[ Inleiding Marc van Poeteren, voorzitter Vereniging

[ Inleiding Marc van Poeteren, voorzitter Vereniging FFP, ter gelegenheid van het FFP
Congres 2014 – 9 oktober Nieuwegein]
Geachte leden van de FFP, gewaardeerde gasten,
Namens mijn medebestuursleden van de Vereniging FFP en de Stichting Certificering FFP
heet ik u van harte welkom op de vierde editie van het FFP Congres. Een speciaal welkom
natuurlijk voor onze ereleden en leden van verdienste.
In 2011 bij ons toenmalige 15-jarig jubileum nog voorzichtig gestart met 250 deelnemers, is
dit FFP-event inmiddels uitgegroeid tot een belangrijk ontmoetingsplatform waar 800 FFPleden en onze belangrijke relaties uit de financiële sector bij aanwezig zijn.
Dames en heren, deze editie van het FFP Congres heeft de titel ‘het vermogen om goed te
plannen’. Op wie of wat doelen we dan? Enerzijds de consument. Consumenten worden –
ook in de optiek van de overheid – in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor de
inrichting van hun financiële toekomst. Dat veronderstelt een grote mate van overzicht van
hun huidige financiële situatie, inzicht in wensen en doelstellingen en het maken van
verantwoorde keuzes. Financieel vaardige consumenten zijn beter voorbereid op risico’s. Zij
zijn ook beter in staat om weloverwogen besluiten te nemen ten aanzien van de inrichting
van hun financiële huishouding. De FFP ondersteunt deze visie van harte. Dat is ook de reden
dat wij graag concreet bijdragen aan initiatieven als Wijzer in Geldzaken en Stichting LEF.
Niet voor niets zijn beide organisaties hier vandaag prominent aanwezig.
Een interessante ontwikkeling in dit verband is het fenomeen ’nudging’. Het Engelse woord
nudge staat voor een ‘vriendelijke duwtje in de goede richting’. Het meest plastische
voorbeeld daarvan – voor het mannelijk publiek zeer herkenbaar – is het plastic vliegje in het
urinoir. Met deze kleine ingreep worden wij, mannen, onbewust gestuurd om goed te
richten. Nudging kan echter ook in het financiële domein veel betekenen. De
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft onlangs een interessant
rapport gepubliceerd over de inzet van nudging. Welke duwtjes in de goede richting mag en
kan de overheid inzetten om het financiële gedrag van de consument te sturen en wat is
trouwens de goede richting? En wanneer gaat nudging over in impliciet advies en wordt
daarmee het terrein van de financieel planner betreden? We volgen de overheidsinitiatieven
op dit punt met belangstelling.
Dames en heren, dat brengt mij terug naar de titel van dit congres ’het vermogen om goed
te plannen’. Met deze titel doelen we – anderzijds – op het vermogen, de vaardigheden van
de financieel planners.
De (gecertificeerd) financieel planner is bij uitstek de (vertrouwens-) persoon die
consumenten terzijde kan staan bij het helder krijgen van hun wensen en dromen en het
uitstippelen van hun financiële toekomst. Hiervoor zijn naast brede vakinhoudelijke kennis
ook goed ontwikkelde vaardigheden en competenties nodig.
Met de introductie van de nieuwe vakbekwaamheidseisen van de FFP per januari 2014 -in de
volksmond FFP 2.0- leggen we de lat van vaardigheden en competenties van de
gecertificeerd financieel planner, op een nog hoger niveau.
Ik ben er trots op dat de bestaande leden van de FFP zich gecommitteerd hebben om in
2014 deel te nemen aan een behoorlijk zwaar trainingsprogramma. Natuurlijk is het FFPbestuur niet doof voor de scepsis bij deze en gene. Echter, met het doorlopen van het
vaardighedenprogramma voldoen straks alle 3.800 leden aantoonbaar aan de nieuwe FFPstandaard. En daar mogen zij dan terecht trots op zijn.
Financieel vaardige consumenten verwachten nog financieel vaardigere adviseurs. In de
optiek van de FFP zijn dat natuurlijk de financieel planners die als geen ander de rol van
financieel vertrouwenspersoon op zich kunnen nemen; soms een duwtje in de rug gevend,
soms ook met een stevig financieel advies.
Dames en heren, FFP-gecertificeerd ben je niet zomaar. Daar gaat een zeer pittige studie aan
vooraf en een dito examen. Ik stoot denk ik niemand voor het hoofd als ik beweer dat het
FFP-diploma hoger gekwalificeerd kan worden dan het basale Wft-kader. En dat dit hogere
diploma zou moeten kunnen leiden tot een soort van vrijstelling voor de lagere diploma’s:
daar pleit de FFP al jaren voor. Van Bert Sonneveld heb ik vernomen dat we vandaag een
belangrijke primeur met u gaan delen op dit front. Zo is het toch Bert? Ik kijk erg uit naar
jouw gesprek met onze minister van Financiën.
Dames en heren, met deze cliffhanger dank ik u hartelijk voor uw aandacht en geef nu graag
het woord aan onze dagvoorzitter Maarten Bouwhuis en onze directeur, Bert Sonneveld.
Baarn/Nieuwegein, 9 oktober