Doopdienst Marith vd Vliet 14.30

Liturgie Doopdienst Marith van der Vliet
Middagdienst zondag 9 februari 2014 14.30
Chr. Geref. Kerk Onstwedde
Zijn doen is louter majesteit,
zijn luister, zijn gerechtigheid
houdt eeuwig stand, blijft eeuwig gelden.
Genadig en barmhartig is
de Heer, en zijn gedachtenis
eeuwig waar Hij zijn daden stelde.
Thema: ‘U legt Uw hand op mij’
Voorganger:
ds. G. Huisman
Organist:
Henk Wever
Piano:
Kirsten Visser
Liturgie middagdienst
Zondag 9 februari, Doop Marith van der Vliet
Psalm 111
vers 1, 2 en 3
Psalm 92
vers 1, 2 en 7
Schriftlezing Psalmen 139, vers 1 t/m 18
Lied 518 Heer, U doorgrondt en kent mij
Verkondiging ‘U legt Uw hand op mij’
Lied 278 Laat de kinderen tot Mij komen
Lied 599
Nog voordat je bestond
Gezang 124
vers 1, 2, 4 en 5 (staande)
Psalm 111
vers 3 en 5
Gezang 456
vers 1, 2 en (na de zegen:) 3
Psalm 111, vers 1, 2 en 3
Berijming 1973
Van ganser harte loof ik Hem
in 't midden van Jeruzalem,
den Heer in 't midden der getrouwen.
Groot zijn de daden van den Heer,
Hij doet wie lust heeft aan zijn leer
de schoonheid van zijn heil aanschouwen.
NB
NB
HSV
OPW
ELB
OPW
GKv
OB
LvdK
Aan wie Hem vrezen gaf Hij spijs,
zijn kind'ren geeft Hij nimmer prijs,
steeds blijft Hij zijn verbond gedenken.
Hoe Hij zijn volk zijn kracht betoont!
Het land waarin de afgod troont,
wilde Hij aan de zijnen schenken.
Psalm 92, vers 1, 2 en 7
Berijming 1973
Waarlijk, dit is rechtvaardig
dat men den Here prijst,
dat men Hem eer bewijst:
zijn naam is eerbied waardig.
Wij loven in de morgen
uw goedertierenheid,
ook als de nacht zich spreidt
houdt ons uw hand geborgen.
Gezegend zal Hij wezen
die ons bij name riep,
die zelf de adem schiep
waarmee Hij wordt geprezen;
laat alom musiceren,
met stem en instrument,
maak wijd en zijd bekend
de grote naam des Heren.
Zoals de cederbomen
hoog op de Libanon,
staan bij de levensbron
de nederige vromen.
Die in Gods huis geplant zijn,
zij bloeien
oeien in Gods licht
als palmen opgericht.
Hun lot zal in zijn hand zijn.
Psalmen 139, vers 1 t/m 18
Herziene Statenvertaling
De HEERE weet alles
1 Een psalm van David, voor de koorleider.
HEERE, U doorgrondt en kent mij.
2 Ú kent mijn zitten en mijn
mi opstaan,
U begrijpt van verre mijn gedachten.
3 U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,
U bent met al mijn wegen vertrouwd.
4 Al is er nog geen woord op mijn tong,
zie, HEERE, U weet het alles.
5 U sluit mij in van achter en van voren,
U legt Uw hand
h
op mij.
6 Dit kennen – het is mij te wonderlijk,
te hoog, ik kan er niet bij.
7 Waar kan ik Uw Geest ontgaan,
waar Uw aangezicht ontvluchten?
8 Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar;
of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar.
9 Nam ik vleugels van de dageraad,
woonde ik aan het einde van de zee,
10 ook daar zou Uw hand mij leiden
en Uw rechterhand mij vasthouden.
11 Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! –
dan is de nacht een licht om mij heen.
12 Zelfs de duisternis maakt het voor U niet
duister,
maar de nacht licht op als de dag,
de duisternis is als het licht.
13 Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk
gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
15 Mijn beenderen waren voor U niet verborgen,
toen ik in het verborgene gemaakt ben en
geborduurd werd in de laagste plaatsen van de
aarde.
16 Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien,
en zij allen werden in Uw boek beschreven,
de dagen dat zij gevormd werden,
toen er nog niet één van hen bestond.
17 Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o
God, hoe machtig groot is hun aantal.
18 Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels
zand; ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.
Lied 518, Heer, U doorgrondt en kent mij
Opwekkingsliederen
Heer, U doorgrondt en kent mij
mijn zitten en mijn staan
en U kent mijn gedachten,
mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer,
die zijn voor U bekend
en waar ik ook naar toe zal gaan,
ik weet dat U daar bent.
Heer, U bent altijd bij mij
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen, elke dag.
Heer U doorgrondt en kent mij
want in de moederschoot
ben ik door U geweven;
U bent oneindig groot
ik dank U voor dit wonder, Heer
dat U mijn leven kent
en wat er ook gebeuren zal,
dat U steeds bij mij bent.
Heer, U bent altijd bij mij
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen, elke dag.
Lied 278 , Laat de kind'ren tot Mij komen
ELB
Laat de kind'ren tot Mij komen,
alle, alle kind'ren.
Laat de kinderen tot Mij komen,
niemand mag ze hind'ren.
Want de poorten van Mijn rijk
staan voor kind'ren open,
laat ze allen groot en klein
bij Mij binnen lopen.
Laat de mensen tot Mij komen
over alle wegen.
Laat de mensen tot mij komen
houdt ze toch niet tegen.
Want de poorten van Mijn rijk
gaan ook voor hen open,
als ze aan een kind gelijk
bij Mij binnen lopen.
Lied 599, Nog voordat je bestond…
Opwekkingsliederen
Nog voordat je bestond,
kende Hij je naam.
Hij zag je elk moment,
en telde elke traan.
Omdat Hij van je hield,
Gaf Hij zijn eigen Zoon.
Hij wacht alleen nog maar
totdat je komt
En wat je nu ook doet,
Zijn liefde blijft bestaan
Ook niets wat jij ooit deed
verandert daar iets aan.
Omdat Hij van je houdt,
gaf Hij zijn eigen Zoon
En nu is alles klaar wanneer jij komt
Kom tot de Vader,
Kom zoals je bent
Heel je hart, al je pijn
is bij Hem bekend
de liefde die Hij geeft,
de woorden die Hij spreekt
daarmee is alles klaar wanneer jij komt
En wat je nu ook doet
Zijn liefde blijft bestaan
want niets wat jij ooit deed
verandert daar iets aan
Omdat Hij van je houdt
gaf Hij zijn eigen Zoon
en nu is alles klaar wanneer jij komt
Kom tot de Vader,
Kom zoals je bent
Heel je hart, al je pijn
is bij Hem bekend
de liefde die Hij geeft,
de woorden die Hij spreekt
daarmee is alles klaar wanneer jij komt
Lied 124, vers 1, 2, 4 en 5
GKv
Jouw leven staat aan het begin,
het heeft nog geen herinnering,
het is zo weerloos en zo klein,
je weet nog niet hoe het zal zijn.
O Heer, bevestig ons bestaan,
noem ons bij onze naam.
Jij weet nog niet wat leven is,
wat liefde is en wat gemis.
Jij weet nog niet van nee en ja
van ondergang en gloria.
O Heer, bevestig ons bestaan,
noem ons bij onze naam.
Dat teken is een heilgeheim:
God wil met jou verbonden zijn.
Hij is nabij waar jij ook bent,
omdat Hij je bij name kent.
O Heer, bevestig ons bestaan,
noem ons bij onze naam.
Zo komt jouw leven aan het licht
Zo krijgt het zin, zo krijgt het zicht.
Gods adem heeft je aangeraakt
en jou tot bondgenoot gemaakt!
O Heer, bevestig ons bestaan,
noem ons bij onze naam.
Psalm 111, vers 3 en 5
Berijming 1773
Hij maakte, Hij, die heerlijk is,
Zijn wondren een gedachtenis;
Hij is barmhartig en genadig;
Hij gaf hun, die Hem vrezen, spijs;
En Zijnen groten Naam ten prijs,
Gedenkt Hij Zijns verbonds gestadig
't Is trouw, al wat Hij ooit beval;
Het staat op recht en waarheid pal,
Als op onwrikbre steunpilaren.
Hij is het, die verlossing zond
Aan al Zijn volk; Hij zal 't verbond
Met hen in eeuwigheid bewaren.
Gezang 456, vers 1 en 2
Liedboek Voor De Kerken
Zegen ons Algoede,
neem ons in uw hoede
en verhef uw aangezicht
over ons en geef ons licht.
Stort, op onze bede,
in ons hart uw vrede,
en vervul ons met de kracht
van uw Geest bij dag en nacht.
Gezang 456, vers 3
Liedboek Voor De Kerken
Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!