Verfonderzoek bij verkeersongevallen

Studiedag Forensisch onderzoek bij zware verkeersongevallen
Erasmus Hogeschool – 16 september 2014
Verfonderzoek bij verkeersongevallen
Gilbert De Roy
NICC – laboratorium PGI
Bij verkeersongevallen worden vaak verfsporen overgedragen. Ze vormen een materieel bewijs voor het
plaatshebben van een contact. Hun analyse wordt aangevraagd in een aantal omstandigheden, waarin
ze een belangrijke bijdrage leveren in het dossier.
Een eerste omstandigheid doet zich voor indien bij een zwaar verkeersongeval een betrokken voertuig
vlucht, en eventuele getuigen onvoldoende informatie kunnen bieden om identificatie mogelijk te
maken. We spreken dan van een merkherkenning.
De grote diversiteit van de verfmaterialen waarmee voertuigen worden bekleed, biedt mogelijkheden
om uitgaande van de verf, aanwijzingen te bekomen over het merk en/of de kleur van het vluchtende
voertuig. Toch is de analyse van fysische en chemische eigenschappen van verfresten niet voldoende en
dienen ook andere elementen ter beschikking te staan.
Het doel van deze types van onderzoek is, het zoekdomein van de politiediensten zo goed mogelijk te
beperken.
In vele gevallen staat echter een voertuig op basis van het tactisch onderzoek onder verdenking, en
vraagt men een vergelijkend verfonderzoek als objectieve ondersteuning van de al dan niet
betrokkenheid van dit voertuig bij het ongeval. Hierbij kunnen de details van de optische en chemische
eigenschappen van de verf voluit worden benut om te besluiten tot overeenstemming of niet.
Hierbij is het van groot belang, het verdachte voertuig op een correcte wijze te bemonsteren. Immers,
het uitzicht van de verf van het voertuig is overal hetzelfde, maar dit is niet het geval voor de chemische
samenstelling, die verschillend kan zijn van het éne koetswerkelement tot het andere, en van het éne
plastic onderdeel tot het andere. Een referentiemonster wordt in de contactzone genomen, en, indien
het niet duidelijk is waar deze zone gesitueerd is, op verschillende plaatsen die hiervoor in aanmerking
komen. Dit moet per dossier worden afgewogen tegen het feit dat hierdoor (geringe) schade wordt
toegebracht aan het lakwerk van deze wagen.
Verfanalyses gebeuren met gebruikmaking van een aantal technieken.
De optische eigenschappen (kleur, flop angle, glansgraad) worden visueel vergeleken met
referentiecollecties (Glasurit, Akzo). Verfdefecten en karakteristieke pigmentdeeltjes worden
microscopisch vergeleken bij verschillende belichtingen.
De chemische eigenschappen (samenstelling: type bindmiddel, pigmentatie, additieven) worden
geanalyseerd door een combinatie van spectroscopische technieken (infrarood, Raman,
röntgenfluorescentie) en, indien nodig, thermische afbraak gevolgd door analyse van de bekomen
fragmenten.
De resultaten worden vergeleken met databanken, die op Europees niveau worden bijgehouden door de
European Paint and Glass Group, werkgroep van het ENFSI (European Network of Forensic Science
Institutes).
Dit alles wordt tijdens de voordracht geïllustreerd met praktijkvoorbeelden.
Verder lezen:
G. De Roy, “Forensische analyse van verfmonsters”, in: “Handboek Forensisch Onderzoek”, Kluwer
(2008), pp. 417-461.