiger rekening houden met en inspelen
op wat jongeren nodig hebben.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
Wanneer er goed zicht is op de vroege tekenen van depressieve klachten is ingrijpen
veel effectiever, ook financieel. Het is daarom goed om er op deze manier vroeg bij te zijn.
In de pilot in Den Haag hebben preventiewerkers van de ggz een rol gekregen, maar deze
rol zou net zo goed door de JGZ vervuld kunnen worden. De uitvoerders van het programma
krijgen een training aangeboden om de kwaliteit van de uitvoering te waarborgen.
1
31
Van der Linden, D. & Van der Zanden, R. (2011). Trimbos.
Good PRACTICEs jongeren centraal
HAPPYLES
lessen
in geluk
Adviesgesprek
Binnen het programma wordt gewerkt aan
Happyles.
de volgende onderdelen:
• Rechtstreeks positieve gevoelens
Project
Online stepped-care-aanbod.
oproepen
• Creëren van positieve relaties
• Leren genieten en met aandacht leven
Doel
Het versterken van mentale veerkracht
en het voorkomen van depressie.
in het hier en nu
• Positieve en uitvoerbare toekomst­
plannen maken
• Constructief omgaan met problemen.
Doelgroep
Jongeren van 13 tot 25 jaar die het voort­
• Niet-helpende gedachten ombuigen
naar helpende gedachten
gezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs volgen.
Resultaat
Uit de effectevaluatie onder 186 studenten
Partners
is gebleken dat zij na afloop een hoger
Trimbos-instituut, de Jutters en scholen.
welbevinden rapporteerden dan voor de
e-learninglessen. De docenten en studenten
Rol van jongeren
beoordeelden de inhoud als ‘goed’.
Het programma is onder andere op maat
gemaakt op basis van focusgroepen met
Projectinfo
jongeren.
www.happyles.nl
Aanpak
http://www.trimbos.nl/projecten-en-onder-
Happyles is een stepped-care-aanbod.
zoek/projecten/63/2/63-204-happyles-
Er zijn twee versies van Happyles:
1317-den-haag-onderzoek
• Happyles 13-17 jaar: vo
• Happyles 16-25 jaar: mbo
Beide versies bestaan uit twee onderdelen:
• Klassikale e-lessen met opdrachten over mentale veerkracht en geluk
• Anonieme online groepscursus voor jongeren die in een dip zitten met begeleiding van een professionele coach (thuis)
32
Good PRACTICEs jongeren centraal
HAPPYLES
lessen
in geluk
Titel
dat vroeg alcoholgebruik de ontwikkeling remt en dat zich hierdoor minder grijze massa
ontwikkelt in het puberbrein. Om de gevolgen van alcoholgebruik in beeld te brengen en
te zorgen dat jongeren weten dat ze een keuze hebben, is in 2011 is de campagne
‘Drinkt het door?’ gestart. Deze campagne is onderdeel van de regionale samenwerkingsprojecten ‘Think before you drink’ in West-Brabant en ‘Alcohol 16 min, geen goed begin’
in Brabant-Noord. Beide projecten promoten alcoholvrij feesten en laten jongeren
ervaren dat feesten ook leuk kan zijn zonder alcohol. Met social media richt de campagne
zich op actieve deelname van jongeren zelf.
Campagne voor en door jongeren
Met het doel jongeren van 12 tot 18 jaar online te confronteren met keuzes rondom
alcoholgebruik is de actiesite gestart met interactieve video’s. De campagne ‘Drinkt het
door?’ is onderdeel van de regionale alcoholprojecten ‘Alcohol 16 min, geen goed
begin’ van de 20 gemeenten in Brabant-Noord en ‘Think before you drink’ van de 18
gemeenten in West-Brabant, de GGD, verslavingsinstituut Novadic-Kentron en vele
andere partijen in de regio. Gezamenlijk zetten zij zich in om de trend te doorbreken dat
jongeren steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken.
Beleving van jongeren centraal
‘Drinkt het door?’ zet in op de belevingswereld van jongeren, met jongerenpanels,
games, humor, entertainment en de inzet van social media. Jongeren nemen deel aan
filmpjes en vertellen zelf de boodschap, flyeren mee op festivals, doen mee aan games,
sturen gadgets via Hyves, plaatsen berichten en foto’s op Facebook en twitteren mee.
Annemiek van den Elshout, projectleider, vertelt: “Je wilt niet met professionals naar die
festivals trekken, daar zitten jongeren echt niet op te wachten. Het spreekt veel meer
aan als iemand van hun eigen leeftijd flyert.”
Win een schoolfeest
Om de jongeren naar de site te trekken is een wedstrijd uitgezet, met als prijs: een
schoolfeest. Op de speciale Hyves-page kon je je aanmelden (en tegelijk kijken wie er
nog meer lid waren). De speciale Twitter-account @wineenschoolfeest werd als aanjager
ingezet. Onder de paraplu van het schoolfeest werd het alcoholvrij feesten door jongeren
bediscussieerd. In 6 weken tijd stemden meer dan 1200 leerlingen van 16 deelnemende
scholen in Brabant via www.wineenschoolfeest.nl op hun school. Fioretti College won in
2011 een alcoholvrij schoolfeest met de actie ‘Win een schoolfeest’. Topartiesten Dean
Saunders en Sascha Visser traden daar op.
33
Good PRACTICEs jongeren centraal
drinkt het door?
lessen
geluk
Alcoholgebruikin
onder
jongeren komt steeds vaker en steeds eerder voor. Het is bewezen
Onderzoek toont aan dat groepsdruk een rol speelt bij drinkgedrag van jongeren. ‘Drinkt
het door?’ wil jongeren hiervan bewust maken en hen steunen bij het nee zeggen tegen
alcohol. Tijdens de acties worden de positieve gevolgen van niet drinken op korte termijn
benadrukt en worden Happy Drinks geschonken. Van den Elshout geeft aan dat jongeren
ook op zoek zijn naar grenzen: “Als je met jongeren praat over alcoholgebruik, dan zijn
ze daar heel open over. We merken dat veel jongeren al op jonge leeftijd alcohol
drinken, maar ze praten er wel open over. Ze geven zelf aan grenzen te willen hebben.”
Happy Drinks
Een vaak gehoord probleem van jongeren die een avond geen alcohol willen drinken is:
“Wat moet ik dan drinken?” Ze geven aan dat er bijna geen alternatieven zijn en de hele
avond aan de cola zien ze ook niet zitten. Pierre Wind merkte dit op en kwam met de
Happy Drinks. Happy Drinks zijn alternatieve en hippe alcoholvrije drankjes. Het is geen
fris, het is geen alcohol, het is alcoholvrij met een kick.
Droomprins of bierprins
Jongeren geven aan dat ze zich kunnen vinden in de festivalbezoeken van ‘Drinkt het
door?’: “Ik vind het een goede actie, zeker ook voor jongere kinderen, misschien leren
ze er wat van”, en: “Je gaat er toch wat meer over nadenken.” Op de site is ook een
filmpje te vinden waarin duidelijk wordt gemaakt hoe je eruitziet als je heel dronken in de
kroeg staat. Met duidelijke filmpjes wordt een treffend beeld geschetst van het verschil
tussen een leuke avond uit en een avond met te veel alcohol.
Ouderpanels
Momenteel wordt er ook over gedacht om ouders wat meer bij de campagne te betrekken. In de week van de opvoeding werden er in West-Brabant ouderpanels georganiseerd om te inventariseren wat ouders nodig hebben bij het begeleiden van hun kinderen
in de omgang met alcohol. De panels werden opgezet door het CJG en werden op
scholen gehouden. Ouders werden benaderd voor deelname via de scholen.
Website drukbezocht
Resultaten van de campagne zijn nog niet bekend, wel kan er redelijk wat afgelezen
worden aan het aantal bezoekers van de website en de Facebook-pagina. Van den
Elshout: “We merken dat er na een bezoek aan een festival een toename is van het
aantal bezoekers van de website en het aantal bezoekers van de Facebook-pagina.
Dat is voor ons ook een stukje effect, dat jongeren ons weten te vinden.”
34
Good PRACTICEs jongeren centraal
drinkt het door?
lessen
geluk
Groepsdrukin
en grenzen
De ‘Drinkt het door?’-campagne is gelinkt aan pagina’s op de sociale netwerken Facebook en Hyves (322 leden) en heeft een eigen internetpagina. Na festivals is te zien dat
jongeren de Facebook-pagina opzoeken om hun foto, genomen op het festival, te
bekijken. Wanneer jongeren deze foto ‘liken’ of hem op hun eigen prikbord plaatsen, is
dit ook weer te zien voor alle vrienden. Op deze manier wordt geprobeerd om de olievlek steeds groter te laten worden en er zo voor te zorgen dat zo veel mogelijk jongeren
op eigen initiatief naar de Facebook-pagina komen.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
De kansen voor de JGZ liggen in het outreachend werken en de dialoog aangaan met
jongeren. De JGZ moet daar zijn waar de doelgroep is. Jongeren blijken eigenlijk heel
open over alcohol te willen praten en dat is een goed uitgangspunt. De JGZ kan hierop
inspelen door de dialoog aan te gaan met jongeren op de plaatsen waar zij veel komen.
Titel
Aanpak
Drinkt het door?
Het project wil jongeren duidelijk maken
dat ze een keuze hebben als het gaat om het
Project
drinken van alcohol. Ze wijzen jongeren op
Actiesite met interactieve video’s.
de gevaren van alcohol en wat alcohol met
je doet.
Doel
Het project heeft een aantal off- en online
Jongeren offline en online confronteren
activiteiten:
met keuzes rondom alcoholgebruik.
• In gesprek gaan met jongeren op
festivals
Doelgroep
Jongeren vanaf 12 jaar.
• Foto’s maken van jongeren met het
‘Wat kies jij?’-bord waarna de foto’s
worden gepost op Facebook en Hyves
Partners
• Interactieve website met videomateriaal
Gemeenten in West-Brabant, GGD, Novdic-
• Actieve Facebook- en Hyves-pagina
Kentron.
Resultaat
Rol van jongeren
Veel bezoekers van de Facebook- en
Jongeren zijn actief onderdeel van de
Hyves-pagina. Verwacht wordt dat de
campagne, ze flyeren op festivals, maken
bekendheid zich als een olievlek verspreidt
foto’s voor op Facebook en informeren
over de sociaalnetwerkpagina’s. Verder
andere jongeren over alcoholgebruik en
onderzoek over resultaat is nodig.
alternatieven.
Projectinfo
www.drinkthetdoor.nl
www.happydrinks.nl
35
Good PRACTICEs jongeren centraal
drinkt het door?
lessen
geluk
Facebook enin
Hyves
Dit betekent dat een op de zes kinderen tegenwoordig gescheiden ouders heeft. Dat
kinderen het daarmee moeilijk hebben is een feit. Via het online platform VillaPinedo.nl
kunnen jongeren van gescheiden ouders met elkaar in contact komen en elkaar inspireren,
hulp bieden en adviseren. Ook ouders kunnen hier terecht, om advies te vragen aan jongeren
over hoe zij hun eigen kinderen het beste kunnen begeleiden voor, tijdens en na het
scheidingsproces. Villa Pinedo is met dit initiatief genomineerd voor de Nationale
Zorgvernieuwingsprijs 2012.
Villa Pinedo
Villa Pinedo is hét podium waar kinderen met gescheiden ouders hun ervaringen delen.
In blogs, filmpjes, gedichten en persoonlijke verhalen laten jongeren weten wat de scheiding
van hun ouders met hen doet. Volwassenen worden zich zo bewust van wat er in het hoofd
en hart van kinderen omgaat. Villa Pinedo pleit voor positief gedrag tussen ouders in het
belang van het kind en gaat uit van het onderling steunend vermogen van jongeren. Tatum
Dagelet is als ambassadrice verbonden aan Villa Pinedo. Cornald Maas en scheidingsonderzoeker Ed Spruijt zijn leden van het comité van aanbeveling.
In gesprek via het online forum
Op het online platform voor jongeren van 12 tot 23 jaar kun je in gesprek gaan met een
van de jongeren die daar speciaal voor getraind is. Bijvoorbeeld met Martine (21). Zij
maakte tien jaar geleden zelf de scheiding van haar ouders mee. “Ik vond het lastig om
begrip te krijgen voor hun keuze en te overzien wat het voor mij zou betekenen. Maar
waar ik écht last van had, is dat ik tussen mijn ouders in kwam te staan omdat ze vervelende
dingen over elkaar zeiden. Een psycholoog heeft me geholpen dat bespreekbaar te
maken bij mijn ouders. Hij liet me ook inzien dat het echt niet normaal was wat mijn ouders
deden. Nu wil ik anderen graag dat soort inzichten bieden.” Het platform voorziet volgens
oprichter Marsha Pinedo – die al tien jaar als therapeut met kinderen en jongeren in
scheidingssituaties werkt – in een behoefte. “Kunnen ventileren wat er in je hoofd en
hart omgaat is ontzettend belangrijk. Villa Pinedo biedt een plek waar er naar je wordt
geluisterd. Zoiets was er tot nu toe niet.”
´Wake-up call´ voor gescheiden ouders
Opmerkelijk is dat ook ouders terechtkunnen bij VillaPinedo.nl om in contact te komen met
jongeren als Martine. “Ouders praten vooral met andere ouders als ze naar oplossingen
zoeken, terwijl het werkelijke antwoord vaak bij de jongeren zelf ligt”, aldus Marsha. Zij
stellen vragen aan de jongeren over hoe zij beter in kunnen spelen op de behoeften van
hun eigen kinderen voor, tijdens en na het scheidingsproces.
36
Good PRACTICEs jongeren centraal
villa pinedo
lessen
in geluk
In Nederland krijgen
70.000 kinderen per jaar te horen dat hun ouders uit elkaar gaan.
Het tweet-buddy-onderdeel is een peer-to-peer-project, waarbij een groep jongeren actief
reageert op tweets. De tweet-buddy’s bieden zich aan als gesprekspartner en wijzen op
de site van Villa Pinedo. Het idee is om jongeren naar aanleiding van deze tweets naar een
besloten community te kunnen leiden. Deze is nu nog openbaar, maar de wens is dat er ook
een gesloten gedeelte komt voor die groep jongeren die meer met elkaar willen delen over
de scheiding van hun ouders.
Voor en door jongeren
Jongeren zijn zeer actief in het project en zijn betrokken bij het maken van de website,
beheren de social media en vormen de redactie. Dit doen ze in de vorm van ondernemer,
vrijwilliger of als onderdeel van een maatschappelijke stage. Zij maken deel uit van de
adviesraad en de raad van bestuur. Jongeren weten zelf goed hoe ze andere jongeren met
gescheiden ouders het beste kunnen benaderen en waar de behoefte ligt. Door al deze
activiteiten zijn jongeren bezig met het uitwisselen van ervaringen, waar een helende werking
van uitgaat.
Peer-methode
Jongeren blijken met de ‘peer’-methode (inclusief training en supervisie) in staat om andere
jongeren met emotionele problemen te ondersteunen in een ‘online’ omgeving. Jongeren
vinden het prettig dat ze via de site met elkaar in contact kunnen komen en dat ze herkenning vinden in het omgaan met lastige situaties. De hulp die de ‘peers’ op het forum bieden,
draagt bij aan het welbevinden, vermindert de ervaren ernst van het besproken probleem
en reduceert de ervaren stress van de jongeren die hier steun zoeken.
Kansen voor de jeugdgezondheidszorg
Voor de JGZ is het goed om te beseffen dat met een stevig kader, goede training en
begeleiding jongeren veel voor hun eigen groep kunnen betekenen. En niet alleen voor
hun eigen groep, maar ook voor professionals. Zo hebben jongeren in workshops aan
advocaten verteld hoe zij de scheiding hebben ervaren. Dit is gedaan omdat jongeren
nog veel te weinig betrokken worden bij het opstellen van de ouderschapsplannen na
echtscheiding, terwijl zij daar wel recht op hebben. Voor advocaten was het een eyeopener
om van de jongeren zelf te horen hoe ze zulke gesprekken moeten aanpakken. Dit geldt
ook voor de professionals van JGZ-organisaties. Ga met elkaar in gesprek, geef jongeren
de mogelijkheid en een plek om hun wensen en behoeften kenbaar te maken. Betrek hen
bij het maken van plannen om de wensen en behoeften van jongeren en de taken van de
JGZ goed bij elkaar te laten komen. Bekend is dat jongeren afkomstig uit onvolledige
gezinnen een veel minder gunstig beeld in hun ontwikkeling laten zien dan jongeren waarvan
de ouders nog bij elkaar zijn. In een gesprek kunnen zij aangeven waar hun wensen en
behoeften liggen.
37
Good PRACTICEs jongeren centraal
villa pinedo
lessen
in geluk
Tweet-buddy-project
social media in te zetten. Jongeren zijn
Villa Pinedo
getraind en worden intensief begeleid. Het
gaat om een door volwassenen begeleide
Project
‘peer’-methode. Daarnaast vertellen jongeren
Online platform voor en door jongeren met
op symposia in workshops aan allerlei
gescheiden ouders.
professionals over hun ervaringen.
De website bevat de volgende onderdelen:
Doel
Jongeren van gescheiden ouders een
podium geven om ervaringen uit te wisselen
over de scheiding en ouders bewust te
maken van deze ervaringen.
• Forum waar andere jongeren met
gescheiden ouders actief zijn.
• Vragen stellen aan het expertteam van
jongeren met gescheiden ouders.
• Filmpjes plaatsen en bekijken.
• Interviews, blogs en columns lezen.
Doelgroep
Jongeren van gescheiden ouders vanaf 12
jaar tot 23 jaar en ouders die in scheiding
liggen of gescheiden zijn.
• Tips over hoe je om kan gaan met de
scheiding.
• Inschrijven op leuke events om andere
jongeren met gescheiden ouders te
ontmoeten.
Partners
Villa Pinedo, jongeren, scholen.
• Tips geven aan gescheiden ouders en
hun vragen beantwoorden.
Rol van jongeren
Resultaat
Villa Pinedo is een jongerenorganisatie
Jongeren die bij de site betrokken zijn
door en voor jongeren met gescheiden
schrijven over hun gevoel en helpen andere
ouders. De organisatie heeft een jongeren-
jongeren met hun ervaringen. Neveneffect
bestuur en jongeren vormen de redactie.
is dat dit helpt voor hun eigen verwerkings-
Volwassenen zijn ondersteunend aanwezig.
proces. Mogelijkheden voor onderzoek
hieromtrent worden verkend.
Aanpak
38
Villa Pinedo sluit aan bij de belevingswereld
Projectinfo
van jongeren door internet, een forum en
www.villapinedo.nl
Good PRACTICEs jongeren centraal
villa pinedo
lessen
in geluk
Titel
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid
Churchilllaan 11
3527 GV Utrecht
www.ncj.nl