OP WEG NAAR EEN UNIFORME EN GOED WERKZAME IMPLEMENTATIE VAN DE ORTHOPEDISCHE STANDAARDBEHANDELING (OSB) Pre-ambule De orthopedische standaardbehandeling is in het Besluit orthopedie –januari 2013- en het landelijk opleidingsplan orthopedie -augustus 2010- duidelijk beschreven. De invoering van de OSB is aanvankelijk vrijblijvend en geleidelijk gegaan maar is sinds 1 januari 2013 in de meeste opleidingsgroepen in een versnelling gekomen. Dit was gewenst omdat vanaf die datum, conform het Kaderbesluit CCMS, de eis werd opgeschroefd van toetsen van structuur (zeggen wat je doet) naar toetsen van het lokale opleidingsproces (doen wat je zegt). Om aan deze opleidingseis te voldoen was een bezinning en herinrichting van het proces van onderwijs modernisering vaak noodzakelijk. Er blijkt een grote diversiteit in eisen en dus uitvoering van de operatieve OSB en de bijbehorende niveaus in de diverse ROGO’s, opleidingsklinieken maar ook binnen vakgroepen te bestaan. Dit heeft geleid tot begrijpelijke onrust en zorg bij de diverse veldpartijen: AIOS, opleiders, opleidingscommissie (CKOO), Concilium en NOV-bestuur. Er lijkt een behoefte te zijn om tot een leidraad te komen ten aanzien van de praktische uitvoering en invulling van de OSB zodat dit een uniform en werkbaar instrument wordt zonder aan waarde in te boeten. Dit zou mogelijk kunnen leiden tot een “eenduidige” interpretatie van de operatieve OSB door de opleiders. Deze notitie hoopt hiertoe een aanzet te geven. OSB Citaat landelijk opleidingsplan orthopedie 2010: “Het beoordelingsformulier OSB is bedoeld om de bekwaamheid en een kritische beschouwing op deze bekwaamheid (i.e. reflectie op functioneren) van de AIOS met betrekking tot orthopedische standaardbehandelingen te toetsen. Het formulier heeft betrekking op het competentiegebied Medisch Handelen en op aspecten van het competentiegebied Kennis & Wetenschap en kan zowel voor operatieve als voor conservatieve behandelingen worden gebruikt…... Aan de hand van een format doorloopt de AIOS een vast protocol waarbij hij de poliklinische fase (analyse van het probleem en een behandelingsvoorstel) en vervolgens de behandeling (conservatief of operatief) stap voor stap expliciteert. En daarbij aangeeft op welke leerbronnen hij zich heeft gebaseerd, drie recente artikelen zoekt die relevant zijn voor die behandeling en reflecteert op dit gehele traject ("waarom zo en niet anders ?"). Het tekstformat voor een OSB is bedoeld om de AIOS te leren denken en werken binnen dit stramien. De AIOS bereidt de behandeling van de casus stap voor stap schriftelijk voor. Het resultaat - het ingevulde format – is een soort mini-tekstboekhoofdstuk dat de AIOS bespreekt met zijn/haar supervisor. Die toetst (formatief) of alle stappen juist doorlopen zijn en of de juiste bronnen gebruikt zijn. De AIOS reflecteert op alle stappen en geeft daarbij aan wat goed ging en wat beter kan. Vervolgens begint de AIOS delen van de te leren ingreep uit te voeren en krijgt elke keer kort feedback, op basis waarvan zijn/haar verbeterplan wordt aangepast.” Belangrijkste doel van het gebruik van de OSB is om volgens een vast format van een groeidocument te komen tot voldoende Kennis, Visie, Vaardigheid en Kunde. Kennis wordt hierbij gedefinieerd als de theoretische bestanddelen, die worden geleerd uit de leerboeken, diverse media en cursussen. Visie wordt gezien als kennis gecombineerd met de ervaring hoe deze kennis in diverse situaties kan worden toegepast. Vaardigheid als de op juiste wijze het verrichten van de ingreep. Kunde is uiteraard het uiteindelijke doel; deskundig zijn op “alle” fronten. De strenge opeenvolging van OSB-niveaus met haar eisen van rapportage en toetsing blijkt lastig te vertalen naar een soepele werkbare toepassing op de werkvloer. Wensen Vanuit de veldpartijen - Vermindering van de belasting van AIOS en opleidersgroep van de verplichtingen die de OSB op basis van het huidige opleidingsplan met zich meebrengt. - Komen tot een praktische invulling die het mogelijk maakt dit doelmatig en uniform te implementeren op de werkvloer. Afwegingen en eisen Er is een aantal belangen te onderscheiden: - De wettelijke verplichting om deze toetsing binnen het kader van ons huidige officiële opleidingsplan uit te voeren. - De noodzaak dat binnen de OSB een voortgang kan worden vastgelegd van de ontwikkeling van een orthopedische behandeling uitgevoerd door de AIOS. - Niet uit het oog verliezen dat de OSB het centrale onderdeel van de opleidingsrapportage blijft; resulterend in het succesvol afleggen van een “meesterproef” (examenverrichting). Leidraad De indeling van de OSB is gebaseerd op het principe dat eerst voldoende kennis moet worden verkregen voordat de operatieve verrichtingen (deels) worden uitgevoerd. Er is een parallel te trekken met het behalen van het rijbewijs, waarbij het nemen van rijlessen (het ontwikkelen van Vaardigheid, OSB 2 en 3) is toegestaan onder supervisie. Het opgaan voor het rijbewijs (het behalen van Vaardigheid, OSB 4) is slechts mogelijk bij een behaald theorie examen (voldoende getoonde Kennis en Visie, OSB 1). De parallel met het rijbewijs is zelfs verder door te trekken door te beseffen dat men pas na het behalen van het rijbewijs zelfstandig mag autorijden en dan pas echt leert autorijden (Kunde). De (ont)koppeling van OSB 1 en 4 is een belangrijk punt. Het is wellicht de beste insteek om OSB 1 zich langzaam te zien vullen parallel aan OSB 2 en 3. Zo is het ook denkbaar dat bij afnemen van OSB 4 naast de beoordeling van het zelfstandig uitvoeren van de procedure ook OSB 1 getoetst wordt. Dit is niet het plichtmatig overnemen van een document van een collega of website maar vooral informatie toevoegen die de couleur lokale recht doet. Deze lokale saus kan geproefd worden in teksten zoals een gedetailleerd specifiek OK-verslag maar kan ook in drie bijgevoegde recente publicaties tot uiting komen die een aanzet zijn tot een discussie over en toetsing van de lokale behandelingen. Ook vindt voor een deel substitutie plaats door bijvoorbeeld chirurgische simulator voor artroscopische ingrepen (serious gaming) en breed gebruik van hedendaagse digitale informatie/media. Centraal staan dus OSB 1 en 4 waarbij 2 en 3 kunnen worden uitgegeven om de groei te laten zien en ook ten behoeve van de overdracht bij een kliniekwisseling door de AIOS en niet geblokkeerd worden als OSB 1 nog niet is afgetekend. Een format waarbij OSB 1 en 4 centraal staan en gelijktijdig opgebouwd worden lijkt het meest werkbare. Daarnaast gebeurt uiteraard theoretische toetsing ook op de drie Algemene Examens Orthopedie. Van groot belang is dat het een dynamischer proces wordt met duidelijke doelen en controles hiervan zoals vastgelegd in het POP-gesprek. Een bepaalde OSB op een bepaald niveau is niet gebonden aan een bepaald opleidingsjaar. Dit geldt in principe voor alle OSB’s, Regelmatig zal een AIOS in de eerste orthopediejaren “moeilijke” OSB’s moeten behalen omdat hij in de verdere opleiding deze bepaalde specifieke exposure ontbeert. Dit discussiestuk hoopt een eerste aanzet te zijn om in het volgende landelijke opleidingsplan orthopedie een eenvoudiger format van de OSB te presenteren dat beter te implementeren is op de werkvloer. OSB coxartrose, een voorbeeldcasus De AIOS in begin tweede jaar orthopedie heeft een halfjaarlijkse koppeling aan een staflid die als één van de aandachtsgebieden prothesiologie van de onderste extremiteit heeft. In het POP-gesprek is als belangrijk doel gesteld het bereiken van coxartrose OSB operatief op niveau 4. Op de helft van de koppeling zal de voortgang worden geëvalueerd. Als de AIOS assisteert bij plaatsing van de primaire heupprothese wordt peri-operatief gepraat over indicatie, de verschillende facetten van de procedure, zoals prothesekeuze, positionering, benaderingen, articulaties en fixatietechnieken. Bij de indicatiebespreking zegt de opleider (elk lid van de opleidingsgroep) dat bij de volgende OK-primaire THA de AIOS positionering en benadering zal uitvoeren. Daarna komt de AIOS gaandeweg verder in de procedure en assisteert tussendoor ook weer een aantal ingrepen. De opleider krijgt een aantal verschillende interessante artikelen gemaild over de voorste heupbenadering en discussieert over de resultaten van de reversed hybride THA in de registers. Dit is een mooie opening om dieper in te gaan op de cruciale beslismomenten die het succes van de operatieve behandeling van een symptomatische coxartrose bepalen. NOV 2 en later ook 1 en 3 heeft de opleider of formeel of in de communicatie met de AIOS afgetekend. In de evaluatie na 3 maanden wordt dit bekrachtigd en geeft de opleider aan dat de AIOS strakker volgens zijn aanwijzingen moet werken en dat hij een verslag wenst waarin de AIOS minutieus stapje voor stapje aangeeft hoe de procedure verloopt van de gecementeerde heupprothese via de voorste benadering in zijligging volgens zijn inzichten en rituelen (feedback, verbeterplan). Na 5 maanden wordt in tweede instantie OSB 4 behaald en tenslotte in het digitaal portfolio vastgelegd. Aanbevelingen bij een aanpassing van het landelijk opleidingsplan - De OSB blijft het evidente zwaartepunt in de opleiding - OSB 1 en 4 zijn de centrale pijlers waarbij in de volgorde alleen vaststaat dat OSB 4 de laatste toets is - Verlaten van het statische principe dat de AIOS tijdens de opleiding aan de hand van minimaal 50 OSB’s een eigen leerboek opstelt volgens gestandaardiseerd format en bezien of schriftelijke rapportage verlicht kan worden - Verminderen van het aantal formele toetsmomenten Concilium : Sjoerd Bulstra, Kees Verheyen (NOV-bestuur) en Taco Gosens Opleidingscommissie : Albert van Kampen en Jan de Waal Malefijt (CKOO) VOCA : Pieter van der Woude
© Copyright 2024 ExpyDoc