Jaarverslag 2013 MiND | Meldpunt Internet Discriminatie MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Meldingen 4 1.1 1.2 1.3 1.4 Werkwijze 4 Jaaroverzicht 5 Bron van de uitingen 6 Vervolgacties naar aanleiding van meldingen 7 2 Discriminatiegronden 8 2.1 2.2 2.3 Type discriminatiegronden 8 Specificatie meldingen over discriminatie op grond van ras 9 Specificatie meldingen over discriminatie op grond van godsdienst 10 MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 3 Voorwoord Sinds 1 januari 2013 is MiND Nederland (kortweg MiND) actief. Het meldpunt voor strafbare discriminatie op internet is opgezet op initiatief van de ministeries van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. MiND biedt een voorziening voor de Nederlandse bevolking waar discriminerende uitingen op het internet gemeld kunnen worden. Nederland kent over het algemeen een degelijk moderatiebeleid. Toch blijven er altijd discriminerende teksten online verschijnen die onnodig kwetsend zijn voor groepen binnen onze samenleving. Hierbij valt te denken aan discriminerende uitingen op basis van ras, godsdienst, leeftijd, seksuele voorkeur en handicap. Via het meldformulier op www.mindnederland.nl kunnen deze uitingen bij MiND gemeld worden. Deze meldingen worden vervolgens door MiND getoetst op strafbaarheid. Het afgelopen jaar was het eerste jaar van het bestaan van MiND. Het is daarom nog niet mogelijk om trends of vergelijkingen uit de meldingen te halen. De cijfers in dit jaarverslag geven echter wel inzicht in het soort uitingen waar mensen in Nederland zich aan storen en melding van maken. MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 4 1 Meldingen 1.1 Werkwijze Sinds 1 januari 2013 is het mogelijk om op de website van MiND melding te doen van discriminatie op het internet. Met behulp van het online meldformulier op www.mindnederland.nl kan men een melding maken van een strafbare discriminerende uiting die op internet staat. De melder kan anoniem melden, maar heeft ook de mogelijkheid om een e-mailadres in te vullen, zodat terugkoppeling over de voortgang van de behandeling kan worden gegeven. De medewerkers van MiND maken een eerste beoordeling van de melding. Dit wordt gedaan aan de hand van drie stappen: 1. 2. 3. Is er reeds eerder melding gemaakt van deze uiting? Is de melding nog terug te vinden op het internet? Is de melding strafbaar volgens het Nederlands Wetboek van Strafrecht en beschikbare jurisprudentie? Met deze eerste beoordeling wordt bepaald of de melding door MiND in behandeling kan worden genomen. Bij een behandelbare melding doet MiND een verzoek aan de moderator van de website om de uiting te verwijderen. MiND ervaart dat veel websites en fora een goed moderatiebeleid hanteren en geen discriminerende uitingen op hun website willen, maar dat ze niet altijd op de hoogte zijn van een bepaalde uiting of post op hun website of forum. Als er door de eigenaar of moderator van de website niet gereageerd wordt op het eerste verwijderingsverzoek, dan verstuurt MiND een aanmaning. Mochten deze acties niet tot verwijdering van de uiting leiden, bereidt MiND een aangiftedossier voor het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (LECD) voor. Het LECD is het kennispunt bij het Openbaar Ministerie dat belast is met het onderwerp discriminatie. Het voorbereiden van een aangiftedossier is in 2013 niet voorgekomen. MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 5 1.2 Jaaroverzicht In het eerste jaar heeft MiND 251 meldingen over online discriminerende uitingen ontvangen. Ruim de helft van de ontvangen meldingen gingen over discriminatie op grond van ras. Binnen deze categorie ontving MiND met name veel meldingen over discriminatie op basis van een donkere huidskleur. Naast meldingen van discriminerende uitingen op grond van ras kreeg MiND ook veel meldingen over discriminatie op grond van leeftijd, seksuele voorkeur en geloof. Gemiddeld ontving MiND maandelijks 21 meldingen. Met name tijdens de opstartperiode (januari en februari) en tijdens de zomermaanden lag het aantal meldingen onder het gemiddelde (tabel 1). In de laatste drie maanden van 2013 lag het aantal meldingen daarentegen ver boven het gemiddelde. De stijgende naamsbekendheid en nieuwe contacten met antidiscriminatiebureaus (ADV’s) droegen hier in belangrijke mate aan bij. Daarnaast ontving MiND in deze periode veel meldingen over een specifiek Twitter-account en was de zogenaamde ‘Zwarte Piet-discussie’ in deze periode zeer actueel. Januari 6 Juli Februari 5 Augustus Maart 8 11 34 September April 12 Oktober 62 Mei 24 November 46 Juni 4 December 35 251 Tabel 1: Meldingen per maand 4 MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 6 1.3 Bron van de uitingen Er wordt in Nederland steeds meer gebruik gemaakt van social media. Twitter, Facebook en YouTube zijn niet meer weg te denken uit de huidige samenleving. Dat is ook terug te zien in de jaarcijfers van MiND. Bijna de helft van de meldingen had betrekking op uitingen op social media (tabel 2). De overige meldingen hadden vooral betrekking op autonome websites (92) en online fora (10). Een deel van de meldingen zijn niet door MiND in behandeling genomen, omdat de uiting niet op het internet stond. De melder is in deze gevallen doorverwezen naar een ADV. Social media 124 Autonome website 92 Forum/opinie 10 Anders 6 Niet op internet 19 251 Tabel 2: Bron van de uitingen Bron van de uitingen 2% 4% 8% Autonome website 37% Social media Forum/opinie Anders 49% Niet op internet MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 7 1.4 Vervolgacties naar aanleiding van meldingen Het onderstaand overzicht (tabel 3) geeft aan wat er met een melding is gebeurd. Melding niet strafbaar volgens artikel 137c 101 Melding reeds verwijderd van website 98 Melding geleid tot verwijderingsverzoek 19 Melding op website met buitenlandse host Geen vervolgactie na overleg met ketenpartner Melding bevat geen concrete link of website 9 8 16 251 Tabel 3: Vervolgacties Niet strafbaar De medewerkers van MiND maken een eerste beoordeling van een melding waarbij onder andere wordt bepaald of de melding strafbaar is volgens het Nederlands Wetboek van Strafrecht en beschikbare jurisprudentie. Bij 101 meldingen was dit niet het geval. Deze meldingen zijn door MiND geregistreerd en de melder heeft (indien er een e-mailadres bekend was) een e-mail ontvangen met de terugkoppeling dat de melding als niet strafbaar is beoordeeld. Strafbaar Bij 98 meldingen bleek, na beoordeling van de uiting, dat deze weliswaar strafbaar was, maar inmiddels van de website was verwijderd. 19 meldingen gingen over uitingen die nog wel online stonden en aan deze websites zijn verwijderingsverzoeken gezonden. Een verwijderverzoek is nog in behandeling, aan de overige verzoeken is gehoor gegeven. In acht gevallen is na overleg met het LECD besloten om geen actie te ondernemen. Dit had bijvoorbeeld te maken met een al lopend onderzoek. Buitenlandse host Bij 9 meldingen die als strafbaar werden beoordeeld, ging het om een uiting op een website die in het buitenland wordt gehost. Bij de oprichting van MiND werd bepaald dat MiND zich alleen richt op websites die in Nederland worden gehost. Voor 2014 is afgesproken dat MiND ook verwijderingsverzoeken zal sturen aan in het buitenland gehoste websites. Tevens wordt in overleg met het LECD bekeken of in deze gevallen aangifte kan worden gedaan. MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 8 2 Discriminatiegronden 2.1 Type discriminatiegronden De ontvangen meldingen worden door MiND onderverdeeld in een aantal vastgestelde discriminatiegronden. De discriminatiegronden die MiND hanteert zijn ras, leeftijd, seksuele voorkeur, persoonlijke discriminatie, antisemitisme, godsdienst, handicap en een verzamelcategorie voor meldingen die niet onder een van de genoemde gronden vallen. Meer dan de helft van de uitingen waarover gemeld is, had betrekking op discriminatie op grond van ras (129 meldingen). In paragraaf 2.2 is deze categorie verder uitgesplitst. MiND ontving verder veel meldingen van discriminerende uitingen met betrekking tot leeftijd (20), seksuele voorkeur (18), antisemitisme (14) en godsdienst (12). In tabel 4 is het aantal meldingen op basis van discriminatiegrond weergegeven. Daarnaast ontving MiND een aantal meldingen (19) over discriminerende uitingen die niet op het internet plaatsvonden en meldingen (15) over discriminerende uitingen op een individu gericht (persoonlijke discriminatie). De melders zijn in deze gevallen doorverwezen naar de juiste partner, zoals regionale antidiscriminatiebureaus. Ras 8% Seksuele voorkeur 9% Godsdienst/geloof Antisemitisme 8% 51% 6% Persoonlijke discriminatie Leeftijd 6% Anders 5% 7% Handicap Niet op internet MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 9 Ras 129 Leeftijd 20 Seksuele voorkeur 18 Persoonlijke discriminatie 15 Antisemitisme 14 Godsdienst 12 Handicap 1 Anders 23 Niet op internet 19 251 Tabel 4: Meldingen per categorie 2.2 Specificatie meldingen over discriminatie op grond van ras In 2013 ontving MiND 129 meldingen over discriminerende uitingen op grond van ras. Ruim 40 procent van deze meldingen (53) had betrekking op discriminatie van personen met een donkere huidskleur. Een deel van deze meldingen gingen over de ‘Zwarte Piet-discussie’ die eind vorig jaar in Nederland plaatsvond. Verder kreeg MiND 41 meldingen over discriminatie van autochtone Nederlanders. Het overgrote deel van deze meldingen ging over een specifiek Twitter-account waarin opgeroepen werd tot vergassing van Nederlanders. Bijna 20 procent van de meldingen over rassendiscriminatie had betrekking op uitingen over Marokkanen. Tabel 5 geeft de specificatie van de meldingen over discriminatie op grond van ras. Donkere huidskleur 53 Autochtone Nederlanders 41 Marokkanen 24 Roma en Sinti 3 Aziaten 2 Turken 1 Overige afkomst 5 129 Tabel 5: Specificatie meldingen ras MiND | Meldpunt Internet Discriminatie Jaarverslag 2013 10 2% 1% Donkere huidskleur 4% Autochtone Nederlanders 19% 41% Aziaten Marokkanen 1% Overige afkomst Roma en Sinti 32% Turken 2.3 Specificatie meldingen over discriminatie op grond van godsdienst Van de twaalf meldingen over discriminatie op grond van godsdienst of levensovertuiging hadden er tien betrekking op de islam. Twee van de meldingen betrof een discriminerende uiting over het christendom. 17% Christendom Islam 83%
© Copyright 2024 ExpyDoc