Identiek aan het digitaal ingediende verslag FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Gegevens onderneming: : Datum: 28 april 2014 de stichting Stichting voor Islamitisch Onderwijs “Ibn Ghaldoun”, gevestigd te (3085 DT) Rotterdam aan de Schere 47 Insolventienummer : C/10/13/1033 F Rechtbank : Rotterdam Datum uitspraak : 8 oktober 2013 Curator : mr. J.G. Princen Rechter-commissaris : mr. C. van Steenderen-Koornneef Op verzoek : eigen aangifte Activiteiten onderneming : onderwijs Omzetgegevens : Uit de staat van baten en lasten blijkt dat er in 2012 sprake was van EUR 6.119.992 aan baten. De totale lasten bedroegen in 2012 EUR 5.733.890. Personeel gemiddeld aantal : 79 Verslagperiode : 31 januari 2014 t/m 25 april 2014 Vorige verslagen : Eerste verslag d.d. 5 november 2013 Tweede verslag d.d. 31 januari 2014 Bestede uren in verslagperiode : 48,2 uur Bestede uren totaal : 326,8 uur Aantal bijlagen : 1. Crediteurenlijst 2. Tussentijds financieel verslag _________________________________________________________________________ In lijn met de uitspraak van Hoge Raad van 21 januari 2005 (JOR 2005/104) wordt opgemerkt dat dit verslag niet beoogt om verantwoording af te leggen over de stand van de boedel of een volledig inzicht te geven. Individuele schuldeisers kunnen geen rechten ontlenen aan dit verslag. 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie 1 Stichting voor Islamitisch Onderwijs “Ibn Ghaldoun”, hierna te noemen: “Curanda”, is opgericht op 15 oktober 1996. Sinds 1 februari 2012 is de heer A. Tonca enig bestuurder. De Raad van Toezicht van Curanda bestaat uit vijf toezichthouders. De activiteiten van Curanda bestonden uit het verzorgen van islamitisch voortgezet onderwijs aan circa 630 leerlingen. Dat deed zij vanaf augustus 2012 op twee locaties (voor die tijd op vier locaties), te weten de Schere 47 te Rotterdam en de Putsebocht 21 te Rotterdam. Per datum faillissement werd er nog onderwijs gegeven aan genoemde leerlingen. Op vrijdag 11 oktober 2013 hebben de leerlingen voor het laatst hun reguliere lessen gevolgd. Daarna zijn zij twee weken vrij geweest in verband met het Offerfeest en aansluitend de herfstvakantie. Medio juni 2013 is er examenfraude bij Curanda geconstateerd, welke examenfraude veel aandacht in de landelijke media heeft gehad. Begin juli 2013 heeft de Onderwijsinspectie een onderzoek verricht bij Curanda naar aanleiding van deze examenfraude. Op 9 augustus 2013 heeft de Onderwijsinspectie haar rapport vastgesteld, hierna te noemen: “het Inspectierapport”. Een en ander is op 25 september 2013 aanleiding geweest voor de staatssecretaris van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierna te noemen: “OCW”, om de bekostiging van Curanda, die benodigd is om aan haar lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen, per 1 november 2013 in te trekken. Na genoemd onderzoek hebben er besprekingen plaatsgevonden tussen Curanda, de gemeente Rotterdam, OCW, en de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en Omgeving, hierna te noemen: “CVO”, omtrent de toekomst van (de leerlingen van) Curanda. Die besprekingen hebben er uiteindelijk toe geleid dat een nieuwe stichting onder de paraplu van CVO de leerlingen van Curanda zou gaan overnemen. Daartoe is inmiddels een nieuwe stichting opgericht, de Stichting voor Islamitisch Voortgezet onderwijs in Rotterdam e.o. (IVOR). Geïnteresseerde leerlingen konden zich begin oktober 2013 inschrijven op deze nieuwe school. Voor zover de curator bekend hebben 601 leerlingen hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. 2 Op 4 november 2013 zijn deze leerlingen gestart op de nieuwe school, “De Opperd” geheten. Geplaatst en gestort kapitaal Niet van toepassing. 1.2 Winst en verlies Exploitatieresultaat 2010: EUR 1.196.767 negatief Exploitatieresultaat 2011: EUR 2.037.494 negatief Exploitatieresultaat 2012: EUR 352.308 Exploitatieresultaat ultimo september 2013: EUR 374.545 Het exploitatieresultaat ultimo september 2013 is gebaseerd op interne stukken van Curanda. 1.3 1.4 Balanstotaal Balanstotaal ultimo 2010: EUR 1.514.607 Balanstotaal ultimo 2011: EUR 1.278.696 Balanstotaal ultimo 2012: EUR 1.150.385 Balanstotaal per datum faillissement: (Nog) onbekend Eigen vermogen Eigen vermogen ultimo 2010: EUR 2.188.131 negatief Eigen vermogen ultimo 2011: EUR 4.225.625 negatief Eigen vermogen ultimo 2012: EUR 3.873.316 negatief Eigen vermogen per datum faillissement: (Nog) onbekend 1.5 Lopende procedures Per datum faillissement was Curanda als gedaagde partij betrokken bij een tweetal lopende procedures. Een procedure betreft een kennelijk onredelijke ontslagprocedure tegen een voormalig werknemer. De andere procedure is een incassoprocedure. De curator heeft in beide procedures betrokken partijen geïnformeerd omtrent het faillissement. 3 Tweede verslag Één van de twee procedures is inmiddels doorgehaald. In de andere procedure heeft de curator de wederpartij bericht de procedure niet te zullen voortzetten. 1.6 Verzekeringen De lopende verzekeringen worden geïnventariseerd. Tweede verslag Curanda beschikte over een zogenaamd Dominopakket bij CBO Risicobeheer. Dit pakket is per faillissementsdatum beëindigd. 1.7 Huur Niet van toepassing. De schoolgebouwen van Curanda zijn eigendom van de gemeente Rotterdam en zijn op grond van artikel 76b van de Wet op het Voortgezet Onderwijs om niet aan Curanda ter beschikking gesteld. Curanda dient jaarlijks de onderhoudskosten ter zake van deze gebouwen te voldoen. Uit het Inspectierapport blijkt dat voor het jaar 2010 door de gemeente Rotterdam EUR 264.955 voor onderhoud in rekening is gebracht en dat voor 2011 en 2012 nog niet duidelijk is hoeveel de gemeente Rotterdam voor onderhoud in rekening zal brengen. 1.8 Oorzaak faillissement Curanda stond reeds sinds 2008 onder verscherpt toezicht van de Onderwijsinspectie in verband met diverse in het verleden geconstateerde (financiële) malversaties. Sinds april 2012 stond Curanda ook onder hoog financieel toezicht van de Onderwijsinspectie. Concrete aanleiding voor het faillissement is voormelde examenfraude bij Curanda medio juni 2013. In het naar aanleiding van deze examenfraude verschenen Inspectierapport wordt – kort gezegd – geconcludeerd dat de Onderwijsinspectie onvoldoende vertrouwen heeft dat binnen een termijn van twee jaren duurzaam kwalitatief goed onderwijs kan worden gegeven aan de leerlingen van Curanda, omdat bin- 4 nen die termijn door een veelheid aan problemen uit het verleden niet kan worden voldaan aan de daartoe noodzakelijke wettelijke en financiële randvoorwaarden. Op basis van het Inspectierapport heeft de staatssecretaris van OCW op 25 september 2013 besloten de bekostiging van Curanda, die noodzakelijk is om aan haar lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen, in te trekken per 1 november 2013. Daarmee was een faillissement onvermijdelijk geworden. Op 26 september 2013 heeft de Raad van Toezicht van Curanda ingestemd met het besluit van het college van bestuur om het faillissement van Curanda aan te vragen. Verzet Op 15 oktober 2013 heeft de stichting Stichting ouders van de Islamitische Ibn Ghaldoun school, hierna te noemen: “Stichting ouders”, verzet aangetekend tegen het faillissementsvonnis van 8 oktober 2013 omdat zij zich daarin niet konden vinden. De Stichting ouders heeft financiering/garantstelling aangeboden voor afbetaling van de schulden van Curanda. Daarnaast heeft zij betoogd dat het faillissement van Curanda het vooropgezette doel had om de arbeidsrechtelijke bescherming van haar werknemers te omzeilen. De curator heeft voorafgaand aan de mondelijke zitting van 21 oktober 2013 bij de Rechtbank Rotterdam geconcludeerd dat het faillissement van Curanda gezien de wettelijke criteria terecht is uitgesproken en dienovereenkomstig de Rechtbank Rotterdam geïnformeerd. Het verzet is ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2013 behandeld. Bij vonnis van 23 oktober 2013 is het verzet ongegrond verklaard en het faillissementsvonnis van 8 oktober 2013 bekrachtigd, nu – kort gezegd – de Stichting Ouders desgevraagd ter zitting heeft verklaard nog niet over financiële middelen te beschikken voor de financiering/zekerheidsstelling en voorts dat omzeiling van de arbeidsrechtelijke bescherming voor het personeel middels het uitspreken van het faillissement van Curanda niet aannemelijk is gemaakt. 5 2. Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faillissement 79 medewerkers waren in dienst van Curanda. 2.2 Aantal in jaar vóór faillissement In 2012 zijn ongeveer eenzelfde aantal medewerkers bij de school betrokken geweest. 2.3 Datum ontslagaanzegging Na verkregen toestemming van de rechter-commissaris en na een bespreking met de Stichting ouders is de medewerkers op 11 oktober 2013 door de curator per datum faillissement ontslag aangezegd. De curator is in contact getreden met het UWV en deze heeft op 18 oktober 2013 een bijeenkomst georganiseerd op de locatie Schere 47 te Rotterdam. De medewerkers zijn daar in de gelegenheid gesteld formulieren in te vullen om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering en voor betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld. Ook konden zij zich inschrijven als werkzoekende bij het UWV. Het personeel diende op die bijeenkomst tevens eventuele sleutels, laptops en mobiele telefoons van Curanda bij de curator in te leveren. Het personeel heeft de mogelijkheid gehad om te solliciteren bij de nieuwe islamitische school van Stichting IVOR. Het was de verwachting van CVO dat circa de helft van het personeel van Curanda in dienst zou kunnen treden. Het is de curator op dit moment nog niet bekend hoeveel personeelsleden daadwerkelijk thans werkzaam zijn bij Stichting IVOR. 3. Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving Niet van toepassing. Bedrijfsmiddelen 3.2 Beschrijving 6 De bedrijfsmiddelen bestaan uit tafels, stoelen, schoolborden, lesboeken, lesmaterialen, printers en een bestelbus. 3.3 Verkoopopbrengst De op de voornoemde twee locaties aanwezige bedrijfsmiddelen zijn in opdracht van de curator getaxeerd door Troostwijk Waardering en Advies B.V. Op 4 oktober 2013 is een vaststellingsovereenkomst gesloten tussen Curanda en de gemeente Rotterdam waarin – kort gezegd – is bepaald dat Ibn Ghaldoun om niet haar volledige inventaris en lesmateriaal de gemeente Rotterdam overdraagt. De curator heeft deze vaststellingsovereenkomst paulianeus geacht en op 8 oktober 2013 ex artikel 42 Fw buitengerechtelijk vernietigd. De gemeente Rotterdam heeft de pauliana betwist. De curator is vervolgens in overleg getreden met de gemeente Rotterdam en CVO omtrent de verkoop van voornoemde bedrijfsmiddelen aan deze partijen. De gemeente Rotterdam heeft interesse getoond in de – kort gezegd – op de schoollocaties aanwezige tafels en stoelen. CVO heeft interesse getoond in de schoolboeken. Over de vergoeding ter zake van de bedrijfsmiddelen konden partijen het initieel niet eens worden. Op 22 oktober 2013 heeft een kort geding bij de Rechtbank Rotterdam plaatsgevonden waarin de curator – kort gezegd – betaling van een reële vergoeding voor de inventaris en lesboeken van de gemeente Rotterdam en CVO heeft gevorderd. Ondanks feit dat die vordering is afgewezen en de curator in de proceskosten is veroordeeld voor in totaal EUR 9.878,--, hebben partijen daags na de kort geding zitting in goed minnelijk overleg een regeling bereikt. De gemeente Rotterdam neemt de tafels en stoelen van de curator over voor een bedrag van EUR 97.500,--, zijnde de getaxeerde waarde bij gelijkblijvend gebruik op gelijke locatie. CVO neemt de schoolboeken van de curator over voor een bedrag van EUR 130.000,--. Ter zake van deze schoolboeken bestaat volgens de administratie van Curanda een borgverplichting jegens de ouders van de leerlingen van EUR 40.000,--. CVO heeft deze verplichting tot terugbetaling van de borg van EUR 100,-- bij inleveren van de boeken aan het einde van het schooljaar volledig 7 overgenomen. De bedragen van EUR 97.500,-- en EUR 130.000,-- zijn nog niet ontvangen. OCW is tevens partij bij genoemde minnelijke regeling. Curanda ontving maandelijks een bekostiging van OCW om aan haar lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. De curator heeft aanspraak bij OCW gemaakt op de bekostiging voor de maand oktober 2013, nu de staatssecretaris van OCW de bekostiging per 1 november 2013 heeft beëindigd en Curanda in oktober 2013 onderwijs is blijven verzorgen aan haar leerlingen. Die bekostiging bedraagt EUR 367.522. Onderdeel van voornoemde minnelijke regeling vormt betaling van OCW van genoemd bedrag, alsmede een boedelbijdrage van EUR 15.000,-- ter zake van alle benodigde medewerking van de curator voor de overgang van de leerlingen van Curanda naar de nieuwe school. Dit totaalbedrag van EUR 382.522 van OCW is inmiddels ontvangen. Partijen hebben elkaar finale kwijting over en weer verleend, inhoudende dat de curator geen aanspraak zal maken op eventuele openstaande vorderingen op OCW en gemeente Rotterdam, en dat deze partijen, als grootste schuldeisers in onderhavig faillissement, op hun beurt hun vorderingen op Curanda prijsgeven, behoudens voor zover de boedel na uitdeling en betaling van de overige schuldeisers nog baten heeft. Onder deze voorwaarde, feitelijk een achterstelling, dienen OCW en de gemeente Rotterdam hun vordering in het faillissement van Curanda in. Deze regeling leidt er hopelijk toe dat het UWV voor het doorbetalen van loon over oktober 2013 en de opzegtermijn volledig terugbetaald kan worden en de concurrente crediteuren ook nog een gedeeltelijke betaling zullen kunnen ontvangen. Tweede verslag Alle bedragen uit hoofde van voornoemde minnelijke regeling zijn inmiddels op de boedelrekening ontvangen. 3.4 Bodemvoorrecht fiscus Gelet op het feit dat er een vordering van de fiscus valt te verwachten uit hoofde van verschuldigde loonbelasting, heeft de fiscus op grond van 22 lid 3 IW 1990 juncto artikel 21 lid 2 IW 1990 een voorrecht op de opbrengst van de verkochte bodemzaken. De curator zal op grond van artikel 57 lid 3 Fw het voorrecht van de 8 fiscus op de opbrengst van de bodemzaken uitoefenen en zodoende de opbrengst daarvan reserveren. Voorraden/onderhanden werk 3.5 Beschrijving voorraad Niet van toepassing. 3.6 Beschrijving onderhanden werk Niet van toepassing. 3.7 Overige activa Een partij heeft interesse getoond in de immateriële activa van Curanda, waarbij deze partij concreet heeft verzocht om een aanzienlijk aantal documenten die – kort gezegd – noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de activiteiten van een middelbare school. De curator laat deze stukken thans inventariseren door medewerkers van Curanda. Tweede verslag De afgelopen verslagperiode heeft de curator samen met een medewerker van Curanda geïnventariseerd welke stukken ter verkoop konden worden aangeboden aan genoemde derde partij. Uiteindelijk zijn de immateriële activa van Curanda met toestemming van de rechter-commissaris verkocht voor een bedrag van EUR 67.500. Dit bedrag is ontvangen op de boedelrekening. 4. Eigendomsvoorbehoud 4.1 Eigendomsvoorbehoud In onderzoek. Tweede verslag Er heeft zich geen crediteur met een eigendomsvoorbehoud gemeld. 4.2 Reclamerechten Niet van toepassing. 9 5. Debiteuren 5.1 Omvang debiteuren Volgens de ingediende stukken bij de faillissementsaanvraag zou er sprake zijn van (beperkte) vorderingen op OCW, de gemeente Rotterdam, de fiscus en de boekleverancier Osinga de Jong. Aan OCW en gemeente Rotterdam is finale kwijting verleend (verwezen wordt naar 3.3. van dit verslag). De vorderingen op de fiscus en Osinga de Jong zullen worden onderzocht. 6. Bank/zekerheden 6.1 Vordering van de bank Curanda werd gefinancierd door OCW via het zogenaamde ‘schatkistbankieren’. Daarnaast hield zij een bankrekening aan bij ING Bank N.V. Per datum faillissement bestond er een creditsaldo op deze bankrekening van EUR 5.951,56. Dit bedrag is ontvangen op de boedelrekening. Tweede verslag De afgelopen verslagperiode zijn er nog diverse betalingen binnengekomen op genoemde bankrekening. Derde verslag Het is gebleken dat de gemeente Rotterdam na het faillissement maandelijks nog een vergoeding op genoemde bankrekening overmaakt. De gemeente Rotterdam is verzocht aan te geven wat de aard en grondslag van deze betalingen zijn. Tot op heden heeft de curator nog geen reactie van de gemeente Rotterdam mogen ontvangen. 6.2 Lease Volgens de bestuurder van Curanda zou zij een aantal kopieerapparaten leasen. Een en ander is in onderzoek. 6.3 Beschrijving zekerheden Niet van toepassing. 10 7. Doorstart/voortzetten 7.1 Exploitatie De exploitatie van de school is beëindigd. 7.2 Doorstart Verwezen wordt naar 1.1 van dit verslag. De curator heeft met de gemeente Rotterdam overleg gevoerd over mogelijk door de gemeente Rotterdam of Stichting IVOR voort te zetten overeenkomsten. De komende verslagperiode zal de curator indien en voor zover nodig zijn medewerking verlenen aan de overdracht van de activiteiten van Curanda aan Stichting IVOR. Daartoe is een boedelbijdrage van OCW van EUR 15.000,-- ontvangen. 8. Administratie 8.1 Toestand administratie De administratie van de onderneming werd gevoerd door Triple AAA Consult B.V. De jaarrekening werd verzorgd door Van Ree Accountants B.V. De financiële administratie en leerlingenadministratie werden digitaal opgeslagen. De curator heeft voor de veiligstelling hiervan een ICT-bedrijf ingeschakeld. Voorts heeft de curator de hulp van een registeraccountant ingeschakeld bij de beoordeling van de financiële administratie. De hiermee gemoeide kosten kwalificeren als boedelkosten. De eerste indruk is dat Curanda haar administratie goed op orde heeft. 8.2 Goedkeuring verklaring accountant De jaarrekening 2012 gaat vergezeld van een accountantsverklaring van Van der Ree Accountants B.V. 11 9. Pauliana/verrekening 9.1 Verdachte transacties Wordt – als te doen gebruikelijk – onderzocht. Derde verslag Uit de administratie is de curator gebleken dat nadat de faillissementsaanvraag bij de rechtbank was ingediend, nog bedragen van in totaal EUR 7.291,46 zijn betaald aan de Islamitische Schoolbesturen Organisatie (ISBO). ISBO was als adviseur van Curanda nauw betrokken bij de faillissementsaanvraag van Curanda. ISBO wist derhalve dat het faillissement op 4 oktober 2013 was aangevraagd door Curanda. De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat genoemde betalingen paulianeus zijn geweest ex artikel 47 Fw. Deze rechtshandelingen zijn buitengerechtelijk vernietigd en ISBO is gesommeerd genoemd totaalbedrag terug te betalen aan de boedel. 9.2 Maatregelen Nog niet van toepassing. 10. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht Naar het voorlopige oordeel van de curator heeft Curanda voldaan aan de boekhoudplicht die voor haar geldt. 10.2 Depot jaarrekeningen Niet van toepassing. 10.3 Stortingsverplichting aandelen Niet van toepassing. 10.4 Onbehoorlijk bestuur Wordt – als te doen gebruikelijk – onderzocht. Derde verslag 12 De curator heeft zijn gebruikelijke onderzoek naar de gang van zaken in de drie jaren voor faillissementsdatum verricht. Daarbij zijn documenten, e-mailboxen en financiële administratie onderzocht. Vervolgens is een en ander besproken met de voormalige directie. De curator concludeert dat er geen gronden zijn om tot kennelijk onbehoorlijk bestuur te kunnen concluderen. 11. Fiscus/UWV/overige preferente vorderingen 11.1 Vorderingen van de fiscus De fiscus heeft tot op heden geen vordering ingediend. Volgens de bestuurder van Curanda zou er geen achterstand bestaan bij de fiscus. 11.2 Vorderingen van het UWV Het UWV heeft tot op heden geen preferente vordering ingediend. De curator verwacht dat deze vordering circa EUR 565.000,-- zal bedragen, ervan uitgaande dat de helft van het personeel van Curanda per 1 november 2013 in dienst treedt bij de nieuwe school. Derde verslag Het UWV heeft boedelvorderingen ingediend van in totaal EUR 363.905,62. Daarnaast heeft het UWV preferente vorderingen ingediend van in totaal EUR 203.030,41. 11.3 Overige preferente crediteuren Vooralsnog geen. Tweede verslag Er hebben zich 2 overige preferente crediteuren gemeld met vorderingen van in totaal EUR 6.308,30. 12. Crediteuren 12.1 Aantal concurrente crediteuren 13 Volgens de door Curanda ingediende stukken bij de faillissementsaanvraag bedraagt het aantal concurrente crediteuren 28. Tot op heden hebben 11 crediteuren hun vordering ingediend. Tweede verslag Tot op heden hebben 29 crediteuren hun vordering ingediend. Derde verslag Tot op heden hebben 35 crediteuren hun vorderingen ingediend. 12.2 Bedrag concurrente crediteuren Volgens de door Curanda ingediende stukken bij de faillissementsaanvraag bedraagt het totaal van de vordering van de concurrente crediteuren een bedrag van EUR 105.287,02. Tot op heden is er een totaalbedrag van EUR 1.984.324,34 ingediend. Daarbij dient te worden opgemerkt dat een bedrag van EUR 1.898.679,48 is ingediend door OCW onder de onder punt 3.3 van dit verslag vermelde voorwaarde. Tweede verslag Tot op heden is een totaalbedrag van EUR 3.485.218,33 ingediend. Daarbij dient te worden opgemerkt dat een bedrag van EUR 1.898.679,48 is ingediend door OCW en een bedrag van EUR 1.426.783,38 is ingediend door de gemeente Rotterdam onder de onder punt 3.3 van dit verslag vermelde voorwaarde. Derde verslag Tot op heden is een totaalbedrag van EUR 3.497.620,54 ingediend, met inachtneming van hetgeen in het tweede verslag is opgemerkt. 12.3 Wordt het een eigenlijke opheffing of een vereenvoudigde afwikkeling Nog niet bekend. 12.4 Wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld Nog niet bekend. Derde verslag 14 De concurrente crediteuren zullen deels voldaan kunnen gaan worden. 13. Rechtbank 13.1 Toestemming afkoelingsperiode Niet van toepassing. 13.2 Toestemming voortzetting bedrijf Niet van toepassing. 13.3 Toestemming ontslag Op 8 oktober 2013 is machtiging verkregen van de rechter-commissaris om het in dienst zijnde personeel te mogen ontslaan. 13.4 Toestemming opzegging huur Niet van toepassing. 13.5 Toestemming activatransacties Op 24 oktober 2013 is toestemming verkregen van de rechter-commissaris voor de verkoop van de inventaris en schoolboeken aan de gemeente Rotterdam en CVO voor respectievelijk EUR 97.500 en EUR 130.000. Tweede verslag Op 5 december 2013 is toestemming verkregen van de rechter-commissaris voor de verkoop van de immateriële activa voor EUR 67.500. 13.6 Toestemming procederen Op 17 oktober 2013 is toestemming verkregen van de rechter-commissaris voor het kort geding tegen de gemeente Rotterdam en CVO. 13.7 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend. 13.8 Plan van aanpak 15 In de komende periode zullen met name de volgende onderwerpen aandacht verkrijgen: a. inventarisatie van de crediteuren; b. afwikkelen overdracht activiteiten en overeenkomsten Curanda naar nieuwe school; 14. c. onderzoek debiteuren; d. eventuele bestuurdersaansprakelijkheid; Garantstellingregeling Garantstelling: 15. Nee Overig De boedel beschikt op dit moment over EUR 594.387,28. Indiening volgend verslag: 28 juli 2014 Rotterdam, 28 april 2014 mr. J.G. Princen curator 16
© Copyright 2024 ExpyDoc