Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord

Tracébesluit
N50 Ens-Emmeloord
Conventionele Explosieven (CE’n)
Datum
Status
20 maart 2014
definitief
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
Colofon
Referentienummer
Uitgegeven door
Informatie
Telefoon
Fax
Uitgevoerd door
Opmaak
Datum
Status
Versienummer
RW1929-28/14-005-909
Rijkswaterstaat Midden-Nederland
20 maart 2014
definitief
2.0
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
Inhoud
1
Inleiding
5
2
2.1
2.2
2.3
2.4
Quickscan aanwezigheid CE'n
Algemeen
Plangebied
Het gebied in de tweede wereldoorlog en de oorlogshandelingen
Grondroerende werkzaamheden na de tweede wereldoorlog
6
6
6
8
9
3
Conclusie
10
Pagina 4 van 10
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
1
Inleiding
De doelstelling van de verbetering van de N50-Ens-Emmeloord luidt: het verbeteren
van de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer op de N50. Mede op
basis van de verkenning hebben het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M),
de provincie Flevoland en de gemeente Noordoostpolder in het bestuurlijke convenant van 3 februari 2012 afgesproken dat de doelstelling zal worden bereikt met de
volgende maatregelen:
 ombouw van de N50 tussen hectometer 262,7 en hectometer 279,7 naar een
autoweg met 2 x 2 rijstroken zonder vluchtstroken;
 de ombouw van de N50 loopt door tot in het knooppunt Emmeloord (N50/A6). De
huidige vormgeving van het knooppunt blijft daarbij in stand;
 ombouw van de gelijkvloerse kruising bij de Bomenweg tot een halve ongelijkvloerse aansluiting met fietspaden ten noorden van de huidige kruising.
Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden is door middel van het uitvoeren
van een quickscan nagegaan of er een kans is dat tijdens de werkzaamheden gestuit wordt op achtergebleven conventionele explosieven (CE’n) in de bodem.
Opgemerkt wordt dat de werkzaamheden die zijn uitgevoerd ten behoeve van deze
quick-scan niet onder de werkingssfeer vallen van het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (WSCSOCE).
Pagina 5 van 10
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
2
Quickscan aanwezigheid CE'n
2.1
Algemeen
Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden zullen er grondroerende werkzaamheden verricht worden. Bij het roeren van de ondergrond, is er een kans aanwezig dat gestuit wordt op achtergebleven CE’n in de bodem. Deze CE’n kunnen een
gevaar vormen bij de uitvoering van de grondwerkzaamheden. CE’n resteren uit
bombardementen en gevechten uit de tweede wereldoorlog. Deze bombardementen
hebben vooral plaatsgevonden op strategische doelen, zoals onder andere binnensteden, verbindingswegen, spoorwegen, spoorwegstations, bruggen en havens.
In de omgeving van deze strategische doelen kunnen in enkele gevallen blindgangers voorkomen, of droppingen van niet gebruikte explosieven. Echter, ver buiten
die doelen is de kans klein op het aantreffen van CE’n. Met behulp van een (beperkt) literatuuronderzoek en het raadplegen van internetbronnen is bekeken of er
oorlogshandelingen ter plaatse of nabij de locatie hebben plaatsgevonden en/of er
mogelijk CE’n in de bodem aangetroffen kunnen worden.
2.2
Plangebied
Het plangebied betreft de huidige N50 tussen Ens en Emmeloord, specifiek tussen
hectometer 262,7 en hectometer 279,7. De omgeving van het plangebied bestaat
voornamelijk uit landelijk gebied (graslanden, agrarisch gebied). Er zijn enkele kruisingen met zijwegen aanwezig. Ter plaatse van knooppunt Emmeloord is er een
aansluiting met de Rijksweg A6 aanwezig. Verder is er bebouwing (woningen, bedrijven, etc.) aanwezig ter plaatse van de kernen Ens en Emmeloord. In afbeelding
2.11 is het plangebied globaal weergegeven.
1
Bron: ‘N50 Ens - Emmeloord, m.e.r. beoordelingsnotitie’, Grontmij, 3 mei 2012.
Pagina 6 van 10
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
Afbeelding 2.1
Plangebied
Van strategische doelen ten aanzien van bombardementen of andere
oorlogsgevechten was tijdens de tweede wereldoorlog rondom het plangebied geen
sprake. Het gebied was net drooggelegd en de kernen op het voormalige eiland
Schokland waren geen grote binnensteden. De huidige A6 en N50 zijn na de oorlog
aangelegd, hetzelfde geldt voor de nieuwe kernen van Emmeloord en Ens.
Vanaf de tweede wereldoorlog is het gebied verder tot ontwikkeling gekomen. In
afbeelding 2.2 is de ontwikkeling van het plangebied weergegeven.
Pagina 7 van 10
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
Afbeelding 2.2
Ontwikkeling plangebied voor en
na de tweede wereldoorlog
Projectlocatie in 1933 (Zuiderzee)
Projectlocatie in 1955
Projectlocatie in 1964
Projectlocatie in 1988
Bron: www.watwaswaar.nl.
2.3
Het gebied in de tweede wereldoorlog en de oorlogshandelingen
De Noordoostpolder viel midden in de tweede wereldoorlog (officieel op 9 september
1942) droog. De eerste jaren in de Tweede Wereldoorlog was het in de
Noordoostpolder relatief rustig. De Duitse bezetters wilden dat deze polder snel
werd ontgonnen. Ze hadden het gebied nodig voor de voedselvoorziening. In de
Noordoostpolder werden veel arbeiders ingeschakeld om greppels te graven in de
drooggevallen grond. Dit duurde tot november 1944, toen werden alle arbeiders
naar Duitsland vervoerd. De meesten kwamen pas na de bevrijding weer terug.
Vanaf 1943 nam het aantal vluchten van Engeland naar Duitsland snel toe. De geallieerden bombardeerden Duitse steden. 's Nachts vlogen duizenden vliegtuigen over
Nederland. In 1944 en 1945 stortten ongeveer 29 vliegtuigen in de Noordoostpolder
neer.
Door de toestroom van onderduikers was er in de polder een andere sfeer ontstaan;
feller anti-Duits, actiever in het verzet. Het verzet en de geallieerden ontdekten de
desolate Noordoostpolder als een gebied waar piloten een noodlanding konden maPagina 8 van 10
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
ken, of zelfs wapens konden droppen. De knokploegen op het oude land verkregen
hun wapens hoofdzakelijk door middel van droppings uit geallieerde vliegtuigen. Er
zijn twee wapendroppings geweest, waarvan er één geslaagd is.
De spanningen namen in 1944 toe. De wapendroppings, het verbergen van
geallieerde piloten, gecombineerd met de behoefte aan arbeidskrachten ter
verdediging van Duitsland, vormden de basis voor enkele razzia’s. Na de razzia’s
voelden velen zich ook in de Noordoostpolder niet meer veilig. Zij gingen naar huis
en de polder stroomde leeg. Het was er moeilijk om aan arbeidskrachten te komen
voor het oogsten en andere werkzaamheden. De Duitsers bleven overtuigd van het
belang van een vlotte ontginning en exploitatie van de polder. Zelfs kreeg de
Directie in mei 1944 de beschikking over zo’n honderd ossen uit Beieren die voor de
nodige trekkracht moesten zorgen. De Duitsers lieten ook elektromotoren komen
om het dorsen te versnellen. Tevens haalden ze veenarbeiders uit Twente, om nog
enigszins vaart in de werkzaamheden te houden. Zelf lieten de Duitsers zich na de
razzia’s niet veel meer zien.
Uit de geraadpleegde bronnen is niet gebleken dat er bombardementen hebben
plaatsgevonden in het gebied. Er is hoofdzakelijk sprake geweest van enkele neergestorte vliegtuigen en wapendroppings. Op de projectielenkaart (opgenomen als
bijlage) is aangegeven waar dit heeft plaatsgevonden en welke acties er zijn ondernomen.
Bovenstaande is gebaseerd op de volgende specifieke bronnen:
 en nooit was het stil...Kroniek van een luchtoorlog. Deel 2 Luchtaanvallen op doelen in Nederland, Gerrit J. Zwanenburg;
 http://www.nieuwlanderfgoed.nl/studiecentrum/canon-van-flevoland/nederlandsonderduikersparadijs,-1941-194;
 http://www.canonnoordoostpolder.nl/asp/canon.asp?t=show&var=1090;
 het gemeentelijk dossier aangaande conventionele explosieven.
2.4
Grondroerende werkzaamheden na de tweede wereldoorlog
Tijdens de tweede wereldoorlog was het plangebied grotendeels onbebouwd gebied.
Vanaf de tweede wereldoorlog is het gebied verder tot ontwikkeling gekomen (zie
afbeelding 2.2) en zijn er onder andere woonkernen (Emmeloord en Ens) en wegen
aangelegd. Het is onbekend of hierbij munitie is aangetroffen.
Pagina 9 van 10
Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord - deelrapport Conventionele explosieven |
20 maart 2014
3
Conclusie
In het kader van de toekomstige werkzaamheden gaan enkele activiteiten in de
bodem plaatsvinden. Indien zich één of meerdere CE’n in de bodem bevinden, is dat
een risico in het kader van de Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Bovendien zal
een eventuele stagnatie van de werkzaamheden door het aantreffen van CE’n in de
uitvoeringsfase directe aanzienlijke kostenverhogingen tot gevolg hebben.
Uit de quickscan blijkt dat er in beperkte mate oorlogshandelingen plaats hebben
gevonden in of rondom het plangebied. Er is hoofdzakelijk sprake geweest van enkele neergestorte vliegtuigen en wapendroppings. Van (grootschalige) bombardementen is geen sprake geweest. De Duitsers hadden belang bij een vlotte ontginning en exploitatie van de polder. Ze hadden het gebied nodig voor de voedselvoorziening. Hierdoor was het in de tweede wereldoorlog relatief rustig in de Noordoostpolder.
Daarnaast hebben er ter plaatse van het plangebied al grondroerende activiteiten
plaatsgevonden vanwege de aanleg van de huidige infrastructuur. De kans op het
aantreffen van CE’n ter plaatse van het plangebied is hierdoor klein. Opgemerkt
wordt wel dat de kans op het aantreffen van CE’n wel klein is, maar dat het nooit
geheel uitgesloten kan worden.
Vanwege de beperkte oorlogshandelingen en de eerdere grondroerende werkzaamheden waardoor de kans op het aantreffen van CE’n klein wordt geacht, wordt verder onderzoek naar de aanwezigheid van CE’n vooralsnog niet noodzakelijk bevonden. Indien toch wordt besloten verder onderzoek uit te voeren moet er een vooronderzoek uitgevoerd worden ter plaatse van het plangebied door een gespecialiseerd (WSCS-OCE gecertificeerd) bedrijf.
Pagina 10 van 10