Strategisch plan voor de bouwsector

Strategisch plan voor de bouwsector
Pistes om de voorwaarden te scheppen voor een gezonde concurrentie
Vijf acties moeten tegelijkertijd worden ingevoerd:
1.
Versterken van het rechtskader
2.
Sensibiliseren en responsabiliseren van de opdrachtgevers
3.
Dammen bouwen tegen de deloyale concurrentie van buitenlandse
bedrijven
4.
Ontwikkelen van een aangepast controlebeleid
5.
Wapenen van onze eigen ondernemingen
STRATEGISCH PLAN VOOR DE BOUWSECTOR
3
1. Versterken van het rechtskader
Onze federale reglementering is in bepaalde opzichten slecht aangepast aan de strijd tegen
de oneerlijke concurrentie van grensoverschrijdende arbeid op de bouwmarkt. Met naleving
van het Europese recht moet het Belgische rechtskader worden versterkt, hetzij door de
toepassing van bepaalde maatregelen te verruimen, hetzij door nieuwe maatregelen in te
voegen om onaanvaardbare concurrentieverstoringen beter te bestrijden.
a. Op het gebied van de erkenning van aannemers:
Invoeren van de verplichting dat elke onderaannemer in de keten van aannemingsbedrijven
erkend is in de klasse en de categorieën of ondercategorieën van werken die
overeenstemmen met de waarde en de aard van de toevertrouwde werken.
Daarenboven dient het principe in de wetgeving te worden ingevoerd ter beperking van het
aantal onderaannemers dat is toegestaan voor dezelfde activiteit in dezelfde ketting van
werken toevertrouwd aan de hoofdaannemer.
b. Inzake de marktprijzen:
De aanvaarding van een abnormale lage prijs moet als een strafbaar feit worden opgenomen
in de wet op de handelspraktijken. Een abnormaal lage prijs is die welke alleen kan worden
gerechtvaardigd met ontduiking van de arbeidsreglementering, socialezekerheidswetgeving
of fiscale wetgeving. Dit strafbaar feit geldt voor private en openbare opdrachtgevers en
moet door de inspectiediensten worden vervolgd.
Bij publiciteit van onregelmatige aanbiedingen op gebied van de prijs, dienen de
gerechtelijke procedures worden geactiveerd tot staken van deze publiciteit.
c. Op het gebied van de hoofdelijke aansprakelijkheid:
Doortrekken van de subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale schulden (art. 30
bis RSZ-wet) en fiscale schulden (art. 400 e.v. W.I.B.) tot de opdrachtgever, behalve voor de
opdrachtgever natuurlijke persoon die de werken uitsluitend voor privédoeleinden laat
uitvoeren.
STRATEGISCH PLAN VOOR DE BOUWSECTOR
4
2. Sensibiliseren en responsabiliseren van de opdrachtgevers
a. Particuliere opdrachtgevers:
Sinds de afschaffing van de registratie als aannemer wordt de particuliere opdrachtgever op
geen enkele manier meer gestimuleerd te werken met een aannemer die in orde is met zijn
sociale en fiscale verplichtingen. De toekenning van voordelen, subsidies moet daarom
onderworpen worden aan een attestering dat de aannemer voldoet aan de
vestigingsreglementering (indien van toepassing) en geen sociale en/of fiscale schulden
heeft. Dit moet ook voor buitenlandse bedrijven gelden.
Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de fiscale schulden voor een particulier die een beroep
doet op zwartwerk.
b. Opdrachtgevers:
Doortrekken van de subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale
schulden tot de opdrachtgever, behalve voor de opdrachtgever natuurlijke persoon die de
werken uitsluitend voor privédoeleinden laat uitvoeren.
c. Openbare opdrachtgevers:
Bij abnormaal lage prijsoffertes moet de aanbestedende overheid een ernstig onderzoek
doen en moeten de afwijkingen tussen raming en offerte omstandig gemotiveerd worden.
Aannemers met abnormaal lage prijzen moeten geweerd worden.
De openbare besturen moeten de selectiecriteria zodanig vaststellen dat ze maximaal de
aannemer kunnen aanwijzen die bewezen heeft het werk op een correcte manier te kunnen
uitvoeren. Onderzoek naar aanpassing van de regelgeving ter zake.
STRATEGISCH PLAN VOOR DE BOUWSECTOR
5
3. Dammen bouwen tegen deloyale concurrentie van buitenlandse bedrijven
De bestaande wetgeving die de buitenlandse bedrijven hier moeten respecteren moet
afdwingbaar worden gemaakt.

Loon- en arbeidsvoorwaarden en inzonderheid het zegelregime: noodzaak dat het
Fonds voor Bestaanszekerheid over de Limosa-gegevens kan beschikken voor een
efficiënte inning of vrijstelling van de zegelbijdrage op basis van criteria opgesteld
door de Raad van Bestuur van het FBZ. Ook dient de Limosa-aangifte voor de afgifte
van het identificatiemiddel. Bij niet- betaling moet de inhoudingsplicht via publicatie in
een publiek toegankelijke databank afdwingbaar gesteld worden.

Verplichte normen inzake veiligheid en welzijn: onderzoek naar de mogelijkheden tot
controle en afdwingen van de naleving ervan door buitenlandse werkgevers
(aansluiting bij een externe preventiedienst, medisch toezicht, preventieadviseur,
keuring van werftuigen, ...).

Toegang tot het beroep: onderzoek naar de mogelijkheid tot controle en afdwingen
van de verplichting dat de buitenlandse onderneming over de nodige
beroepsbekwaamheden beschikt om de activiteit te mogen uitoefenen.
STRATEGISCH PLAN VOOR DE BOUWSECTOR
6
4. Ontwikkelen van een aangepast controlebeleid
a. De invoering van een identificatiebewijs:
Invoering in de welzijnswetgeving van de verplichting dat iedereen op een tijdelijke of
mobiele bouwplaats ertoe gehouden is op een zichtbare manier een identificatiemiddel te
dragen. De bedoeling is om van het identificatiemiddel een functioneel instrument te maken:
een visueel identificatiemiddel, kan gebruikt worden in het kader van de
aanwezigheidsregistratie, de geo-localisatie, opleidingen, toegangscontrole, medische
gegevens en als instrument in het kader van de afschaffing van het document bij tijdelijke
werkloosheid (C3.2A formulier).
b. Fiscale verplichtingen:
De fiscale verplichtingen van buitenlandse dienstverleners en hun werknemers in België
moeten meer gecontroleerd worden, meer bepaald op het gebied van btw en
inkomstenbelasting in de relaties tussen onderaannemers.
c. Permanente bestrijding van de misbruiken van sociale statuten en interne deloyale
concurrentie:


Activeren van de controle op het behoren tot het juiste paritaire comité via de
gegevens uit de werkmelding (activiteit onderaannemer).
Beperking in de tijd van het statuut van zelfstandige in bijberoep in de bouw.
d. Oprichting van een lokaal tripartiet platform:
Nood aan een lokaal ontmoetingsplatform tussen de sociale partners
inspectiediensten (verdwenen na de opheffing van de registratie als aannemer).
STRATEGISCH PLAN VOOR DE BOUWSECTOR
en
de
7
5. Wapenen van onze eigen ondernemingen
Loonlastenverlaging: een structurele vermindering van de loonkosten, aangevuld met
maatregelen om het budgettair evenwicht van de Staat te garanderen.
Bedrijven de mogelijkheid geven om in te spelen op de vraag en de wensen van de
opdrachtgever om te vermijden dat om die reden de opdrachten niet toegewezen worden
aan Belgische aannemers.
STRATEGISCH PLAN VOOR DE BOUWSECTOR
8