Jeremia 3 – overgeleverd Jeremia 18 en 19 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Soms als je de bijbel leest. Als je daarover doordenkt. Dan kan het je zomaar aanvliegen. Zijn wij eigenlijk maar pionnen op het schaakbord van God? Kan hij naar believen met ons doen wat hij wil? Ik denk dat dat laatste zo is. God is sterker, dat hebben we ook bij de roeping van Jeremia al gezien. Zoveel sterker, dat verzet geen zin heeft. Je bent in Gods hand. En dus ben je … Slide Overgeleverd (wordle poster) Over dat thema denken we vanochtend na. Aan de hand van het beeld van de pottenbakker. Laten we lezen: Slide Jeremia 18:1-12 filmpje Pottenbakker: http://www.youtube.com/watch?v=Bl5tMAV2gp0 Slide God kan jou altijd gebruiken Mijn broeder en mijn zuster, dit wil ik allereerst zeggen over het ‘overgeleverd zijn’. God kan jou altijd gebruiken. Jeremia moet naar een pottenbakker. En ziet daar die de klei die voorhanden is gebruikt. En als de pot dan niet helemaal goed lukt. Dan begint hij opnieuw met diezelfde klei. Hij blijft net zo lang bezig tot er iets is dat naar zijn zin is. Als het op de ene manier niet lukt, dan probeert hij het op een andere manier. Hij laat zich leiden door de klei. Het gaat hier over volken. Maar tegelijk mag en moet je het ook betrekken op individuele mensen. Op jou en mij ook. God beschikt over mij. Hij kan met mij doen en laten wat hij wil. Hij is de Pottenbakker. Wij zijn de klei. Slide Weerbarstige klei Ik zei net: hij laat zich leiden door de klei. Een draaischijf in de tijd van Jeremia. Die zag er niet zo uit zoals we net op het filmpje zagen. Het was veel ruwer en onregelmatiger. Zie een gehurkte man. Een steen op de grond, bovenop in een punt geslepen. Daarop een min of meer platte steen, die op die punt kon draaien. Met zijn linkerhand draaide hij die steen rond. En met zijn rechterhand probeerde hij een pot te maken. En dan die klei. Dat was geen klei zoals wij die kennen. Op school bijvoorbeeld. Maar ook bij Harolds. Nee, die klei zat vol zand en steentjes. Veel minder egaal. Veel minder smooth. Vaak mislukte zo’n pot. En als er onregelmatigheden in de klei zaten. Dan moest de pottenbakker zich daar aan aanpassen. 1 Jeremia ziet dus een man die worstelt met zijn materiaal. Een levend gebeuren, waarin de pottenbakker reageert op wat er onder zijn handen gebeurt. Als ‘ie een steen tegenkomt in de klei, dan moet hij daarop reageren. Als de schijf ineens wiebelt, dan moet hij zich aanpassen aan die omstandigheid. Het is dus veel meer een samenspel tussen schepper en schepping. Tussen de kunstenaar en zijn creatie. De pottenbakker is ook mee afhankelijk van hoe het materiaal reageert. Jeremia ziet geen macht, geen willekeur. Maar een samenspel tussen de pottenbakker, zijn schijf en de klei. Een beeld dus van het echte leven. Overgeleverd zijn betekent niet dat God maar naar believen kan doen wat hij wil met jou. Hij is afhankelijk van jouw reactie. Van hoe jij in het leven staat. En je kunt als klei dus wel degelijk invloed hebben op het proces. Als jij de steentjes niet uit je leven opruimt. Als jij zand in de machine laat komen. Dan kost het de pottenbakker meer moeite om jou te vormen. Slide Kneed mij, Here God Dit zingen Elly en Rikkert. Ze durven dat te zingen. Ook als het soms wel eens pijn doet. Dat is best wel wat. Om dat te zingen. Maar er is iets heel moois in deze vergelijking. En dat is iets waar ik veel nadruk op wil leggen: zolang de klei kneedbaar is blijft de pottenbakker kneden. Ook als het mislukt. Als het anders gaat dan hij voor ogen heeft. Dan nog, vers 4, houdt hij voor ogen wat hij wil maken. Hij zal er voor zorgen. God kneedt aan jouw leven. Elke dag. Dat merk je vaak niet. Als de schijf langzaam draait en er weinig lijkt te gebeuren. Als alles z’n gangetje gaat. Maar als er ineens voorspoed komt. Of iets ergs beinvloedt de loop van de dagen. Dan ineens voel je dat je overgeleverd bent. Je hebt het niet zelf in de hand. En wat moet je dan? Slide U maakt wat moois van mijn leven Wat wil die pottenbakker? Nou, hij wil zijn materiaal zo goed mogelijk inzetten. Hij wil de klei die hij in zijn handen heeft zo kneden, dat er iets moois ontstaat. Hij is er niet op uit om zijn materiaal verloren te laten gaan. God wil zo graag het goede met jou. Het leven is weerbarstig. Maar God blijft kneden. Je kunt je als mens heel kwetsbaar en klein voelen. En dat ben je ook. En dan toch die beslissing nemen: kneed mij, Here God, ‘k wil mij opnieuw aan u geven. Kneed mij, Here God, u maakt iets moois van mijn leven. Slide Vertrouwen Het staat of valt dus met vertrouwen. Durf je de pottenbakker te vertrouwen in zijn goede bedoelingen? Durf je als zachte klei in zijn handen te zijn? Dat is de vraag die Jeremia volgens mij aan de Joden in die tijd stelt. En aan jou en mij. Natuurlijk, we zullen zo zien dat het volk al heel ver heen is. Dat het voor hen wel gebakken zit, zo zou je kunnen zeggen. Ze willen zich niet laten vormen. Als er dingen in hun leven gebeuren. Dan weigeren ze daarover na te denken. Zelfs als God zegt: ik ben het die jullie met harde hand terugroept. Zelfs dan luisteren ze niet. Ze zitten te vast in hun afgoderij. En jij? Wil jij je overgeven aan de pottenbakker? Hij wil wat moois van je maken? Let je op zijn leiding? Op zijn woorden? Op zijn terugroep naar zijn hart? Vind je vrede in zijn handen? 2 Slide Jeremia 19:1,7-11 Slide Schrik je daarvan? Ik schrik daarvan. Kan het zover komen? God had dat ook al voorspeld. In het vorige deel dat we lazen. Vers 11 en 12. Israël is gewaarschuwd. Gewaarschuwd te breken met zijn kwalijke praktijken. Jeremia roept ze op hun leven te beteren. Maar moet ook voorspellen dat ze niet zullen luisteren. Blijkbaar kun je heel erg vast komen te zitten in je anti-goddelijke patronen. Het gaat hier niet over zoekers. Over mensen die twijfelend hun weg gaan. Het gaat hier niet over mensen die onzeker zijn over hun toekomst. Die niet goed weten hoe ze voor God moeten leven. Het gaat hier niet over mensen zoals jij en ik, die hier in de kerk zijn. Om op de een of andere manier aan te haken bij God. Hoe ik dat weet dat het niet over zulke mensen gaat. Nou, moet je goed lezen! Net ging het nog over klei. Over zacht en zoekend. Nu moet Jeremia een kruik kopen. Geen beweging meer in te krijgen. Niet meer kneedbaar. Mensen die het allang weten. Dat ze God niet willen dienen. Die zich daar helemaal in vastbijten. Een volk dat totaal afdwaalt. En dan ook totaal. Want als het hier gaat over Tofet. En over het Hinnomdal. Dan moet je goed beseffen wat dat voor plaats is. Het Hinnomdal is een dal ten zuidwesten van Jeruzalem. Dat dal, dat fungeerde in die tijd als afvalplaats. En met grote verzoendag werd ook het ene bokje daar in gestort. De naam gehenna komt daarvandaan. Het is als het ware de hel op aarde. Af en toe ging de fik er in. Dan verbrandde het afval. In de tijd van Jeremia had het volk daar een Tofet. Een brandplaats. En wat verbrandden ze daar? Kinderen. Het was de plek voor hun kindoffers. En de diepte daarvan is enorm. Mensen offeren hun kinderen. Maar ze doen daarmee God tekort. De Heer had gezegd: offer dieren in plaats van kinderen. En ik zal straks mijn kind offeren. Dat is Gods plan. Hij zal zijn zoon door de gehenna, de hel laten gaan. (vergelijk 2 Koningen 23:10) Daarom is het stuitend wat daar gebeurt. Op Tofet. In het Hinnomdal. Ze vertreden Gods liefde. Zijn geboden. Ze offeren kinderen en denken God daarmee tevreden te stellen. Heftige rituelen om God tevreden te houden. Het is afgodsdienst. En dat wil God aan de kaak stellen. Dat zal hij vernietigen. Omdat ze niet vragen naar wat hij wil. En wat hij belooft. Ze lopen door die kindoffers als het ware zomaar over God en zijn plannen heen. En zijn daar ook niet vanaf te brengen. Hoe Jeremia ook profeteert. Slide Zolang je kneedbaar bent is er hoop Waar het in het beeld van de pottenbakker om gaat is: levende omgang. Je laten kneden. Je laten gezeggen. Luisteren naar God. Dan ben je niet meteen af. Het is een proces. Waarin soms twijfels de kop op steken. Er soms ruis op de lijn zit. Soms ervaar je heel veel vrede en rust. En hoop. En dan weer weet je niet waar je het zoeken moet. Zo is een mensenleven. Omstandigheden kunnen je diepgaand beïnvloeden. 3 Maar God is in die dingen en door die dingen heen met jou aan het werk. Hij staat met jou in een levende relatie. Hij heeft de tijd en neemt de tijd om jou te vormen. Dus geen paniek als geloven soms niet lukt. Als je een poos in een crisis zit. God is met je bezig. Laat je kneden. Een levenslang langzaam proces. Soms pijnlijk. Soms ook gemakkelijk. Altijd avontuurlijk. Israël in de tijd van Jeremia is niet meer kneedbaar. Als volk als geheel. Een kruik. Hard gebakken. Niet meer uit hun vormen te krijgen. Zoals we al eerder zagen: onbesneden harten. Het onheil komt dreigend op hen af. Toch staat er in de bijbel een mooi voorbeeld van iemand die toch met God wil leven. Hij krijgt zijn volk helaas niet mee. Maar mag zelf wel ervaren dat God betrokken is. En het beste voor je wil. Slide 2 Koningen 22:14-20 Koning Josia werd koning toen hij acht jaar was. Bijzonder is dat hij God wilde dienen. Ondanks het feit dat zijn opa Manasse en zijn vader Amon zo goddeloos waren als wat. Ondanks dat wilde Josia wel de Heer dienen. Er staat in vers 2: hij volgde in alle opzichten het voorbeeld van zijn vader David. Er is één probleem. Hij krijgt het volk niet mee. De vernietigende invloed van zijn voorvaderen maakte, dat het volk niet naar Josia luisterde. Hij vernietigde alle afgodentempels. Ook Tofet in het Hinnomdal. En het volk gaat wel weer Pesach vieren. Maar zodra de nieuwe koning er is komen alle oude rituelen weer boven tafel. Nooit weggeweest uit hun hart. Het volk luistert niet echt naar God. Maar Josia wel. Daarom luister God naar hem. En belooft hem dat hij de verwoesting van Jeruzalem niet hoeft mee te maken. De deportatie van zijn volk. Josia zal in vrede sterven. Hij mag rust vinden in Gods beloften. Ook als het volk niet met hem meegaat in zijn bekering. Hij wordt door de HEER gezien en beloond. Het lijkt een schrale troost dat hij in vrede mag sterven. Maar wat is goed voor een koning om niet het onheil van zijn volk te hoeven aanschouwen. God haalt hem thuis. … Wat we met elkaar gezien hebben, mijn broeder en mijn zuster, is dat we niet per se overgeleverd zijn aan God. Het proces van pottenbakken is er op gericht een zo mooi mogelijk voorwerp te maken. Dat is een lastig proces voor de kunstenaar. Omdat het materiaal weerbarstig is. De draaitafel is wankel. De klei onzuiver. En toch wil God jou gebruiken. Jou een vat maken tot zijn eer. Daar is hem alles aan gelegen. Daar gebruikt hij alle omstandigheden voor. In het leven en de woorden van Jezus komt dit ook terug. Onder andere in Johannes 15. Waar het gaat over de wijnstok en ranken. Slide Johannes 15:2b en 5 God is er op gericht dat jij vrucht draagt. Vrucht die in Galaten 5:22 genoemd wordt. Slide Wordleposter Gal. 5:22 4 Dat zijn mooie eigenschappen. Jezus wil die graag in jouw leven. Maar dat kost wel tijd. Kneden van klei kost je hele leven. Groeien van vrucht ook. Zo sluit Jezus aan bij de woorden van Jeremia. God wil het goede met jou. Dat vertrouwen is soms weg. Maar daarmee is Gods focus niet meteen weg. Hij is als Schepper er altijd op gericht dat het goed is. Dat zie je in Genesis 1. Nu hij met zondig materiaal moet werken is zijn doel niet anders. Hij wil dat het goed wordt. Zeer goed zelfs. De tweede schepping wordt nog mooier dan de eerste. God is scheppend met jou bezig. En wil zijn liefde aan je kwijt. Daarover schrijft tenslotte Paulus iets. Dat ook met Jeremia te maken heeft. Slide 2 Korintiërs 4:6,7 Een aarden pot. Kwetsbaar en broos. Sterfelijk en eindig. Maar in Gods hand veilig. Hij vormt ons tot een vaas waar zijn liefde in past. Waar zijn licht in schijnt en doorheen schijnt. Als een schat die je nooit meer kwijtraakt. Vertrouw je leven dan toe aan de pottenbakker. Hij is sterk als jij zwak bent. Hij zet jouw leven naar zijn hand als jij het niet meer ziet. Hij zorgt. Dat belooft hij. Omdat je van hem bent. Aan hem overgeleverd met huid en haar. Hij zal daar nooit misbruik van maken. Want hij houdt van je. Amen 5
© Copyright 2024 ExpyDoc