117 Europese En Internationale

1ste bach TEW
Europese en Internationale
Smvt Boek Internationale Economische Organisaties
Q
117
uickprinter
Koningstraat 13
2000 Antwerpen
www.quickprinter.be
4.50 EUR
Nieuw!!!
Online samenvattingen kopen via
www.quickprintershop.be
DEEL II
Hoofdstuk 1: Historische achtergronden
1. Waarom bestaan er internationale organisaties?
De toenemende nood aan internationale samenwerking
Internationale organisaties = samenwerkingsverbanden die door de staten worden opgezet met de
bedoeling in te spelen op factoren die men alleen niet de baas kan.
- Ze ontstaan daar waar er nood is aan samenwerking
- Belangrijkste beperking: staten zullen slechts het optreden van een internationale organisatie
steunen voor zover de samenwerking met andere staten noodzakelijk is.
Interdependentie = wederzijdse afhankelijkheid van staten wanneer samenwerking noodzakelijk
is.
→ Ligt aan de basis van belangrijke rol die internationale organisaties vandaag kunnen spelen.
Door het oprichten van internationale organisaties geven de staten aan dat het permanente karakter
van de samenwerking essentieel is. Het geeft de mogelijkheid om de afgesproken samenwerking te
controleren en om te helpen eventuele geschillen bij te leggen.
De genese van internationale samenwerking via organisaties
Het ontstaan van internationale organisaties kan onderverdeeld worden in 3 fasen:
- De periode vóór W.O. I (1914)
- Het interbellum
- Periode sinds 1945
De periode voor 1914
• Staat doorbreekt als dominante bestuursstructuur
o Vrede van Westfalen (of Münster) in 1648 als referentiedatum
• Sinds 1648 worden internationale betrekkingen bepaald door de interacties tussen de
vertegenwoordigers van regeringen die elk zelf aan het hoofd van een staat staan.
• Na W.O. II explodeerde het aantal staten door dekolonisatie die toen haar hoogtepunt
bereikte.
Ö Internationale betrekkingen werden complexer!
De Vrede van Westfalen vormt het eerste voorbeeld van een diplomatieke conferentie waarop een
67
aantal afspraken worden gemaakt en akkoorden worden gesloten. Wat daar niet gebeurde was de
oprichting van een internationale organisatie.
Internationale conferenties in de 19e eeuw
• Diplomatieke conferenties = bijeenkomst van afgevaardigden van verschillende landen die
van gedachten wisselen en onderhandelen over de regeling van gemeenschappelijke
problemen.
Ö Ontstaan van multilaterale verdragen die wettelijke verplichtingen oplegden aan de
verdragssluitende partijen.
Bv. Vrede van Westfalen (bezegelde einde van de 30-jarige oorlog)
Congres van Wenen (na nederlaag Napoleon in Waterloo)
Verdrag van Versaille (1919)
• Het Congres van Wenen is van groot belang in deze context. Daarin werd het
machtsevenwicht vastgelegd. Men probeerde dit machtsevenwicht te bewaren door het
organiseren van conferenties zodra bepaalde gebeurtenissen dit noodzakelijk maakten.
→ Dit conferentiesysteem staat ook wel bekend als “Concert van Europa”.
Bv. In 1831 werd de Conferentie van Londen gehouden die de onafhankelijkheid
van België erkende en deze aldus mogelijk maakt, en die als voorwaarde de
neutraliteit van België voorop stelde (wat het beste middel is om een bestaand
machtsevenwicht te behouden)
• Het Concert van Europa werkte vanuit de assumptie van de soevereine gelijkheid van alle
staten. Geen enkele staat kan zich juridisch op een voorkeurspositie beroepen en daar
bepaalde rechten aan ontlenen.
→ Is nog steeds één van de basisprincipes van de moderne internationale
samenwerking! (ook wordt dit principe niet in alle huidige internationale
organisaties toegepast)
Functionele samenwerking
• Industriële revolutie creëerde een onderlinge afhankelijkheid die vormen van functionele
samenwerking noodzakelijk maakte.
o Functionele samenwerking = samenwerking die beperkt blijft tot een aantal specifiek
omschreven problemen die moeten worden opgelost om het internationale verkeer
mogelijk te maken en tegelijk de gevolgen daarvan op te vangen.
o Staten kozen niet voor periodieke bijeenkomsten maar voor institutionalisering van
de onderlinge permanente samenwerking via internationale organisaties.
68
o De secretariaten van de organisaties worden bemand door deskundigen en technici en
staan in voor het dagelijkse bestuur.
o Het beleid wordt uitgestippeld op jaarlijkse bijeenkomsten van
regeringsverantwoordelijken.
Ö Deze structuur, samen met de soevereine gelijkheid, hebben de internationale
organisaties van vandaag gestalte gegeven.
De periode van het interbellum
• De regeling van vele problemen verbonden met vrede en veiligheid, en de noodzaak tot
internationale samenwerking leidde na W.O. I tot de oprichting van de Volkenbond in 1919.
• Toen bestaande en toekomstige internationale organisaties werd mogelijkheid geboden zich
te plaatsen onder beheer van de Volkenbond. (slechts 6 organisaties gingen hierop in)
• In de loop van de jaren ’20 en ’30 kwam Volkenbond onder druk te staan door ingewikkelde
economische problemen en het groeiende protectionisme. Anderzijds werden ook voor
specifieke doelen en kwesties nieuwe internationale instellingen opgericht.
De periode sinds W.O. II
• De Verenigde Naties (VN) (opvolger van de Volkenbond) werd opgericht onder beleid van
president Roosevelt.
• Onderdelen van de VN die ook werden opgericht:
o FAO in 1943 (Food and Agricultural Organisation)
o UNRRA in 1943 (United Nations Relief and Rehabilitation Administration)
= steun en bijstand verlenen in de van Duitse bezetting bevrijde gebieden.
o Monetaire en financiële conferentie van de VN in 1944 (Bretton Woods)
= hier werden het IMF en de WB het leven gegeven.
2. De 5 pijlers van het naoorlogse economische wereldsysteem
De 5 pijlers:
- Vrijhandel
- Vaste of geregelde wisselkoersen
- Vrij internationaal betalingsverkeer vs. Kapitaalverkeer
69
-
Internationale liquiditeit
Geregelde prijzen voor grondstoffen en basisproducten
Vrijhandel
De bedoeling van deze vrijmaking is het bevorderen van de economische groei en tewerkstelling,
maar ook het aanwakkeren van de internationale concurrentie wat zou leiden tot meer efficiëntie.
In 1946 werd de oprichting van de ITO (International Trade Organisation of Internationale
Handelsorganisatie) gepland. In afwachting werden multilaterale onderhandelingen gestart voor het
verlagen van de douanerechten en voor het afschaffen van handelsbelemmeringen.
De GATT (General Agreement on Tarifs and Trade), die gewaarborgd werd door ITO, werd als
internationale conventie aanvaard.
- Waakte over toepassing van de overeengekomen regels
- Lag aan de basis van het houden van multilaterale onderhandelingsgronden voor het
verminderen of wegwerken van internationale handelsbelemmeringen.
- In 1955 opgevolgd door de WTO (Wereldhandelsorganisatie)
Volgens de theorie van het comparatieve voordeel wordt het hoogste niveau van economische
ontwikkeling slechts bereikt als er optimale allocatie van productiefactoren op wereldschaal bereikt
wordt.
Ö Maar desondanks blijven protectionisme en concurrentievervalsing op nationale schaal
een belangrijk kenmerk: men kijkt eerder naar negatieve (nationale) gevolgen dan naar
de gezamenlijke economische vooruitgang.
Handelsbelemmeringen:
- Tarifaire handelsbelemmeringen:
o = tolheffing op buitenlandse producten wanneer deze worden ingevoerd.
⇒ Buitenlandse producten relatief duurder t.o.v. binnenlandse producten.
⇒ Voordeel:
ƒ Extra bron van inkomsten voor overheid
ƒ Eigen productie en tewerkstelling worden gevrijwaard en beschermd
tegen buitenlandse concurrentie.
⇒ Nadeel:
ƒ Consument betaalt in feite teveel voor gewenste product. Hij zal
bijgevolg minder geld kunnen besteden aan andere behoeften
(alternativiteitskost)
ƒ Efficiënt produceren wordt niet aangemoedigd.
-
Niet-tarifaire handelsbelemmeringen
70
o = invoering van complexe administratieve procedures voor invoer door de hantering
van:
ƒ Technische normen die de eigen producenten bevoordelen
ƒ Vaststellen van invoercontingenten
ƒ Selectieve toewijzing van overheidsbestedingen
ƒ …
Vaste of geregelde wisselkoersen
Het gebrek aan monetaire stabiliteit zorgt ervoor dat de ontwikkeling van de prijsniveaus moeilijk
voorspelbaar is. Dit komt tot uiting in de verhouding van de wisselkoersen.
Er zijn 2 wisselkoerssystemen:
Flexibele wisselkoersen
Munten kunnen ten opzichte van elkaar vrij fluctueren. Bijgevolg kunnen prijzen van producten uit
verschillende landen (ook al is de productiekost gelijk) t.o.v. elkaar fluctueren.
Bv. Een land waarvan de munt aan een voortdurende depreciatie onderhevig is, zal dus steeds
goedkopere producten op de wereldmarkt kunnen aanbieden en tegelijkertijd de buitenlandse
producten duurder zien worden.
In het verleden hebben regeringen dit fenomeen uitgebuit om in geval van recessie hun markt af te
schermen en hun exporten op te drijven (competitieve devaluatie).
⇒ Door hun munt te devalueren worden producten goedkoper
⇒ Nadeel: Als andere landen dit ook doen komt men terecht in een spiraal van
muntontwaardingen en een verscherping van handelsconflicten.
⇒ Internationale controle is dus gewenst.
Het creëren van monetaire stabiliteit is echter niet zonder nadelen. Door staten het middel af te
nemen om hun munt te devalueren, kan een economie die al zwak in de schoenen stond, volledig
verstikt worden. Dit komt vooral tot uiting wanneer er betalingsbalansproblemen zijn.
Bv. Bij een land dat weinig uitvoert en veel invoert, en waarin door buitenland weinig geïnvesteerd
wordt, heeft op bepaald moment een tekort aan deviezen, waardoor ze geen producten meer kan
invoeren.
Men beschikt dan nog slechts over 2 instrumenten om de munt te devalueren:
• De vraag in het land kan afgeremd worden door een beperking van de overheidsuitgaven en
van de consumptievraag.
o Nadeel: kan een rem zetten op de economische groei en kan werkloosheid
veroorzaken.
71