Politieacademie Respectvol in stijl Respectvol in stijl Inhoud Voorwoord Ineke Stam Inleiding 1 Beroepscode Politieacademie 1.1 Richtinggevende waarden 1.2 Wat betekent integriteit voor individuele medewerker van de Politieacademie en studenten? 2. Gewenst gedrag 3. Uitgangspunten voor het dragen van kleding en presentatie 3.1 Kleding 3.2 Tenue 1 (dagelijks winter) 3.3 Tenue 2 (dagelijks zomer) 3.4 Tenue 3 motorsurveillance 3.5 Tenue 4 gekleed tenue 3.6 Tenue 5 speciale eenheden 3.7 Tenue 6 sportkleding 3.8 Tenue 7 burgerkleding 4. Houding en presentatie Respectvol in stijl Voorwoord Ineke Stam Inleiding Beste collega en student, De Politieacademie is een professionele organisatie met een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit stelt hoge eisen aan de integriteit van de organisatie en haar medewerkers. Goed en stevig ingebed integriteitbeleid is daarom van groot belang. De in deze brochure gepresenteerde Beroepscode Politieacademie kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Er is voor gekozen geen pasklare code te formuleren, maar een richtinggevend kader op te stellen. Het formuleren is een ontwikkelproces, waarbij de betrokkenheid van alle medewerkers en studenten van groot belang is. Uiteindelijk moet dit leiden tot een aantal normen, waarin medewerkers en studenten van de Politieacademie zich herkennen en waarvan ze bereid zijn elkaar eraan te houden. Het integriteitsbeleid van de Politieacademie is dan wel richtinggevend, maar niet geheel vrijblijvend. Voor een professionele organisatie is een dergelijk beleid namelijk essentieel. Met deze brochure onderstrepen wij dit nog een keer. De leidinggevenden zijn de eerst verantwoordelijken voor het bevorderen van integriteit en zij vertonen voorbeeldgedrag. Echter, van alle medewerkers en studenten vragen wij dat zij voorbeeldgedrag vertonen en dat zij respect hebben voor elkaars normen en waarden en voor elkaars grenzen. Ik nodig je daarom uit om kennis te nemen van de inhoud van deze brochure en dit document in onze organisatie levend te maken en te houden. Respectvol in stijl Een goed functionerende politie vindt haar legitimiteit in de samenleving. De burger verwacht integere en professionele politiemedewerkers. Dit stelt ook eisen aan de Politieacademie en haar medewerkers. Deze brochure focust op integriteit. Zowel houding en gedrag, als uiterlijke aspecten van integriteit komen in deze brochure aan bod. De brochure is bestemd voor medewerkers van de Politieacademie en studenten wanneer zij onderwijs volgen op een locatie van de Politieacademie. Om integriteit vorm te geven binnen onze organisatie heeft de Politieacademie, net als de politie, een Bureau Integriteit & Veiligheid (BIV). Naast het verrichten van allerlei soorten onderzoek, heeft dit bureau mede tot taak om samen met leidinggevenden op het gebied van integriteit beleid te maken en verder vorm te geven. De brochure ‘Respectvol in stijl’ maakt, net als de eerder uitgegeven nota ‘gewenste omgangsvormen’, deel uit van het integriteitsbeleid van de Politieacademie. Hoofdstuk één bevat de Beroepscode Politieacademie. De code is gebaseerd op een voorstel van de Raad van Hoofdcommissarissen voor een beroepscode voor de politie in Nederland. In paragraaf 1.2 is opgenomen wat deze code voor de individuele medewerker van de Politieacademie betekent. Met de beroepscode als vertrekpunt is in hoofdstuk twee een begin gemaakt met het ontwikkelproces dat dient te leiden tot een concrete beroepscode. Voor een aantal punten is concreet invulling gegeven aan het gewenste gedrag van medewerkers en studenten van de Politieacademie. Gewenst gedrag begint met oprechte intenties, integriteit en professionaliteit. Correcte en verzorgde kleding, een representatieve houding en passend taalgebruik zijn daar uitingsvormen van. In hoofdstuk drie en vier worden de voornaamste richtlijnen op dit vlak geschetst. Respectvol in stijl 1. Beroepscode Politieacademie In het kader van een te ontwikkelen integriteitbeleid volgt de Politieacademie de lijn van een door de Raad van Hoofdcommissarissen geïnitieerde beroepscode voor de politie in Nederland. Hoofdstuk 1 bevat de Beroepscode Politieacademie, die hiervan is afgeleid. In dit kader worden zeven richtinggevende waarden met betrekking tot integriteit benoemd. De individuele medewerker van de Politieacademie kan vanuit verschillende invalshoeken inhoud geven aan het begrip ‘integriteit’. In paragraaf 1.2 is opgenomen wat dit voor de individuele medewerker van de Politieacademie betekent. Het gemeenschappelijke kader voor een beroepscode en paragraaf 1.2 vormen het vertrekpunt om tot een concrete beroepscode te komen. 1.1 Richtinggevende waarden De algemene beginselen van integriteit van de Politieacademie zijn vastgelegd in zeven waarden, die richtinggevend zijn voor een beroepscode voor de Politieacademie. Deze waarden zijn hieronder genoemd en toegelicht. 1. Respect Respect is van belang als er sprake is van diversiteit van waarden, normen en overtuigingen tussen mensen. Als iedereen het met elkaar eens is, is respect als beginsel overbodig. In onze samenleving waarin veel verschillende opvattingen over uiteenlopende zaken naast elkaar bestaan, is respect een belangrijk beginsel. Respect heeft de volgende kenmerken: • respect betekent niet dat je het over alles steeds eens bent met de ander. Juist als je het hartgrondig oneens bent met de overtuigingen van de ander, dan blijkt daaruit dat je de ander serieus neemt. Op dat moment is respect van belang; • respect betekent dat de overtuiging van de ander evengoed recht van bestaan heeft, als je eigen mening; • respect uit zich in een correcte en fatsoenlijke bejegening van de ander. Respect uit zich ook in het stellen van vragen, in plaats van een (stille of publieke) veroordeling. Respectvol in stijl Respectvol in stijl 2. Transparantie Transparantie is het inzichtelijk maken voor anderen wat je gaat doen en wat daarvoor je beweegredenen zijn. Het is de bereidheid je gedrag aan anderen uit te leggen. Transparantie heeft de volgende kenmerken: • manieren van werken zijn vastgelegd in procedures; • criteria voor beslissingen leg je vooraf vast en worden gecommuniceerd; • er is open communicatie over de overwegingen die meewogen bij een besluit. • op open en eerlijke wijze reflecteren op eigen manier van werken; 3. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid heeft een dubbele betekenis. Verantwoordelijkheid kan te maken hebben met datgene wat er van je wordt verwacht, dus voorafgaand aan het handelen. Het kan ook te maken hebben met de beoordeling achteraf van je gedrag. In het algemeen heeft iedereen ook verantwoordelijkheid ten opzichte van de resultaten, dus voor het gezamenlijke doel. Uiteraard heeft elke medewerker een verantwoordelijkheid voor zijn of haar collega. Verantwoordelijkheid heeft de volgende kenmerken: • verantwoordelijkheid is het herkennen van het beroep dat er in een situatie op je wordt gedaan en het reageren op dat beroep; • verantwoordelijkheid is het tegen elkaar afwegen van de verschillende belangen die in een situatie spelen en het op grond van die afweging komen tot een beslissing; • verantwoordelijkheid is de bereidheid achteraf de overwegingen die een rol speelden bij je beslissing ter beoordeling aan anderen voor te leggen en de consequenties ervan te aanvaarden. Respectvol in stijl 4. Betrokkenheid Betrokkenheid houdt in dat je ergens hart voor hebt. De tegenpool van betrokkenheid is onverschilligheid. Er kan betrokkenheid zijn bij de organisatie waar je werkt, bij de inhoud van het werk en bij de mensen met wie je werkt. Deze verschillende vormen van betrokkenheid zijn allen van belang voor goed optreden, maar kunnen onderling ook spanningsvelden opleveren. En niet alleen onderling, ook op het persoonlijke vlak is nuancering nodig: betrokkenheid is een vereiste, maar het mag niet ten koste gaan van jezelf. Betrokkenheid heeft de volgende kenmerken: • betrokkenheid is het vermogen verbinding te maken met de belangen van anderen of van de organisatie; • betrokkenheid is de bereidheid je in te zetten voor de belangen van anderen of van de organisatie; • te grote betrokkenheid kan ten koste gaan van jezelf. 5. Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid zegt iets over hoe de omgeving naar jou kijkt. Integer zijn is te vertrouwen zijn. Een reputatie van betrouwbaarheid is gemakkelijk te beschadigen, maar moeilijk op te bouwen. Betrouwbaarheid heeft de volgende kenmerken: • niet meer beloven dan je waar kunt maken; • gedane afspraken nakomen of communiceren als dit niet lukt; • je inspannen om je taken goed uit te voeren; • consistent zijn in spreken en handelen. Respectvol in stijl 6. Rechtvaardigheid Rechtvaardigheid is voor de politie, als handhaver van de rechtsorde, het beginsel bij uitstek. Rechtvaardigheid heeft in de eerste plaats de betekenis van rechtmatigheid. Rechtvaardig is dat wat in overeenstemming is met de geldende wetten. In de tweede plaats is rechtvaardigheid een moreel beginsel dat verder gaat dan toepassing van het geldende recht. Wetten kunnen ook onrechtvaardig zijn. Het beoordelen of iets rechtvaardig is, vraagt om afstand nemen van eigen positie en belangen. Rechtvaardigheid heeft de volgende kenmerken: • afstand nemen van je eigen belangen en vooroordelen; • de verschillende belangen die in een situatie spelen inventariseren en tegen elkaar afwegen; • beslissingen nemen zonder aanzien des persoons. 1.2 Wat betekent integriteit voor de individuele medewerker en student van de Politieacademie? Elke medewerker en student van de Politieacademie heeft een speciale verantwoordelijkheid naar de samenleving. Bij het afleggen van de ambtseed/belofte is toegezegd dat men plichtsgetrouw en nauwgezet de taken zal vervullen; zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar, zodat het aanzien van de Politieacademie geen schade ondervindt. De individuele medewerker van de Politieacademie kan vanuit verschillende invalshoeken inhoud geven aan het begrip ‘integriteit’. Hieronder is in de eerste persoon opgenomen wat dit concreet betekent. 7. Balans De richtinggevende waarden zijn geen simpele vuistregels, die automatisch tot een moreel juiste beslissing leiden. Ieder van de waarden kan op zichzelf al tot tegenstrijdige overwegingen leiden. Bovendien kunnen zij onderling met elkaar botsen. Moreel handelen is op geen enkele wijze te reduceren tot een stelsel van sluitende regels. Om te komen tot een goede beslissing is het noodzakelijk zaken tegen elkaar te kunnen afwegen. Balans heeft de volgende kenmerken: • herkennen van botsende waarden of kenmerken; • herkennen van de valkuilen van het verabsoluteren van de waarden; • kennen van de vooringenomenheden en dogma’s in jezelf. 10 Respectvol in stijl 11 Respectvol in stijl 1. Ik en de Politieacademie Bij mijn professionele taakuitoefening lever ik door mijn werkwijze, houding en gedrag een positieve bijdrage aan het imago en de resultaten van de Politieacademie. 2. Ik en mijn collega Ik werk regelmatig samen met mijn collega’s. Samen met hen geef ik de doelstellingen van de Politieacademie gestalte. Hierdoor ben ik een betrouwbare collega en ik stel mij loyaal op. De afspraken die ik maak, kom ik na. Ik durf mijn collega’s kritisch te benaderen, daarmee houd ik de integriteit van de organisatie in stand. Als de integriteit in het geding komt, zal ik mijn collega’s daarop aanspreken, en daarbij hun privacy zo veel mogelijk respecteren. 3. Ik als leidinggevende Als leidinggevende draag ik een specifieke verantwoordelijkheid voor mijn medewerkers als het gaat om integriteit, veiligheid en imago van de Politieacademie. Ik stel hoge eisen aan mijn functioneren. In alle openheid en veiligheid stel ik integriteitvraagstukken aan de orde. Daarbij reken ik op de inbreng van mijn medewerkers. 4. Ik en de burger De samenleving heeft recht op integere medewerkers van de Politieacademie. Mensen uit de maatschappij kijken kritisch naar mij. Dat brengt hoge eisen met zich mee voor mijn manier van werken en voor mijn eigen ambities. Mijn taken vervul ik dan ook integer. Dat houdt in dat ik op een goede manier omga met de rechten en plichten die voor mij gelden. 5. Ik en mijn vrije tijd Het feit dat ik bij de Politieacademie werk en/of studeer, heeft gevolgen voor het gedrag in mijn privé-tijd. Ik ben mij bewust dat er beperkingen zijn. Mijn gedrag in mijn vrije tijd mag de integriteit van mezelf en mijn korps niet aantasten. Ik ben me bewust van mijn maatschappelijke voorbeeldfunctie en gedraag me hierna. 12 Respectvol in stijl 13 Respectvol in stijl 2. Gewenst gedrag Gewenst gedrag en integriteit hebben veel raakvlakken met elkaar. Van medewerkers en studenten van de Politieacademie wordt in het bijzonder verwacht dat zij een voorbeeldfunctie vervullen in het laten zien van gewenst gedrag. Het is van belang om een cultuur in stand te houden of te creëren waarin het normaal is om over gewenst gedrag te praten en elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag. De beroepscode Politieacademie is vertrekpunt bij de formulering en verdere invulling van gewenst gedrag binnen de Politieacademie. In dit hoofdstuk worden een aantal concrete voorbeelden met betrekking tot gewenst gedrag genoemd. Deze tekst is met name bedoeld om een start voor discussie te geven. Beleefdheid als waarde kent in onze samenleving vele normen. Zonder die allemaal te benoemen wordt van onze medewerkers en studenten verwacht dat zij in alle gevallen, ook bij excessen, beleefd blijven. Beleefdheid gaat verder dan juridisch correct handelen. Juist in situaties waarin emoties hoog oplopen, is het van groot belang om zich te beheersen en beleefd te blijven Het toepassen van beleefde omgangsvormen is in gezelschap belangrijk: burgers zien een politieambtenaar in vrije tijd ook als politieambtenaar! Gewenste omgangsvormen zijn een essentieel onderdeel van gewenst gedrag. Het respecteren van andermans grenzen en zich verplaatsen in de ander maken daar deel van uit. Openstaan voor feedback, feedback geven en niet roddelen zijn andere voorbeelden van gewenst gedrag. Naast inhoudelijke correctheid in de omgang met elkaar, is ook het taalgebruik belangrijk. De beleefdheidsvorm ‘u’ gebruiken in de omgang met bezoekers is zeer op zijn plaats, hoewel het informele ‘je’ en ‘jij’ in onze organisatie gangbaar is. Verder is het goed om zich bewust te zijn van het feit dat dezelfde woorden voor verschillende mensen verschillende betekenissen kunnen hebben. Voor taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk, geldt zeker dat rekening moet worden gehouden met degenen aan wie de woorden zijn gericht. Het is dus zaak taal te gebruiken waaruit blijkt dat er respect is voor iemands geslacht, levensovertuiging, ras, leeftijd, positie etc. Daarvoor is kennis nodig van ‘wat wel en wat niet kan’. En daarover mag ook worden gediscussieerd. 14 Respectvol in stijl Overmatig drankgebruik en het gebruik van drugs passen uiteraard niet bij de professionele beroepshouding van aan onze organisatie verbonden mensen. Het schaadt de vertrouwensbasis tussen de burger en de Politieacademie. In dit kader wordt ook gokken als ontoelaatbaar genoemd. Roken in uniform is niet representatief en dient buiten het zicht van het publiek plaats te vinden. In alle gebouwen en vóór de hoofdingangen van de Politieacademie geldt een rookverbod. In ruimtes binnen de gebouwen van de Politieacademie, die commercieel worden verhuurd aan derden buiten de Politieorganisatie (zoals de bar in Warnsveld en in Ossendrecht) geldt een uitzondering op het rookverbod voor de dagen waarop die ruimtes worden verhuurd. Respectvol in stijl houdt in dat er respectvol met diensteigendommen wordt omgesprongen. Het schoonhouden van dienstauto’s en het niet voor privé-doeleinden gebruiken van spullen van de dienst vallen onder deze noemer. Ook het respectvol omgaan met ‘diensttijd’, lees tijd van de dienst, is een belangrijk aspect. Uitvoerige telefonische privé-gesprekken of gesprekken via MSN (chatsessies) zijn niet toegestaan en voor sporten in diensttijd dient men in TWR uren in te leveren. Bij twijfel is het in alle gevallen goed om hier met de leidinggevende over te praten. Hoewel er nog veel aspecten van gewenst gedrag te noemen zijn, wordt tot slot het aannemen van geschenken of andere giften in relatie tot het verbonden zijn aan de Politieacademie genoemd. Het aannemen van geschenken is niet geoorloofd, maar… in sommige gevallen kan het niet aannemen van geschenken kwetsend zijn voor degene die het geschenk(je) wil geven. Mogelijk zijn er meer situaties te bedenken die maken dat een aangeboden geschenk maar beter aangenomen kan worden. In die bijzondere gevallen is het een vereiste dat het gebeurde wordt aangemeld bij de leidinggevende en op schrift wordt gezet. Medewerkers en studenten van de Politieacademie worden bij het aannemen van geschenken immers bijzonder kwetsbaar. 15 Respectvol in stijl 3. Uitgangspunten voor het dragen van kleding en presentatie Representatie, veiligheid en uniformiteit, ’Kleding maakt de man of de vrouw’, zegt iets over de organisatie en over de kwaliteit van het werk. Een representatieve uitstraling is dan ook vanzelfsprekend voor medewerkers. Ze schenken aandacht aan hun persoonlijke verzorging en aan hun kleding. Kleding hoort schoon te zijn, het overhemd gestreken en de schoenen gepoetst. Op grond van ARBO-normen en veiligheidsoverwegingen is het dragen van zichtbare piercings (lip, neus, wenkbrauw, mond, tong) niet geoorloofd. Daarnaast hebben piercings niet de representatieve uitstraling die de Politieacademie van haar medewerkers en studenten verwacht. Ook het dragen van andere sieraden wordt uit veiligheidsoverwegingen ontraden. Ringen, armbanden, kettingen en oorbellen kunnen bijvoorbeeld bij een vechtpartij tot verwondingen leiden. Tijdens officiële gelegenheden kunnen vrouwen in combinatie met het gekleed tenue (tenue 4, zie § 3.5) oorbellen dragen. 16 Respectvol in stijl De onderstaande uitgangspunten voor het dragen van kleding en presentatie zijn van toepassing op alle medewerkers en studenten van de Politieacademie. - Alle executieve collega’s dragen het uniform. Studenten dragen tijdens de initiële opleidingen het uniform, zowel op het opleidingsinstituut als in het korps. Docenten, praktijkcoaches en direct leidinggevenden kunnen hierop individueel of per groep een uitzondering maken. - Administratief-technische collega’s kunnen in bepaalde functies in uniform gekleed gaan. - Het is verboden uniformonderdelen, dienstkleding en uitrustingsstukken te dragen die strijdig zijn met het vastgestelde kledingpakket. - In gebouwen van de Politieacademie wordt het dienstpistool niet gedragen, tenzij op dat moment nodig voor het onderwijs - Het uniform dient correct te worden gedragen. Het is niet toegestaan uniformkleding te combineren met andere kledingstukken. De manier van dragen dient het imago van de Politieacademie te versterken. - Presentatie en onderhoud van het uniform zijn primair de verantwoordelijkheid van de medewerker van de Politieacademie of student. Verstrekking van dienstkleding voor studenten komt voor rekening van het korps. - Bij gezamenlijk optreden wordt uniformiteit van kleding in acht genomen. Wanneer dus twee of meerdere collega’s en/of studenten de straat opgaan dragen ze hetzelfde uniform. - Docenten van de Politieacademie houden toezicht op het correct dragen van het uniform door studenten. 17 Respectvol in stijl - Bij werkbezoeken aan het buitenland en bij (korps)begrafenissen worden de daar geldende protocollen gehanteerd. - Wanneer medewerkers van de Politieacademie en studenten op een locatie van de Politieacademie zijn, zijn ze verplicht de identiteitspas zichtbaar te dragen. Bezoekers van de Politieacademie dienen de bezoekerspas zichtbaar te dragen. - Collega’s en studenten kunnen elkaar aanspreken op bovengenoemde uitgangspunten. Nb. Voor executieven geldt dat zij op de borst hun naambordje dragen. 3.1 Kleding Voor kleding van niet-executieven is geen algemeen voorschrift te geven. Zij dient functioneel te zijn en moet dus passen bij de omgeving waarin met werkt. Houd er rekening mee dat je vertegenwoordiger bent van een professionele organisatie. Wees ervan bewust dat je bij de Politieacademie betrokken bent, ook in burger. Zorg er dus voor dat je netjes en representatief gekleed bent. In bepaalde omstandigheden kun je goed uit de voeten met ‘representatieve vrijetijdskleding’. Echter, ook wanneer je dienst doet in burger en geen externe contacten hebt, wordt een combinatie of kostuum met stropdas gewaardeerd. Bij contacten met externen geniet representatieve kleding de voorkeur (geen vrijetijdskleding). Optreden in burger tijdens officiële gelegenheden vraagt om representatieve kleding voor dames en een kostuum of combinatie met bij voorkeur stropdas voor heren. Voor executieve collega’s en studenten bestaan 7 tenues die afhankelijk van de situatie gedragen dienen te worden. Hierbij gelden enkele algemene regels: - Heren dragen bij het overhemd met lange mouw altijd een stropdas. Dames kunnen kiezen tussen das of het sjaaltje waarbij uitsluitend het bovenste overhemdknoopje geopend mag zijn. - Bij het overhemd met korte mouw zijn sjaaltje of stropdas niet verplicht, alleen het bovenste overhemdknoopje blijft open. Dit geldt niet als een blouson wordt gedragen; in combinatie met een blouson is bij een overhemd met korte mouwen een das of sjaaltje verplicht. 18 Respectvol in stijl 19 Respectvol in stijl 3.2 Tenue 1: dagelijks Winter van 1 oktober tot 1 april - Wit overhemd met lange mouw; - Zwarte stropdas of -voor de dames- het blauwe sjaaltje; - Donkerblauwe pantalon of broek(rok); - Blauwe V-halstrui, halfhoge coltrui of spencer. Steeds met onderscheidingstekens; - Zwarte schoenen (Geen ME of sport); - Zwarte sokken, dames een huidkleurige panty; - Zwarte of grijze lederen handschoenen; - Pet. Dames kunnen kiezen uit een pet of hoed; - Blouson, tuniek of parka. En indien nodig: - Blauwe sjaal; - Regenjack/broek; - Bontmuts. 3.4 Tenue 3: motorsurveillance Winter (1 oktober tot 1 april) - Leren motorpak of Cordura all-weatherpak waarbij de leren broek gedragen mag worden; - Bij neerslag hierover de wit-oranje regenoverall; - Witte integraalhelm; - Motorhandschoenen (met vingertoppen); - Motorlaarzen; - Gehoorbescherming; - Bij extreme kou een helmmuts. Zomer (1 april tot 1 oktober) Als wintertenue. Onder de motorkleding dient echter een blauw polo- of sweatshirt (eventueel met col) te worden gedragen. 3.3 Tenue 2: dagelijks Zomer van 1 april tot 1 oktober - Wit overhemd met korte of lange mouw; - Zwarte stropdas of -voor de dames- het blauwe sjaaltje. De verplichting tot het dragen van de stropdas of het sjaaltje geldt bij het dragen van korte mouwen alleen in combinatie met de blouson; zonder blouson zijn de stropdas en het sjaaltje optioneel. - Donkerblauwe pantalon of broek(rok); - Zwarte schoenen (Geen ME of sport); - Zwarte sokken, dames een huidkleurige panty; - Pet. Dames kunnen kiezen uit een pet of hoed. Bij tropische temperaturen is een pet of hoed niet verplicht. Voor dames geldt hetzelfde voor panty’s. - Blouson of parka. En indien nodig: - Blauwe sjaal; - Regenjack/ -broek. 20 Respectvol in stijl 21 Respectvol in stijl 3.5 Tenue 4: gekleed tenue Het gekleed tenue wordt in principe gedragen tijdens: - Beëdigingbijeenkomsten; - Bevorderingsbijeenkomsten; - De nieuwjaarsreceptie; - Huwelijk of rouw; - Gebeurtenissen waarbij het koninklijk huis of een bevriend staatshoofd officieel aanwezig is; - Presentaties waarbij gekleed tenue uit representatief oogpunt is gewenst (dit wordt dan van tevoren bekendgemaakt). Het gekleed tenue bestaat uit: - Tuniek met nestelkoord; - Wit overhemd; - Donkerblauwe pantalon of rok; - Zwarte stropdas of -voor de dames- het blauwe sjaaltje; - Zwarte sokken, voor dames een huidkleurige panty; - Zwarte lederen, lage schoenen (geen ME of sport); - Eventuele formeel toegekende onderscheidingen. Het pistool wordt uitsluitend gedragen in een schouderholster. Buiten horen bij het gekleed tenue witte handschoenen en pet of hoed. 3.6 Tenue 5: Docenten Conflict en Crisisbeheersing / Gevaarsbeheersing Het tenue voor docenten bestaat uit: - Donkerblauw Polo-shirt; - ME-broek; - ME-jas met badge met daarop logo van de Politieacademie en badge met naam van de docent; - ME-schoenen zwart; - Zwarte sokken; - Zwarte lederen koppel; - Blauwe ME-trui of blauw sweatshirt; - Blauw fleece jack merk Prof. En indien nodig: - Blauw regenpak (Gore-Tex); - Blauwe sjaal of col; - ME-cap of blauwe wollen muts; - Zwarte lederen handschoenen. Afwijkende kledingvoorschriften voor docenten van specifieke opleidingen worden apart gegeven zoals: Basisopleiding beveiligers, Aanhouding en ondersteuningseenheid, enzovoorts. Voor studenten worden per opleiding en per lesonderdeel specifieke kledingsvoorschriften gegeven. 22 Respectvol in stijl 23 Respectvol in stijl 3.7 Tenue 6: sportkleding docenten Fysieke Mentale Vorming & Training FMV & T algemeen: - Trainingspak; - T-shirt; - Poloshirt; - Korte broek; - Fleece trui / sweater; - Looplegging; - Loopjack; - Sportsokken (loopsokken); - Sporttas; - Parka; - Judogi (blauw); Persoonlijk aan te schaffen: - Loopschoenen; - Buitensportschoenen; - Binnensportschoenen. 3.8 Tenue 7: burgerkleding Voor burgerkleding is geen algemeen voorschrift te geven. Net als voor het uniform geldt voor burgerkleding dat deze functioneel dient te zijn en dus moet passen bij de omgeving waarin men werkt. In bepaalde omstandigheden kun je goed uit de voeten met ‘representatieve’ vrijetijdskleding. Optreden in burger tijdens bijvoorbeeld officiële ontvangsten vraagt echter om representatieve kleding voor dames en een kostuum of combinatie met bij voorkeur stropdas voor heren. Bij normale contacten met externen geniet representatieve kleding de voorkeur (geen vrijetijdskleding). Ook wanneer je dienst doet in burger en geen externe contacten hebt, wordt een combinatie of kostuum met stropdas gewaardeerd. Houd er rekening mee dat je vertegenwoordiger bent van een professionele organisatie. Wees ervan bewust dat je bij de Politieacademie betrokken bent, ook in burger. Zorg er dus voor dat je netjes en representatief gekleed bent. Zwemkleding: - Zwemkleding; - Badslippers. Sportkleding voor buiten: - Muts; - Handschoenen (windstopper); - Buitenjas Gore-Tex (rood); - Buiten broek Gore-Tex (zwart); - Fleece met windstopper (zwart / rood); - Thermisch ondergoed; - Buitenschoenen (zwart, persoonlijk aan te schaffen). Sportkleding voor studenten Voor studenten geldt de sportkleding die standaard door de korpsen aan de studenten wordt verschaft. 24 Respectvol in stijl 25 Respectvol in stijl 4. Houding en presentatie Er is een aantal situaties (plechtigheden) waarbij van de Politieacademiemedewerkers en studenten verwacht wordt dat zij zich formeel kleden en presenteren. Hierbij gaat het niet om strikte discipline of strakke exercitie, maar meer om een houding te kunnen aannemen die gebruikelijk is bij plechtigheden in uniform. Uit eerbetoon en respect voor overheid en burgers weet de medewerker en student van de Politieacademie dat van hem of haar een stijlvolle en correcte houding kan worden verwacht. Hieronder wordt een aantal gebruiken / begrippen uitgelegd, te weten: in de houding, de groet en de eregroet. Deze gebruiken kunnen worden toegepast: - - - Tijdens de beëdiging en het spelen van het Wilhelmus: Houding en groet. Na het hijsen van de vlag (in top of halfstok) of voor het strijken van de vlag: Houding en groet. Bij het passeren van de koninklijke stoet (bijv. prinsjesdag), een buitenlands staatshoofd of een rouwstoet: Houding en eregroet. NB: soms wordt van tevoren bepaald dat alleen de leidinggevende de groet brengt. Andere medewerkers nemen dan alleen de houding aan. In de houding Dient men de houding aan te nemen, dan gaat dit als volgt: (NB: groepsgewijs zal een aantal commando’s worden gegeven, individueel past men het zelf toe). - - - - 2e rust: men staat stil op de plaats. Voeten ca. 30 cm uit elkaar, handen losjes op de rug. Rustig spreken en bovenlichaam draaien toegestaan. 1e rust: idem als bij 2e rust, echter nu is het lichaam gestrekt, de handen gestrekt (rechter in de linker) op de rug. Spreken en bewegen niet meer toegestaan. in de houding: op het commando ‘attentie / opgelet’ (waarschuwing) …‘het geheel’ / ‘afdeling’ / ‘groep’ / ‘peloton’ (uitvoering), word het lichaam gestrekt, de handen gestrekt, ‘geeft’ (waarschuwing) ... ‘acht’ (uitvoering), plaatst men de linkervoet, die enigszins wordt opgetild, naast de rechtervoet, met de hakken tegen elkaar en de voorvoeten ca. 30 graden uit elkaar (v-vorm). Tegelijkertijd gaan de handen, die losjes tot vuisten zijn gebald, op de naad van de pantalon of rok, met de duimen naar voren. De armen zijn recht gestrekt langs het lichaam. Men kijkt recht vooruit en beweegt en spreekt niet. Bij het commando ‘plaats’ (waarschuwing) ... ‘rust’ (uitvoering) gaat men in de 1e rust staan. Op het commando ‘rust’ gaat men in de 2e rust staan. 26 Respectvol in stijl 27 Respectvol in stijl De groet Bij stilstaan in de houding wordt het commando ‘brengt’ (waarschuwing) ...’groet’ (uitvoering) gegeven. In een korte beweging wordt de rechterhand naar de klep van de pet gebracht (zonder pet wordt niet gegroet). Daarbij zijn de vingers gestrekt (de duim gestrekt aangesloten bij de hand) en de handpalm naar beneden. Let erop dat de onderarm recht gestrekt is en de elleboog iets naar achteren (Dit is de Amerikaanse legergroet). Wordt de groet lopend gebracht dan kijkt men tijdens het passeren de andere persoon even aan. De eregroet Idem als bij de groet. Echter men maakt halt en neemt de houding aan en draait een kwartslag op de richting van de stoet en dergelijke. Men brengt de groet en houdt die vast. Kijkt daarbij naar links (de stoet, persoon en dergelijke) en volgt deze door het hoofd tijdens het passeren mee te bewegen tot men recht vooruit kijkt (niet nakijken). 28 Respectvol in stijl 29 Respectvol in stijl 06-160 Oude Apeldoornseweg 41-45 7333 NR Apeldoorn Postbus 834 7301 BB Apeldoorn T (055) 539 20 00 F (055) 539 20 26 E [email protected] www.politieacademie.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc