Lees meer - Dierenarts Hoegaerts

Gezondheid|Santé
Nog een aandachtspunt is beweging. Het is gezond voor
de merrie om tot op de laatste dag beweging te krijgen,
best weidegang of paddockrust. Een goed fysieke conditie
is immers een voorwaarde voor een vlotte bevalling.
GEZONDHEID
SANTÉ
DAAR ZIJN ZE WEER:
DE LENTE EN DE VEULENS…
De lente is in het land. En daar zijn ook de veulentjes weer.
Met de start van het veulenseizoen breekt voor fokkers
weer een spannende tijd aan. De lange weg tussen de inseminatie van de merrie en de geboorte van een gezond
veulen verloopt immers niet altijd over rozen.
De voorbereiding
Om de merrie voor te bereiden op een vlotte bevalling
is het van belang dat ze in goede gezondheid verkeert.
Allereerst dient de vaccinatiestatus in orde te zijn. Zo kan
men de merrie best laten vaccineren tegen het Equine
Herpesvirus (type 1, Rhinopneumonie genoemd) op 5, 7
en 9 maanden dracht. Rhinopneumonie veroorzaakt o.a.
abortus. Vaccinatie vermindert het risico op verwerpen
aanzienlijk. Ook moet de merrie tegen Influenza en Tetanus gevaccineerd zijn, best rond de 10e maand van de
dracht. Ook een goede ontworming is onontbeerlijk. Verder is de voeding van groot belang. De eerste maanden
van de dracht is de groei van het veulen zo beperkt dat
extra voer voor de merrie niet nodig is. Vanaf de 7e maand
verandert dit. De groei van het veulen stijgt dan exponentieel en daarvoor zijn voedingsstoffen nodig. Best geeft
men een kwalitatief goede merriebrok om te voorzien in
deze gestegen behoefte aan energie en eiwit, mineralen
en vitaminen. Hoe verder de dracht vordert hoe moeilijker
de merrie het krijgt om grote hoeveelheden ruwvoer op te
nemen. Men voorziet dan ook best kwalitatief goed hooi,
dat gemakkelijk verteert.
22|trotting magazine
Wanneer komt ie dan?
De drachtduur is heel variabel: gemiddeld 335 tot 342 dagen. Ondanks dat zien we geboortes van gezonde veulens
tussen 305 en 400 dagen. Merries die veulenen in de winter
of vroege lente dragen gemiddeld 10 dagen langer dan zij
die veulenen in de zomer. Te vroeg geboren veulens met
minder dan 300 dagen dracht zijn meestal niet levensvatbaar. Veulens geboren tussen 300 en 320 dagen zijn vaak
zwak, hebben een laag geboortegewicht en hebben nood
aan intensieve verzorging. Sommige merries hebben ondanks een normale of te lange drachtduur een onvolledig
ontwikkeld veulen.
AVEC LE PRINTEMPS
S’ANNONCE LE RETOUR
DES POULAINS ...
Quand le printemps s’empare de nos campagnes, les
jeunes poulains s’y installent eux aussi. Pour l’éleveur, le
début de la saison des poulinages annonce un moment
passionnant à chaque fois. Le long chemin entre l'insémination de la jument et la naissance d’un poulain en pleine
forme n’est pas toujours simple.
La préparation
Pour qu'une jument puisse mettre bas dans les meilleures
conditions, il est important que la jument soit en bonne
santé. 1/ Tout d'abord, l'éleveur doit s'assurer que les vaccins sont en ordre. Le mieux est de faire vacciner la jument
contre l'herpès virus équin (type 1, rhinopneumonie) à 5, 7
et 9 mois de gestation. Une rhinopneumonie peut, entre
autres, provoquer un avortement. La vaccination réduit
considérablement le risque de mise bas prématurée. La jument doit également être vaccinée contre la grippe équine
et le tétanos, de préférence aux alentours du 10ème mois
de la gestation. Une bonne vermifugation est également
indispensable. 2/ La qualité de l'alimentation est très importante également. Au cours des premiers mois de la
gestation, la croissance du poulain est tellement limitée
qu'il n'est pas nécessaire de prévoir de compléments alimentaires pour la jument. A compter du 7ème mois, cependant, les choses changent : la croissance du poulain
est exponentielle et requiert des substances nutritives. On
donnera donc un mélange pour jument, de bonne qualité,
afin de compenser ses besoins accrus en énergie et protéines, mais encore en minéraux et vitamines. Plus la gestation avancera, plus la jument aura des difficultés à absorber
de grandes quantités de fourrage grossier. On préfèrera
donc du foin de bonne qualité et facile à digérer.
1. Eén van de belangrijkste verklikkers van een naderende
bevalling is de ontwikkeling van de uier. Die begint in volume toe te nemen vanaf 2 tot 6 weken voor de partus met
de grootste volumetoename tijdens de laatste 2 weken.
De uier zal zich geleidelijk aan vullen met melk en wanneer
de bevalling nadert zal de melk beginnen druppen. In het
begin ziet de melk er doorschijnend uit, later meer wit en
nog later plakkerig en geel, dit is het colostrum of biestmelk. Wanneer er colostrum in de uier zit en wasachtige
druppels aan de tepels blijven hangen (kegelen) zal de bevalling meestal binnen de 24 à 48 uur plaatsvinden. Maar
uitzonderingen bevestigen de regel: soms ziet men het kegelen al 1 à 2 weken op voorhand of soms zelfs helemaal
niet. Soms zijn er ook merries die reeds een week of langer
voor het veulenen melk verliezen. Bij merries die voor het
eerst veulenen zijn de veranderingen in de uier vaak veel
minder duidelijk en vult de uier zich vaak pas de laatste dagen voor het veulenen met melk. Ook het kegelen gebeurt
veel later of soms zelfs helemaal niet bij deze merries.
2. Rondom de staat verweken de bekkenligamenten en
-spieren met inzakken tot gevolg. Soms zie je dit al 2 tot
3 weken voor de bevalling, maar meestal pas de laatste
week voor het veulenen. Deze verslapping is duidelijker bij
oudere merries. Ook de relaxatie van de buikspieren, waardoor de buik gaat hangen, is vooral opvallend bij oudere
merries.
3. In de laatste uren voor het veulenen zwelt de vulva en
wordt deze slapper en langer. Soms ziet men wat bloederig slijm aan de vulva, veroorzaakt door de verwijding van
de baarmoederhals.
Tekens van naderende bevalling
Tijd voor partus
Uierontwikkeling2-6 weken
Perineale relaxatie
1-3 weken
Kegelen48-72u
Verlenging en relaxatie vulva
0-24 u
Melk drupt uit uier
12-24u
3/ L’activité physique de l’animal est un autre élément crucial. Il est bon pour la jument de faire de l'exercice jusqu'au
dernier jour de la gestation, dans le cadre d'une sortie au
pré ou d'un repos au paddock. En effet, pour que le poulinage se passe bien, l'animal doit être en bonne forme
physique.
Quand naîtra le poulain ?
La durée de la gestation est très variable, mais en moyenne
de 335 à 342 jours. Malgré cela, nous voyons des poulains
naître en pleine forme entre 305 et 400 jours. Les juments
qui poulinent en hiver ou au début du printemps gestent
en moyenne 10 jours de plus que celles qui poulinent en
été. Les poulains prématurés, nés avant 300 jours de gestation, sont rarement viables. Ceux qui naissent entre 300 et
320 jours sont souvent faibles, accusent un déficit de poids
à la naissance et requièrent des soins intensifs. Malgré une
durée de gestation normale ou supérieure à la normale,
certaines juments peuvent accoucher d'un poulain insuffisamment développé.
1. Parmi les principaux indices révélant l’approche de la
mise bas figure le gonflement des mamelles. Celles-ci
commencent à augmenter de volume entre la 2ème et
la 6ème semaine avant le poulinage, pour atteindre leur
volume maximal les 2 dernières semaines. Les mamelles
se rempliront d’abord de lait progressivement, puis du lait
finira par s’en écouler. Au début, le lait a une apparence
translucide, puis il devient blanchâtre et finalement collant
et jaune, c'est le premier lait ou colostrum. Lorsque les mamelles sont remplies de colostrum et cirées (apparition de
chandelles), vous pouvez être certain que la mise bas aura
lieu dans les 24 à 48 heures. Bien sûr, comme toujours, les
exceptions confirment la règle : sachez que les bouchons
de cire peuvent ne pas apparaître ou apparaître avec une
à deux semaines d’avance. Certaines juments perdent
parfois du lait une semaine ou plus longtemps avant de
pouliner. Chez les juments qui n’ont jamais pouliné, les
changements aux mamelles sont souvent beaucoup moins
flagrants : souvent, les mamelles ne se remplissent de lait
que les derniers jours. Par ailleurs, les bouchons de cire
peuvent apparaître beaucoup plus tard chez ces juments,
voire pas du tout.
2. A ce moment-charnière, les ligaments et les muscles
du bassin se détendent, et la croupe de la jument s'affaisse. On constate parfois ce phénomène 2 à 3 semaines
déjà avant la mise bas, mais le plus souvent seulement la
dernière semaine avant le poulinage. Ce relâchement est
plus marqué chez les juments plus âgées. Idem pour le
relâchement des muscles de l'abdomen, responsable d’un
relâchement du ventre de l’animal.
3. Au cours des dernières heures avant le poulinage, la
vulve se dilate, se distend et s'allonge. Parfois, quelques
glaires sanglantes s'échappent de la vulve en raison de la
dilatation du col de l'utérus.
trotting magazine|23
Gezondheid|Santé
Gezondheid|Santé
4. Gedurende de laatste dagen voor het veulenen ziet
men vaak gedragsveranderingen bij de merrie. Zo zullen
de meeste merries zich meer isoleren van andere paarden.
Vlak voor het veulenen worden ze rusteloos, gaan ze frequent liggen en terug opstaan, maken ze veelvuldig kleine
hoeveelheden mest. Maar bij sommige merries zie je helemaal niets…
Signes précurseurs de la mise bas
Parturition
imminente
Développement du pis
2-6 semaines
relâchement périnéal
1-3 semaines
Bouchons de cire
48-72h
Allongement et relâchement de la vulve 0-24h
Du lait s’écoule des mamelons
12-24h
5. De lichaamstemperatuur kan gebruikt worden om de
bevalling te voorspellen. Men kan een daling van de lichaamstemperatuur waarnemen ongeveer 4 uur voor het
veulenen. Helaas is dit weinig betrouwbaar bij paarden, in
tegenstelling tot runderen.
4. Durant les derniers jours avant le poulinage, on observera souvent des changements de comportement chez la
jument. La plupart des juments s'isoleront davantage des
autres chevaux. Juste avant de pouliner, la jument est très
nerveuse. Elle se couche et se lève fréquemment, et produit régulièrement des petits crottins. Mais chez certaines
juments, rien à signaler…
6. Naarmate de bevalling nadert verandert de concentratie
aan ionen in de melk. Zo ziet men een stijging van Calcium (≥40 mg/dl) en Kalium (≥35 mEq/L), en een daling van
Natrium (≤30 mEq/L). Er zijn verschillende testkits op de
markt om de Calcium, Natrium, Kalium en/of Magnesiumconcentratie in de melk te meten. Deze commercieel beschikbare tests zijn eenvoudig te gebruiken. De melk wordt
best dagelijks geëvalueerd vanaf ongeveer 10 dagen voor
de uitgerekende partusdatum of vanaf wanneer de uier
begint te ontwikkelen en er gemakkelijk melk kan worden
verkregen. Uw dierenarts gespecialiseerd in gynaecologie
kan u hierin zeker adviseren!
7. Mechanische alarmsystemen kunnen ook helpen bij het
voorspellen van de bevalling.
a) Het meest bekende is ongetwijfeld het “Birth Alarm”.
Dit systeem werkt met een zender die bevestigd wordt aan
een anti-rolsingel rond de schoft van de merrie. Bij alarm
wordt een signaal van de zender naar een ontvanger gestuurd. Dit kan een vaste ontvanger zijn of een telefoon.
Het Birth Alarm kan op twee verschillende manieren werken, afhankelijk van het gedrag van de merrie.
In de laatste fase van de dracht zal een merrie meestal niet
meer volledig op haar zij gaan liggen als ze slaapt, want
dat is de houding voor het bevallingsproces. Merries sla-
24|trotting magazine
5. La température corporelle peut être utilisée pour prédire
la mise bas. Environ 4 heures avant le poulinage, la température corporelle diminue. Hélas, si cette mesure est fiable
pour les bovidés, elle l'est peu pour les équidés.
6. A mesure que l'heure de la mise bas se rapproche, la
concentration de certains ions dans le lait augmente. On
observe une augmentation de la concentration de calcium
(≥40 mg/dl) et de potassium (≥35 mEq/L) et une diminution de sa teneur en sodium (≤30 mEq/L). Il existe différents nécessaires de test pour mesurer la concentration de
calcium, de sodium, de potassium et de magnésium dans
le lait. Ces tests disponibles dans les commerces spécialisés sont simples à utiliser. Il est recommandé de réaliser
le test à compter d’environ 10 jours avant la date de poulinage escomptée ou à partir du moment où les mamelles
commencent à gonfler et où il est simple d'obtenir du lait.
Votre vétérinaire spécialisé en gynécologie peut vous prodiguer tous les conseils nécessaires !
7. Des systèmes d'alerte mécaniques peuvent également
vous aider à prévoir la mise bas.
a) Le plus connu d'entre eux est incontestablement la «
Birth Alarm ». Ce système fonctionne grâce à un émetteur
fixé à un surfaix anti-retournement à hauteur du garrot de
la jument. En cas d'alerte, un signal est envoyé par l'émetteur au récepteur, qui peut être fixe ou un téléphone.
L’alarme de mise bas comporte deux modes différents
adaptés au comportement de la jument.
pen dan gewoonlijk op de borst of staand. Zodra de bevalling start en de persweeën beginnen gaat de merrie volledig plat liggen. Hierdoor treedt het systeem in werking:
de zender belt na 7,6 seconden naar de ontvanger. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat een wee minstens
7 seconden duurt.
Bij merries die horizontaal rusten wordt het alarm anders
ingesteld zodat er niet steeds een alarm afgaat wanneer
de merrie rust. Voor deze merries is een slaapstand in het
toestel voorzien. Als de merrie na drie minuten nog altijd in
deze houding ligt, registreert het Birth Alarm dat de merrie slaapt en wordt het systeem geneutraliseerd. Als de
merrie na een half uur opstaat en daarna weer op haar zij
gaat liggen, registreert het systeem die houding opnieuw
gedurende drie minuten. Onderzoek heeft aangetoond
dat een wee bij een merrie nooit langer dan 2,5 minuten
duurt. Bij de start van de bevalling zal de merrie zich na
een wee voorbereiden op de volgende wee. Dat doet ze
door volledig uit de zijdelingse houding te komen. Als het
Birth Alarm deze beweging registreert binnen de 3 minuten, dan verwittigt de zender de voorgeprogrammeerde
nummer(s).
De voordelen van het Birth Alarm zijn o.a. dat het dankzij
de gsm-versie overal inzetbaar is. Nadelen zijn dat je soms
vals alarm krijgt en dat bij staande bevallingen het Birth
Alarm geen alarm geeft.
Au cours de la dernière phase de la gestation, une jument
ne se couchera le plus souvent plus totalement sur son
flanc pour dormir, car c'est la position d’accouchement. Les
juments dorment donc généralement à moitié couchées
ou en position debout. Dès que le poulinage commence,
avec les premières contractions, la jument se couche totalement. Précisément ce qui déclenche le système de veille
et un appel vers le récepteur 7,6 secondes plus tard. Une
étude a démontré, en effet, qu'une contraction durait au
moins 7 secondes.
Pour les juments qui ont l'habitude de se reposer complètement couchées, l'alarme est configurée autrement ; pour
éviter les fausses alertes lorsque la jument se repose. L'appareil est équipé d'un mode sommeil spécifique pour ces
juments. Si l’animal reste plus de trois minutes dans cette
position, l'alarme de mise bas détecte que la jument dort
et le système est neutralisé. Si la jument se relève au bout
d’une demi-heure puis se recouche sur le flanc, le système
enregistre à nouveau cette position pendant 3 minutes.
Des études ont montré qu’une contraction ne dure jamais
plus de 2,5 minutes chez une jument. Lorsque le travail
commence, après une contraction, la jument se prépare à
la suivante, en se redressant complètement. Si Birth Alarm
enregistre ce mouvement moins de 3 minutes après que
la jument s’est couchée, l’émetteur appelle le(s) numéro(s)
préprogrammé(s). Le dispositif Birth Alarm comporte pour
avantage notoire de s'utiliser partout (version GSM). Ses
inconvénients sont les éventuelles fausses alertes ou les
absences d'alerte au moment critique.
trotting magazine|25
NU IN DE WINKEL
Gezondheid|Santé
b) Daarnaast bestaan er ook halsteralarmen. Hierbij wordt
een transmittor ingebracht onderaan het halster, die vervolgens een signaal doorgeeft naar een repeater die zich
meestal in de stal bevindt. Van hier wordt het signaal doorgegeven naar een bieper of telefoonnummer. Nadeel
is dat men de halster verplicht dient aan te laten en dat
vals alarm mogelijk is wanneer de merrie graast, het hoofd
schuurt,...Voordelen zijn dat het past voor alle merries, wat
vooral handig is bij pony's.
b) Il existe également des alarmes de licol. Selon le principe, un émetteur est mis en place au bas du licol, lequel
transmet ensuite un signal à un répétiteur qui se trouve le
plus souvent à l'écurie. De là, le signal est transmis à un
bipper ou un numéro de téléphone. L'inconvénient est de
devoir laisser le licol en place et qu'une fausse alerte est
possible lorsque la jument paît, se frotte la tête... Un des
avantages de ce système est qu’il convient pour toutes les
juments, ce qui est surtout pratique pour les poneys.
c) Een ouder systeem is de zweetband. De werking is gebaseerd op het zweten van de merrie vlak voor en tijdens
de bevalling. Ook dit systeem bestaat uit een zender en
een ontvanger. In de zender, die rond de hals van de merrie in de zweetband zit, bevindt zich een zweetsensor. De
merrie draagt eveneens een singel rond de buik om de
zweetband op de juiste plaats te houden. Dit systeem is
minder betrouwbaar.
c) La ceinture de sudation constitue un autre système plus
ancien. Son fonctionnement repose sur la transpiration
de la jument avant et pendant la parturition. Ce système
est également composé d'un émetteur et d'un récepteur.
L'émetteur fixé à l’aide d’une sangle autour de l'encolure
de la jument contient un capteur de sueur. La jument porte
également une sangle autour de l'abdomen pour assurer
le maintien en place de la ceinture de sudation. Ce système est moins fiable.
d) Het meest geavanceerd systeem is een transmittor
(zender en magneet) die door een dierenarts wordt vastgehecht aan de vulvalippen van de merrie en zo beide
vulvalippen verbindt. Wanneer de vulvalippen door de
vruchtblaas uit elkaar wijken tijdens het veulenen wordt de
transmittor geactiveerd. Dit is een goed systeem met zelden vals alarm, maar het kent wel ook enkele nadelen. Zo
moet men steeds in de buurt blijven want het alarm gaat
pas af als de geboorte al even bezig is. Bij een moeilijke
bevalling door een afwijkende ligging van het veulen gaat
het alarm niet af, omdat er geen vruchtblaas door de vulva
komt. Helaas is deze situatie een spoedgeval. De merrie
kan de chip ook losschuren waardoor deze opnieuw ingenaaid dient te worden.
8. Tot slot dient ook het gebruik van een camera vermeld
te worden. Deze kan heel goed in combinatie met een
alarmsysteem gebruikt worden. Een groot voordeel is dat
men de merrie van op afstand kan controleren en men dus
niet uit bed moet wanneer een alarm afgaat.
Conclusie
De fokker kent zijn merrie het beste. Een goede observatie
en gezond verstand (80% van de merries bevallen tussen
23u en 3u ’s nachts) is het beste alarm. Eén of meer van de
beschreven hulpmiddelen kunnen helpen om het tijdstip
van de geboorte beter te voorspellen.
Wat hebben we geleerd vandaag?
1 Er zijn veel regeltjes en gewoonten, maar iedere merrie is anders en moet dus anders aangepakt worden om
het tijdstip van geboorte zo goed mogelijk te kunnen
inschatten.
2 In de huidige technologie- en internetwereld is er een
breed scala aan technische hulpmiddelen, maar geen
enkele daarvan is feilloos.
3 Niks is zo belangrijk als het oog en de ervaring van van
de fokker!
Liesbet Caeyman, Het Eegdeken
Michel Hoegaerts, dierenarts | EquiSound
26|trotting magazine
d) Pour ce qui est du système le plus évolué, il doit être mis
en place par un vétérinaire. Il se compose d'un émetteur
et d'un aimant, et relie les lèvres de la vulve de la jument
entre elles. Lorsque la poche des eaux sort de la vulve
pendant le poulinage, les lèvres s'écartent et le transmetteur est activé. Un excellent système donnant rarement
lieu à de fausses alertes, mais qui connaît également un inconvénient majeur... Dans la mesure où l'alerte est déclenchée quand le processus de parturition en cours, le temps
est compté. De plus, si le poulain est mal placé et que la
mise bas s’en trouve compliquée, l'alerte peut ne pas être
donnée, parce que la poche des eaux ne ressort pas de la
vulve. Il s’agit hélas d’un cas d’urgence vétérinaire. Il peut
aussi arriver que la jument arrache le dispositif ; dans ce
cas, une nouvelle intervention est nécessaire.
8. Pour conclure, signalons l'intérêt d'utiliser une caméra.
Celle-ci peut très bien être utilisée en combinaison avec
un système d'alarme. Un grand avantage est de pouvoir
observer la jument à distance et de ne pas devoir sauter
hors du lit en cas de fausse alerte.
Conclusion
L'éleveur est celui qui connaît le mieux sa jument. Rester
attentif et faire preuve de bon sens (80 % des juments
mettent bas entre 23h et 3h du matin) valent toutes les
alarmes du monde. La conjugaison d'un ou plusieurs des
moyens présentés peut contribuer à mieux prédire le moment du poulinage.
Qu'avons-nous appris aujourd'hui ?
1 Règles et habitudes sont nombreuses, mais chaque jument est unique : prédire le moment du poulinage demande une approche personnalisée.
2 Dans notre monde technologique interconnecté, la palette de moyens techniques est vaste, mais aucun n'apporte de fiabilité sans faille.
3 Rien ne remplace l’attention et l'expérience de l'éleveur
chevronné !
Liesbet Caeyman, Het Eegdeken
Michel Hoegaerts, vétérinaire | EquiSound
TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE BOORDEVOL SPORTIEVE ADRENALINE EN LIFESTYLE
MATTEO
SIMONI
KILT
SPECIAL
FA S H I O N
HANS
VAN
ALPHEN
LUC
DEFLO
ADMIRAL
FREEBEE
BART
CANNAERTS
LUK NATHALIE
WYNS MESKENS
23 VERGETEN
RODE DUIVELS
L I F E S T Y L E • T R E N D S • REI Z EN • W ELLN ESS
ROBERT WASEIGE
JOKE VAN DE VELDE
LASZLO KÖTELES
ELIO
WEYTS
ULLA
WERBROUCK
CUSTOMS
HOOFDREDACTEUR
Koen Wauters
Volg ons:
www.facebook.com/MENZOmagazine

Download Report