Aansluiten en versterken

Aansluiten en versterken
Héél Nederland in verbinding
Aansluiten en versterken
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en
een totaalconcept waardoor héél Nederland in verbinding
Milieu hebben NS en ProRail het plan ‘Beter en meer’
is. Het plan dat nu voor u ligt, is een weergave van de
opgesteld. Het plan omvat een ambitie voor 2025 en
aansluitingen met het regionale net en de versterking
verder en is gericht op de ontwikkeling van het hoofd-
hiervan. Het advies, gesterkt door decentrale over-
railnet. De Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland
heden, is om deur-tot-deur vervoer te bieden voor de
(FMN) wil een totaalplan voor het Nederlandse trein-
reiziger met aandacht voor het regionale treinvervoer.
vervoer waarin ook kansrijke plannen voor het regionale
Veel leesplezier!
net benut worden. Daarom komt FMN met ‘Aansluiten
en versterken’. Samen met ‘Beter en meer’ vormt dit
2
Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland
Aanleiding
Wij zijn van mening dat door het maken van gerichte en soms andere keuzes,
een grotere zekerheid over de groei gecreëerd kan worden. Er wordt nu
sterk ingezet op het verbeteren van Intercityverbindingen op basis van
het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Onze ervaring is dat juist op de
kortere afstanden tot 40 kilometer - ook buiten de Randstad - bij gerichte
verbeteringen een constante groei te bereiken is. De relatief hoge kosten
en de budgetoverschrijding, die ontstaat bij de invoering van deze voor
Europese begrippen zeer hoge frequenties van Intercitytreinen, maken het
noodzakelijk dat deze keuze zeer goed overwogen moet worden.
opgelost worden als zeggenschap over de
keten in één hand ligt.
Doorgaande verbindingen
Het bieden van doorgaande verbindingen
waar mogelijk, is een goed uitgangspunt en
maakt veel reizen aangenamer. Dit moet dan
ook gelden op plaatsen waar regionale lijnen
stoppen voor de gewenste eindbestemming,
Het uitgangspunt om zoveel mogelijk
Randstad een zware klus. Het is echter
omdat niet op het hoofdrailnet gereden mag
rechtstreekse verbindingen te bieden
wel noodzakelijk. De punctualiteit is immers
worden of omdat doorrijden infratechnisch
onderschrijven wij. Dat geldt natuurlijk ook
bepalend voor het hele net omdat - op een
niet mogelijk is. Voor veel regionale lijnen geldt
voor regionaal vervoer. Met name in krimp-
enkele lijn na - alle Intercitytreinen starten
een maximumsnelheid van 100 km/uur. De
gebieden neemt de vraag naar openbaar
in de Randstad. Ook in dit kader is het zeer
snelheid verhogen tot 140 km/uur verkort
vervoer toe, omdat de gerichtheid op de
de vraag of het bieden van de geplande
de reistijd aanmerkelijk en geeft de moge-
steden verder toeneemt. Door een totale
hoge frequenties mogelijk is. Wellicht kan
lijkheid meer treinen in te zetten. Het kan
visie op het openbaar vervoer, waarbij ook
er beter gekozen worden voor extra
er overigens ook toe leiden dat met min-
stads- en streekvervoer betrokken worden,
spitstreinen op bepaalde lijnen, die con-
der treinen dezelfde dienstregeling gebo-
en een gedeeltelijk ander exploitatiemodel,
form de voorstellen uit de nota ‘Kiezen
den wordt. Het verhogen van de snelheid
zijn wij van mening dat budgetoverschrij-
voor Kwaliteit’ afwijkende eindpunten
rond stations - waar nu vaak een maximum
ding van 10% op het PHS-budget niet
hebben: direct bij werk- of studielocaties.
van 40 km/uur geldt - is een goed voorstel.
nodig is. Dit sluit ook aan op de voorlopige
Om de betrouwbaarheid in de spits te
onzekerheid over de ontwikkeling van het
garanderen kiest FMN vaak voor meer
Kritisch staan wij tegenover het nu bestel-
reizigersvervoer. In dit kader achten wij
overstaptijd in de drukke ochtendspits.
len van nieuw Sprintermaterieel. Het lijkt
het wenselijk meer inzicht te krijgen in
Helaas treffen we in het plan ‘Beter en
ons verstandig hiermee te wachten tot
redenen waarom wel of niet voor de auto
meer’ toch weer de afbouw van frequentie
een totaal vervoerplan voor Nederland
gekozen wordt en of een verdere uitwer-
aan bij extreem slecht weer. Juist als
klaar is. Wij sluiten niet uit dat dit kan
king van een deur-tot-deur keten deze
Nederland op ons rekent, moeten we er
leiden tot de aanschaf van ander en meer
keuze verregaand beïnvloedt. Ervaringen
zijn! De nieuw te plannen dienstregeling
op de regio’s afgestemd materieel voor
in Zwitserland leveren hiervoor het bewijs.
en de nieuwe opzet van be- en bijsturing
stoptreinen. Wij verwachten dat dit zeker
moeten het mogelijk maken de dienstrege-
tot lagere kosten zal leiden.
Reisinformatie voor alle aanbieders
ling vrijwel altijd uit te voeren. De dienst-
Reizen zonder overstap is een goed uit-
regeling moet worden opgebouwd vanuit
Uitgangspunten LTSa serieus nemen
gangspunt, maar helaas niet altijd mogelijk.
de minimale vraag van de reiziger. Dit is
Het is noodzakelijk dat het ministerie van
Dat betekent dat knooppunten goed
een elementair verschil met de huidige
Infrastructuur en Milieu ons de tijd gunt
ingericht moeten zijn, zoals NS en ProRail
opbouw van de dienstregeling, waarbij de
en de uitgangspunten van de LTSa serieus
aangeven. Wij willen ook voor de vele kleine
spits (dinsdagmorgen in de derde week van
neemt. In de nu voorliggende agenda is hier
stations een servicestandaard vaststellen.
september) maatgevend is voor de gehele
geen ruimte voor ingepland. We lopen hier-
Wij zijn van mening dat reisinformatie open
dienstregeling. Dat maakt de kapitaalinten-
door het gevaar nu keuzes te maken die bij
moet zijn voor alle aanbieders en dat de
siteit nog groter en de robuustheid lager.
nader onderzoek of onderlinge afstemming
basis van alle gegevens bij ProRail ligt, die
In dit kader past ook de optimalisatie van
niet gemaakt zouden zijn. Weliswaar met
verantwoordelijk moet zijn voor de uitvoering.
aansluitingen tussen trein en bus via het
de mogelijkheid om via een experimenteer-
visgraatmodel. Dat juichen wij zeer toe,
artikel bij te schaven, gaat de trein nu voor
Dienstregeling opbouwen vanuit
maar voor invoer moeten afspraken ge-
tien jaar rijden op een niet goed afgewogen
minimale vraag
maakt worden over een goede verdeling
dienstregeling! We rekenen er daarom op
Het behalen van de punctualiteit wordt
van opbrengsten en daarmee de kosten-
dat hievoor in deel II van de LTSa voldoende
met name op grote knooppunten in de
dekking van het regionale vervoer. Dit kan
tijd ingeruimd wordt om dit te voorkomen.
3
Uitleg LTSa
• Aan NS en ProRail wordt gevraagd
•Betere aansluitingen op andere mo-
vervoersysteem is een belangrijke schakel
om een operationeel spoorconcept
daliteiten door goed functionerende
in het realiseren van deur-tot-deur vervoer.
voor het hoofdrailnet op te stellen als
multimodale knooppunten (stations
De LTSa van het ministerie van Infrastruc-
basis voor een meerjarige verbeter-
en terminals).
tuur en Milieu bevat een aantal uitstekende
aanpak. NS en ProRail overleggen met
uitgangspunten. De kernpunten in relatie
goederen- en regionale vervoerders.
Een geïntegreerd regionaal openbaar
tot deur-tot-deur vervoer zijn:
• Verdere decentralisatie en creatie van
samenloop.
Opmerkelijk is dat de LTSa geen ambities heeft ten aanzien van internationaal
vervoer per spoor. Terwijl de grenzen
• De kwaliteit van het spoor als vervoer-
binnen Europa steeds meer vervagen en
alle betrokkenen rondom het spoor. NS
product verbeteren zodat de reizigers
de inzet van de EU juist internationalise-
en ProRail hebben daarin het grootste
en verladers de trein in toenemende
ring van het spoor wil bevorderen door
aandeel. Maar ook de regionale ver-
mate als een aantrekkelijke vervoers-
het wegnemen van barrières. Ook voor
voerders, goederenvervoerders en
optie zien en gebruiken.
het regionale spoor buiten de Randstad
•Uitwerking van de LTSa gebeurt met
decentrale overheden worden hierbij
• Verbeteren van de deur-tot-deur reistijd.
zijn geen doelstellingen geformuleerd
betrokken. Dit alles zal leiden tot een
• Verkorten van de reistijd op het
in de LTSa. Zowel het internationale
afgewogen portfolio van programma’s
spoor zelf door het verhogen van
vervoer per spoor als het regionale ver-
en projecten voor het spoor tot 2028 en
frequenties, het gebruikmaken van
voer buiten de Randstad zijn belangrijke
een sturingsinstrumentarium waarmee
de maximum toegestane snelheid
schakels om deur-tot-deur vervoer te
op de realisatie van de geformuleerde
en het verhogen van de snelheid
realiseren.
ambities en doelen kan worden gestuurd.
waar mogelijk.
Wensen van de regio
De decentrale overheden hebben naar
• Samenhang van regionale ontwikkeling
spelen eveneens een belangrijke rol voor
aanleiding van de LTSa stelling genomen
en openbaar vervoer om bloeiende
het regionale openbaar vervoer. FMN
over hun rol ten aanzien van openbaar
centra mogelijk te maken.
concludeert dat het regionale openbaar
•De reiziger vooropstellen. Voor de reiziger
vervoer niet de aandacht krijgt die het
overheden die uit verschillende rapporten
moet zijn reis voelen als een snelle en
zou moeten krijgen. Uit onderzoek blijkt
naar voren komen zijn:
prettige reis van deur tot deur.
dat de reizigersgroei op de regionale
vervoer. Belangen van de decentrale
•Het optimaliseren van de combinatie
•Meer zeggenschap over eigen mobi-
van bus- en treinvervoer.
jaar drie keer zo hoog is als de 0,9%
op het hoofdrailnet. FMN pleit voor een
liteitsbeleid. Door decentralisatie van
spoorverbindingen of op een andere
Samenvattend willen de decentrale
geïntegreerd openbaar vervoersysteem
wijze, zolang dit betekent dat zij via
overheden met het openbaar vervoer
met het regionale vervoer als belang-
zeggenschap over deze spoorverbin-
sturing geven aan regionale bereikbaar-
rijke schakel.
dingen de regionale bereikbaarheid
heid en daarmee aan regionale econo-
kunnen borgen.
mische ontwikkeling. Het stimuleren van
• Betrokkenheid bij het opstellen van
4
spoorlijnen met gemiddeld 2,75% per
het regionale openbaar vervoer is zowel
het nationale vervoerplan. De decen-
binnen het kader van de LTSa als de
trale overheden zijn immers verant-
visie van de decentrale overheden een
woordelijk voor het stads- en streek-
zeer belangrijk uitgangspunt. Externe
vervoer en de bestaande regionale
factoren zoals het veranderende reis-
spoorlijnen.
gedrag en demografische ontwikkelingen
De vijf op te lossen zaken
In het algemeen moet elke concessie beginnen met Art. 1:
4Wanneer een nieuw, geïntegreerd vervoerconcept
Gij zult in het belang van de reizigers samenwerken met de
ingevoerd wordt, moet een opdrachtgever de mogelijk-
andere vervoerders.
heid krijgen een geïntegreerde aanbieding - trein en
bus of doorrijden naar een station op een ander net
1De barrières in het huidige OV-chipkaartsysteem moeten
- op maat in te kopen. Dat betekent dat op basis van
zoveel mogelijk worden weggenomen. Nieuwe betaal-
wederkerigheid de vervoerder met de beste aanbieding
systemen zoals Touch & Travel dienen verder ontwikkeld
de dienst gaat uitvoeren, ongeacht het netwerk - HRN
te worden.
of regio - waarop gereden wordt.
2De vervoerstroom bepaalt of een doorgaande verbinding
5Regel de zeggenschap afdoende door een samenwer-
geboden wordt. De grens van HRN of regionaal kan
king tussen de concessieverleners Rijk en decentrale
niet de reden zijn dat altijd overgestapt moet worden.
overheden. Het ministerie beheert het IC-netwerk, de
Wij stellen als norm voor dat, indien meer dan 40% van
Provincie de regionale lijnen en op het snijvlak wordt
de reizigers over moet stappen op de grens van HRN,
vooraf vastgesteld wat de meest optimale oplossing
een doorgaande verbinding geboden moet worden.
qua zeggenschap is.
3 Bij calamiteiten neemt ProRail in eerste instantie
de leiding. Op het HRN wordt afgestemd met NS en
op een regionale lijn met de betreffende vervoerder.
Beter en meer sluit niet naadloos
aan op de LTSa! Daarom is er
Aansluiten en versterken.
5
6
Beter en meer = LTSa1
Frequentie
Frequentie
Hoogfrequent
Hoogfrequent
4x uur
IC per uur
4x IC per
2x uur
IC per uur
2x IC per
Groningen
Groningen
Leeuwarden
Leeuwarden
Den Helder
Den Helder
Meppel
Meppel
Hoorn
Alkmaar
Enkhuizen
Enkhuizen
Hoorn
Alkmaar
Zaandam
Zaandam
Haarlem
Almere
Amsterdam Centraal
Amsterdam Centraal
Haarlem
Schiphol
Schiphol
Zwolle
Zwolle
Lelystad
Lelystad
Purmerend
Purmerend
Almelo
Almelo
Almere
Deventer
Deventer
Hilversum
Hilversum
Enschede
Enschede
Apeldoorn
Apeldoorn
Amersfoort
Amersfoort
Utrecht
Arnhem
Arnhem
Utrecht
Den Haag
Gouda
Den Haag
Gouda
Geldermalsen
Nijmegen
Geldermalsen
Nijmegen
Rotterdam
Rotterdam
Oss
Dordrecht
Dordrecht
‘s-Hertogenbosch
Oss
‘s-Hertogenbosch
Breda
Roosendaal
Roosendaal
Breda
Tilburg
Tilburg
Eindhoven
Venlo
Eindhoven
Venlo
Vlissingen
Vlissingen
Roermond
Weert
Roermond
Weert
Sittard
Sittard
Heerlen
Heerlen
Maastricht
Maastricht
7
Netwerkfilosofie
Het doel van zowel het ministerie van Infrastructuur en Milieu
centraal: hij moet gemakkelijk, zonder barrières van begin- tot
als de decentrale overheden is om met het openbaar vervoer
eindpunt kunnen reizen. Dat betekent eenheid in tariefsystemen,
een deur-tot-deur aanbod te realiseren. In Zwitserland is
eenheid in reisinformatie en een robuust product.
die keuze al eind vorige eeuw gemaakt. En met groot succes.
Het aantal reizen per hoofd van de bevolking is vele malen
Ook in Nederland zijn voldoende succesvolle projecten die
hoger dan in Nederland (jaarlijks 51 ritten per hoofd van de
aantonen dat een goed innoverend product en samenwerking
bevolking ten opzichte van 23 ritten per hoofd van de bevolking
in de keten tot frequenter gebruik van openbaar vervoer leiden.
in Nederland).
Een andere aanleiding om tot een nieuwe opzet te komen, is het
veranderende reisgedrag en demografische ontwikkelingen. De
Op basis van samenwerking tussen overheden en vervoerders
vraag naar vervoer op korte afstand neemt toe. Daarnaast wordt
is door FMN een plan ontwikkeld voor heel Nederland. In deze
het vervoer op lange afstand succesvoller, indien er sprake is
systeembenadering is een geïntegreerde regelmatige dienst-
van kwaliteitsverhoging. Dat blijkt in Europa doordat gebruik van
regeling verantwoordelijk voor meer regelmaat, meer snelheid
het snelle langeafstandsvervoer steeds vaker een alternatief is
en meer aanbod in het openbaar vervoer. De reiziger staat
voor het vliegtuig, voor afstanden tot 600 kilometer.
8
Exploitatie
Wat betreft exploitatie heeft Zwitserland ons geleerd dat deze systeembenadering borg staat voor
een robuuste exploitatie met een hoge punctualiteit.
Deze benadering gaat uit van een hiërarchie waarbij
de (woon-werk) spoorverbindingen met economische
centra de basis vormen van het openbaar vervoer.
Deze verbindingen hebben een standaardfrequentie
van vier treinen per uur (twee Intercity’s en twee
RegioSprinters). Spitstreinen worden toegevoegd
voor afwijkende bestemmingen (bijvoorbeeld randgebieden) om de vaste reiziger tegemoet te komen.
Spoorlijnen die onderdeel uitmaken van het PHS
hebben een frequentie van acht treinen per uur
(vier Intercity’s en vier RegioSprinters). Dit vanuit
de netwerkfilosofie dat een goed aanbod van regionaal vervoer zal leiden tot meer vraag naar regionaal openbaar vervoer. Om deur-tot-deur vervoer
mogelijk te maken, rijden bussen naar regionale
knooppunten (treinstations) en sluiten daar aan op
de treinen conform het visgraatmodel. Een geïntegreerd netwerk betekent een optimale afstemming
tussen het langeafstandsvervoer en het stads- en
regionaal vervoer.
Netwerken
Bij elke spoorwegfunctie hoort een specifiek product
met kenmerkende eigenschappen:
In dit plan zijn meerdere verbeteringsvoorstellen gepresenteerd
voor het regionale spoor in Nederland. Het betreft RegioSprinters
•De toegang tot lokale knooppunten verzorgen:
voor de regionale reiziger omdat deze treinen voornamelijk een
busnet, fiets- en voetgangersvoorzieningen voor
regionale functie hebben en bovendien het gehele treinsysteem
het voor- en natransport van en naar regionale
ondersteunen. Er zijn vijf regionale verbeteringsvoorstellen
knooppunten.
gepresenteerd: Net Randstad, Net Noord Nederland, Net Oost
•De ontsluiting van regio’s verzorgen: de Regio-
Nederland, Net Brabant en Net Limburg. Het Net Randstad is
Sprinter ontsluit de regio naar een regionaal
een nieuw voorstel ten opzichte van het Nieuwe Spoorplan uit
knooppunt. Er wordt onderscheid gemaakt
2011, de overige netten zijn een verdere uitwerking van het
tussen de producten Interregio, RegioSprinter
vorige plan.
en Stadstrein.
•Grote reizigersstromen opvangen, vaak over
De netwerken zijn uitgewerkt volgens de netwerkfilosofie met
grotere afstanden: de Intercity verbindt de grote
deur-tot-deur vervoer als uitgangspunt. In alle regio’s rijdt op elke
Nederlandse steden en de grote stedelijke centra
spoorlijn ieder half uur een regionale trein. Op drukke spoorlijnen
met de ons aangrenzende landen. De Intercity
is dit ieder kwartier. De netwerken zijn per regio afgestemd op
kenmerkt zich door een hoge snelheid, comfort
hogere frequenties en betere aansluitingen op de bus. Al met
en weinig stops. Dat zal concurrerend kunnen zijn
al zal dit leiden tot meer reizigers voor het gehele openbaar
met het vliegtuig op afstanden tot 600 kilometer.
vervoersysteem, van Thalys tot buurtbus.
9
Visie Kaart Net Noord-Nederland
Aandachtspunten
-Realiseren van symmetrie binnen de driehoek Zwolle–Groningen–Leeuwarden.
Op de gehele driehoek moet als ruggengraat voor het Noorden twee keer Intercity
en twee keer Sprinter geboden worden.
- Snelheid
verhogen Leeuwarden–Harlingen (PNN Project).
Intercity
IR NN1 Leeuwarden – Groningen
- InRSfrastructureel
vier treinen Leeuwarden–Sneek mogelijk maken (PNN Project).
NN2 Zwolle – Kampen
RS NN3 Zwolle – Leeuwarden
RS NN4 Zwolle – Groningen
RS NN5 Leeuwarden – Groningen
RS NN6 Harlingen Haven – Leeuwarden
RS NN7 Sneek – Leeuwarden
RS NN8 Stavoren – Leeuwarden
RS NN9 Groningen – Roodeschool
RS NN10 Groningen – Delfzijl
RS NN11 Groningen – Leer
RS NN12 Groningen – Winschoten
RS NN13 Groningen – Veendam
in studie
busaansluiting
nieuw station
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Verbetering
Ui
m
Ee
od
l
en
av
sh
oo
n
t
n
er
ze
de
ch
ee
es
rm
ui
qu
th
Us
Ui
ze
Ro
ui
th
-Stoptrein Leeuwarden–Meppel doortrekken naar Zwolle.
W
ar
m
ffu
RS NN9
ijl
t
es
lfz
W
am
m
um
su
De
ijl
er
ed
ng
lfz
pi
De
Ap
ed
St
pp
Lo
Baflo
Winsum
aa
Zw
er
sk
t
k
os
np
n
de
in
de
id
Hu
Zu
Groningen Noord
rn
yp
ar
eg
Groningen
ho
rd
IR NN1
De
um
in
p
rij
er
ek
on
an
Dr
Fr
en
ng
rli
Ha
en
ng n
rli ve
Ha Ha
RS NN12
Leeuwarden
s
er
an
Le
ch
n
es
te
w
ho
eu
sc
Ni
m
in
da
W
en
Ve
da
en
he
Sc
k
oe
t
br
os
id
rO
Zu
ee
em
pp nda
Sa
ez er
og e
m
Ho pe
p
ek
Sa
ho
de
ol
ns
te
Sneek
Assen Noord
Assen
sw
Grou-Jirnsum
ar
op
RS NN4
Mantgum
Sneek Noord
M
Kr
Leeuwarden Werpsterhoek
RS NN7
RS NN11
Groningen Europapark
Haren
LeeuwardenCamminghaburen
RS NN6
RS NN13
Akkrum
IJlst
Heerenveen
Workum
RS NN8
Sauwerd
ijp
ite
Gr
Bu
te
ou
w
en
es
gw
Ve
RS NN5
RS NN10
Bedum
Beilen
RS NN3
Hindeloopen
Wolvega
Koudum-Molkwerum
Stavoren
Hoogeveen
Steenwijk
Meppel
Staphorst
sh
ad
St
en
ag
Kampen
RS NN2
Zwolle
Kaart Net Noord Nederland
10
Intercity
IR NN1 Leeuwarden – Groningen
RS NN2 Zwolle – Kampen
RS NN3 Zwolle – Leeuwarden
RS NN4 Zwolle – Groningen
RS NN5 Leeuwarden – Groningen
RS NN6 Harlingen Haven – Leeuwarden
RS NN7 Sneek – Leeuwarden
RS NN8 Stavoren – Leeuwarden
RS NN9 Groningen – Roodeschool
RS NN10 Groningen – Delfzijl
RS NN11 Groningen – Leer
RS NN12 Groningen – Winschoten
RS NN13 Groningen – Veendam
in studie
busaansluiting
nieuw station
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Visie Kaart Sprinter Net Randstad
Airport Shuttle
RS 01 Amsterdam Centraal – Den Haag Centraal
RS 02 Amsterdam Centraal – Zandvoort aan Zee
RS 03 Amsterdam Centraal – Hoorn
RS 04 Amsterdam Centraal – Utrecht Centraal
RS 05 Amsterdam Zuid – Almere Oostvaarders
RS 06 Leiden Cenraal – Gorinchem/Tiel
RS 07 Leiden Centraal – Gouda
RS 08 Den Haag Centraal/Rotterdam Centraal – Uitgeest
RS 09 Den Haag Centraal – Gorinchem
RS 10 Utrecht Centraal – Baarn
RS 11 Utrecht Centraal – Zwolle
RS 12 Hoorn – Amsterdam Holendrecht
RS 13 Breukelen – Rhenen/Ede – Wageningen
RS 14 Haarlem – Rotterdam Lombardijen
busaansluiting
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Verbetering
-Gorinchem–Dordrecht naar Rotterdam, mede als compensatie
voor wegvallende Intercity’s tussen Dordrecht en Rotterdam.
- Gorinchem–Geldermalsen doortrekken naar Utrecht.
- Gouda–Alphen aan den Rijn doortrekken naar Leiden.
- Keuzemogelijkheid lijnkoppelingen op knooppunten, zoals Gouda en Weesp.
Alkmaar
RS 03
Uitgeest
Hoorn
RS 08
RS 12
Zwolle
Almere Oostvaarders
Zaandam
Zandvoort aan Zee
Amsterdam
Centraal
Haarlem
RS 02
Amsterdam
Zuid
Hoofddorp
Den Haag
RS 10
RS 01
RS 13
Woerden
Utrecht
RS 07
Ede-Wageningen
Rhenen
Houten
Castellum
Gouda
RS 08
RS 14
RS 04
A’dam
Holendrecht
Breukelen
Alphen
a/d Rijn
RS 11
Baarn
Weesp
Hilversum
Schiphol
Leiden Centraal
RS 05
RS 06
Rotterdam
Gorinchem
Rotterdam Lombardijen
RS 09
Tiel
Airport Shuttle
RS 01 Amsterdam Centraal – Den Haag Centraal
RS 02 Amsterdam Centraal – Zandvoort aan Zee
RS 03 Amsterdam Centraal – Hoorn
RS 04 Amsterdam Centraal – Utrecht Centraal
RS 05 Amsterdam Zuid – Almere Oostvaarders
RS 06 Leiden Cenraal – Gorinchem/Tiel
RS 07 Leiden Centraal – Gouda
RS 08 Den Haag Centraal/Rotterdam Centraal – Uitgeest
RS 09 Den Haag Centraal – Gorinchem
RS 10 Utrecht Centraal – Baarn
RS 11 Utrecht Centraal – Zwolle
RS 12 Hoorn – Amsterdam Holendrecht
RS 13 Breukelen – Rhenen/Ede – Wageningen
RS 14 Haarlem – Rotterdam Lombardijen
busaansluiting
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Kaart Net Midden Nederland
11
Visie Kaart Net Overijssel-Twente
Aandachtspunten
-Infrastructureel de koppeling
van Winterswijk–Zutphen aan Zutphen–Apeldoorn
Intercity
Zwolle – Enschede
mogelijk maken, waardoorIRIR OT1
een
reistijdverkorting van bijna een half uur te behalen is.
OT2 Zwolle – Emmen
RS OT3 Zwolle – Emmen
- Elektrificatie van Zwolle–Wierden.
RS OT4 Zwolle – Enschede
RS OT5 Zwolle – Deventer
RS OT6 Hardenberg – Almelo
RS OT7 Apeldoorn – Winterswijk
RS OT8 Apeldoorn – Enschede
RS OT9 Zutphen – Oldenzaal
RS OT10 Goor – Oldenzaal
busaansluiting
nieuw station
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Verbetering
- IJsselijn opwaarderen tot echte Intercity.
- Regionale Sprinter toevoegen tussen Zwolle en Deventer.
Emmen
Emmen Zuid
Nieuw-Amsterdam
Dalen
Coevorden
IR OT2
Zwolle
Gramsbergen
Hardenberg
Mariënberg
m
Om
lfs
Da
en
RS OT3
en
Zwolle Zuid
Vroomshoop
RS OT6
IR OT1
Daarlerveen
Vriezenveen
He
in
o
Wijhe
al
te
Almelo
da
Wierden
er
Ni
da
jv
er
lW
es
Almelo de Riet
RS OT4
l
t
Ra
RS OT5
Borne
Ni
jv
Rijssen
Hengelo
RS OT8
Olst
Deventer
Colmschate
Deventer-Noord
Hengelo
Gezondheidspark
n
lte
Ho
en
Ba
th
m
Enschede Drienerlo
RS OT10
Goor
Apeldoorn
Osseveld
RS OT9
or
st
-E
m
pe
Lochem
Vo
RS OT7
lo
ur
rd
en
Ap
Vo
Lichtenvoorde-Groenlo
Ru
Kl
ar
en
be
ek
Zutphen
el
do
o
rn
de
M
at
en
Apeldoorn
Winterswijk West
Arnhem
Intercity
IR OT1 Zwolle – Enschede
IR OT2 Zwolle – Emmen
RS OT3 Zwolle – Emmen
RS OT4 Zwolle – Enschede
RS OT5 Zwolle – Deventer
RS OT6 Hardenberg – Almelo
RS OT7 Apeldoorn – Winterswijk
RS OT8 Apeldoorn – Enschede
RS OT9 Zutphen – Oldenzaal
RS OT10 Goor – Oldenzaal
busaansluiting
nieuw station
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Winterswijk
Kaart Net Overijssel-Twente
Emmen
Emmen Zuid
Nieuw-Amsterdam
Dalen
12
Zwolle
IR OT2
Oldenzaal
Delden
Deventer
Twello
Hengelo Oost
Coevorden
Gramsbergen
Enschede
Visie Kaart Net Gelderland
Intercity
RS G1 Amersfoort – Zwolle
RS G2 Amersfoort – Arnhem
RS G3 Arnhem – Doetinchem
RS G4 Arnhem – Winterswijk
RS G5 Arnhem – Tiel
RS G6 Zutphen – Wijchen
busaansluiting
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Aandachtspunten
- Vrije kruising Velp aansluiting bij Arnhem.
Verbetering
- Amersfoort–Ede-Wageningen doortrekken naar Arnhem.
- Arnhem–Tiel handhaven en niet knippen in Elst.
Zwolle
Wezep
‘t Harde
Nunspeet
Harderwijk
RS G1
Ermelo
Putten
Apeldoorn
Nijkerk
Zutphen
ru
nt
Ce
or
rn
Brummen
re
n
te
Dieren-Doesburg
e
Ve
Velp
et
Hu
Te
rb
o
Aa Va rg
lte rss
ev
n
el
de
re
n
d
de
l
in
c
he
m
Elst
Do
et
aa
r
iv
en
en
RS G3
W
eh
Arnhem Zuid
Du
W
vo es
or te
t r-
Arnhem
Ze
v
Ar
Arnhem Presikhaaf
Ga
an
nh
em
st
Oo
Ede-Wageningen
Rheden
lp
er
er
be
po
ek
or
t
ez
fh
W
ol
Ede Centrum
Winterswijk
RS G4
Zetten-Andelst
RS G5
Winterswijk
RS G6
Lu
n
RS G2
Ba
Ba
rn
ev
ev
el
el
d
Amersfoort
d
Ho
No
ev
Amersfoort Schothorst
d
el
ak
m
en
Amersfoort Vathorst
Didam
Doetinchem
Hemmen-Dodewaard
Tiel
n
de
he
us
Nijmegen
Op
Ke
st
er
en
Nijmegen Lent
’s-Hertogenbosch
Ni
Ni jme Wij
ch
jm
g
eg en en
G
en
o
Du ffe
ke rt
nb
ur
g
RS B4
RS L3
IR L1
Roermond
Intercity
RS G1 Amersfoort – Zwolle
RS G2 Amersfoort – Arnhem
RS G3 Arnhem – Doetinchem
RS G4 Arnhem – Winterswijk
RS G5 Arnhem – Tiel
RS G6 Zutphen – Wijchen
busaansluiting
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
13
Visie Kaart Net Brabant
Verbetering
- Sprinter vier keer per uur Breda–Tilburg.
Intercity
RS B1 Goes - Dordrecht
RS B2 Dordrecht - Utrecht Centraal
RS B3 Breda - Eindhoven
RS B4 Nijmegen - Deurne
busaansluiting
nieuw station
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Utrecht Centraal
Nijmegen
Utrecht Lunetten
Houten
Geldermalsen
Oss West
Rosmalen
’s-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch Oost
Dordrecht Zuid
He
He
lm
on
lm d B
o ra
He nd ’t ndev
lm Ho oo
He o ut rt
lm nd
o
De nd B
ur rouw
ne hu
is
la
en
n
ve
ho
rg
Ti
lb
Re
ur
es
g
ho
Un
f
iv
e
Oi
r
Ti site
st
er
lb it
w
ur
ijk
g
Pa
nn
en
sc
h
Oi uu
r
st
er
w
ijk
lb
u
ije
-R
h
Venlo
nd
-B
at
di
jk
Eindhoven
Ri
lla
en
bb
Kr
a
RS B3
Kr
ui
ni
ng
en
-Y
er
se
Vlissingen
e
ke
RS B1
Ti
Bergen op Zoom
lze
K
Bi ape
ez ll
el ein
ge
Roosendaal
Gi
Etten-Leur
n
Be
Oudenbosch
uk
Boxtel
an
RS B4
st
RS B2
Breda
Vught
Berkel-Enschot
Be
Breda-Prinsenbeek
nd
Zevenbergen
Helvoirt
Ei
Lage Zwaluwe
Goes
Ni
Oss
Zaltbommel
Dordrecht
jm
Ra
Culemborg
ve
ns
te
W
Ni
jm eg ijch in
eg en en
en Go
Du ffe
ke rt
nb
ur
g
Houten Castellum
Intercity
RS B1 Goes - Dordrecht
RS B2 Dordrecht - Utrecht Centraal
RS B3 Breda - Eindhoven
RS B4 Nijmegen - Deurne
busaansluiting
nieuw station
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
Kaart Net Brabant
Utrecht Centraal
Utrecht Lunetten
Culemborg
ve
14
Ra
Houten Castellum
n
W stei
eg ijch n
en en
Houten
Visie Kaart Net Limburg
Arnhem
Aandachtspunten
-Elektrificatie en deels dubbelspoor aanleggen
op de Maaslijn (Nijmegen–Roermond).
Arnhem Zuid
RS L3
Elst
Arnhem
Nijmegen Lent
Arnhem Zuid
Nijmegen
RS L3
Elst
Nijmegen Heyendaal
Nijmegen Lent
Mook Molenhoek
Nijmegen
Cuijk
Nijmegen
Heyendaal
Boxmeer
Eindhoven
Mook Molenhoek
Vierlingsbeek
IR L2
Cuijk
Venray Boxmeer
Eindhoven
Geldrop
RS L4
Blerick Vierlingsbeek
IR L2
VenloVenray
HeezeGeldrop
Blerick
RS L4
Tegelen
Venlo
Reuver
en
el
Tegelen
Ha
Swalmen
Reuver
Maarheeze
en
Ha
el
Swalmen
Roermond
W
ee
rt
Ba
ex
e
m
W
ee
rt
Ba
ex
e
m
Heeze
Maarheeze
Roermond
Echt
Susteren
Intercity
IR L1 Maastricht – Aachen (Hbf)
Sittard
Intercity
IR L2 Roermond – Nijmegen
IR
L1
Maastricht
–
Aachen
(Hbf)
RS L3 Roermond – Arnhem
Sittard
IR L2 Roermond – Nijmegen
RS L4 Eindhoven – Maastricht Randwyck
RS L3 Roermond – Arnhem
RS L5 Sittard – Kerkrade
RS L4Centrum
Eindhoven – Maastricht Randwyck
Geleen Lutterade
RS L6 Liège-Guillemines
Heerlen
RS L5 –Sittard
– Kerkrade Centrum
Geleen Lutterade
busaansluiting
RS L6 Liège-Guillemines – Heerlen
busaansluiting
nieuw station
Beek-Elsloo
nieuw
station
onderstreepte naam = regionaal
ov-knooppunt
Beek-Elsloo
Echt
Heerlen
a
La nd
nd gr
gr aa
aa f
f
Heerlen
Maastricht
Aachen
Aachen
(Hbf)
(Hbf)
RS
RSL5
L5
Chevremont
im
Kl
d
ar
g
ur
RS L6
RS L6
nb
hin
Skc e
al
Eijsden
V
– nb
em e
th lhk
ou aac
l
H V
–
er
.G
m
St
he
uhtt ch
roic la
sHt er
aa G
M Srdt.
o
No
ht
ric
st
aa
M rd
o
No
Maastricht Randwyck
Eijsden
Eygel
ge sh
lshov
ov en
en
Ey
Chevremont
Maastricht
Maastricht Randwyck
ss
el
rs
s
ee
M
M
ee
Bunde
v
d
le
r
ou eva
ll
nb
l
a
a
oo bodua
da
W
nren
l
nasl
n
ual
le
a
oooe n-dRaa
er
n
WV
sdGe
e
He
n
l
mre
aonp
le
moe
-Rn
i
eu
i
er
KlV
ecnh
rGg
He
mS
oup
Bunde
rs
se
en
n
IR L1
IR L1
H
De ee
KHi rlen
De eses
Ki erllen
L
onderstreepte naam = regionaal ov-knooppunt
EyEy
gege
lshlsh
ov o
enve
Mn M
ar a
kt rk
ro
ek
t
au
Sp
Ge
l
ee
n
Oo
Sc G b
st
hi ele ee
Sp nn en k
au en O
Sc
os
be
hi
t
ek
nn
en N
ut
Ho
h
eNn
u
s
tbh
Ho
ro
en
ek
sb
Susteren
Kerkrade Centrum
Kerkrade Centrum
Liège-Guillemines
Liège-Guillemines
Kaart Net Limburg
15
De kern
Het doel van dit plan is om met alle betrokkenen
Dit uitgangspunt sluit aan bij de visie van de LTSa en de decen-
tot één gezamenlijke visie te komen voor het open-
trale overheden. Gelet op de ontwikkelingen in de toekomst,
baar vervoersysteem in Nederland. Het regionale
wijzigingen in het reisgedrag en demografische ontwikkelingen,
vervoer is een belangrijke schakel voor een geïnte-
zijn de verbeteringsvoorstellen in dit plan een belangrijke stap
greerd openbaar vervoersysteem. Een geïntegreerd
tot het realiseren van de doelen van de overheden. Decentrale
netwerk betekent een optimale afstemming tussen
overheden krijgen zeggenschap over het totale aanbod van
het langeafstandsvervoer en het stads- en regionaal
openbaar vervoer in de regio, waardoor dit afgestemd kan worden
vervoer. Het uitgangspunt is het bieden van deur-
op de regionale behoefte. Daarnaast zorgt een geïntegreerd
tot-deur vervoer aan de reiziger. Om deur-tot-deur
openbaar vervoersysteem voor een betere bereikbaarheid
vervoer mogelijk te maken, rijden bussen naar
binnen de regio en draagt het bij aan de regionale economie.
regionale knooppunten (treinstations) en sluiten
De regionale vervoerders hebben zowel de expertise als de
daar aan op de treinen conform het visgraatmodel.
middelen in huis om een beter regionaal openbaar vervoer-
Dit betekent dat de reiziger gebruikmaakt van meer-
systeem te bieden, dat reizigers reisgemak van deur tot deur
dere vervoersproducten.
biedt. Het spreekt voor zich dat wij graag deze plannen met de
hele branche uit willen werken in deel II van de LTSa.
16
17
OVERZICHT VERVOERSPRODUCTEN
18
Net/treinproduct
Omschrijving
Qliner,
Brabantliner en
Interliner
Snelle buslijnen die Hub’s en knooppunten met elkaar verbinden, daar waar
geen spoorlijn ligt. Ze vervullen de functie van een Sprinter. In gebieden waar
gedurende lange afstand 100 km/uur aangehouden kan worden, vervullen ze
de functie van Interregio. De basisfrequentie is 30’.
Regionale Sprinter
Daar waar een S-net niet realiseerbaar is rijdt de Sprinter, naast IC of IR of
alleen, en ontsluit de regio naar een Hub of regionaal knooppunt. De Sprinter
is in multimodale concessies verweven met het regionale busnet. De regionale
Sprinter kent een basisfrequentie van 30’ met aanvulling in de brede spits.
Stadstrein
Dit treintype heet in Duitstalige landen S-Bahn en in Frankrijk RER. Kenmerk is
hoogfrequent rijden in stedelijke gebieden als de Randstad. Ook in stedelijke
gebieden als Twente, Arnhem/Nijmegen, Brabantse stedenrij en Zuid-Limburg
inclusief Aken en Luik kan een S-net opgezet worden. De S-netten hebben veel
haltes, op de vraag afgestemde routes en uiteraard een of meerdere Hub’s
waar aangesloten wordt op de IC-, en IR-treinen. Uiteraard bestaat een directe
aansluiting op de stedelijke metro-, tram- en busnetten. De S-netten hebben
een basisfrequentie van 15’, die in de spits opgevoerd kan worden tot 7,5’.
De routes kunnen eventueel op de vraag afgestemd worden.
Interregionetwerk
De IR vervangt de huidige Intercity. Het IR-net valt deels samen met het IC-net
om de huidige kleinere IC-stations te bedienen. De IR rijdt op de minder zware
assen als drager van het systeem. De IR heeft een basisfrequentie van 30’,
die in de spits opgevoerd kan worden ten behoeve van woon-werkverkeer en
studieverkeer. De routes kunnen eventueel op de vraag afgestemd worden.
Intercitynetwerk
internationaal en
nationaal
Dit IC-net verbindt de grote Nederlandse steden, Hub’s en de grote stedelijke
centra in aangrenzende landen. Het is in binnen- en buitenland een open systeem,
zonder verplichte reservering, wat de ruggengraat vormt van het net in Nederland en aangrenzende gebieden. Het net kenmerkt zich door een hoge snelheid,
comfort en weinig stops. Voor langeafstandsvervoer tot 600 km is het een
serieuze concurrent van het vliegverkeer. De IC nationaal heeft een basisfrequentie
van 30’. De IC internationaal heeft een basisfrequentie van 60’.
19