Good practice Meerwaarde open en online onderwijs voor hbo

VERSLAG SESSIE – AVANS HOGESCHOOL
MEERWAARDE OPEN EN ONLINE ONDERWIJS VOOR HBO
Frans van Kalmthout, directeur Open en online onderwijs en Internationale betrekkingen
Open en online onderwijs wordt in de toekomst snel belangrijker. Open
educational resources hebben meerwaarde voor studenten, docenten en
professionals in het hbo. Daarbij blijft de docent die de leerstof naar de
concrete beroepsomgeving kan vertalen van doorlopend belang. Van Kalmthout
sprak op het symposium Open en Online Education op 11 maart 2014.
Open: vrij gebruik en hergebruik
Open en online onderwijs gaat over
onderwijscontent, zoals presentaties,
modules, colleges, demonstraties en
complete cursussen, die via internet vrij
beschikbaar is. Aangezien het gaat om
content die pas overgaat in onderwijs als
er daadwerkelijk iets mee wordt gedaan,
spreekt Van Kalmhout bij voorkeur van
open educational resources (OER). Het
woord ‘open’ benadrukt het vrije gebruik en
hergebruik - ook van onderdelen - van de
content, zodat de gebruikende docent de
ruimte houdt naar eigen didactisch en
vakinhoudelijk inzicht het materiaal op
eigen wijze te gebruiken.
Verschillende doelgroepen belangrijk
In het Nederlandse hoger beroepsonderwijs kunnen OER voor verschillende doelgroepen belangrijk
zijn. Bijvoorbeeld voor docenten van dezelfde of van een andere instelling, die met open en online
content nieuw onderwijs voor hun eigen studenten maken. Of voor studenten, van dezelfde of een
andere instelling, die deze content gebruiken om zich voor te bereiden op een tentamen, of om
gemiste, of niet begrepen onderdelen in te halen. Of voor afgestudeerden, die deze content kunnen
gebruiken om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. Of voor
aankomende studenten, die al in het voortgezet onderwijs een realistische indruk kunnen krijgen van de
onderwijscontent, die zij straks als student tot zich moeten nemen.
Leermateriaal verder ontwikkelen en delen
Aangezien het uiteenzetten van abstracte materie zonder uitleg vaak lastig is, benadrukt Van Kalmthout
het blijvende belang van de docent die in staat is de leerstof naar de concrete beroepsomgeving te
vertalen. Maar hij ziet ook een kans voor docenten om binnen Nederlandse hogescholen de komende
jaren samen OER of e-learningmateriaal te ontwikkelen en te delen met collega-docenten binnen de
eigen en andere hogescholen. Van Kalmthout stelt dat dit materiaal in eerste instantie zal zijn gericht op
studenten, maar dat het met beperkte aanpassingen ook eenvoudig beschikbaar kan worden gemaakt
voor professionals met een behoefte aan bij- of herscholing. Veel materiaal is reeds voorhanden en
deze klantgerichte aanpak heeft een positief effect op de profilering van de hogeschool. Er is dus
sprake van een aantrekkelijke return on investment.
Drempels bij delen
Het deelbaar maken van online leermateriaal stuit echter nog wel op verschillende drempels. Zo zijn
docenten om verschillende redenen huiverig hun materiaal te delen. Dat is onder meer vanwege de
vraag of de docent wel voldoende wordt beloond voor zijn moeite, of het werk van andere docenten wel
van hetzelfde hoge niveau is en ook de angst om eigen werk door collega’s en derden te laten inzien en
beoordelen. Daarbij ligt er nog een uitdaging met het vindbaar maken van specifiek open leermateriaal.
Volgens Van Kalmthout kan dit onder meer worden ondervangen door het materiaal te verdelen in
kleinere, nauwkeurig beschreven modules.
Practiced based education
Van Kalmthout plaatst de mogelijkheden van open en online onderwijs ook in een breder kader. Hij
constateert dat er internationaal steeds meer kritiek komt op hoorcolleges door docenten aan een groep
studenten in collegeruimtes. Dit wordt wereldwijd steeds vaker beoordeeld als inefficiënt en te duur.
Er is daarom een sterke beweging op gang gekomen richting meer effectieve vormen van educatie door
andere onderwijsvormen. Onderwijsvormen waarmee ook de steeds verder stijgende kosten kunnen
worden ingeperkt. Door het combineren van online leermateriaal met analytics die in staat zijn de
ontwikkeling van de individuele student scherp in kaart te brengen, mondt dit mogelijk onder meer uit in
een vorm van practice based education.
Stappenplan voor Nederlands hoger onderwijs
Voor Nederlandse hogescholen heeft Van Kalmthout het volgende stappenplan geformuleerd:
1. Bepaal de strategie ten aanzien van e-learning en virtualisering.
2. Indien positief, richt meerjarige ontwikkelprogramma’s voor e-learning in.
3. Richt een professionaliseringsplan voor docenten in dat verder gaat dan het ‘Protocol didactische
bekwaamheden van docenten’ (oktober 2013) zoals aangenomen door de Vereniging Hogescholen.
Daarin ontbreekt digitale didactiek namelijk volledig. Alle docenten moeten didactisch en digitaal
competent worden/zijn.
4. Richt een voorhoede in van docenten die met open en online onderwijs bezig zijn/gaan.
5. Zoek ondersteuning bij het programma Open Education van SURF.
6. Stimuleer samenwerking tussen docenten van de eigen hogeschool.
7. Stimuleer samenwerking met enkele andere gelijkgezinde hogescholen.
8. Volg de internationale ontwikkelingen van het OpenCourseware Consortium.
9. Bevorder dat er een nationaal platform komt voor het plaatsen van Nederlands open leermateriaal.
10. Zorg ervoor dat al het nieuw ontwikkelde onderwijsmateriaal vanaf heden online beschikbaar komt.
11. Ga na of er kennisdeling met het werkveld mogelijk is. Over en weer.
MEER


Presentatie De meerwaarde van open en online onderwijs voor het hbo van Frans van Kalmthout
(Avans Hogeschool)
Contact: Drs. F.J.M. van Kalmthout, directeur Open en Online Onderwijs en Internationale
betrekkingen, Avans Hogeschool, e-mail: [email protected].
Symposium Open en Online Education
Op dinsdag 11 maart organiseerden SURF, het ministerie van OCW, de VSNU en de Vereniging
Hogescholen het symposium Open en Online Education voor bestuurders en managers in het hoger
onderwijs. Tijdens het symposium is duidelijk geworden dat open en online onderwijs aan het begin
staat van een lange en interessante weg. Nieuwe leermethoden ontstaan bijna als vanzelf door de
experimenten die Nederlandse hoger onderwijs instellingen aangaan, waarvan de meest bekende de
MOOC’s zijn. Of deze ontwikkelingen disruptive zijn of een aanvulling vormen op het bestaande
campusonderwijs was een van de vragen die tijdens het symposium ruimschoots aan bod kwam. Dat
zowel open, als online onderwijs ‘here to stay’ zijn, stond voor alle aanwezigen vast.
Beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederland.