ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat directie zuiderzeewerken Bijlage behoteadE bij brief nr. An >^f/ d.d. 6620 7-"-' ffv Directie Zuiderzeewerken Calamiteitenbestrijdingsplan voor het Usselmeergebied (ontwerp) • » Rijkswaterstaat directie Zuiderzeewerken Maerlant 1 8224 AC Lelystad -4 (jt>» Rijkswaterstaat ZZ-AB-N.85.06 directie Zuiderzeewerken Hoofdafdeling Watersystemen en vaarwegen (AN). Notitie: Status en betekenis van het plan in het licht van de verantwoordelijkheid van diverse instanties die te maken hebben met calamiteitenbestrijding op de wateren in het U s selmeergebied . 1. Doel. Het calamiteitenbestrijdingsplan van de directie Zuiderzeewerken is in de eerste plaats bedoeld als een plan van aktie om voorkomende calamiteiten in het beheersgebied op een doeltreffende wijze te bestrijden of te beperken. Aan het plan ligt ten grondslag het behartigen en veiligstellen van de waterstaatsbelangen die tot de natte en milieutaak van de directie Zuiderzeewerken worden gerekend (K.B. van 14 januari 1971). 2. Wettelijke kader. De zorg voor de scheepvaartwegen en havens in het gebied en de zorg voor een veilige en vlotte verkeersafwikkeling op deze vaarwegen berust ingevolge (ondermeer) de bestaande waterstaatswetgeving en de Wet Gevaarlijke Stoffen 1963 bij het Ministerie van verkeer en Waterstaat. De zorg voor de kwaliteit van het oppervlaktewater, die vooral haar grondslag vindt in de Wet verontreiniging Oppervlaktewateren, berust bij de Minister van verkeer en Waterstaat als primair verantwoordelijke, terwijl de Minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiene mede-verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van algemene aspecten, die mede onderdeel uitmaken van het totale milieubeleid. Naast de bestaande wetgeving welke de verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid regelt bij calamiteiten geven het Binnenvaart Politiereglement (BPR) en het Algemeen reglement van politie (ARP) het kader voor het optreden van de scheepvaartdiensten bij calamiteiten. In de nog niet van kracht zijnde Scheepvaartverkeerswet zullen de mogelijkheden worden verruimd. 3. Relatie met andere plannen. In het licht van de diverse (wettelijke) regelingen in het U s selmeergebied biedt dit plan de mogelijkheid tot aansluiting op de reeds aanwezige of nog op te stellen rampenplannen van gemeenten aan de rand van het beheersgebied van de directie Zuiderzeewerken in het kader van de nog in ontwerp zijnde Rampenwet. Het plan biedt tevens de mogelijkheid voor een goede coordinatie en het makert van afspraken bij te nemen gezamenlijke akties en maatregelen. 4. Assistentie bij calamiteitenbestrijding. De zorg voor de brandbestrijding binnen de gemeentegrenzen ook op de vaarwegen berust bij de gemeentelijke overheid (art. 174 bis nr. 209 n. Gemeentewet, art. 1 Brandweerwet). In dit kader moet worden vermeld dat grote delen van het Usselmeer niet gemeentelijk zijn ingedeeld, waardoor de brandbestrijding in deze gebieden niet onder de verantwoordelijkheid van gemeenten valt. Voor de calamiteitenbestrijding in deze gebieden kunnen overeenkomsten worden gesloten voor regionale s<amenwerking tussen de betrokken overheden t.a.v. bevoegdheden en kostenverhaal. Het Rijk kan daarbij hand- en spandiensten verlenen met o.a. vaartuigen en personeel. Het plan heeft de mogelijkheid om met gemeenten en/of regionale brandweerinspecties regelingen te treffen (eventueel in de vorm van een overeenkomst) inzake wederzijdse hulpverlening. 5. politietoezicht. Het politietoezicht op het water in het beheersgebied van de directie wordt uitgeoefend door de Rijkspolitie te water. Op grond van de politiewet houdt dit in de handhaving van de rechtsorde en de hulpverlening aan hen die deze behoeven. Het politietoezicht strekt zich verder uit tot de scheepvaart, de visserij en de watersport. • • Calamiteitenbestrijding Usselmeergebied- Inhoudsopgave biz. Begripsomschrijving 1. I n l e i d i n g 1 2« Signalering en verificatie 4 2.1. Melding calamiteit c.q. ongeval 4 2.2. Meldingsforaulier 7 2.3- Schema calamiteitenbestrijdingsplan 8 3. Alarmering 9 3.1. Algemeen 9 3 . 2 . V e r o n t r e i n i g i n g van h e t U s s e l m e e r door een c a l a m i t e i t op de Rijn en z i j n t a k k e n of op h e t Ussel- meer 9 4. Programma van actie 11 5. Bestrijding 13 5.1. Organisatie van de bestrijding 13 5.2. Bestrijding van calamiteiten met olieproducten 14 5.2.1. Eigenschappen van olieproducten 14 5.2.2. Algemene kenmerken van verontreiningen met olieproducten 15 5.2-3. Gevaarsaspecten van calamiteiten met olieproducten 16 5.2.4. Te treffen maatregelen bij de bestrijding van calamiteiten met olieproducten 18 5.3. Bestrijding van calamiteiten waarbij andere gevaarlijke stoffen op het meer en/of in de lucht vrijkomen 19 # 6. Opslag en transport van bestrijdingsmiddelen 21 Biz. 7. Vaartuigen 22 7.1. Algemeen 22 7.2. Inventarisatie van beschikbare vaartuigen 22 8. Bescherming van personeel en materieel 23 9. Scenario's (p.m.) 23 Begripsomschrijvingen: 1. - Centrale meldpost de meldkamer van de Houtribsluizen te Lelystad. Bij uitvallen van de meldkamer: het communicatie-centrum in gebouw "Waterwijzer" of een rij ksvaartuig. 2. - Beleidscentrum/Rampenkamer de plaats, waar de beleidsgroep van de directie Zuiderzeewerken is gevestigd. Gebouw "Waterwijzer" 3. - Beleidsgroep het beleidsbepalend orgaan van de directie Zuiderzeewerken. 4. - Directie Coordinator de verbindingsfunctionaris tussen de directie en een andere overheid, bij bezetting Rampenkamer van die overheid. 5. - Dienstkringcoordinator de functionaris, die is belast raet de operationele leiding en de coordinatie van de hulpverlening en de bestrijding van de calamiteit. 6. - Ramp een gebeurtenis, waardoor een ernstige verstoring van de algemene veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen of grote materiele belangen in gevaar zijn en waarbij een gecoordineerde bestrijding door diensten en organisaties van verschillende disciplines wordt vereist. 7. - Calamiteit een gebeurtenis, waardoor een verstoring van de algemene veiligheid is ontstaan. 8. - Calamiteitenbestrijdingsplan een organisatieplan, waarin in algemene zin is aangegeven hoe in geval van een (dreigende) calamiteit gehandeld dient te worden, ten einde tot een doelmatige bestrijding daarvan te komen. 9. - Operationele diensten brandweer, geneeskundige dienst en politie. Calamiteitenbestrijding Usselmeergebied. Inleiding. Deze handleiding bevat richtlijnen voor de calamiteitenbestrijding voor wateren in beheer bij de directie Zuiderzeewerken. Zij wordt geraadpleegd bij scheepsongevallen en gevallen van verontreiniging van het oppervlaktewater door (drijvende) vloeibare stoffen, waarbij in eerste instantie wordt gedacht aan olieprodukten (bij scheepsongevallen, vliegtuigcrashes enz.) alsmede aan verontreiniging door (giftige) chemische produkten. De hulpverlening bij ongevallen alsmede de bestrijding van branden is primair een taak van de gemeente waarin de ongevallen optreden (Brandweerwet). De Rijkswaterstaat verleent in deze gevallen de gewenste hand- en spandiensten en begeleidt zonodig de scheepvaart ter voorkoming van nieuwe ongevallen (aanschrijving D.G. nr. 1.813.24 d.d. 17-051982). Een verontreiniging kan ontstaan bij een ongeval en trekt dan zeker aandacht, doch geschiedt soms ongemerkt, of zelfs clandestien. In vele gevallen zal het voorval niet onmiddellijk en met alle bijzonderheden worden gemeld. De handleiding gaat daarom uit van de veronderstelling, dat de ontdekking en melding incidenteel en onverwachts geschiedt door willekeurige personen. Een dergelijke melding behoeft verificatie; in het algemeen kan eerst tot adequate alarmering worden overgegaan wanneer een tamelijk volledig beeld is verkregen. Dit beeld moet worden vastgelegd in een bericht, dat uitgangspunt is voor drieerlei akties: 1. alarmering van diverse betrokken instanties; 2. bemonstering van de verontreiniging ten behoeve van identificatie van de verontreinigende stof; 3. bestrijding van de calamiteit. In alle drie de gevallen is snelheid van handelen een eerste vereiste. Te trage alarmering bemoeilijkt tijdig ingrijpen van de betrokken instanties. 1. Te late bemonstering vermindert de kans op een juiste identificatie omdat bijvoorbeeld olieprodukten zich veelal zeer snel over een groot oppervlak uitbreiden, terwijl de vluchtige bestanddelen daarbij verdampen. Traag op gang komen van de bestrijding doet de kans op succes snel afnemen. Daarnaast kan bemonstering van belang zijn voor het opsporen van de eventuele dader. Het bovenstaande duidt op het belang van een parate organisatie en decentralisatie van opslag van bestrijdingsmiddelen en materieel. Bij het optreden van calamiteiten kunnen de eigen middelen tekort schieten; in dergelijke gevallen wordt dan de hulp ingeroepen van specialistische diensten en bedrijven. In het kader van de studies voor de aanleg van een spaarbekken in het Ijsselmeer is door een technische werkgroep nagegaan op welke wijze en in welke mate het Ijsselmeer verontreinigd kan raken door een calamiteit die plaatsvindt in het stroomgebied van de Rijn of het meer zelf. In dit verband is gekeken naar de soorten calamiteiten die kunnen optreden, de kans van optreden, de duur en de gevolgen van zo'n calamiteit. De hierna volgende gegevens zijn ont- leend aan de bovenvermelde studies. Er zijn diverse mogelijke calamiteiten denklbaar die tot verontreiniging van het Usselmeer kunnen leiden. De belangrijkste hiervan kunnen ontstaan door: a. averij aan schepen met gevaarlijke lading op wateren die op het Ijsselmeer uitkomen (Rijn, Ussel, Overijsselse Vecht e.d.) of op het Ijsselmeer zelf; b. ongelukken bij het overladen van gevaarlijke stoffen tussen schip en wal en schepen onderling; c. calamiteiten als gevolg van storingen of fouten in het produktieproces c.q. bij opslag van gevaarlijke stoffen bij industrieen; d. olierampen op wateren die op het Usselmeer uitkomen. Voorts is onderzocht welke maatregelen getroffen moeten worden ter voorkoming c.q. ter bestrijding van calamiteiten. Uit de tot nu toe voorgekomen calamiteiten op de Rijn blijkt dat deze bijna altijd zijn terug te voeren tot het vrijkomen van stoffen vanwege storingen en ongelukken bij industrieen. Van het Nederlandse deel van het stroomgebied zijn wat meer gegevens bekend, daar voor het vervoer van brandbare vloeistoffen (giftige vloeistoffen) een vergunning is vereist van het Minister van Verkeer en Waterstaat. Daarnaast vindt sedert 1976 registratie plaats van giftige stoffen die over het Usselmeer via de Houtribsluizen worden vervoerd. Met ingang van 1982 is bepaald dat giftige vloeistoffen moeten worden vervoerd in tankschepen met afzonderlijke tanks. Om meer inzicht te krijgen in de in- en uitvoertonnages van het vervoer van giftige stoffen van en naar Duitsland in het jaar 1972 is door CBS een lijst opgesteld. Door de technische werkgroep Spaarbekken Usselmeer zijn 30 van deze stoffen geselekteerd en hun gedrag in het aquatischrailieu onderzocht. Deze stoffen mogen voor het Rijngebied representatief worden genoemd aangezien meer dan 95% van het totale tonnage hierdoor wordt ingenomen. Op bijlage 1 is een overzicht gegeven van de 30 geselekteerde stoffen met aanduiding van de vervoerde gewichtshoeveelheden (passage Lobith) en belangrijkste eigenschappen. Uit het overzicht blijkt dat in de meeste gevallen de per schip vervoerde hoeveelheid lading varieert tussen de 300 en 1.500 ton, met een gemiddelde hoeveelheid van 1.000 ton per schip. Aan de hand van de verzamelde scheepvaartgegevens en het vervoer van giftige stoffen is geschat dat de verwachting en kans op een calamiteit op de Rijn boven Pannerden een a twee factoren van 10 groter is dan op het Usselmeer en Ussel (6.10 ~ 3 tegenover 2.610""4 per jaar). Bij lozing van 1.000 ton van een van de gelecteerde giftige stoffen bedraagt de gemiddelde looptijd van de bovenloop van de Rijn tot Kampen tussen 2 en 14 dagen, terwijl de kortste looptijd van de Benedenrijn tot Kampen nauwelijks 1 dag bedraagt. De maximum concentratie van een giftige stof te Kampen kan varieren tussen 5 en 800 mg/l. Voor het geval dat de gifwolk zich niet goed kan vermengen over de gehele breedte van de rivier kunnen de concentraties te Kampen oplopen tot boven de 100 mg/l. 2. Signalering en verificatie. 2.1. Melding calamiteit c.q. ongeval. Voor een doeltreffende bestrijding van calamiteiten is het noodzakelijk dat de plaats, aard en omvang van de calamiteit of het ongeval zo goed mogelijk bekend zijn. Voor het beheersgebied van de directie Zuiderzeewerken doet het complex Houtribsluizen dienst als centrale meldpost, dat dag en nacht telefonisch bereikbaar is onder nr. 03200-61111. Opgemerkt wordt dat niet ingewijden in eerste instantie meldingen zullen doorgeven aan de lokale politie. Om een melding (ook door buitenstaanders) zoveel mogelijk naar de centrale meldpost te dirigeren zal dit nummer tevens voorin de op dit gebied betrekking hebbende telefoonboeken worden opgenomen onder "Alarm-telefoonnummer waterverontreiniging". De eerste melding (de signalering) bijvoorbeeld van een schipper, een ambtenaar, een voorbijganger, een piloot, een bedrijf of instelling, de gemeentelijke politie of rijkspolitie (R.P.) te water, dient door de functionaris die de melding ontvangt doorgeleid te worden naar het betreffende dienstkringhoofd. De melding dient terstond te worden geverifieerd en eventueel te worden aangevuld, opdat een redelijk betrouwbaar en zo compleet mogelijk beeld van de calamiteit wordt verkregen. Ter verificatie en ter verkrijging van de noodzakelijke gegevens worden door het dienstkringhoofd orariiddellijk vaar- en of voertuigen naar de plaats van de calamiteit gedirigeerd, eventueel geassisteerd door of ter assistentie van vaartuigen van de Rijkspolitie (R.P.) te water. Wanneer uit meldingen blijkt dat een calamiteit van een behoorlijke omvang is te verwachten dienen voor een snelle verificatie en eerste bestrijding (van oliecalamiteiten) helicopters en vliegtuigen te worden ingeschakeld. Hierbij is het van bijzonder belang over gegevens omtrent de aard en de hoeveelheid van de scheepslading te beschikken. Bij de melding van een calamiteit moeten voldoende gegevens worden verzameld, zodat het hoofd van de dienstkring volgens het calamiteitenschema: a. kan beoordelen welke instanties moeten worden gealarmeerd; b. een adequaat program van actie kan opstellen om de calamiteit te bestrijden. Voor de gegevensverzameling moet gebruik worden gemaakt van het meldingsformulier op biz. 7. Betreft het een calamiteit waarbij een vaartuig, geladen met gevaarlijke stoffen betrokken is, dan dient men zo spoedig mogelijk gegevens over de lading te verkrijgen. Gewenst is dat van een vaartuig met gevaarlijke lading dat het beheersgebied binnenvaart op de centrale post de gegevens van de lading beschikbaar zijn (bijvoorbeeld met behulp van het toekomstig "informatieverwerkingssysteem"). Direct bij aankomt op de lokatie van een calamiteit dient de bemanning van het (dienst-) vaartuig eerste hulp te verlenen aan mens en dier ter plaatse en indien nodig, en mogelijk monsters te nemen van de verontreinigende stof voor laboratoriumonderzoek. Voor de richtlijnen van de monstername wordt verwezen naar bijlage 6. Dit onderzoek zal dikwijls zoveel tijd vergen dat meestal niet kan worden gewacht op de uitslag van het onderzoek alvorens met de bestrijding te beginnen. Ter plaatse dient daarom actie te worden ondernomen als de situatie dit vereist. Dit kan bijvoorbeeld met chemische olieschermen (Shell Herder) geschieden. Wanneer de bron van de verontreiniging reeds bekend is, dient aldaar rechtstreeks informatie te worden gevraagd, zowel omtrent de aard van de verontreiniging en de eigenschappen van de verontreinigende stof als omtrent de hoeveelheid. In vele gevallen zijn deze gegevens beschikbaar en kunnen direct van belang zijn voor de bestrijding. Eventueel kan een bemonstering gevolgd worden door een nader onderzoek om de verkregen gegevens te verifieren. Nadere gegevens van een calamiteit op de oevers zoals strandingen, wegongevallen met gevaarlijke stoffen, bedrijfsongevallen dienen vooral gericht te zijn op de gevolgen van de calamiteit voor het oppervlaktewater. Meldingen van calamiteiten buiten het beheersgebied van de directie Zuiderzeewerken, die zijn doorgegeven door ambtenaren van andere overheidsinstanties behoeven niet te worden geverifieerd. Meldingen door particulieren dienen wel bij de betrokken overheidsinstanties te worden geverifieerd. Na verkenning van de calamiteit rapporteert de bemanning van de patrouillevaartuigen zijn bevindingen aan de centrale meldpost, neemt zonodig de vereiste veiligheidsmaatregelen. (Zie aanschrijving Class nr. 1.813.24, bijlage 5 ) . Indien de situatie zich ernstig laat aanzien wordt door het betrokken dienstkringhoofd een voorwaarschuwing gedaan aan de directiecoordinator van de directie Zuiderzeewerken. Deze kan zonodig reeds in een vroegtijdig stadium indien daar aanleiding toe bestaat overleg plegen met regionale- en gemeentelijke autoriteiten. MELDINGSFORMULIER. Datum Tijd: Berichtgever: Naam Adres Beroep telefoon: Plaats verontreiniging/ongeval: duidelijke omschrijving, bijv. t.o.v..de wal, boei, km-paal, etc. Situatie verontreiniging/ongeval: wateroppervlak, oever, kunstwerken, etc. Aard verontreiniging/ongeval: (soort stoffen) Oorzaak verontreiniging: botsing, ontploffing, lekkage etc. Oppervlakte der verontreiniging: Nadere bijzonderheden over verontreiniging: op welke manier en wanneer is de verontreiniging geconstateerd Weersgesteldheid: Windrichting: windkracht: > Is de verontreiniger nog aanwezig of bekend?: Zo ja, naam verontreiniger: Adres: Verontreiniging doorgegeven om Naam: Adres: Telefoon: uur aan: Nadere bijzonderheden: - mogelijke gevaarsaspecten voor hulpverleners - zijn er slachtoffers/gewonden - is er brand 2.3. Schema calamiteitenbestrijdingsplan (zie volgende bladzijde) i ti • X : I t s i f|l 8 "ES- S<3 s Ills ! o z Q or tl/) LU CO > ! ;= bill at ^ * * If f si [ll rff i 9, Jl5 I1 I* p 8 '=5 1 f "> i, B ; i I l! Ig fc* liii ! V' 3 * "O i • j S 5A efc ¥ if It i If? si If f l js -1 ". ' : : II • r_r *•«" o SB •• O ^ - • •--aJJ- " I - TTT 9 &U'l»PtDP|Or>j; O 4|J*J'PII|0M( or Piooy&uuiismip LU M Z 7 *(-»fcip or < joop IV«JM»-^MM »oai /toflto IOO*MJOM •-.a-OiO oiiM-'o iJiixjArj^Mga-iij^uuiq U-»lO» U D A d> |suoip"*6oii' m 'a>)' jODa---*rtq •-* 6 O P t U 6 & - C € 0 l»t noajng •fturtitZtxtiHtit' u*ddci|-i"iji»to^ - " u ^ - P -t-P-^bu.iujo PtO0M6u.Jm«-J*Q jipo.i jOi>p iiOOAtvatju-t- P^P-*-* N 6ui|«PlODJjO0M t U l - W j i p p j O O H . .. PJOOu! uo-v t u s i & A g s p i o o -•6i-lO* -mop « f * * n * n p p-t-JjpuOX *D u""w» j r w t M d s g p rna<&utp|OOH aa PtOv-iMfhjiii, )OO|«J*l0W rflDOUlAQjy aiji-0f"!»nj*ftuj"*- 1— • 1^ p|0W|6ijti.| O0p - i , D » dU-*H''K><*--«*'' (OPiOOH N y CMIHW-DPlUOH i j — • I J O I D M p j n o - } etua-auja-, i n a j * p a M r w i i j 0 4 p o j , <.Ap u*w-j.v-i>g *»-f(J.i.i VJ* OuiJttMjlOlO [UVjPIDOllbuiJIi. 1 -o I* I I Hill 1 * tiaM " c ? ihitJlilfi&l UJ •i o U- or UJ > o z or TT T. UJ c «? Ir o cn j Ilfffiflm • • L 1 O/T »J0«• i •i|i*odt»-fiM ~ZZ\ 2 ? 2 Q j. .c »rfi*f.ip#0j6ui6j*n L # — ujlip y 0N0 lOM-ltiM ]- -Jtlfrjr j))|SU»iG L * i t 8 Ll*! ; - s E c - 9NIQ13W .• . . . . . . .. i*J«Oj-tD« JOOA 1 ^ 3. Alarmering. 3.1. Algemeen. Nadat voldoende inzicht is verkregen in de plaats, aard en omvang van het ongeval wordt zonodig door het betrokken dienstkringhoofd in overleg met de directie-coordinator vastgesteld of van een calamiteit sprake is. In het bevestigende geval volgt de alarmering. De alarmering geschiedt volgens het calamiteitenschema. Er is op dit schema een splitsing aangebracht met betrekking tot de alarmering van diverse Rijkswaterstaatsfunctionarissen en -diensten en van diverse andere instanties, die over de benodigde specialistische kennis beschikken en die moeten adviseren bij de daadwerkelijke bestrijding, dan wel onmiddellijke schade of hinder van de calamiteit kunnen ondervinden. Alarmering van betrokken diensten en instanties geschiedt telefonisch door of namens het dienstkringhoofd door middel van een bericht, dat voldoende informatie bevat om zo goed mogelijk maatregelen te kunnen voorbereiden en uitvoeren. Het eerste alarmbericht kan op verzoek van de ontvanger of op initiatief van het hoofd van de dienstkring worden gevolgd door een aanvullend bericht met meer gegevens. In voorkomende gevallen kan ook van het telex-net gebruik worden gemaakt voor een betrouwbare berichtgeving. De onderafdeling Binnenscheepvaart van de dienst Verkeerskunde verzorgt via de Radio Nieuwsdienst de mededelingen aan de binnenscheepvaart. 3.2. Verontreiniging van het Usselmeer door een calamiteit op de Rijn en zijn takken of op het Usselmeer. Meldingen van verontreiniging door drijvende vloeistoffen (zoals olie en olieprodukten en andere chemicalien) en giftige vloeistoffen of oplosbare giftige stoffen die plaats hebben gevonden in Duitsland, worden door de Duitse waarschuwingsdienst te Dusseldorf rechstreeks doorgegeven aan de meldkamer (085-615302) van de Rijkswaterstaat, directie Zuiderzeewerken te Arnhem. Voor de alarmering van een verontreiniging op de Rijn en zijn takken en de Ussel is door de directie Bovenrivieren van de Rijkswaterstaat een regeling getroffen waarin is voorzien dat de betrokken instanties en diensten bij een calamiteit tijdig worden gewaarschuwd, ten einde tot een doelmatige bestrijding daarvan te komen. Voor gevallen waarin de waterkwaliteit van het Usselmeer in het geding is, wordt de waarschuwing doorgegeven aan de Houtribsluizen (03200-61111) van de directie Zuiderzeewerken. > 10. 4. Programma van actie. Het dienstkringhoofd stelt eventueel in overleg met deskundigen een programma van actie op en stelt de directiecoordinator hieromtrent op de hoogte. Daarbij wordt vastgesteld: a. onder welke classificatie dient de calamiteit te worden gerangschikt; b. over welk gebied kan de calamiteit zich uitbreiden; c. welk "eigen" personeel en welke vaartuigen, voertuigen en bestrijdingsmiddelen moeten worden ingezet (oliebestrijdingsvaartuigen Rijkswaterstaat, olieschermen); d. welke havens of vaarwegen moeten met de zich daarin bevindende beweegbare waterkeringen worden afgesloten. Welke waterschappen en provinciale waferstaatsdiensten moeten worden ingelicht. e. welke havens met olieschermen moeten worden afgesloten; f. welke maatregelen of noodreparaties moeten worden verricht aan het verongelukte vaartuig, om uitbreiding van de calamiteit tegen te gaan (verhalen, dichten, overslaan van lading); g. welke specialisten moeten worden geraadpleegd (DBW/RIZA, Bureau Gevaarlijke Stoffen, Keuringsdienst van Waren, Regionale Inspectie Milieuhygiene etc.) Bij oliecalamiteiten kan in voorkomende gevallen gebruik worden gemaakt van de deskundigheid van de oliemaatschappijen, zonodig door tussenkomst van de Algemene Verkeersdienst voor de Rijkspolitie te Driebergen, telefoon 03430-4231; h. welke diensten moeten worden ingezet voor hulpverlenende taken (brandweer, dienst van gemeentewerken, de gemeentelijke havendienst, de Rijkspolitie te water etc.); i. welke verdere veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen; j. wat zijn de weersverwachtingen op langere termijn: (Weerkamer KNMI te de Bilt 030-769911) (Luchtvaart Meteorologische Dienst Schiphol, 020-576911). k. zodra het mogelijk is, dienen tevens de volgende akties te worden ondernomen; 11. het benaderen en informeren van de bij de calamiteit betrok- ken verzekeringsmaatschappijen en de door deze benoemde experts ; het inroepen van de hulp van bergingsbedrijven en aannemers (zie hiervoor schema met de daarbij behorende lijst). I 12. 5. Bestrijding. 5.1. Organisatie van de bestrijding. Na de alarmeringsfase zal het hoofd van de dienstkring in wiens ambtsgebied de calamiteit heeft plaatsgevonden zich zo snel mogelijk naar de centrale meldpost begeven. Indien de adviezen van de specialistische instanties (zie lijst 26) aangaande de te nemen bestrijdingsakties of de te nemen maatregelen strijdig met elkaar zijn, dan neemt hij de beslissingen, in overleg met de directiecocjrdinator. Deze pleegt verder nader overleg met het hoofd van de desbetreffende hoofdafdeling of de hoofdingenieurdirecteur en de burgemeester van de gemeente waar de calamiteit plaatsvindt of diens vertegenwoordiger. In het algemeen dient bij de bestrijding van een calamiteit de volgende prioriteiten in acht worden genomen. 1. Het redden van mensenlevens welke direct en het meest bedreigd worden of het afwenden van gevaar voor nog niet bij de calamiteit betrokken mensen. 2. Het voorkomen van ernstige gevolgen voor objecten en het milieu die (dat door de calamiteit worden) wordt bedreigd. • 3. Het behoud van bij de calamiteit betrokken objecten. 4. Voorkomen van uitbreiding van calamiteiten. De brandbestrijding binnen de gemeentegrenzen geschiedt in principe onder hoofdverantwoordelijkheid van de burgemeester van de betreffende gemeente voor zover van toepassing. Op de vaarroute Amsterdam-Lelystad-Lemmer komt een gevarieerd aanbod van scheepstypen voor, waarbij een groot aantal schepen met een gevaarlijke lading is betrokken. De brandbestrijding op de vaarweg Amsterdam-Lelystad-Ketelbrug valt onder de verantwoordelijkheid van de aanliggende gemeenten. Bijzondere aandacht dient daarbij te worden besteed aan de concentratiepunten, zoals de aanloopgeul door 13. het IJmeer naar de Oranjesluizen met de aansluitingen naar Enkhuizen en de Randmeren, de vaarroute nabij Lelystad en de Houtribsluizen, de aftakking naar het Ketelmeer en de aanloopgeul naar de Prinses Margrietsluis te Lemmer. Grote delen van het Usselmeer en Markermeer zijn niet gemeentelijk ingedeeld en valt de brandbestrijding in die gebieden niet onder de verantwoordelijkheid van een gemeente. Voor de calamiteitenbestrijding in deze gebieden kunnen overeenkomsten worden gesloten voor regionale samenwerking tussen de betrokken overheden ten einde vooraf bevoegdheden, kostenverhaal en dergelijke bij een ongeval te regelen. Op basis van deze overeenkomst kan dan een gezamenlijk cal<amiteitenbestrijdingsplan voor het gehele gebied worden uitgewerkt (dit zal uitgewerkt moeten worden als onderdeel van het gemeentelijke rampenplan). Het Rijk kan daarbij hand- en spandiensten verlenen en indien nodig vaartuigen met bemanning beschikbaar stellen. Voor zover nodig, zal overleg met de hoofden van de dienstonderdelen van de Rijkswaterstaat en opdracht aan particuliere bedrijven tot het uitvoeren van bestrijdingsakties uitgaan van het dienstkringhoofd in overleg raet de directie-coordinator van de directie Zuiderzeewerken. De hoofden van de dienstonderdeIen van de Rijkswaterstaat zijn verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de door hen te nemen akties. 5.2. Bestrijding van calamiteiten met olieproducten. 5.2.1. Eigenschappen van olieproducten. Van de gevaarlijke stoffen, die over het water worden vervoerd, vormen de koolwaterstoffen (aardolien en destillaten daarvan) de hoofdschotel. Voor het opmaken van een bestrijdingsplan, voor het geval dat zich een calamiteit met deze stoffen voordoet, is het in de eerste plaats van belang te weten of de stof vluchtig is of vluchtige bestanddelen bevat. Deze olieproducten worden opgesomd in het Reglement Gevaarlijke Stoffen, bijlgae II-2-A. 14. De voornaamste olieproducten zijn: benzine, benzeen, tolueen, petroleum en pentaan. Voorts is het van belang enkele eigenschappen van de olie(producten) te noemen: a. olie vermengt zich in het algemeen niet met water; b. wanneer de dichtheid van olie kleiner is dan van het water, waarin het terecht komt, verspreidt de olie zich over het wateroppervlak. Lichte oliSn (bijv. benzine, gasolie) verspreiden zich altijd snel over de wateroppervlakte. De verspreidingssnelheid van zware olien (bijv. stookolie) is afhankelijk van de temperatuur van het water. Hoe hoger de temperatuur, des te gro- • ter is de verspreidingssnelheid; c. is de olie vluchtig, dan verdampt de olie tijdens de verspreiding over de wateroppervlakte. Bevat de olie vluchtige bestanddelen dan verdampen deze binnen betrekkelijke korte tijd. In beide gevallen kunnen zich brandbare en explosieve gassen ontwikkelen. Een hoge temperatuur en een grote windsnelheid zal de verdamping bevorderen en de verdampingstijd verkorten. Tijdens deze verdampingsperiode moet derhalve ernstig rekening worden gehouden met brand- en explosiegevaar. 5.2.2. Algemene kenmerken van verontreinigingen met olieproducten. W Een olieverontreiniging zal zich, indien hiertegen niets wordt gedaan, op het water sterk verspreiden tot een heel dunne film. Een hoeveelheid olie van 100 m.3 breidt zich in 5 minuten uit tot een oppervlakte met een diameter van 300 m. Dit betekent een verspreidingssnelheid van 0,5 m/sec. Indien de verontreiniging niet wordt ingedamd, dan zal de verontreiniging in stilstaand water onder invloed van de wind wegdrijven raet een snelheid van tussen de 3 a 4% van de windsnelheid. Wanneer de windrichting dezelfde is als de stroomrichting, verplaatst de olie zich met de samengestelde snelheid als gevolg van de stroom en de windinvloed. 15. Wanneer de windrichting tegengesteld is aan de stroomrichting, is de verplaatsingssnelheid niet gelijk aan de resultante van de snelheden van de stroom en de snelheid als gevolg van de windinvloed. De invloed van de wind op de verplaatsingssnelheid van olie is onevenredig groot. 5.2.3. Gevaarsaspecten van calamiteiten met olieproducten. Bij een ongeval met een binnenvaarttanker moet er rekening mee worden gehouden dat maximaal 500 m.3 olie(product) in het water komt. Onderscheid ware te maken in: a. 500 m 3 vluchtige, zeer brandbare olieproducten, zoals benzine, benzeen,tolueen. Aangezien het een vluchtige stof betreft, die zeer brandbare gassen ontwikkelt, moet de scheepvaart binnen het veld terstond worden vermeden. Hiertoe dient de assistentie te worden ingeroe-pen van vaartuigen van de dienstkringen en de rijkspolitie te water enz. (Zie schema calimiteitenbestrijdingsplan). Tevens dient de gemeentelijke brandweer te worden gealarmeerd. Het verongelukte vaartuig dient alleen te worden benaderd vanuit de bovenwindse richting voor het redden van mensenlevens. Vervolgens in overleg met waterschappen en gemeenten zullen de beweegbare waterkeringen in het bedreigde gebied moeten worden gesloten. De zich in het bedreigde gebied bevindende vaartuigen in samenwerking met de rijkspolitie te water laten verhalen. Daar waar het mogelijk is, haveningangen afsluiten met olieschermen, om te voorkomen, dat de verontreiniging de havens indrijft. Verder geen daadwerkelijke bestrijdingsakties ondernemen, doch wachten tot de stof is verdampt. Alleen in uitsterste noodzaak en na overleg met deskundigen kan worden overwogen chemische bestrijdingsmiddelen toe te1 passen. Indien de olieproducten geleidelijk vrijkomen zal in de stroomrichting een langgerekt veld ontstaan. 16. Komt er per minuut bijv. 1ro.3vrij, dan zal het veld een breedte verkrijgen van ca. 150 m. In dit geval zal de stof, die 10 H 15 minuten in het water heeft gelegen, geen brandgevaar meer opleveren. Spoedig daarna zal de stof geheel zijn verdampt. Komt er meer olieproducten per minuut vrij, dan is de periode van brandgevaar langer. b. 500 m.3 brandbare olieproducten, met vluchtige bestanddelen, zoals gasolie. Als plotseling een hoeveelheid brandbaar olieproduct van 500 main het water geheel vrijkomt, dan zullen de vluchtige bestanddelen hiervan bij een watertemperatuur van 20°C en windsnelheid van 1 m/sec. na circa 45 minuten zijn verdampt. Bij voorkeur dient te worden vermeden door een olieveld te varen. Wanneer de stof zich niet vrij kan verspreiden is de periode van brandgevaar langer. Het is van belang gedurende de eerste 45 minuten na het vrijkomen van het olieproduct alle scheepvaart binnen het veld te verbieden. Hiertoe dient de assistentie te worden ingeroepen van vaartuigen van de dienstkringen, eventueel versterkt met vaartuigen van de rijkspolitie te water. Tevens de gemeentelijke brandweer alarmeren. Vervolgens in overleg met de waterschappen en de gemeenten de beweegbare waterkeringen in het bedreigde gebied sluiten. Daar waar het mogelijk is bedreigde havens afsluiten met olieschermen. Indien de calamiteit plaatsvindt op een meer dan kan met behulp van olieschermen de vrijkomende olie- producten worden afgeleid naar een plaats aan de oever van het meer waar weinig of geen stroming aanwezig is en waar de stof kan worden afgeroomd. Voor het afzuigen van de verontreiniging kunnen die bedrijven c.q. diensten worden ingezet welke genoemd zijn op lijst 22. Afhankelijk van de plaats van het ongeval kan overwogen worden om tevens de hulp in te roepen van de directie Noordzee voor de inzet van vliegtuigen. 17. Te treffen maatregelen bij de bestrijding van calamiteiten met 5.2.4. olieproducten. Komt het olieproduct geleidelijk vrij, dan ontstaat een breed olieveld. De breedte van het veld is afhankelijk van de hoeveelheid olie(product), die per minuut in het water komt. Komt er per minuut ca. 1 m 3 olie vrij, dan zal de breedte van het olieveld ca. 75 ra bedragen. Daarna zal het olieveld in afzonderlijke vlekken uiteenvallen. Ook in dit geval is het raadzaam niet door dat deel van het veld te varen, dat korter dan 20 minuten in het water heeft gelegen, wegens brandgevaar. In dit geval moeten de te nemen maatregelen bestaan uit: a. assistentie inroepen van vaartuigen van de dienstkringen en de rijkspolitie te water; b. een cordon van olieschermen rondom het vaartuig leggen (voortuitlopend hierop kan in een vroegtijdig stadium een chemische oliescherm worden aangebracht) (zie bijlage 9 ) ; c. materieel voor de verwijdering van olie van het wateroppervlakte inzetten; eventueel bestrijdingsvaartuigen van de gemeente Amsterdam en het bestrijdingsvaartuig van de directie Noord- zee; d. een tanklichter in overleg met verzekeraar/eigenaren afroepen voor het overpompen van olie uit het verongelukte vaartuig; e. zo mogelijk het vaartuig verhalen naar rustiger water; f. de gemeentelijke brandweer alarmeren; g. de beweegbare waterkeringen in overleg met de waterschappen en gemeenten binnen het bedreigde gebied laten afsluiten; h. daar waar mogelijk de bedreigde havens afsluiten met olieschermen, het afleiden van de vrijkomende olie naar de oevers; i. de gearriveerde bestrijdingsvaartuigen het te bestrijden gedeelte van het olieveld aanwijzen. Bij de bestrijding van een olieverontreiniging met chemische middelen kan het middel erger zijn dan de kwaal. Chemische bestrijdingmiddelen zullen uitsluitend na overleg met deskundigen kunnen worden toegepast. 18. 5.3. Bestrijding van calamiteiten waarbij andere gevaarlijke stoffen (o.a. chemische) op het water en/of in de lucht vrijkomen. De bestrijding van de gevolgen van andere milieu-incidenten is veel moeilijker dan die van "olie"-calamiteiten. Andere stoffen zoals chemicalien, waarvan een groot aantal vervoerd worden, zijn veel moeilijker of helemaal niet te bestrijden. Afhankelijk van de situatie wordt handelend opgetreden. In bijlage 1 en 7 wordt een overzicht gegeven van giftige stoffen waarvan bekend is dat zij regelmatig worden vervoerd. Bij averij aan schepen met gevaarlijke lading dient via de scheepsregistratie bij sluizen te worden nagegaan wat de lading van een schip was. Indien het een bedrijfslozing betreft zal bij het bedrijf navraag over de geloosde stoffen moeten worden gedaan. Watermonsters dienen te worden genomen om door analyse de verontreiniging vast te stellen. Er dient altijd van uit te worden gegaan dat bepaalde hoeveelheden stoffen in het water terecht kunnen komen. Al het mogelijke moet geschieden om het vrijkomen van stoffen zoveel mogelijk te beperken en/of zo snel mogelijk te beeindigen. In alle gevallen waarbij gevaarlijke stoffen in het oppervlaktewater en/of lucht dreigen vrij te komen dienen de autoriteiten van de betreffende gemeente van het gebeuren in kennis te worden gesteld. Bij het overladen van gevaarlijke stoffen dient tevens het korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen vooraf hiervan in kennis te worden gesteld. Bij ongevallen aan boord van schepen kunnen, in overleg met de gezagvoerder, de brandweer en de politie worden ingeschakeld. Blusactiviteiten vinden plaats nadat uit navraag bij deskundige is gebleken welke lading aan boord is. Behalve blussen kan, in overleg met deskundigen en betrokken instanties, afhankelijk van de situatie gedacht worden aan: - het aan de grond zetten van het schip; - het verwijderen van (een deel van) de lading; - het wegslepen van het schip,- het van het schip halen van (een deel van) de bemanning; 19. - het waarschuwen en op afstand houden van andere schepen. Bij ontploffingen kunnen eveneens bovenstaande acties overwogen worden. Als er gaswolken ontsnappen dient voor de bestrijding rekening te worden gehouden met de windrichting, het object dient vanaf de bovenwindse richting benaderd te worden. 20, 6. Opslag en transport van bestrijdingsmiddelen. Vanwege de uitgestrektheid van het beheersgebied van de directie Zuiderzeewerken is gekozen voor een decentrale ligging van de bestri jdingsmiddelen en vaartuigen. Voor de keuze van de opslagplaats is het namelijk van belang dat de bestrij dingsmiddelen snel en efficient naar de plaats van de calamiteit kunnen worden getransporteerd. Ten behoeve van de calamiteitenbestrijding is thans te Lelystad-Haven een depot ingericht voor de opslag van het "Universal" oliekerende scherm met een totale lengte van 1900 meter; te Harderhaven bevindt zich een "Expandi"oliescherm met een lengte van 80 meter (bijlage 3 en 9 ) . Er bestaan plannen om op Urk, Enkhuizen en Den Oever opslagplaatsen in te richten voor oliekerende schermen. Op bijlage 4 is een overzicht gemaakt van lanceerplaatsen. Het transport van de bestrijdingsmiddelen vanaf de opslagplaats kan plaatsvinden door middel van vaartuigen of in combinatie met weg- transport, een en ander hangt af van de plaats van de calamiteit. Bij het transport dient het dienstkringhoofd 6 transportmogelijkheden tegen elkaar af te wegen: a. transport over land. Dit is snel maar niet iedere plaats van een calamiteit is direct bereikbaar; b. transport te water. Dit gaat vaak langzamer, echter vrijwel iedere plaats is bereikbaar; c. gecombineerd transport. De bestrijdingsmiddelen worden eerst over land vervoerd en daarna overgeladen in een vaartuig; d. amfibietransport: Vaartuig en bestrijdingsmiddelen worden per auto naar de omgeving van de calamiteit gebracht en daar te water geladen (lanceerplaats brandweer, veerstoep etc.); e. transport in 2 fasen. Licht materieel voor de eerste aanzet van de bestrijding wordt over land (methoden a, c of d) aangevoerd. Zwaar materieel dat in de omgeving van de calamiteit niet kan worden overgeslagen volgt over het water (methode b ) ; f. luchttransport (helicopters), indien dit mogelijk is, eventueel gecombineerd met een der bovengenoemde transportmethoden. Luchttransport kan snel worden uitgevoerd, maar is duur. 21 7. Vaartuigen. 7 . 1 . Algemeen. Voor de b e s t r i j d i n g van c a l a m i t e i t e n in h e t b e h e e r s g e b i e d van de d i r e c t i e Zuiderzeewerken s t a a n een a a n t a l mogelijkheden t e r b e s c h i k k i n g voor de i n z e t van o v e r h e i d s - en p a r t i c u l i e r e vaartuigen. De keuze van de i n z e t z a l v e e l a l afhangen van de p l a a t s en s o o r t c a l a m i t e i t . De r i j k s v a a r t u i g e n z i j n u i t g e r u s t met k l e i n e p o e d e r b l u s t o e s t e l l e n , d i e a l l e e n g e s c h i k t z i j n voor h e t b l u s s e n van k l e i ne-beginnende branden en h e t v e r l e n e n van hand- en s p a n d i e n s t e n . Voor h e t b l u s s e n van k l e i n e branden worden deze v a a r t u i g e n met b e manning b e s c h i k b a a r g e s t e l d aan r e g i o n a l e b r a n d w e e r o r g a n i s a t i e s . De r i j k s v a a r t u i g e n z i j n n i e t g e s c h i k t voor h e t aan boord nemen van groot brandweermateriaal/-materieel. Voorts moet e r r e k e n i n g mee worden gehouden d a t n i e t e l k s c h i p v o o r t d u r e n d i n z e t b a a r i s ; zowel voor p a r t i c u l i e r e a l s voor o v e r he i d s v a a r t u i g e n g e l d t d a t z i j voor h e t u i t v o e r e n van o p d r a c h t e n e l d e r s kunnen v e r t o e v e n . Er z a l s t e e d s gerekend moeten worden met l a n g e a a n v a a r t i j d e n . Daar- b i j komt d a t n i e t voor a l l e v a a r t u i g e n c o n t i n u een bemanning a a n wezig i s en d a t een v a a r t u i g wegens een dokbeurt of schade s t i l kan liggen. 7.2. Inventarisatie van beschikbare vaartuigen. De d i r e c t i e s Zuiderzeewerken, Noord-Holland en B o v e n r i v i e r e n van de R i j k s w a t e r s t a a t en de R i j k s p o l i t i e t e water beschikken over een a a n t a l p a t r o u i l l e - , b e t o n n i n g s - , meet- en p e i l v a a r t u i g e n d i e voor de c a l a m i t e i t e n b e s t r i j d i n g op h e t U s s e l m e e r , Markermeer en Randmeren worden i n g e z e t . ' De voornaamste t a a k van v a a r t u i g e n en bemanning van de R i j k s w a t e r s t a a t i s de zorg voor een zo v e i l i g en v l o t m o g e l i j k e verkeersaf- w i k k e l i n g t e w a t e r . Voorkomen moet worden d a t b i j de c a l a m i t e i t e n b e s t r i j d i n g mensen met dubbele taken worden b e l a s t . 22, Voor de veiligheid bij het bestrijden van branden wordt verwezen naar het daarop betrekking hebbende gedeelte van de aanschrijving van 17 mei 1982, nr. N/Z 26742 (bijlage 5 ) . In lijst 26 volgt een opgave van rijksvaartuigen (RWS en R.P. te water) en bergingsmaatschappijen met de bijbehorende ligplaatsen die een rol kunnen spelen bij de calamiteitenbestrijding. Uit praktisch oogpunt kan het wenselijk zijn in voorkomende gevallen een beroep te doen op vaartuigen en materiaal van particulieren. In dit verband is ook onderzocht welke particulieren met hun materiaal eventueel kunnen worden ingeschakeld bij de bestrijding van een brand. Uit de inventarisatie is gebleken dat de in lijst 26 opgenomen bergingsmaatschappijen hiervoor in aanmerking komen. 8. Bescherming van personeel en materieel. Op vaarwegen waarlangs veel chemicalien worden vervoerd moet er rekening mee worden gehouden dat bij een calamiteit ook giftige, brandbare en/of explosieve gassen kunnen vrijkomen. Het personeel dat onder dergelijke omstandigheden moet opereren, moet zijn voorzien van beschermende kleding en persluchtmaskers,terwijl gebruik moet worden gemaakt van vonkvrij gereedschap. Het gebied benedenwinds van de calamiteit dient zo snel mogelijk te worden geevacueerd. Vaartuigen met verbrandingsmotoren zonder vonkenvangers mogen vanwege brand- en explosiegevaar slechts bovenwinds van de calamiteit opereren. Ook zijn er bepaalde stoffen waarin niet gevaren (zie ook bijlage 5) mag worden. Voorts moet bij het toepassen van chemische olieschermen (Shell Herder) en chemische bestrijdingsmiddelen eveneens beschermende kleding aanwezig zijn. Met andere woorden er zijn geschikte vaartuigen cat. B nodig om de ongevalsplek te kunnen behaderen alsmede uitrusting voor de bemanning om buiten de beschermde ruimten te kunnen opereren (luchtpersmaskers, beschermde pakken, handschoenen e.d.). 9. Scenario's p.m. 23. Overzicht lijsten calamiteitenbestrijding. biz. Lijst 1 - Dienstkringen/WED 25 Lijst 2 - Vertegenwoordigers d i r e c t i e Zuiderzeewerken 26 Lijst 3 - Het d i r e c t i e t e a m met d e e e r s t e v e r v a n g e r s . 27 Lijst 4 - W a t e r k w a l i t e i t ANW (ZZW). Lijst 5 - Hoofddirectie Lijst 6 - Berichtgeving, Dienst Lijst 7 - C a l a m i t e i t e n - r e g e l i n g DBW/RIZA k a n t o o r Rijkswaterstaat 28 Verkeerskunde. (03280-40874) 29 Lijst 8 - Rijkswaterstaat 30 Lijst 9 - Provinciale Waterstaatsdiensten. 31 Lijst 10 - D . G . S . M . t e Den H e l d e r . 32 Lijst 11 - Directie Lijst 12 - Telefoonnummers R i j k s p o l i t i e . 33 Lijst 13 - Alarmnummer Gemeente P o l i t i e . 34 Lijst 14 - H o o g h e e m r a a d s c h a p p e n en w a t e r s c h a p p e n . 36 Lijst 15 - Telefcionnujj-imers g e m e e n t e n . 37 Lijst 16 - Havenmeesters U s s e l m e e r g e b i e d . 38 Lijst 17 - Bruggen-sluizen-gemalen, vuurtorens. 42 Lijst 18 - L u c h t v a a r t en m a r i n e . 44 Lijst 19 - I n s p e c t e u r v a n d e V o l k s g e z o n d h e i d en Visserijen. hygiene. milieu45 Lijst 20 - Sleepdiensten/bergingsbedrijven. 46 Lijst 21 - Lijst 22 - Rederijen Lijst 23 - Hulpverlenende diensten. 48 Lijst 24 - Scheepvaartinspectie. 49 Lijst 25 - Korps C o n t r o l e u r s g e v a a r l i j k e Lijst 26 - Olie-opruimingsbedrijven. en b e d r i j v e n . 47 stoffen. 50 Vaartuigen 24. Beheersgebied Directie Zuiderzeewerken Maerlant 1 - gebouw ,.Waterwi|zer" Postbus 18 - 8200 AA Lelystad Tel: 03200-41911 Telex: 40244 Waddenzee dienstkring i|sselmeer - markermeer dienstkring randmeren dienstkring noordoostpolder dienstkring tlevoland-oost dienstkring llevoland-zuid beheersgrens 0 rijkswaterstaat dirai i"' .-i,r.i,.,.-...•.v..,^.. reg.nr zzrll 830998 5 10 km 10-83 schaal 1 400 000 algemeno tekonkamer z»w Lijst 1: Dienstkringen/WED Usselmeergebied Dienstkringen Kantoor: Prive: Ijsselmeer en Markermeer: Ing. C. v.d. Haspel C. Boot K. Wieringa G. Oegema 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41608 03200-21373 03200-47631 03200-27438 Randmeren: Ing. F.J. Jorna Ing. G.J. Schoeraaker J.N. Olijve G. Nieuwenhuis 03200-41911 03200-41911 03202- 588 03202- 588 03212- 2560 033 -942245 Flevoland-oost: Ing. J. ter Braake Ing. L.H. v. Vliet A.H. Nijman J.E. Peltenburg 03200-41911 03200-41911 03210- 2441 03200-44811 03200-27728 03200-44671 03210-2028 03200-21505 Flevoland-zuid: Ing. J. Hoogstraten 03240-11144 03494-52661 Noordoostpolder: Ing. L.G. Voorberg Ing. F.M.W. Bonnie 05270-13241 05270-13241 05270-17122 05270-15372 Afsluitdijk: Ing. R. Buursink Ing. K. v. Putten 02271-1245 02271-1245 02279-2960 02272-3409 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 05270-15320 03200-26316 03200-27629 03212-2515 03210-3957 05202-17589 W.E.D.: E.M. van Harmelen Ing. T. Meijnhardt H.H.J. Kerkhoven Storingsdienst •t Seroafoonnrs. voor C.P.: dkr. IJsselmeer/Markermeer dkr. Randmeren dkr. Afsluitdijk afd. ANW afd. ANW X 03202-466 -06-54884181 -06-54649131 -06-54111923 -06-54122453 -06-54296683 25. Lijst 2: Vertegenwoordigers van de betrokken hoofdafdeling van de directie Zuiderzeewerken. Afd./Coordinator kantoor prive AN ir. P. v. Ovost 03200-41911 03200-27636 ANW plv. ir. M. Snijdelaar ir. D. v. Hoorn 03200-41911 03200-41911 03200-28848 03200-50782 ANB plv. ing. J.S. Kramer ing. B. Balgobind 03200-41911 03200-41911 03200-46113 03200-26008 WX 03200-41911 03200-21570 plv. Ir.v.Nispen tot Pannerden ir. H. Slump 03200-41911 038 WXB plv. ing. Y. Dijkstra ing. L. Bakker 03200-41911 03200-41911 03417-54803 03200-51766 -541985 26. Lijst 3. Het directieteam met de eerste vervangers Functionaris h.i.d. kantoor privg - Ir. M.E.W. Harmsen 03200-41911 03200-41369 071 -215539 hoofd hoofdafd.AN Ir. P. v. Ovost hoofd afd. ANW Ir. M. Snijdelaar 03200-41911 03200-41911 03200-27636 03200-28848 hoofd hoofdafd.WX 03200-41911 hoofd afd. 03200-41911 038 hoofd hoofdafd.RF Ir. J. Middelburg hoofd afd. RFO Ir. J.H. Roelofs 03200-41911 03200-41911 03200-40211 03200-41504 hoofd Beheer en Onderhoud ANB Ing. J.S. Kramer 03200-41911 03200-46113 hoofd Beheer en Onderhoud WXB Ing.IJ. Dijkstra 03200-41911 03417-54803 Ir.A.M. van Nispen tot Pannerden WXP Ir. N. Slump -541985 Lijst 4: Afdeling Waterhuishouding (ANW) van ZZW. kantoor Ir. M. Snijdelaar Ir. D. van Hoorn Ir. F. Folkertsma Ing. A. Schollaart Ing. H.J. Jansen Hr. J. van Dijk 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 03200-41911 prive 03200-28848 03200-50782 03200-31658 03200-27630 03200-27416 03200-22049 27. Lijst 5: hoofddirectie Rijkswaterstaat Hoofdafdeling A Ir. W. van der Kleij Ir. G. Blom dhr. A.J. van Nes Dr. Ir. H.L.F. Saeijs Ir. J.W. Pulles Ir. J.R. Hoogland Hoofdafdeling N kantoor 070-264011 070-264011 070-264011 070-264011 070-264011 070-264011 kantoor Zeevaart Dr. Mr. A.H.A. Soons Ir. R.J. van Dijk Ir. P.W. Leenhouts 070-264011 070-264011 070-264011 Binnenvaart - Ir. G. Schiereck Ing. F.W. de Wit lr. H.A. Nuhoff 070-264011 070-264011 070-264011 Lijst 6. Berichtgeving prive kantoor - Dienst Verkeerskunde dhr. H. Termeer dhr. J. Korporaal dhr. A.G. Klijnhout 070-245477 - Radionieuwsdienst Hilversum 035-40755 - Scheveningen Radio Umuiden Berichtgeving scheepvaart 02550-19104 - A.N.W.B. Alarmcentrale (24a) Centrale informatie (6-24a) Verkeersinformatie (24a) W.W.-Joure W.W.-Naarden 070-264426 070-264426 070-264455 05138-4141 02159-42954 - K.N.M.I. - de Bilt weerkamer 030-766911 - Voorlichting R.V.D. ZZW dhr. Tijmmler 070-614181 03200-41911 - Algemene Verkeersdienst voor de Rijkspolitie te Driebergen 03430-4231 prive 070-934133 prive 079-513359 01807-13708 070-834642 070-200061 03200-26430 28. Lijst 7: Calamiteiten-regeling DBW/RIZA kantoor (03200-40874) Prive 1. Meldingen van verontreinigingen van rijkswateren Ir. J.J. Cappon Ir. L.J. Gilde Ir. S.H. Hosper B.G.M. v.d. Wetering 03200-27958 03200-27706 03200-40130 03200-43681 2. Meldingen van nucleaire ongevallen en/of radio-actieve bestemming van wateren Ir. J.J. Cappon Dr. R. van Veen mevr. H.J.B. de Regt 03200-27958 03200-27609 085-334618 3. Meldingen van olieverontreinigingen van rijkswateren lr. J.A.W. de Wit Drs. P.CM. Frintrop Ir. P.H.A. Hoogweg Dhr. J.R. Huisman 03200-44713 03435-4719 03210-2374 03200-40300 29. Lijst 8: Rijkswaterstaatsdirecties kantoor buiten kantooruren * directie Noord-Holland (h.i.d.) (dag en nacht) - dienstkring IJsselmeerkust P. Kuiper G. v. Oort 023-319376 - Ri jkshavendienst Umuiden 02250-15703 - Scheepvaartdienst Keulse Vaart 030-852296 - m.s. Kinsel - de heer Visje 075-179834 - Oranjesluizen (RWS) 020-360160 - Grote Zeesluis Muiden 02942-1219 * directie Drenthe (h.i.d.) Ing. Zeilstra 05920-11741 05920-11741 05928-2911 05920-50910 * directie Friesland (h.i.d.) 058-442332 058-881756 - dienstkring Bolsward 05157-5135 05150-22617 * directie Utrecht 030-859111 070-686407 (h.i.d.) 023-240593 020-360160 020-360160 02207-16106 02904-305 - Scheepvaartdienst ARK 030-852296 * directie Overijssel (h.i.d.) 038-971616 05750-22466 - dienstkring Zwartsluis 038-224543 038-214995 - scheepvaartmeester - de Jonge 05276-2310 * directie Bovenrivieren 085-629111 - Alarmtelefoon (dag en nacht) 085-615302 - dienstkring IJssel-Noord 05700-18620 - scheepvaartmeester Visscher 05202-88257 - riviermeester Rijn en Ussel dhr. W. Boonert 080-771173 * directie Gelderland (h.i.d.) 085-629111 085-617808 * directie Noordzee (h.i.d.) alarmnummer dag en nacht - afd. Rampenbestrijding dhr. H.M. Menagie dhr. R.C. Schriel Ing. W. Koops 070-949500 01731-9650 070-949500 070-949500 070-949500 01748-6418 01747-5191 079-410362 30. Lijst 9: Provinciale Waterstaatsdiensten Friesland Overijssel Utrecht Noord-Holland Gelderland Drenthe Kantoor 058-925935 038-977177 030-52411 023-174242 085-210625 05920-55544 Buiten kantooruren 05100-22422 023-378086 085-599111 31 Lijst 10: D.G.S.M. te Den Helder Hoofdkantoor de heer Schabracq de heer Schol Kustwacht Kijkduin Lijst 11: Directie Visserijen - hoofdafdeling Sport- en Beroepsvisserij Ir. H.G.J. Oudelaar Drs. H.G.J. Boucjuet kantoor prive 02230-15838 02230-43374 02232-2356 02230-12732 kantoor 070-792454 070-792366 - Visserij-inspecteurs de heer IJ. Makkus de heer A. van ter Mey 02274-1842 02943-1599 - RIVO - Umuiden Drs. W.G. Cazemier 02550-31614 prive . 071-766274 023-241340 02550-17540 32. Lijst 12: Telefoonnummers Rijkspolitie Rijkspolitie te water Amsterdam Dordrecht Enkhuizen (dhr. Netel) Kampen Leeuwarden Lelystad (dhr. Woning) Lemmer Nijmegen Rotterdam Kantoor 020-263311 078-146444 02280-12301 05202-13411 05100-23044 03200-60250 05146-1260 080-775244 010-143144 Buiten kantooruren 02280-12599 03210-3892 Meldkamers Rijkspolitie Alkmaar Amsterdam Apeldoorn Driebergen Leeuwarden Lelystad Utrecht Zwolle 072-116444 020-226322 055-664455 03438-4321 05100-55555 03200-55111 020-764444 038-71234 33. Lijst 13: Alarmnummer Gemeente Politie Kantoor Almere Amsterdam Andijk Avenhorn Blaricum Bovenkarspel-Broekerhaven Broek in waterland Bunschoten-Spakenburg Dronten Edam-Volendam Eemnes Elburg Emmeloord Enkhuizen Ermelo Gaasterland (Balk) Genemuiden Harderwijk Hindeloopen Hoorn Huizen Kampen Katwoude Lelystad Lemmer Makkum Marken Medemblik Monnickendam Muiden Naarden Nunspeet Nijkerk Oldebroek Putten Stavoren Urk Venhuizen Volendam Vollenhove Wervershoof 03240-34000 020-559111 072-116444 072-116444 020-226633 080-233333 02903-1294 03499-81544 055-664455 02993-63333 02153-82729 055-664455 05270-14444 R.P. R.P. R.P. Buiten kantooruren bgg. 075-323232 bgg. 03403-24824 bgg. 03404-24824 055-664455 058-155555 038-971234 03410-14444 058-155553 02290-33333 02152-53333 05202-13333 0295-1444 03200-55111 R.P. R.P. R.P. 02996-1313 02274-2744 02995-1444 02942-1324 02159-46784 055 -664455 055 -664455 055 -664455 055 -664455 058 -155555 05200-71234 072 -116444 075 -323232 05200-71234 072 -116444 bgg. 075-323232 058-155555 058-155555 020-226633 072-116444 020-226633 020-226633 bgg. 020-226633 34. Lijst 13a: Alarij-mummer Gemeente Politie Wieringen Wonseradeel (Witmarsum) Workum Zeevang (Oosthuizen) Zeewolde Kantoor R.P. 072 -116444 058 -155555 058 -155555 02991-323232 03240-34000 Buiten kantooruren bgg. 03200-26264 s> 35. Lijst 14: Hoogheemraadschappen en waterschappen tijdens kantoor- buiten kantooruren uren Hoogheemraadschap Noord-ho11ands Noorderkwartier Kennemerstraatweg 13 Alkmaar 072-118742 072 -111932 02209-1545 Waterschap "de Waterlanden" Postbus 13 1462 ZG Midden-Beemster 02998-1250 02990-25932 02998-1531 Heemraadschap de Wieringermeer Ir. Smedingplein 1 Wieringerwerf 02272-1444 02277-1730 02272-1896 02271-1232 Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen Schepenmakersdijk 16 Edam 02293-65821 02991-3284 02204-439 Waterschap West-Friesland Gorte Oost 6 Hoorn 02290-12920 02274-1342 02286-1752 Waterschap Aangedijkte Landen en Wieringen Molenvaart 2 Anna Paulowna 02233-1201 02271-1221 02279-1669 Hoogheemraadschap Amstelland Diemerzeedijk Amsterdam 020-650570 (dag en nacht bereikbaar) Waterschap "Fryslan" Postbus 147 Harlingen 05178-6834 05170-2189 Waterschap "it Marnelan" Jongemastraat 30 3olsward 05157-2223 Waterschap "Tussen Mar en Klif" Wikelerdijk 16 Balk 05240-2768 Waterschap Noordwest Veluwe Van Kinsbergenstraat 5 Elburg 05250-1414 Zuiveringsschap Amstel en Gooiland 05179-1270 05178-7366 05178-3986 05140-2759 05140-3396 05140-2706 035-854754 36. Lijst 15. Telefoonnummers gemeenten Almere Amsterdam Andijk Avenhorn Blaricum Bovenkarspel - Broekerhaven Broek in Waterland Bunschoten-Spakenburg Dronten Edam-Volendam Eemnes Elburg Emmeloord Enkhuizen Ermelo Gaasterland (Balk) Genemuiden Harderwi j k Hindeloopen Hoorn Huizen Kampen Katwoude Lelystad Lemsterland (Lemmer) Makkum (Wi tmarsum) Marken Medemblik Monnikendam Muiden Naarden Nunspeet Nijkerk Oldebroek Putten Stavoren Urk Venhuizen Volendam Vollenhove Wervershoof Wieringen Wonseradeel Workum Zeevang (Edam) Oosthuizen Zeewolde 03240-99911 020-552911 02289-1241 02294-2929 02153-15351 02285-12744 02903-1651 03499-81542 03210-8911 02993-72555 02153-89904 05250-1741 05270-33911 02280-12541 03417-54334 05140-2244 05208-54366 03410-11911 05142-1741 02290-31234 02152-59222 05202-17855 02995-3939 03200-78911 05146-2055 05175-1541 02996-1366 02274-3144 02995-3939 02942-1208 02159-41354 03412-59911 03494-55555 05253-2233 03418-57114 05149-1205 05277-1644 02284-1741 02993-72555 05274-1717 02288-2044 02279-2744 05175-1541 05151-1241 02991-1651 03242-1314 37. Lijst 16: Havenmeesters Usselmeergebied 1 Kornwerderzand slm. Lorentzsluizen 05177-441 Makkum hvm. S. Schrale, Voorstraat 9 ass. hvm. 05158-1450 05158-2127 Workum hvm. K. Visser, Oude Dijk 1 jachthvm. "Algeraburren, S. Bouwsma 05151-1778 05151-2004 Hindelopen hvm. H.IJ. Huitema, Oost 12 jachthvm. B. Vos, Oosterstrand 1 05142-2009 05142-1238 Stavoren hvm. R. Mulder, Havenweg 14 Johan Frisosluis 05149-1216 05149-1480 LOTWIM" hvm. K. v.d. Woude, Binnenhaven 4 gem. buitenjachthaven jachthaven "isalmar". watersportcentrum "Tacozijl" dhr. de Vries 05146-1604 05146-3343 05146-2924 -2003 -1470 -4141 Urk hvm. J. van Urk, Wijk 2-17 05277-1394 Schokkerhaven hvm. De Jonge 05276-2310 Lelystad haven Flevocentrale jachthavenm. "Houtribsluizen" jachthaven "Marina Lelystad" hvm. Lelystad-Haven 03200-21244 03200-60198 03200-21761 03200-21000/ 21048 03200-26486 1 » slhvm. J. Bloemberg 38. Lijst 16: Havenmeesters Usselmeergebied Muo. den jachthvm. "K.N.Z. en R.v." 02942-1450 Marken hvm. H. Buisman, Havenbuurt 19 02996-1305 Monnickendam gem. hvm. Ch. Visser, Tongnaald 11 02995-3939 (gem) gem. jachthaven "Hemmeland" jachthaven "Van Goor" 02995-4677 watersportveren. Monnickendam de heer van Zanten 02995-4572 Volendam hvm. S. Kwakman, Konijnstraat 15 02993-64122 Edam hvm. K. Springer, Noorderstraat 22 02993-71092 | Hoorn hvm. J. Huizing, Oude Doelenkade werkhaven fa. Ooms a/d Schelphoek 02995-2000 jachthaven "Karperkuil" w.s. v. Hoorn 02290-17280 02290-15491 jachthaven "Visserseiland" 02290-15208 Amsterdam gemeentelijke havenbedrijf Eroekerhaven hvm. V. Snel, Peterstraat 29 02285-11409 Enkhuizen havenkantoor 02280-2444 gem. hvm. van Driel 02280-3122 jachthaven a/d Wierdijk 02280-3353 jachthaven K.N.Z. en R.v. 02280- bedrijfshaven Waterwingebied(PWB) jachthaven "De Kreupel" 02289-1944 hvm. Pasterkamp 02274-1666 plv. hvm. 02274-3028 jachthaven "Westerhaven" 02274-1861 havendienst "Oosterhaven" 02274-1686 hvm. C 02273-232 Rdijk Medemblik Crude Zeug Den Oever Wit, Noorderdijksweg 10 020-221515 02289-2350/1481 hvm. G. Ermens, Havenstraat 2 02271-1303 Jachthaven 02271-1789 39. Lijst 16: Havenmeesters Randmeren Ketelhaven jachthaven "Vossemeerdijk" N.V.K. 03120-2271 Kampen hvm. jachthaven "Roggebotsluis" "Seveningen" "Ganzendiep" "Boven-haven" "WSV De Riete" 05202-17855/16008 05202/12402/14618 05202-14816 05202-15833 05202-13177 05202-16773 Elburg jachtcentrum jachtwerf Balk gem. kantoor 05250-2800 05250-1470 05250-2100 Harderwijk hvm. Wormbecker jachthvm. A. Zeegen jachthvm. De Knar 03410-17761 03410-13586 03410-13702 Naarden jachthaven Naarderbos 02159-42106 Nijkerk jachthaven 03494-53033 BunschotenSpakenburg hvm. 03499-81782 Huizen hvm. jachthaven Huizer Marina BV 02152-59222 02152-51159 Kmere jachthaven 03240-10357 Randmeren jachthaven De Klink - De Jager Wolderwijd - J. Verschoor Wolderwijd - S. Brink 03211-1456 03241-220 03241-227 1 40 Lijst 16: Havenmeesters Randmeren Randmeren jachthaven Flevostrand Riviera Camping Bremerbergse Hoek Veluwemeer - R. Sterker 03202-480/457 03211-1344 03211-1635 03410-17654 Waterskicentrum De Harder (Zeewolde) 03202-403 Eerste Huizer Zeilschool 02152-55055 Windsurfscholen: Muiderstrand 02159-44994 41 Lijst 17: B r u g g e n - S l u i z e n - G e m a l e n - V u u r t o r e n s Den O e v e r Stevinsluizen (20)* (1) 02271-1383 02271-1245 Kornwerderzand Lorentzsluizen Stavoren johan Lemmer Pr. Margrietsluis Friese Frisosluis N.O.P- Flevoland :i*tandmeren Muiden 05146-1344/1336 05146-1337 05146-1331 Urkersluis 05277-1276 Voorstersluis 05275-2412 Kadoelersluis 05275-2431 Ketelsluis Kampersluis 03210-2621 03210-2507 Noordersluis 03200-60492 Zuidersluis 03240-20012 Vaartsluis 03240-20002 Roggebotsluis 03210-2697 Hardersluis 03202-451 (18) Zeesluizen j\msterdam Oranjesluizen Monni ckendam Zeesluis ' (20) sluis Nijkerkersluis § 05177-441 05149-1216 Sluis Gemeente lr* (18) 03494-51278 02942-1219 (18) 020 -360744 02995-1328 ) Marifoonk inaalnummer. 42. Lijst 17: Bruggen-Sluizen-Gemalen-Vuurtorens (2) Enkhuizen Krabbersgatsluis Medemblik Westerhavensluis Lelystad Houtribsluizen (39L) (22) 02280-13784 02274-1293 (20) 03200-61111 Bruggen: N.O.P. 1 Gemalen: . Vuurtorenwach*tters: Tollebekerbrug Nagelerbrug-Emmeloord Kamperbrug-Emmeloord Marknesserbrug Kadoelerbrug Ramspolbrug Ketelbrug Elburgerbrug (20) (20) 05276-1325 05270-12912 05270-12813 05270-13521 05275-2431 05275-1370 03212-1607 05250-1345 Lemmer De Voorst Urk Ketelhaven Lelystad Almere Zeewolde Buma Smeenge Vissering Colijn Wortman De Blocq van Kuffeler Lovink 05146-1483 05275-2415 05277-1377 03210-2595 03200-60231 03240-20082 03202-473 Urk Marken Hoek v.h. IJ K. Bakker R. Visser J. Engel 05277-1582 02996-1321 02904-291 ( ) Marifoonkairaainummer 43. Lijst 18. Luchtvaart en marine - Burgerluchtvaart 1. directie Luchtvaartinspectie van de Rijksluchtvaartdienst bureau Vooronderzoeken Luchtvaartongevallen 2. Reddings Coordinatie Centrum Valkenburg (RCCV) 3- Dienst Luchtvaart van het Korps Rijkspolitie Luchthavens Schiphol Eelde Rotterdam Beek Lelystad - Militaire luchtvaart 1. Militaire verkeersleiding Nieuw-Milligen 2. Reddings Coordinatie Centrum Valkenburg kantoor na kantoortijd 020-516911 020-414925 02975-67752 02977-27062 03200-3201 03202-3261 01718-52123 020-177775 020-174555 05907-1572 010-374566 04402-78008 03203-328 02102-537 020-177775 * 05775-366 01718-52123 - Zoekacties naar schepen of vliegtuigen, helicopters en hulpverlening RCC Valkenburg 01718-52123 - Vluchtcoordinatie PH-R.W.S. 1. Dir. ZZW: Ir. M. Snijdelaar Ing. H.J. Jansen 03200-41911 03200-28848 03200-41911 03200-27416 2« Dir. Noordzee: dhr. R.C. Schriel dhr. Ricken dhr. Cramer 070-949500 01747-391 01747-391 - Radio Medische Dienst (RMD) dr. W. Steenman (arts) dr. C.N.N. Kuiters (arts) dr. H.B. Lodewijks (chirurg) dr. W.J. de Regt (arts) Nat. Vergifinlichtingencentrum 023-242161 01751-79842 035-47251 072-112310 030-789111 44. Lijst 19: Inspecteur van de Volksgezondheid en Milieuhygiene Dag- en nacht Priv§ - Usselmeergebied Ir. H.M.J. Scheltinga 085-528880 - 08309-2417 - Overijssel, ZIJP en Dronten Dr. J.H. v.d. Meer 038-211382 - - - Noord-Holland Dr. H. Copier 023-319176 - - Utrecht Ir. L.M. De Wever 03465-61114 - • - Groningen, Friesland en Drenthe (Noord) Dr. H.M. Klouwen - Gelderland Dr. H.H. Sol 050-232839 085-528880 - 05206-42354 02502-6055 02159-17817 — 050-266063 08373-14185 45. Lijst 20: Sleepdiensten/bergingsbedrijven kantoor 1. Mammoet Goedkoop Westerdijk 40 Amsterdam 020-221644 2. Bergings- en txansportmaatschappij Pieter Hoekinanstraat 2 (Schothorst) 05277-1622 05277-2628 05277-3420 05277-2423 Urk (Foekema) 3. J. Hollander Vaartweg Lelystad 03200-60377 4. E. Bol P. Smitstraat 78 Enkhuizen 02280-14551 5. Duik- en bergingsbedrijf Energieweg Postbus 27 Drachten 05120-10405 Lijst 21: Olie-opru•mingsbedrijven kantoor 1. Fa. Konings en Zn. B.V. Galgeriet 29 1141 GG Monnickendam 02995-4851 2. Tanker Cleaning Amsterdam B.V. dhr. A. Langeberg dhr. J.A. Langeberg R. Langeberg 020-113954 075-178056 02908-4592 02908-5145 3. Diverse aannemers - van den Herik - N. Kraaijeveld 01840-12881 01840-12288 prive - prive 020-130225 46. Lijst 22: Rederijen en bedrijven kantoor 1. Shell Nederland-Rotterdam Af W.T. dhr. Vink dhr. v.d. Hilst 010-311075 010-311518 2. Ned Lloyd-Rotterdam dhr. A. de Bruyn dhr. D. v. Delft dhr. v. Driel (Tholen) dhr. C. v.d. Westen dhr. J. Savert 010-148211 01807-10320 3. Gebr. Broere B.V. Dordrecht dhr. Kreuze dhr. Groeneveld dhr. de Goey dhr. Jansen dhr. Aarnoudse 078-182022 4. v.d. Sluys-Geertruidenberg dhr. v. Vliet 01621-13900 01621-13904 5. Legto-Rotterdam (dhr. Dijkema) 010-116386 6. Esso Nederland - Rotterdam dhr. v. Leeuwen 010-875911 7. B.P. Nederland-Rotterdam 010-161811 8. V.T. Rotterdam 010-366511 9. Calpam - Rotterdam 010-676342 10.Gulf Oil-Rozenburg 01859-51911 11.Akzo-Zout chemie N.V. Delfzijl K.N.Z.-Hengelo 05961-6969 05400-53241 12.Nederlandse Gasunie (Gr.) 050-251500 13.Waterleidingbedrijf P.W.N. 023-223344 14.Waterinlaat P.W.N, bij Andijk dhr. v.d. Woude 02289-1944 02289-3009 15.Prov. Gelderse Energie 03200-21244 010-311532 01186-1222 01680-3312 Mij. 16.Prov. Electr.Bedrijf Nrd-Holland prive 01807-10320 010-506185 01880-16398 01830-31110 078-100602 01859-4939 01853-2123 01806-6837 01854-2950 078-161452 01621-13903 01621-12145 02940-15123 47, Lijst 23: Hulpverlenende diensten kantoor prive Reddingwezen - radio Scheveningen directiekantoor dhr. v.d. Zweep 02550-19104 020-238397 02152-53909 - Hindeloopen "Knokkels"-marifoon schipper "Knokkels" dhr. I.E. Valk motordrijver dhr. G. Vos secretaris dhr. G. Bijker PD7028 05142-2089 05142-1830 05142-1741 05142-1443 05142-1575 05142-1344 - Lemmer "Jansje Baart"-marifoon schipper dhr. J. Fleer dhr. K. de Boer motordrijver dhr. IJ. Zandstra dhr.J. Scherpenzeel meldingspost dhr. J.H. Westra dhr. J. de Vries PD7026 05146-1777 05146-2363 05146-3447 05146-2529 05147-350 05149-1476 kan. 26 Rijkspolitie te water havenmeester dhr. K. v.d. Woude 05146-1260 05146-1604 Rijkspolitie - Urk "Hessel Snoek" - marifoon schipper dhr. H.J. Smit dhr. A. Wakker lichtwachter dhr. K. Bakker 7023 05277-1822 05277-1490 05277-1582 centrale meldingspost regio Urk 05277-2688 - Enkhuizen "Spaanderbank" marifoon schipper dhr. S. Koopman motordrijver dhr. J. Kofman PD7020 02280-13591 02280-12441 secretaris dhr. A.R. Kruissink Rijkspolitie te water havenmeester dhr. L.H.P. v. Leeuwen 02280-102122 kan. 27 05142-1976 kan. 26 05277-2463 kan. 26 02280-15409 02280-12301 02280-12442 02280-13353 - Hoek van Holland controle info centrum giftige stoffen 01747-3791 070-930000 - Civiele verdediging dhr. Bolleboom Lelystad meldpost 03200-26844 03200-22822 03200-26495 48, Lijst 24: Scheepvaartinspectie kantoor - Afd. Binnenscheepvaart 070-907715 - Experts buitendienst Koudekerk a/d Rijn W.P. Vergunst Bergum Ing. J. Colmer Krimpen a/d Ussel Ing. P.v.Houwelingen Breukelen Ut. Ing. P. v. Holstein Gorinchem Ing. J. Kubbe Haren Gr. M. Meulenberg Rijswijk Ing. E. Lemaire (electr.) 01714-2607 05116-4721 01807-20161 03462-2210 01830-32875 050-346791 070-940362 prive • 49. Lijst 25: Korps Controleurs gevaarlijke stoffen Bureau v. Wevelinkhovenstr.1 Postbus 10075, 8000 GB Zwolle Bachstraat 27 H.J.E. Wanders 6961 BS Eerbeek P.R.J. Dijksterhuis Havikstraat 46 6971 VZ Brummen Tra 5 W. Eding 8084 CW 't Harde H. J. Gebben Vivaldilaan 17 9402 VD Assen J.M. Hal Rembrandtstraat 65c 6521 MC Nljmegen H.H. Jansen Oostwal 83 7571 DG Oldenzaal A.A. van der Leest Boekweitlaan 33 7906 LA Hoogeveen De Ulekamp 36 A. Tijben 8501 NR Joure 038-47512 08338 -1959 05756 -1958 05255-2986 05920-40301 080-234601 05410-18971 05280-65586 05138-4039 50. postbus 2301 8901 J H leeuwarden tesselschadestraat 2 telefoon 058 - 442332. telex 461022 e OJ 0) c 01 c o VJ rA OJ TJ "0 c 0) co u 0) u 01 u 01 co OJ to 10 art co to to co co 3 art JJ 3 3 art art JJ JJ U U 01 0) *0 *0 0) 0) VJ OJ •^ • CD Oi JJ > 3 CO art O U VJ C XJ 01 - r t 0) TJ TJ T J 0) T J 0) c —1 TJ TJ CU fi u. ^ •* co co co to co Q. U, a— p o ro C 0) 0) a PO U 01 tO 0J 3 rrt J3 u 01 TJ 01 Q UJ 01 3 -rt JJ u 0) TJ 01 0 Q. • > -a 01 u 0) —: rrt co u a 0 JJ 0) E OJ «J 10 a VJ u JC c OJ JJ Oa f l Q sz c O TJ 0 co C 0) C •aA -rt o> r- TJ •- 1 c tO c 0) CO Cfl 3 rrt JJ 0) rrt JJ > CO J J 0 1 CP C —' 0) O TJ TJ 1 a 01 ( 0 VJ • n > —1 -> . C TJ JJ to rt (Jl JJ TJ * 3 U 0 . e a. OJ E CP VJ J JJ J VJ > O* r g VU U > , 01 0> £ £ Jl a to Ol u u C w —< OJ 0J J C CO to 10 CO CO OJ 3 3 j= r r t CJ V J rrt JJ S3 S3 tn -rt U Vj - r t 3 0) 0) r r t T J T J 3 M 'J 0 ) OJ to -* "H 3 .1*1 VO SZ TJ • * -w 3 a C 0 JJ C-l zz n > • E u 0) a t : VU> 01 e JJ 0 J-> JJ SZ JJ 0 JC ttj •-I u SZ JC O TJ CO C 0 ) -^a CJ " * TJ •rt 01 -C H 0) u3 u 3 3 u 3 3 u 3 3 Vj 3 3 \ E \ to co f t tn in o f l a- Jet Q. JC JC JC Qi Q. Q, J : JC o vo ts > tn c 01 > OJ o» 01 o> JJ \ 3 c CO u UJ J W u 3 3 \ JJJ -2 U 3 3 \ J tn J « vo vo .- u VJ 3 3 3 \ \ 3 VJ 3 3 \ E JC Jl JC eo vo r- at JC Q, in » e JC u OJ > u 0 ft CN JJ Q g CO VO a- J : o oi o CN • * O a- CN f i e E E e e o o o « r» "** o o •» — * * m vo a a a a VO a- a a o in VO 01 tD VO <— X CN to > a OJ 0J Jj 0) SZ CP B 0 CO c 0) CJ* • - - 3 JJ U CO UJ > CO E s CN a- > 10 X 1 ti •0 JJ a CJi •aA J3 JJ 1~\ •aA E E m o o vo o o * %a « CN VO VO CZ OJ OJ JJ to tO rA £ o VO .. CN C OJ a- a~ C 01 C 0) O oa. eo* X I I I TJ t j TJ tO tO to JJ JJ JJ co to to >1 rA 0J ai >a > , rA r-A 01 01 J H >a rA 01 iJ OS cu > CO 2 o a. vo CM JJ 01 •P-I •aA aZ O•aA 3 JJ l-i 10 tO u 0) art OJ I 01 01 N U 01 CM VU 3 TJ •rt JZ. 3 > . > N •9 a JC M VJ •rA 4) 3 to 2 a C u CP O 0 art CO JJ tO rji 0) u OJ IJ u 0) OJ 0 ) 0) E E u JCJ 0 OJ JJ > JC iO 01 M U art tO X - v " * > to x 1 0)c TJ c 0) tO N JJ aJ 01 3 >a J 3 art J C N -rJ 3 J= JC OJ c c -: U a- CN 0) S cn eo CN c > IO > IO> 10 S f i CN u 0) art 10 JJ SZ X 1 C 0 OJ J J 01 co c i V W -O C lO rA rA O X | TJ u U 41 01 E rH OJ o to a SO1"3 cn .-a Z - : M •rt rA S3 E OJ TJ 0J s. 0) CO •aA rrt w c c OJ 0 ) > > <0 to Vj 01 TJ Vj SZ CO CO X VJ OJ TJ VJ X C 0) Oa rA C 0) •rA JJ u C 0) - H •H ll * 2 EH JC u 0) JC i-i •rt CP u 3 n rrt z w 0) o> (Ji 01 N JJ u OJ S3 j3 < in 1 zc c OJ -rt C TJ OJ TJ TJ •ji 0) u OJ co to 3 J01 01 •fl u .1 •Jl •fl zz 3 -rt JJ rrt JJ U 0) TJ 0 VJ c — 0) TJ OJ TJ TJ 0) X JJ u ~-1 OJ J J 'fl 0 •J) B c ZZ a 90 u 0) 01 Cfl o rA 13 a •-J 3 J- q 8. I VO ia U U VJ 3 3 3 3 3 •JJ in B a tfl a ss c zc zz r-l SZ U 0) tfl Cfl S 9 • Q -— E TT 3 Cfl —r —i -u JJ u ".! TT 01 u cu TOJ 2.8. rX —— JJ 0 JJ JJ JC -A SZ U CO OJ (J JJ SZ o to u JC TJ C -I » TJ •rt 01 SZ rA zz 01 u 3 3 u 3 3 \ c co \ o in > u 3 u 3 3 3 3 •"->•*->"-> J JJ JCzC VJ tO tO La 3 vo i n o CN CN CN o o tf fl, E 1> a to -c o tfl JJ rO tO E • cn o> c -rt Ol U 0) a c OJ c E u in c JC OJ zc u O VO U*l eo r- in vo E E o o o o > a a OJ > 0) Ol 0) (Jl to a 0) OJ J= Si 01 c 01 •J E E E E E in r- eo o fi m •fi m o a- CN to o ui O CN ta> t» CN CN aa- JC ZC zc U U VJ Ol o> w flj to > ta JC c o> TJ 3 TJ o> c a o> OJ «J Oi CO X c si o, o a OJ > JJ JJ to a< 0) J* c Ol N J J -aA CO 3 u art 01 01 J- I T) (0 > i SZ rrt JC c n E 3 D D RJ tO s o> •rt 3 VO CN JJ co JJ U tO tO > E TJ 1 C TJ tO u -rt Cl rrt 0 0 Z X • iO u •0 Z -rt Q 1 c 1) a u E . JJ 01 01 li RJ E U OJ rt Q 1 JJ TJ otr —o OJc •rt > ••H > 0 (0 u • u X 1(3 Tj 0 b > • 0 -J w •n ft CO VO •fl % E •Jl U JC r-i •aA JJ Tl OS 0) 3 1 a- 1 VO 1 . . . a, a, a. . . . X X X aa -rt oi c ti. TJ TJ SZ u U JJ j ) u 0) UU 0) J- u ca «J tO i SZ vu U rrt 01 0 01 •r-i •-4 3 01 CU E• tsi • > in . 1 TJ co • 0) 0) u CO, J J C 0) rrt 0) TJ TJ E O O a JC OJ 3 VJ Vj OJ TJ O i «J 01 CP » ta rrt CO Oi •a Vj •rA rA 3 SZ fl C OJ JC i h 0) ^ 0 JJ JJ -C rj JC to JJ •rA U SZ JC O TJ CO c 0) -a4 O S TJ •aA 01 jr. rH 01 r-. o» 0 •> u 0) U 3 3 c \E to u «J JC o CN to > > c OJ 1—1 • E Vj •at a a rO 01 > u SZ 0 co to OJ -U > £ JJ «J tO c OJ o> E to 0) c •rt a 01 Ol 4) -C to g OJ 0 o-. tn u Oi cOJ E 0) ' © in JJ Ol » fi CN c01 1-1 c 01 o> •rt 3 JJ u a 10 > CO JC •n •rt X to JJ tO 10 rrt Oi Oi c 0J JJ JZ o to •aA -J u 01 a > tO o •• • VO I— (N •• JJ CO • n •rt J c c •rt TJ TJ art to "J oi 0) •H o> •aA 3 JJ u tO > E cc* to z 1 JJ o> u OJ tO c tO a E 10 -r-i Oi c •aA 0- •ra co. C, Si -3 c VJ J-. OJ X U 3 c nj *"3 - Overzicht bijlagen. Bijlage 1 - Overzicht 30 geselecteerde giftige stoffen. Bijlage 2 - Gemeentegrenzen Usselmeergebied. Bijlage 3 - Opslagplaatsen olieschermen. Bijlage 4 - Lanceerplaatsen. Bijlage 5 - Aanschrijving Hoofddirectie uitrusting patrouille- en overige vaartuigen. Bijlage 5a- instructies voor gezagvoerders m.s. Bijlage 6 - Richtlijnen voor de monstername. Bijlage 7 - Literatuur gevaarlijke stoffen. Bijlage 8 - Opdeling Usselmeergebied. Bijlage 9 - Inventarisatie olieschermen. Bijlage 10- Wijzigingsformulier. 54. , 2 8 8 . 5 2 i i 8 8 2 8 8 18 i . S 8 S i L S S S S S ? i . a S g -8 2 82 A A A * J . -" g ?"3 "JJ £ 5-J5 ^ a I I — a_| 5 — "o a J3 — a £ S Jt > 2 5 2 > -o "5 I 3 Q w as ta c c CD cto s» C I i i i 8 •"> i to i i I » a- VV 71 .17 i T en c-> cn 03 IO * . O u j eo to_ to, CN tj) t n to" r»" os" os* O* Q OS* | tftN CM" CN" 0> r- ra. vO in »- CN — O lfl N a; r . S e 9 a - I I I 1 N r- • VV -V V ™ S I! if c -V-a I - Tl "S 5 i = Sf -2 V a- _ l l l l ( aJtO t i os _ r . eri <o © cri | •5 i ' i i i i i °- c o . l l l l rt i O r- a» OS C) CN O — CN ay 0 1 CN fN » - a» CO -"-in"-*: 1 1 7 1^ I I 8£S r » 00* ifl* I I I I I O I I fa) CS O I o" eo" IO CO CO CH os" os" aa I OS o" CN* OS* O T r D B l O t r f f l 1° . - co ar to to v rs tOOOQCNCOClr-..ifl — a - e o o s i o r » C N CO CO I I r~r-.r-.iO CO — r~ -T i co t o I CN Ol IS — JC a- O E-S S*g co = i-J I o i88 i88 i i (Ot-J i lfl aj- . . in . o o I rsi . SI -a ifl , io , . us , I I rs, llfll cs i n CN • to £ 5 •c o ta oi O) c I < JC 2 •g •c JC . ' TJ -o 5 N S § 1*5 ex c f-=.- "O? 5 §~ — c • - z e IO O Q O O P Q o o o o o o o o o o o Q O O o g g o o o 8888888838888888888888 X S t N l N C O l O n i t ) . i ,n . » VO t N CN — . t o r a i D O f f l r a r N M O i O i O i O i O a i n r i C - S C N C N C N f N . - a- a- a- cNCNOstoinioinnn I- Q • _ " _ CJ C jj t»J Gfl i s (0 Jk • rP- v. CD l a a o -»: 2 5a 2 a c B 'E I T£ o o E o o en = a-X 0) £ § CP CO X i V - - — a. u i a Q s l s J U s l T j a . ' : ~ U O . J J - ~ o x u i u . < < k . i 5 j " < i . u . - 5 i i . i J . r - o i i J i j 2 r * CO m t o r ^ c o c t s o — CNcasa^tnupr«.cooso — CNc*sa4>mtoCN CN ^ ^ ^ ^ ^ a - r a ^ r . ^ ( N C a C H N M r N ( N OS O CN C-) Is 2 * sf sI • 2 N (3 55. waddenzee Biilage 2 . Overzicht gemeentegrenzen ,|Sselme«rgeO'«l riikswater staat ^ — — — ^ — — TT\J\S ww directie zuiderzeewerken • • gei gez scnaal i 400 0 0 0 'eg, or zz'tt8-MJ786 Bijlage 3. ^ B 7 oosiago'aatsen oiiescnermen gereed f~\ oosiagoiaatsen ohescnermen geoiand I ri|kswaterstaat directie zuiderzeewerken get '• ttStrw calarniteiteosleiger we; scriaal I 400 000 I tea nr zzrtt IU07H? f waddenzee minisiene van verKeer en waterstaat rijkswaterstaat AANSCTRLJVING hoofddirectie van de waterstaat directie zuiderzeewerken | class. 5 AANSCHRIJVING -l.8-3.Z--f dd 19 MEMSS2 6 244 vorig nr. Bijlage Aan d e hoofden van d i e n s t e n r e s s o r t e r e n d e o n d e r de directeur-generaal van de R i j k s w a t e r s t a a t 3 volgend nr. b"-f(S3/eA "^C>^f-S/c3i2. uw kanmertt;: uw 6n«' van: io<iSja^/t_3-a. (b^l-5/c.^ ondarwerp: iv e n t r u s t i n g p a t r o u i l l e - en o v e r i g e v a a r t u i g e n en o p t r e d e n onder b i j z o n d e r e o m s t a n d i g h e d e n Class.nr.: het 'j-Cjravenftage, 17 mei 1982 ons kenmarle N/Z 26742 toestel: varzondan: bijlagen: -1.813.24. Met b e t r e k k i n g t o t nevenverraeld onderwerp v r a a g ik uw a a n d a c h t volgende. voor 1 . TAAK RWS-PATROUILLEVAARTUIGEM T o t de t a a k van de r i v i e r - en k a n a a l m e e s t e r s van de R i j k s w a e e r s t a a t d i e n t i n e e r s t e i n s t a n t i e g e r e k e n d t e worden h e t w a a r b o r g e n van e e n zo v e i l i g en v l o t m o g e l i j k e v e r k e e r s a f w i k k e l i n g t e v a t e r . Voor h e t v r i t v o e r e n van d e z e t a a k hebben z i j v e e l a l de b e s c h i k k i n g over e e n p a t r o u i l l e v a a r t u i g raet b e m a n n i n g . De b e l a n g r i j k s t e e l e m e n t e n z i j n de r e g e l i - u g van h e t s c h e e p v a a r t v e r k e e r en de h a n d h a v i n g van de w e t t e l i j k e v o o r s c t x i f t v e n . > 2 . TAAK B I J EEN (DREIGENDE) v*-jj\LAMIT*gIT G e z i e n de g r o t e b e l a n g e n d i e z i j n b e t r o k k e n b i j de b e s c h e r m i n g va-n ' s - R i j k s w a t e r s t a a t s w e r k e n a l s m e d e t e r v e r z e k e r i n g van h e t d o e l m a t i g en v e i l i g g e b r u i k d i e r werken, i s h e t n o o d z a k e l i j k d a t de r e g e l i n g v-an h e t s c h e e p v a a r t v e r k e e r i n g e v a l van e e n c a l a m i t e i t of b i j d r e i g i n g d a a r v a n zo goed m o g e l i j k v o o r t g a n g v i n d t . Voor de g e r a e e n t e l i j k i n g e d e e l d e vaarwegen g e l d t , d a t i n g e v o l g e de w e t t e l i j k e b e p a l i n g e n ook de c a l a m i t e i t e n b e s t r i j d i n g a l d a a r een g e t n e e n t e l i j k e t a a k i s . I n d e p r a k t i j k i s g e b l e k e n d a t i n sommige g e v a l l e n de p a t r o u i l l e v a a r t u i g e n van de RWS e c h t e r e e r d e r t e r p l a a t s e kunnen 3 i j n dan de g e m e e n t e l i j k e b e s t r i j d i n g s o r g a n i s a t i e . I n d a t g e v a l d i e n t die r i v i e r - of k a n a a l m e e s t e r t e b e s l i s s e n o f , g e l e t op de t o t a l e t a a k s t e l l i n g van h e t v a a r t u i g , e e r s t e h u l p kan worden v e r l e e n d . H i e r b i j g a a t h e t dus om de v r a a g "wat weegt h e t z w a a r s t " , h u l p v e r l e n i n g of b . v . v e r r k e e r s r e g e l i n g . Deze h u l p d i e n t op voorhand t e z i j n g e r i c h t op h e t r e d d e n van mens en d i e r a l s m e d e op h e t b e s t r i j d e n van k l e i n e b e g i n n e n d e b r a n d e n , b . v . i n h e t s t u u r h u i s en i n de machinekaraer. Hoewel ook h e t b l u s s e n van d e z e k l e i n e b e g i n n e n d e b r a n d e n e e n t a a k van de brandweer i s , word*-, i n d e p r a k t i j k vaak door h e t t i j d i g kunnen i n g r i j p e n van h e t Rijkswater— s t a a t p e r s o n e e l i n d e r g e l i j k e g e v a l l e n een m o g e l i j k e ramp voorko-aerr.. Een. d e r g e l i j k e e e r s t e _ h u l p v e r l e n i n g k a n _ d e r h a l y e ^ o t de t a a k van de R i i j k s w a t e r s t - a a t worden g e r e k e n d . De e e r s t e h u l p v e r l e n i n g z a l a l l e e n dan postbus 20906 - mogen — 59- 2500 EX -s-gravsnhaga r-p*-)? "Tii" ~-r "Trih-i 9 fs:ai.,an r?) koningskade 4 iti. 1,0701 26 an 11 rijkswaterstaat Bijlage behoort bl): brief nr. datum: 17 mei 1982 bladnr: 2 5 26742 N / z -. rd n uitgevoerd als dat kan met een aanvaardbaar klein r i s i c o ; ""•Tt ^beoordeling van de gezagvoerder. Deze voorwaarde houdt a i t e r d l t • dat de eerste hulpverlening aan boord van schepen, die oeladen a Cd ? ^ t aevaarlijfce stoffen (kegelschepen), redelijkerwijs alleen dan zijn me g d a l s d e problemen zich niet voordoen of dreigen w o r d V ^ " ^ i n de ladingszone van een dergelijk schip. Als dat kan te gaan ^ ^ ogenblikkelijk teruggetrokken worden tot op een wel het 9 e v a ' agvoerder veilig vorkomt, de omstandigheden van het afstand die * ^ nemend. De bedissing of, met de hem ten diens t e s t a a n d e u i t r u s t i n g , eerste hulp an worden verleend, berust sluitend b i ^ ^ e ^ g e ^ ^ ^ De dir:t bij de verschijning van die ge- bestriidingsorganisatiejp de plaats van het ongevaH. De I^ICP -*• - e i n d i g t ait- , • beOOr q van "a wel of geen eers hulpverlening, het v a s t s t e l l e n \,-,a-, uor.'ipn-irlpon'* on r"io hona 1 i nn ran aon ™ _ O D d e pratcti]* yv-ice opieiaing aranaweer Bieinengedacht *™Q9C G e v a a r i i j k e Sto&nE.H.B.O., en het gebruik van een ^"wtHL.a.wpr Deze ooleidingen bfci natuurlijk duidelijke bepervluchtroasKet^ ^ ^ ^ ^ ^ , aadwerlcelij,c o p t r e d e n b i j ha?t ver_ kmgen, v ° v a a r l i j l c e voer van g u i •ikswace-s"-aa ^ stoffen. Di een belangrijke reden waarcra het M .-.reden aan boord van kegelscheoen e l niet B . . . , hi men in de ladingszone door met-deskundigen verleende m e t P-"° e - , immM ave c3e werkina hebhen. DA n o n n o m - i . 0 p_ ecfcl e Al9 verzorgd. ^ worden v at, ver r vengenoem ^ t e b?j m e t de 233^^.5 ontwikkelingen. en an v a a r digheden op pe houden, zullen eveneens door bof l i n g herhalineussen worden gegeven. Aanvracen a de ... n e n de hingscursussen dienen te wordem TRQ1 RTPIGEN ^ * D E U ITRjjjTiHJ^--g^^ een landelijke M - » - « » - J " miteit is — in — *• ——T-]i ..,,e vvan a n een . —a met — ver-egenoverleg MtZaxattm van Binnenlandse Zbrandweer) , veiligheid: w o o "ige^nistecie ^ V e r k e e a t e r s t a a t en operation* van het hesloten aanslute zoeken bij de veiligheidsrhormen rJ-:-l™«::\<»c rij.=v*„ i-n iw, ,„,,. - Als - 6e rijkswaterstaat behoort bij: brief datum: 17 bladnr: 3 Bijlage 5 nr. N/Z 26742 -"-si 1982 A l s m e e s t w e n s e l i j k c a t e g o r i e i s g e k o z e n voor h e t c a t e g o r i e B v a a r t u i g , h e t g e e n b e t e k e n t d a t h e t p a t r o u i l l e v a a r t u i g " l a n g s z i j van VBG/ADNR-vaartuigen mag komen d i e worden g e l a d e n , g e l o s t of o n t g a s t . Ambtenaren van r i j k s w a t e r s t a a t z i j n n i e t b e l a s t raet h e t "tbezIcrj,tf~op d i t s o o r t a c t i v i t e i t e n . Het kan e c h t e r om a n d e r e r e d e n e n n o o d z a J c e l i j k z i j n d a t r . w . s . - p a t r o u i l l e v a a r t u i g e n l a n g s z i j een d e r g e l i j k v a a r t u i g moeten komen (normale c o n t r o l e , v e r v o e r a m b t e n a r e n Korps C o n t r a l e u r s Gevaarlijke Stoffen). Het c a t e g o r i e B v a a r t u i g i s v o o r a l g e k o z e n omdat h e t i n de p r a k t i j k k a n ^ v o o r k o r a e n d a t de bemanning van e e n p a t r o u i l l e v a a r t u i g ti-jdeeis"*de t a a k u i t o e f e n i n g ~ ~ ~ r 5 c h e e p v a a r t r e g e l i n g en h e t m o g e l i j k v e r l e n e n v a n e e r s t e h u l p ) i n s i t u a t i e s kan komen, w a a r b i j b r a n d b a r e g a s s e n u - i t k e g e l s c h e p e n v r i j k o m e n . Daar de kans op d e z e g e b e u r t e n i s s e n voor d e p a t r o u i l l e v a a r t u i g e n van de d i r e c t i e s D r e n t h e , O v e r i j s s e l en N o o r d - B r a b a n t g e r i n g i s , z a l voor wat de u i t r u s t i n g van deze v a a r t u i gen b e t r e f t kunnen worden v o l s t a a n met d i e z o a l s o n d e r p u n t 5 v a n d e z e a a n s c h r i j v i n g s t a a t vermeld. Voor een algemene b e s c h r i j v i n g van de voor d e z e c a t e g o r i e v a s t g e s t e l d e u i t r u s t i n g s s t u k k e n moge worden verwezen n a a r b i j l a g e 1 . De u i t r u s t i n g van h e t p a t r o u i l l e v a a r t u i g i s ook aan de o r d e g e w e e s t i n de " I n t e r d e p a r t e r a e n t a l e Commissie t e r b e s t r i j d i n g van b r a n d e n e n m i l i e u - i n c i d e n t e n op de g r o t e v a a r w e g e n " o n d e r l e i d i n g van h e t M i n i s t e r i e van B i n n e n l a n d s e Zaken en i n o v e r l e g t u s s e n d i t M i n i s t e r i e en h e t M i n i s t e r i e van V e r k e e r en W a t e r s t a a t . De op de b i j l a g e 1 g e noemde c a p a c i t e i t van de e e r s t e hulpporap van 30m3/uur b i j een q-pvoerh o o g t e van 45 m e t e r w a t e r k o l o m i s t e v e n s v a s t g e s t e l d aan de hand, van d e m o g e l i j k h e d e n om d e z e pomp op een a a n t a l t h a n s i n de v a a r t z i i j n d e p a t r o u i l l e v a a r t u i g e n t e i n s t a l l e r e n . Op nieuw t e bouwen v a a r t u i g e n z u l l e n geen v o o r z i e n i n g e n worden a a n g e b r a c h t om met schuira t e b H u s s e n . Op^schepen, waarop i n d e r t i j d een s c h u i m i n s t a l l a t i e i s g e i n s t a l l e e r d . Zax d e z e e c h t e r g e h a n d h a a f d kunnen b l i j v e n , z o l a n g d i t z o n d e r extra kosten mogelijk i s . T o t s l o t z i j nog o p g e m e r k t d a t i n b i j l a g e 1 nog e n i g e f a c u l t a t i - s v e h u l p m i d d e l e n s t a a n a a n g e g e v e n , d i e voor de e e r s t e h u l p v e r l e n i n g n u t t i g kunnen z i j n , maar waarvan de d i e n s t l e i d i n g z e l f z a l moeten uitunaken of a a n s c h a f gewenst i s . De b i j g e v o e g d e " I n s t r u c t i e C a t e g o r i e _ B J ( z i e b i j l a g e 2) d i e n t C=J een goed z i c h t b a r e p l a a t s a a n boord van de p a t r o u i l l e v a a r t u i g e n t e vworden aangebracht. 5 . UITRUSTING OVERIGE VAARTUIGEN D i r e c t i e v a a r t u i g e n , kantonniersvaartuigen, meetvaartuigen enr. s u l l e n i n b e g i n s e l aan g e e n z w a a r d f t c "i'"fn rmpt-t-n vnlAnon dan aan de a l g e meen g e l d e n d e v o o r s c h r i f t e n voor R i j k s v a a r t u i g e n , omdat de genoemde v a a r t u i g e n i n p r i n c i p e geen f u n c t i e hebben b i j de v e r k e e r s r e g e l i i n g . B i j h u l p v e r l e n i n g t e n behoeve van h e t redden van mens en d i e r d i i e n t de g e z a g v o e r d e r van e e r s t g e n o e m d e v a a r t u i g e n z e l f t e b e p a l e n of h e t t d a a r u i t v o o r t v l o e i e n d e r i s i c o voor hem, z i j n bemanning en h e t v a a r t u i i g a a n v a a r d b a a r i s . H i e r b i j kan g e b r u i k worden gemaakt van de voor e i g e n v e i l i g h e i d aan boord b e s c h i k b a r e m i d d e l e n , v o o r z o v e r door de d i e n s t l e i d i n g g e w e n s t a a n g e v u l d met de i n kolom 2 van b i j l a g e 1 - genc-esade - 6t rijkswaterstaat behoort bij: brief datum: 17 mei 1982 bladnr: 4 Bijlage nr> 5 N/z 2 6742 genoemde hulpmiddelen. De b e m a n n i n g s l e d e n van de o n d e r h a v i g e v a a r t u i g e n behoeven geen c u r s u s a l s b e d o e l d i n p u n t 3 t e v o l g e n . I k a c h t h e t evenwel n o o d z a k e l i j k - d a t de bemanning van de o n d e r h a v i g e g r o e p v a a r t u i g e n en van h e t g r o t e r e beraande d r i j v e n d m a t e r i e e l u w e r z i j d s , d o o r m i d d e l van een a l g e m e n e w a a r s c h u w i n g , op een d u i d e l i j k z i c h t b a r e p l a a t s aan boord a a n g e b r a c h t , e r v a n i n k e n n i s wordt g e s t e l d d a t : - d e z e v a a r t u i g e n en h e t d r i j v e n d m a t e r i e e l n i e t l a n g s z i j VBG/ADNR-schepen mogen komen, - de bemanning van d e z e v a a r t u i g e n en h e t d r i j v e n d m a t e r i e e l ziciz bij e n i g e r l e i d r e i g i n g v e r b a n d houdend raet g e v a a r l i j k e s t o f f e n a a n b o o r d van VBG/ADNR-schepen o n m i d d e l l i j k i n v e i l i g h e i d d i e n t t e s t e l l e n . Deze c a t e g o r i e v a a r t u i g e n i s n a m e l i j k n i e t v o o r z i e n van d i v e r s e s c h e e p s b o u w k u n d i g e a a n p a s s i n g e n , z o a l s een v o n k v r i j e u i t l a a t e _ d . De h i e r v o o r genoemde "algemene w a a r s c h u w i n g " kan b i j v . de v o l g e n o e i n houd k r i j g e n : " B i j e n i g e r l e i d r e i g i n g , v e r b a n d houdende met g e v a a r l i j k e s t o f f e n , d i e n t h e t v a a r t u i g o n m i d d e l l i j k t o t op een v e i l i g e afs t a n d worden t e r u g g e t r o k k e n " . 6 . OVERGANGSREGELING. B i j de nieuwbouw van p a t r o u i l l e v a a r t u i g e n z a l r e k e n i n g worden g e n o u d e n met de c a t e g o r i e B - e i s e n . De o v e r i g e v a a r t u i g e n z u l l e n moeten w o r d e n a a n g e p a s t , v o o r z o v e r d i t t e c h n i s c h en economisch a l t h a n s h a a l b a a r i s . Voor d e z e a a n p a s s i n g e n z i e ik v o o r s t e l l e n raet a a n d u i d i n g van p r i o r i t e i t e n tegemoet. V a a r t u i g e n d i e nog s l e c h t s k o r t e t i j d d i e n s t moeten doen en waariran a a n p a s s i n g a a n de nieuwe normen n i e t economisch i s , d i e n e n b i j v o o r keur t e worden i n g e z e t op vaarwegen waarop de kans om ongewild i n a a n r a k i n g t e komen raet g e v a a r l i j k e s t o f f e n g e r i n g i s . De bemanning van nog n i e t a a n g e p a s t e v a a r t u i g e n d i e n t er door middel van een algermene w a a r s c h u w i n g op t e worden gewezen d a t men b i j c o n f r o n t a t i e met s c h e p e n met p r o b l e m e n aan b o o r d , e x t r a v o o r z i c h t i g moet o p t r e d e n . D i t i s v o o r a l van b e l a n g a l s h e t k e g e l s c h e p e n b e t r e f t . De t e k s t van d e z e a a n boord van h e t v a a r t u i g d u i d e l i j k z i c h t b a a r aan t e brengen waarscinuwing dient als volgt te luiden: " D i t v a a r t u i g mag n i e t l a n g s z i j VBG/ADNR-vaartuigen komen. B i j e n i g e r l e i d r e i g i n g verband houdende met g e v a a r l i j k e s t o f f e n , d i e n t h e t v a a r t u i g o n m i d d e l l i j k t o t op een v e i l i g e a f s t a n d worden t e r u g g e t r o k k e n " . 7 . SAMENWERKINGSREGELINGEN. Voor een a a n t a l vaarwegen z i j n a l zogenaamde S a r a e n w e r k i n g s r e g e l i m g e n g e s l o t e n , t u s s e n de R i j k s w a t e r s t a a t en o v e r i g e belanghebbenden ( s o a l s R i j k s p o l i t i e t e w a t e r , g e m e e n t e n e t c . ) . V o o r z o v e r d a a r b i j aan r i j j k s w a t e r s t a a t v a a r t u i g e n t a k e n z i j n t o e b e d e e l d d i e s t r i j d i g z i j n raet d e h i e r v o o r b e s c h r e v e n u i t g a n g s p u n t e n , d i e n e n de r e g e l i n g e n t e w o r d e n h e r z i e n . Uw v o o r s t e l l e n t o t w i j z i g i n g e n a l s b e d o e l d z i e i k g a a r n e z o spoedig mogelijk tegemoet. DE DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE RIJKSWATERSTAAT, 651. i^o INSTRUCTIE CATEGORIE 3. Bijlage 5. Behorende bij de "Verklaring van Onderzoek van het m.s. De aantekening categorie B op de Verklaring van Onderzoek verklaart dit rijksvaartuig geschikt om langzij vaarklare ladende, lossende of ontgassende VBG/ADNR-schepen te komen. Om zich te bevinden binnen de verboden z&ne rond schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, hetgeen is kenbaar gemaakt door de voorgeschreven lichten en dagtekens, dient men aan de volgende instructies te voldoen. 1. Gevaar . Bij e n i g e r l e i d r e i g i n g , verband houdende met de g e v a a r l i j k e stoffen aan boord van een VBG/ADR-schip, moet het r i j k s v a a r t u i g zich onmiddellijk verwijderen t o t op een v e i l i g e a f s t a n d . 2. Voorschriften. Het boekwerk "Vervoer van Gevaarlijke Stoffen Over De Binnenwateren" dient aan boord te zijn. De gezagvoerder dient kennis te bezitten betreffende de aarde van het gevaar dat gevaarlijke stoffen kunnen opleveren. 3. Opschriften. In overeenstemming met de aan boord geplaatste opschriften: (i) roken, koken en open vuur verboden. (ii) romp en opbouwen afsluiten. Toegangen mogen alleen worden geopend met toestemming van de gezagvoerder. 4. Uitlaten. a. De waterinjectiepomp(en) voor de uitlaatgassenleiding(en) van de motor(en) moeten bijstaan. b. Installaties met uitlaten, welke niet zijn voorzien van waterinjectie, moeten zijn afgezet. 5. Opvarenden buiten dienstverband. Binnen de verboden zone is het niet toegestaan dat opvarenden buiten dienstverband (passagiers) zich aan boord bevinden. 63. 6. Schoeisel. Het is verboden schoeisel met ijzerbeslag te dragen. In het algemeen dient vonkvorming door kleding en uitrusting te worden voorkomen. 7. Telefonie. De V.H.F.-installatie met de voor deze taak benodigde kanalen, dient onmiddellijk bruikbaar te zijn, rekening houdend met het gestelde onder punt 8 (v). 8. Meren. a. Bij voorkeur niet afmeren langzij de ladingzone van een VBG/ ADNR-schip. b. Afmeren langzij de ladingzone is alleen onder de volgende voorwaarden toegestaan: (I) De inlaatluchtkanalen van de motor(en) moeten zich tenminste 1 meter van de ladingzone bevinden. (II) De mondingen van de uitlaatgassenleidingen moeten zich tenminste 3 meter van de ladingzone bevinden. (III)De beschikbare brandblusmiddelen moeten voor gebruik gereed zijn. (IV) De adembeschermingsapparatuur voor alle opvarenden moet klaar voor gebruik zijn. (V) Radiozenders met een vermogen van meer dan 50 Watt en radarapparatuur mogen niet worden gebruikt. (VI) Te alien tijde moet snel, zonder hulp van derden, kunnen worden ontmeerd. (VII)Tenminste een verantwoordelijk persoon, bij voorkeur de gezagvoerder, moet bij de manoeuvreerstand blijven. 9. Overstappen. Opvarenden, die overstappen op VBG/ADNR-schepen dienen: (I) Een werkzwemvest te dragen; en (II) Zich niet langer dan noodzakelijk binnen de ladingz&ne te bevinden. 64, 10. Brandblusmiddelen. De bemanning moet bekend zijn met het gebruik van de aan boord aanwezige brandblusmiddelen. 11. Controle en inspectie van brandblusmiddelen, elektrische inrichtingen en dergelijke. a. De blustoestellen dienen, in afwijking van het gestelde in het V.V.R., ten minste eenmaal per jaar te worden ge'inspecteerd. b. De brandslang(en) dien(t)(en) jaarlijks te worden getest door de bemanning. c. De isolatie en aarding van de elektrische inrichtingen moeten om de drie jaar worden gecontroleerd. d. Beperkt explosie-veilige elektrische inrichtingen moeten om de drie jaar worden gecontroleerd. e. De explosiemeter, bedoeld in het v.V.R.-deel IV, art. 2.13.4 moet iedere keer voordat deze wordt gebruikt worden beproefd op de nauwkeurigheid van de metingen, overeenkomstig het bedieningsvoorschrift. f. De datum, aard en mate van de controles en inspecties die zijn uitgevoerd, moeten worden aangetekend in het Handboek Periodiek Onderzoek. HET HOOFD VAN DE DIENST VAARTUIGEN K. Bottema •s-Gravenhage, 65, age 5a. Instructies voor gezagvoers m.s, structies voor personeel vaartuigen. BIJ ONGEVALLEN MET VLIEGTUIGEN aag i schakeling vaartuigen en hulprlenende diensten. Antwoord: Betreffende dienstkringen, ioriteit. Zoeken naar overlevenden of stoffelijke resten. brdinatie zoekactie plaats onval. Berust bij 6en vaartuig bij voorkeur R.p. raet assistentie van een scheepvaartmeester van RWS. mmunicatie vaartuigen onderling Marifoonkanalen 10-13 of 39L. (voor niet nautische zaken) rnmunicatie v a a r t u i g e n / v l i e g t u i k (o.a. helicopters). Marifoonkanalen 6 of 16, 10, 13 39L (gesloten) iimunicatie c o n t r o l e p o s t / v a a r igen. Marifoonkanaal 39L of mobilofoon via gebouw "Waterwijzer" of centrale post Houtribsluizen. aden van overlevenden. Eerste hulp verlenen en centrale post inlichten. Verdere afwikkeling door de Rijkspolitie te water en Koninklijke Marechaussee (militairen) nden van stoffelijke resten. Centrale post inlichten, afwikkeling door R.P. te water en Koninklijke Marechaussee. nden van wrakstukken. Plaats markeren en positie opnemen, centralepost inlichten, wrakstukken van schepen aan boord nemen penk aan eigen veiligheid! Plaats markeren; centrale post inlichten. nden van m u n i t i e • (open) slag wrakstukken Opslaan aan boord van een vaartuig ansport In overleg met de centrale post naar de dichtsbijzijnde haven. afEEN. i n t r a l e p o s t H o u t r i b s l u i z e n h e e f t c o n t a c t met d i v e r s e i n s t a n t i e s en h u l p v e r l e n e n d e s t e n , zorg daarom voor een d u i d e l i j k e b e r i c h t g e v i n g en volg de a d i e z e n en r u c t i e s van de c e n t r a l e p o s t H o u t r i b s l u i z e n z o v e e l m o g e l i j k o p . Lngs C o o r d i n a t i e Centrum (RCC) V a l k e n b u r g . Eoon: 01718-52123. 66. 1. Richtlijnen voor de monstername. Bijlage 6, 1.1. Algemeen. Belangrijk bewijs van verontreiniging kan door bemonstering worden geleverd speciaal ingeval de verdachte de lozing ontkent. De bemonstering dient te worden uitgevoerd met de daartoe bestemde hulpmiddelen. Deze zijn opgeslagen in een verzegelde kist. Voor het nemen van een monster uit een rioolmonding, van oppervlaktewater of bij lozing vanuit een vaartuig, dient met behulp van een monsterbeker een zo representatief mogelijk monster te worden genomen. Een en ander hangt sterk af van de situatie ter plaatse. De inhoud van de monsterbeker dient vervolgens geheel te worden f overgebracht in de fles. Is het te bemonsteren water moeilijk te benaderen, dan kan gebruik gemaakt worden van een emmer. Alvorens de inhoud van de emmer wordt overgebracht in de fles dient het water zo goed mogelijk gemengd te worden. Dit kan gebeuren door middel van flink roeren met behulp van de monsterbeker. De flessen kunnen dan vervolgens met de monsterbeker worden gevuld, zoals boven omschreven. Het verdient aanbeveling tijdens de bemonstering handschoenen te dragen. Na de bemonstering dienen de attributen te worden gereinigd. Na het afsluiten van de flessen dient op de bijgaande etiketten te worden vermeld: tijd, datum, monsterplaats en het nummer, overeen- f komstig het nummer dat wordt vermeld op de monsterstaat. 1.2. Richtlijnen voor het bemonsteren van lozing via een daartoe bestemd werk (gemeenteriool, bedrijfsriool). Indien er sprake is van een ongewone situatie (bijvoorbeeld indien een hoog gehalte aan olie of vet in het afvalwater aanwezig is: het afvalwater is sterk gekleurd en/of verspreidt een sterke stank dient getracht te worden van de geloosde stoffen direct aan de bron een zo representatief mogelijk onverdund monster te nemen. Zo mogelijk dient de hoeveelheid geloosd afvalwater c.q. geloosde stof te worden geschat. 67. Ingeval de lozing onder water plaatsvindt, dient een monster ter plaatse genomen te worden waar het afvalwater het minst met het oppervlaktewater vermengd is. In dit geval dient eveneens een onafhankelijk monster genomen te worden op een punt stroomopwaarts, welke niet verontreinigd is door die lozing. 1.3, Richtlijnen voor het bemonsteren bij lozing vanaf/vanuit een vaartuig (voertuig). Hierbij moet gedacht worden aan het lozen van olie, verontreinigd bilge-ballastwater, bestrijdingsmiddelen, chemicalien e.d. al of niet vermengd met water. f Indien de verontreiniging veroorzaakt is door een ongevaarlijke stof (bilge-ballastwater, e.d.) dient zowel een monster te worden genomen van de zich nog aan boord bevindende stof als van het door deze stof verontreinigde oppervlaktewater. Indien de verontreiniging is veroorzaakt door gevaarlijke en/of (giftige agressieve stoffen) onbekende stoffen dient een monster van de lading te worden genomen door deskundigen (korpscontroleurs gevaarlijke stoffen in het betreffende gebied). Wel kan in overleg met een deskundige een monster worden genomen van het verontreinigde oppervlaktewater. Hierbij dient echter de nodige voorzichtigheid in acht te worden genomen (zuurbril, handschoenen). I 1.4. Richtlijnen voor het bemonsteren van verontreinigingen waarvan de bron onbekend is. De bemonstering omvat het water in de vervuilde plek en/of het verzamelen door afromen van de drijflaag, zonder te veel water mee te nemen. Speciale apparatuur is dan niet vereist, wel dient men beschermende kleding te dragen met het oog op mogelijk agressieve stoffen. Het verdient aanbeveling het monster enige tijd te laten staan, om een scheiding tussen water en verontreiniging te bewerkstelligen. 68, Door afschenken kan een vrij zuiver monster van de stof worden verkregen. Als het een opgeloste verontreiniging betreft, is het nodig op verschillende diepten watermonsters te nemen. Daartoe geschikte bemonsteringsapparatuur zal dan ook tot de standaarduitrusting van het vaartuig moeten behoren. Zo mogelijk dient de vervuilingsbron te worden opgespoord en zal aldaar eveneens een monster genomen moeten worden. 1.5. verdere verwerking van de monsters. Nadat de flessen in de kist zijn gezet, dient deze te worden verzegeld. f De verzegelde kist dient zo spoedig mogelijk op het DBW/RIZA-laboratorium (Lelystad) te worden afgeleverd, tegen getekend bewijs van ontvangst. De afd. ANB brengt de DBW/RIZA van tevoren van de komst van op de hoogte. De DBW/RIZA beslist of het de analysering der monsters zelf ter hand neemt of dat het de monsters doorstuurt naar laboratoria die op het gebied van de te verwachten stoffen meer gespecialiseerd zijn. Nadat de analyseresultaten bekend zijn moeten zij direct ter beschikking van de kwaliteitsbeheerder worden gesteld. 1.6. Monsterstaat. Bij elke monsterneming dient t.b.v. de DBW/RIZA een monsterstaat te worden ingevuld. Van bijzonder belang is dat achteraf zonder twijfel kan worden vastgesteld waar en onder welke omstandigheden de betreffende monsters zijn genomen. Verder kunnen op de monsterstaat alle overige relevante gegevens worden vermeld. Het rapport van het onderzoek zendt de DBW/RIZA met de monsterstaat naar de opsporingsambtenaar die het bij het proces-verbaal voegt. 1.7. Aanvulling. G e b r u i k t e m o n s t e r n a m e - a p p a r a t u u r moet d i r e c t worden aangevuld vanu i t h e t DBW/RIZA-laboratorium. 69, diredie zuiderzeewerken SS~\As monsterstaat voor waterverontreiniging Bijlage 6 benchtgever datum: naam adres : beroep : • tijd ' telefoon: 1 bericht ontvangen door ambtenaar belast met de opsporing naam functie afd. datum - tijd : bericht naam functie afd ontvang' tijd datum : plaats van de verontreiniging \ omschrijven : naam van het opp. water : t.o.v. kust of wal : bij boei : t.o.v. km. paal : andere kenmerken : omvang verontreiniging geschat opp. voor situatieschets plaats lozing zie blad 3. lozing van een bedrijf naam van bedrijf adres en gemeente : waar is het bedrijf gevestigd : lozing vanaf een vaartuig naam van het schip : naam van de gezagvoerder : naam van de eigenaar : omschrijving van de waargenomen verontreiniging (zo mogelijk met reuk kleur schuim drijflaag foto's) grove bestanddelen en anderzins • dode of flauwe vis dode of flauwe vogels soorten : soorten . hoeveelheid : hoeveelheid : is er proces - verbaal anderzins • opgemaakt. bijz.: • f9. nadere omschrijving monsterneming steekmonster opp.water Bijlage monster van drijf laag mengmonster opp. water 6 monster direct monster van bodemslib uit diepte in cm. pijp of k o n t r o l e put fles nr. benedenstrooms van lozings punt bovenstrooms van lozings punt bijz.: metingen ter plaatse temp punt Ph 02 geleidendheid doorzicht • weersgesteldheid windrichting windsterkte droog water : hoofd opgenomen anw zonnig temperatuur buiten lucht : stroomrichting kontakt e.d. bewolking regen bijz.: met : > betreffend dienstkring hoofd naam van i n s t a n t i e s waarmee kontakt werd opgenomen b.v. regulier politiekorps : rijks politie te water : zuiveringsschap : prov. waterstaat : r w s . directie : handtekening . V- mist situatie scneis Bijlage 6 • opmerkingen 7*. Bijlage 7 - Literatuur gevaarlijke stoffen. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren gelden de bepalingen betreffende het vervoer over de Binnenwateren van Gevaarlijke stoffen, het zgn. V.B.G. Dit is deel 3 van de 4-delige Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Bijlage 1 van het V.B.G. is het Reglement betreffende het onderzoeken van vaartuigen. Bijlage 2 van het V.B.G. over de Rijn, het zgn. ADNR (....). Hierbij behoren twee bijlagen. Bijlage A van het ADNR bevat voorschriften betreffende de gevaarlijke stoffen. Bijlage B van het ADNR bevat voorschriften betreffende de schepen en het vervoer. In deel 4 wordt een stoffenindex opgenomen van de gereglementeerde stoffen. Indien de naam en de klasse bekend zijn kan men in bijlage A van het ADNR iets meer te weten komen over de stof. In bijlage B van het ADNR vindt men voorschriften over de inrichting van de schepen en welke voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden bij het vervoer alsmede het laden en lossen van de betreffende gevaarlijke stof. Het verdient aanbeveling om bij het doorgeven van de stofnaam tevens de klasse en het randnummer te vermelden om verbastering van de stofnaam te voorkomen. De delen 3 en 4 van de Wet vervoer Gevaarlijke Stoffen zijn aanwezig in het sluiskantoor van de Houtribsluizen (centrale post) en op alle dienstvaartuigen die op het Ijsselmeer, Markermeer, IJmeer en Randmeren zijn ingezet. Op de Houtribsluizen is tevens aanwezig het boekwerk bevattende de verzameling chemiekaarten welke wordt uitgegeven door ondermeer het Veiligheidsinstituut. Van ca. 800 chemische stoffen zijn naast de kenmerkende eigenschappen opgenomen de voor de stof aanbevolen maatregelen bij ongevallen etc. Deze uitgave is eveneens in het sluiskantoor van de Houtribsluizen aanwezig. 73. Bovendien kan men nog raadplegen het Handbuch der Gefahrliche GUter van Hommel. Ook deze uitgave is in het sluiskantoor aanwezig. Om snel over informatie over een bepaalde stof te kunnen beschikken kan men de uitgave van het v.N.G. "Aanwijzingen voor het optreden bij ongevallen met gevaarlijke stoffen" raadplegen. In de index voorin het boek kan de betreffende stof worden opgezocht. Het boekwerkje is lang niet volledig. Staat de stofnaam niet in de index dan heeft verder zoeken geen zin. Het boekwerkje is aanwezig in het sluiskantoor van de Houtribsluizen en op alle dienstvaartuigen van de directie Zuiderzeewerken. in alle voorkomende gevallen zal onderscheid moeten worden gemaakt in: 1. stoffen, die zich niet met water vermengen; van deze categorie moet bekend zijn: a. zijn de drijvende stoffen vluchtig; b. is de damp explosief, brandgevaarlijk of giftig; c. met welke middelen mag de stof worden bestreden; 2. stoffen, die zich wel met water vermengen; van deze categorie moet bekend zijn: a. zijn de stoffen giftig; b. zijn de uitstromende gassen of dampen explosief of giftig; c. met welke middelen mag de uitstromende stof worden bestreden. 74. r- Bijlage 9: I n v e n t a r i s a t i e olieschermen, A. D i r e c t i e Zuiderzeewerken, 1. Lelystad-Haven. fc Op de bak: 32 s e c t i e s a 35 m.1 1.120 m1 6 kratten a 3 secties a 35 m1 630 rn- 4 losse secties a 35 m1 140 m1 hoogte scherra 1,05 m1 h o o g t e onder water 0 , 6 5 ra1 hoogte boven water 0,40 m' (Type "Universal") 2. Harder haven. in de loods - 60 m1 (Type: "Expandi") B. Directie Bovenrivieren. 1. Kampen. Hoofdsteunpunt van de dienstP kring 9 sectie a 10 m1 90 m1 (Type/merk "Rhein-Rhone). 76. Algemene informatie over het gebruik van olieschermen. 1. Universal oilboon. Toepassingsmogelij kheden: Geschikt voor stilstaand en licht stromend water (stroomsnelheid 0,5 m/s). Geschikt voor ruwe binnenwateren. Bevindingen: Het uitbrengen vereist ervaring. Men dient er namelijk voor te zorgen dat de draag- en staglijnen bovenwinds en/of bovenstrooms komen. Bij richtingsverandering van de wind en/of stroom kan het gebeuren dat de lijnen aan de verkeerde kant staan, derhalve moeten worden omgezet. Het te water laten vanaf de pallet is tijdrovend en arbeidsintensief. Opmerkingen: Het verdient aanbeveling het scherm mobiel bedrijfsklaar opgeslagen te houden, b.v. opgerold op verticale haspels op een dekschuit. 2. Expandi oilboon. Toepassingsmogelijkheden: Geschikt voor stilstaand en licht stromend water (stroomsnelheid 0,5 m/s) . Bevindingen: Door gering volume en gewicht in verpakte vorm, leveren opslag en vervoer geen bijzondere problemen op. Tevens is het scherm zonder bijzondere hulpmiddelen eenvoudig en snel uit te brengen, mede door het handige koppelingssysteem. in het water liggend volgt het scherm de golfbewegingen goed. Opmerkingen: Geschikt voor mobiele opslag b.v. aan boord van een patrouillevaartuig. 77, Bijlage 10: Wijzigingsformulieren. Wijzigingen en/of aanvullingen kunt u door middel van dit wijzigingsformulier doorgeven aan ing. B. Balgobind van de directie Zuiderzeewerken, Postbus 18 te Lelystad. Met nadruk wordt u verzocht van deze mogelijkheid ruim gebruik te maken. Overzicht van opgetreden verraelding van w i j z i g i n g , nummer l i j s t , bladzijde, bijlage wijzigingen Datum van de wijziging a • 78, Bijlage 10: Wijzigingsformulieren. Wijzigingen en/of aanvullingen kunt u door middel van dit wijzigingsformulier doorgeven aan Ing. B. Balgobind van de directie Zuiderzeewerken, Postbus 18 te Lelystad. Met nadruk wordt u verzocht van deze mogelijkheid ruim gebruik te maken. Overzicht van opgetreden wijzigingen • Vermelding van wijziging, nummer lijst, bladzijde, bijlage Datum van de wijziging • • 70.
© Copyright 2024 ExpyDoc