WERKINGSBROCHURE VRIENDENDIENST REKEM

WERKINGSBROCHURE VRIENDENDIENST REKEM
1. Voorstelling van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum, van vzw
Beschut Wonen ’t Veer, activiteitencentrum Locomotief en Mosaïek.
Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem (O.P.Z.C) is een Vlaams
Agentschap dat vanuit zijn pluralistische visie respectvol wil omgaan met elke patiënt,
bewoner en medewerker. De patiënten en bewoners met hun zorgbehoefte staan
centraal in een kwaliteitsvolle, betaalbare zorg die gericht is op de re-integratie in de
maatschappij. De betrokkenheid van de patiënten, de bewoners en hun omgeving,
de samenspraak met familie- en patiëntenorganisaties, en de vrijwilligerswerking zijn
essentieel.
Het zorgcentrum is opgedeeld in het cluster acute zorg, cluster ouderenzorg,
cluster forensische zorg en cluster langdurige zorg.
De zorgeenheden zijn als volgt verdeeld:
- cluster acute zorg (behandeling op korte termijn):
o opname en crisis
o resocialisatie
o neurosezorg
o verslavingszorg
- cluster ouderenzorg:
o ouderenzorg A (organische stoornissen)
o ouderenzorg B (functionele stoornissen)
- cluster forensische zorg (voor mannelijke geïnterneerden):
o forensische zorg 1 (opname en behandeling op korte termijn)
o forensische zorg 2 (langdurig verblijf in een open setting)
o forensische zorg 3 (langdurig verblijf in een gesloten setting)
o forensisch PVT Min (langdurig verblijf in de regio Antwerpen)
- cluster langdurige zorg:
o rehabilitatie (behandeling op langere termijn)
o PVT Rado 1 en 2 (chronisch psychiatrische patiënten in de regio
Lanaken)
o PVT Rekem (chronisch psychiatrische patiënten op de campus Rekem)
o PVT MG (bewoners met verstandelijke beperking)
Het O.P.Z.C. Rekem heeft organisatorische werkverbanden met de beschutte
woonvorm “’t Veer vzw”, met de afdeling kinderpsychiatrie van het ZOL (campus
Genk) en met het project psychiatrische thuiszorg “Mosaïek”.
Het O.P.Z.C. Rekem participeert samen met BW ’t Veer in de werking van
activiteitencentrum Locomotief.
De doelstelling van vzw beschut wonen ’t Veer is begeleiding van personen met een
psychisch probleem waardoor volledig zelfstandig wonen niet of nog niet mogelijk is.
1
Naargelang de behoefte gaat de begeleiding een aantal keren per maand langs in de
huizen om toezicht te houden en advies te geven op vlak van huishoudelijke taken,
zelfzorg, budgettering, hulp bij administratie, …
De doelstelling van het activiteitencentrum Locomotief is een zinvolle daginvulling
geven aan personen met psychische problemen. Deelnemers bepalen samen het
vrijetijdsaanbod. Ook rond vorming en arbeid wordt er gewerkt.
Mosaïek heeft als doel onnodige ziekenhuisopnames voorkomen of verminderen, de
integratie van patiënten in de maatschappij bevorderen en de levenskwaliteit van de
patiënt verbeteren. Daarnaast is er ook aandacht voor het bieden van een
deskundige ondersteuning aan alle hulpverleners (familiehulp, thuisverpleging, …) in
de thuiszorg bij patiënten met een psychiatrisch probleem.
2. Vriendendienst Rekem
2.1 Structuur
Het coördinatieteam van Vriendendienst Rekem bestaat uit Arlette Boven enk Petra
Carpentier. Naast het coördinatieteam wordt de hulp van Anja Parthoens
(communicatieverantwoordelijke) ingeschakeld. Dit team staat in voor de
dagdagelijkse werking van Vriendendienst Rekem (zie ook verder).
Met Sabine Buntinx (directeur PVT, clustermanager Langdurige Zorg) wordt minstens
eenmaal per jaar vergaderd om een planning op lange termijn uit te stippelen en bij
te sturen waar nodig. Zij is medeverantwoordelijk voor het beleid en voor
supervisie/intervisie. Door haar wordt over Vriendendienst gerapporteerd naar het
Directiecomité.
Op de zorgeenheden is de begeleiding als volgt georganiseerd: een directe
begeleider voor elke vrijwilliger nl. voor een bezoekvrijwilliger is dit de mentor van de
bewoner, voor een taakvrijwilliger het personeelslid met wie hij of zij samen werkt.
Daarnaast één personeelslid dat de vrijwilligerswerking in het algemeen bewaakt
binnen het team en in overleg treedt met de coördinatoren. Hiertoe zijn ook een
tweetal samenkomsten per jaar voorzien.
2.2 Algemene voorstelling
“Vriendendienst Rekem” is in eerste instantie gericht naar de zorgeenheden waar
mensen gedurende lange tijd in zorg zijn en naar het ondersteunen van het
activiteitenaanbod.
Door het koppelen van een vrijwilliger - een vriend - aan een chronisch
psychiatrische patiënt/bewoner of een persoon met een verstandelijke beperking
wordt getracht de eenzaamheid en maatschappelijke isolatie van de bewoner te
doorbreken. Het koppel ontmoet elkaar (doorgaans) tweemaal per maand en
onderneemt dan alledaagse maar gezellige activiteiten, zoals wat praten bij een
kopje koffie, wandelen, winkelen of misschien eens naar de film.
2
Een vrijwilliger kan ook ingeschakeld worden bij activiteiten op de zorgeenheden
zoals wandelen, fietsen, het paardenproject, zwemmen, cafetariabezoek, creatieve
bezigheden, … We spreken in dit geval van een taakvrijwilliger.
Het vrijwilligerswerk vindt plaats in het kader van de psychiatrische rehabilitatie. Deze
rehabilitatie is te definiëren als het proces waarbij een patiënt/bewoner geholpen
wordt zo goed mogelijk gebruik te maken van zijn resterende vermogens in een zo
normaal mogelijke sociale context (Benett, psychiater uit Engeland). De letterlijke
betekenis van rehabilitatie is: eerherstel.
In de formele doelstelling van “Vriendendienst Rekem” wordt het streven naar
rehabilitatie als volgt omschreven:
Vriendendienst Rekem heeft tot doel het samen ondernemen van
activiteiten ter bevordering van de autonomie, emancipatie,
zelfstandigheid en maatschappelijke integratie van chronisch
psychiatrische patiënten en bewoners met een verstandelijke
beperking. Het samen dingen doen staat centraal.
De vrijwilligerswerking draagt bij tot het rehabilitatieproces van de patiënt/bewoner.
Het contact tussen vrijwilliger en patiënt/bewoner is gericht op vrijetijdsbesteding, en
mag niet de vorm krijgen van hulpverlening. Het contact met een bezoekvrijwilliger
kan een positieve uitwerking hebben op de patiënt/bewoner: hij leert (weer) bezig te
zijn met processen die zijn rehabilitatieproces kunnen versnellen: afspraken maken
met je vriend en een vertrouwensband met hem opbouwen, weer deelnemen aan de
maatschappij (op een terrasje zitten, naar de film gaan), soms bij de vrijwilliger
thuiskomen en kennismaken met diens familie, etc.
Kortom: het contact met de vrijwilliger blijft niet beperkt tot eens in de twee weken
wat afleiding maar het betekent tevens persoonlijke groei voor de patiënt/bewoner.
Door vrijwilligers te betrekken bij groepsactiviteiten wordt er eveneens een
vriendschapsband opgebouwd en komt er opnieuw meer voeling met de
maatschappij.
2.3. Profiel van de vrijwilliger
De vrijwilligers van Vriendendienst Rekem vormen een afspiegeling van de
maatschappij: jongeren en ouderen, studenten, mensen met of zonder een betaalde
baan, gepensioneerden, huisvrouwen/mannen. Enige vereiste is meerderjarig zijn
en een bewijs van goed zedelijk gedrag. Er zijn ook vrijwilligers die zich als koppel of
als gezin aanmelden om als bezoekvrijwilliger te fungeren.
Vriendendienst Rekem stelt geen eisen aan vrijwilligers wat betreft opleiding. Affiniteit
met de doelgroep en een bepaalde motivatie om dit werk te doen worden wel
verwacht. Daarnaast is het belangrijk dat de vrijwilligers die zich bij Vriendendienst
Rekem aanmelden flexibel zijn, een lerende en open houding hebben, om
begeleiding durven vragen, doorzettingsvermogen hebben en stevig in hun schoenen
staan.
3
De vrijwilligers geven zelf verscheidene motieven aan om dit werk te doen.
Altruïstische beweegredenen (iets voor een ander willen betekenen) en persoonlijke
ontwikkeling worden vaak als motivatie genoemd. Anderen noemen het een zinvolle
dagbesteding of een oriëntatie op het latere beroepsveld.
De beroepskrachten zorgen ervoor dat de vrijwilligers hun werk zo goed mogelijk
kunnen doen: ze selecteren en begeleiden de vrijwilligers, ze brengen de koppeling
met de patiënt/bewoner tot stand, ze evalueren regelmatig het contact tussen
vrijwilliger en patiënt/bewoner en ze bevorderen een goed werkklimaat door het
organiseren van themabijeenkomsten, uitstapjes en dergelijke.
Daarnaast zijn de coördinatoren verantwoordelijk voor de randvoorwaarden, zoals
publiciteit en werving, financiële afwikkelingen, het onderhouden van externe
contacten en het ontwikkelen van een visie gekoppeld aan nieuwe maatschappelijke
situaties.
2.4. Taken van de vrijwilliger
2.4.1 Algemeen
De vrijwilliger is geen hulpverlener en hij dient zich ook niet als zodanig op te stellen.
Van de vrijwilliger wordt verwacht dat hij een zo gelijkwaardig mogelijk contact
probeert op te bouwen waarin de patiënt/bewoner in eerste instantie ‘mens’ is, en
niet patiënt.
Om dit contact uit te bouwen wordt voorgesteld geleidelijk te werk te gaan. Zeker als
bezoekvrijwilliger is het goed om de eerste contacten in een veilige omgeving te laten
plaatshebben: op de zorgeenheid of op het domein, zodat bewoner en vrijwilliger
onmiddellijk beroep kunnen doen op professionele ondersteuning indien nodig.
Als taakvrijwilliger werk je sowieso onder de hoede van een therapeut bij wie je ten
allen tijde met je vragen terecht kan.
Van de vrijwilliger wordt verwacht dat hij zoveel mogelijk aanwezig is bij
themabijeenkomsten en (evaluatie)gesprekken. De vrijwilliger heeft een actieve rol in
het vragen om begeleiding indien het contact met de patiënt(en)/bewoner(s)
moeizaam verloopt.
Het ziektebeeld van de patiënt(en)/bewoner(s) wordt door Vriendendienst Rekem niet
met de vrijwilliger besproken: het is immers de bedoeling dat de vrijwilliger de
patiënt/bewoner met open vizier tegemoet treedt. Wel kunnen eventuele
opvallendheden in het gedrag ter sprake komen zodat de vrijwilliger hier beter mee
weet om te gaan.
2.4.2. Geheimhoudingsplicht
De vrijwilliger is verplicht tot geheimhouding bedoeld in artikel 458 van het
Strafwetboek dat luidt als volgt:
Art. 458. Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers,
vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis
dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het
4
geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire
onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen
verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van
acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd
euro.
De vrijwilliger is derhalve verplicht tot geheimhouding van hetgeen tijdens het
vrijwilligerswerk bekend wordt over de patiënt/bewoner. Hierdoor wordt de privacy
van de patiënt(en)/bewoner(s) gewaarborgd. Deze verplichting tot geheimhouding
bestaat niet tussen de vrijwilliger en degenen die de vrijwilliger begeleiden.
Anderzijds bestaat ook een zekere privacy van de vrijwilliger. Aan de patiënt/bewoner
wordt het adres en telefoonnummer van de vrijwilliger niet bekend gemaakt. Het staat
de vrijwilliger geheel vrij of en wanneer hij dit aan de patiënt/bewoner geeft.
2.4.3. Bezoekvrijwilliger
Vriendendienst Rekem probeert chronisch psychiatrische patiënten of bewoners met
een verstandelijke beperking met een klein sociaal netwerk weer in contact te
brengen met mensen uit de ‘buitenwereld’. Het netwerk van sommige
patiënten/bewoners is immers beperkt tot medepatiënten en hulpverleners.
Vriendendienst Rekem brengt een langdurig contact tot stand tussen één
patiënt/bewoner en één vrijwilliger. Dit één-op-één contact is van wezenlijk belang in
het kader van de doelstelling, omdat het vertrouwen van de patiënt/bewoner jegens
zijn vriend op deze wijze langzaam kan groeien. Er is iemand die met een bepaalde
regelmaat naar hem toekomt. De regelmaat en frequentie van het contact dragen bij
tot de vertrouwensrelatie.
De vrijwilliger wordt gevraagd om in principe voor een langere periode (minimaal één
jaar) zijn vrijwilligerswerk voort te zetten. In de ontmoetingen, die minstens éénmaal
per twee weken plaatsvinden, staat de vrijetijdsbesteding centraal: samen wat praten
bij een kopje koffie, wat wandelen, winkelen of een keer naar het zwembad of de film.
De activiteiten komen nadrukkelijk niet in de plaats van de professionele zorg, maar
ze worden hieraan toegevoegd met het oog op de verbetering van de kwaliteit van
leven. Dat wil zeggen dat getracht wordt de eenzaamheid en maatschappelijke
isolatie van de patiënt/bewoner te doorbreken. Ook allochtone vrijwilligers worden
gezocht om mensen van hun eigen cultuur te bezoeken.
Het tijdstip van de ontmoetingen wordt bepaald door de betreffende patiënt/bewoner
en zijn vrijwilliger of zijn begeleiders.
2.4.4. Taakvrijwilligers
Met taakvrijwilligers bedoelen we vrijwilligers die (therapeutische) activiteiten mee
ondersteunen. Ze engageren zich om activiteiten die door beroepskrachten
georganiseerd worden mee te begeleiden.
Het kan hier gaan om zeer diverse zaken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld meewerken in
de ergotherapie (knutselactiviteiten, handwerk, koken, …). Er bestaat ook de
mogelijkheid om mee te doen met bewegingsactiviteiten (wandelen, fietsen,
zwemmen, paardenproject, …).
5
Men kan ook een groep mee begeleiden als zij op uitstap of op vakantie gaan, of
men kan meehelpen bij de losse activiteiten die door de beroepskrachten
georganiseerd worden (bijvoorbeeld een dansavond).
Er zijn veel vrijwilligers nodig om de cafetaria van de manege open te houden of een
helpende hand uit te steken in het trefcentrum.
De functie van de taakvrijwilliger is in eerste instantie ondersteunend. Bij aanvang
van de samenwerking gaat het om activiteiten die onder leiding van een
beroepskracht gebeuren. Na verloop van tijd kan er een samenwerking groeien en
kan de vrijwilliger ook meer en meer betrokken worden bij het organiseren van
activiteiten.
2.4.5. Bezoek -en taakvrijwilligers
Het is ook mogelijk om je zowel als bezoekvrijwilliger als taakvrijwilliger in te zetten.
Om verwarring bij de bewoners tegen te gaan, vraagt Vriendendienst Rekem in dit
geval dit te spreiden over 2 zorgeenheden. Zodoende komt de vrijwilliger op de ene
zorgeenheid steeds als bezoekvrijwilliger voor één bepaalde bewoner, terwijl hij op
de andere zorgeenheid als taakvrijwilliger komt en zich met een groep bewoners
bezighoudt.
Noot:
Vrijwilligers zijn mannen en vrouwen. Voor de leesbaarheid wordt in deze tekst alleen over
vrijwilliger (hij/hem) gesproken.
3. Praktische uitwerking
Deze werkingsbrochure omschrijft zo nauwkeurig mogelijk de rechten en
plichten van en de afspraken met de vrijwilliger; dit om de samenwerking te
bevorderen en teleurstellingen en conflicten zoveel mogelijk te voorkomen. In
dit plan wordt verduidelijkt wat de vrijwilliger mag verwachten en wat van de
vrijwilliger verwacht wordt.
Achtereenvolgens komt aan de orde:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
werving en selectie (paragraaf 3.1);
het vrijwilligerscontract (paragraaf 3.2);
proefperiode en beëindiging (paragraaf 3.3);
begeleiding (paragraaf 3.4);
inspraak (paragraaf 3.5);
geschillenprocedure en klachtrecht (paragraaf 3.6);
onkostenvergoeding (paragraaf 3.7);
vrijwilligers met een uitkering (paragraaf 3.8);
verzekering (paragraaf 3.9);
omgaan met privacygegevens (paragraaf 3.10);
registratie (paragraaf 3.11);
tot slot (paragraaf 3.12)
bijlage i.v.m. werking tikklok
6
3.1. Werving en selectie
Een goede selectieprocedure is nodig voor kwalitatief verantwoord vrijwilligerswerk.
Als iemand interesse heeft in het vrijwilligerswerk van Vriendendienst Rekem wordt
een eerste kennismakingsgesprek gepland en een informatiepakketje toegestuurd of
samen doorgenomen waardoor de geïnteresseerde een beeld krijgt van de
organisatie en inhoud van het werk. Bij dit pakketje bevindt zich een formulier met
vragen over motivatie, hobby’s, verwachtingen ten aanzien van dit vrijwilligerswerk
en de begeleiding. Bij de koppeling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met
deze voorkeuren.
In het kennismakingsgesprek wordt onder andere nader ingegaan op de
beweegredenen, verwachtingen en persoonlijkheidskenmerken van de vrijwilliger-inspé in relatie tot het profiel dat Vriendendienst Rekem heeft van haar vrijwilligers en
de inhoud van het werk. De vrijwilliger kiest in vrijheid om bepaalde activiteiten op
zich te nemen. De uren en dagen waarop men langskomt, worden in onderling
overleg tijdens het eerste contact bepaald.
Dit betekent echter niet dat het vrijwilligerswerk vrijblijvend is. De keuze om
vrijwilligerswerk te doen, brengt ook verplichtingen met zich mee. Het
kennismakingsgesprek wordt beëindigd met de vraag of de vrijwilliger zichzelf
geschikt acht voor het werk en of de motivatie aanwezig is om dit werk voor langere
tijd (minimaal een jaar) te doen.
Daarna wordt tussen de coördinatoren onderling bekeken welke koppeling best
gemaakt wordt. In het geval van een bezoekvrijwilliger wordt zowel rekening
gehouden met de wachtlijst alsook met de specifieke kenmerken van zowel
vrijwilliger als kandidaat-bewoner/patiënt.
Een tweede kennismakingsgesprek volgt dan op de zorgeenheid waar de vrijwilliger
in kwestie komt werken. Daar wordt de nodige info gegeven opdat een vrijwilliger
kan functioneren en worden afspraken gemaakt i.v.m. opvolging door de betrokken
zorgeenheid in verband met het inwerktraject.
Vooraleer de vrijwilliger van start gaat, vragen we hem of haar ook een bewijs van
goed zedelijk gedrag in te dienen.
3.2. Het vrijwilligerscontract
Indien de vrijwilliger na het kennismakingsgesprek besluit om met Vriendendienst
Rekem in zee te gaan, dan ondertekent hij samen met de coördinator het contract.
In dit contract worden de volgende zaken formeel omschreven:
• de opdracht: afspraken over frequentie (minimaal één keer per twee weken), duur
(minimaal één jaar) en aard (vrijetijdsbesteding) van de activiteiten die worden
ondernomen met de patiënt/bewoner;
• plichten van de vrijwilliger o.a. geheimhoudingsplicht, voorleggen van bewijs van
goed zedelijk gedrag, aangifte doen bij eigen autoverzekering, …;
7
•
•
•
•
•
•
Plichten van de instelling;
Wat te doen bij conflict, afwezigheid, beëindiging van overeenkomst;
instemming met gebruik van persoonlijke gegevens voor intern gebruik en voor
ledenlijst uit te delen aan vrijwilligers;
onkostenvergoeding;
verzekering;
privacy.
3.3. Proefperiode en beëindiging
De doelgroep (chronisch psychiatrische patiënten/personen met een verstandelijke
beperking) van Vriendendienst Rekem vraagt van de bezoekvrijwilliger een
zorgvuldige afweging vóórdat de koppeling aan een bepaalde patiënt/bewoner
plaatsvindt. Een vrijwilliger dient zich te realiseren dat het voor de patiënt/bewoner
bijzonder moeilijk kan zijn als het contract door de vrijwilliger vroegtijdig wordt
afgebroken.
Gebeurt dit toch wegens onvoorziene omstandigheden dan vragen we om dit
minstens twee weken op voorhand te signaleren. Het is immers niet gemakkelijk een
geschikte opvolger te vinden. Kent de vrijwilliger iemand die hem zou willen
opvolgen, dan mag hij dit altijd melden.
Het kan ook voorkomen dat een contract beëindigd moet worden. Vriendendienst
Rekem heeft voor iedere vrijwilliger een proefperiode van drie maanden vastgesteld.
Na deze eerste maanden vindt een zogenaamde ‘klikevaluatie’ plaats waarin alle
betrokken partijen kunnen aangeven of ze met elkaar verder willen. Uiteraard wordt
van iedereen verwacht dat men tijdig aan de bel trekt indien er zich problemen
voordoen. De coördinatoren van Vriendendienst Rekem staan hiervoor altijd ter
beschikking. Daarnaast wordt van de vrijwilliger verwacht dat hij het zo spoedig
mogelijk laat weten.
Tijdens dit gesprek wordt ook van de zorgeenheid verwacht dat ze kort schetsen op
welke wijze het inwerktraject verlopen is.
3.4. Begeleiding
Vriendendienst Rekem biedt aan haar vrijwilligers intensieve begeleiding en
ondersteuning. Dit is om de volgende redenen van belang:
•
•
•
uit vrijwilligersperspectief: zodat de vrijwilliger voldoening blijft ondervinden
van zijn werk en er zo mogelijk persoonlijke groei en verrijking van
ondervindt
uit patiënten/bewonersperspectief: nl. hoe beter de vrijwilliger functioneert
hoe meer baat de patiënt/bewoner zal hebben bij het contact;
uit organisatieperspectief: als de vrijwilliger onvoldoende begeleiding
ontvangt, is de kans groter dat hij minder goed werk aflevert of de
organisatie zelfs verlaat.
8
Uitgangspunt hierbij is dat alle vrijwilligers dezelfde begeleiding krijgen. De uitwerking
hiervan kan echter per vrijwilliger verschillen.
Daartoe is er binnen Vriendendienst Rekem een onderscheid gemaakt tussen
individuele begeleiding (afgestemd op de behoefte en het karakter van de vrijwilliger
en zijn contact met de patiënt/bewoner) en groepsgerichte begeleiding (die voor alle
vrijwilligers hetzelfde is).
Voor de individuele begeleiding van de vrijwilliger staat een coördinator van
Vriendendienst Rekem ter beschikking.
De mentor (persoonlijke begeleider van de patiënt/bewoner) kan, met toestemming
van de patiënt/bewoner, worden ingeschakeld indien de vrijwilliger vragen heeft over
het gedrag van de patiënt/bewoner en hoe hiermee om te gaan. Uiteraard wordt van
de vrijwilliger verwacht dat hij dit eerst met zijn patiënt/bewoner of andere betrokken
partijen zelf probeert op te pakken.
In de eerste maanden vraagt de coördinator aan de vrijwilliger hoe het
vrijwilligerswerk verloopt. Zonodig biedt de coördinator de gewenste ondersteuning.
Na 3 maanden vindt een klikevaluatie plaats met de vrijwilliger, de patiënt/bewoner,
therapeut of verpleegkundig leidinggevende en coördinator van het
koppelingsgesprek. Nadat het verloop van het contact is besproken en geëvalueerd
wordt, beslist men of men samen verder gaat.
De groepsgerichte begeleiding van de vrijwilliger bestaat uit meerdere
vrijwilligersbijeenkomsten per jaar voor het uitwisselen van ervaringen, het stellen
van vragen, vormingsmomenten en gezellige activiteiten met of zonder bewoners.
Ook bij feestmomenten die binnen de instelling doorgaan zoals de
nieuwjaarsreceptie, … kunnen de vrijwilligers betrokken worden.
Ook op niveau van de zorgeenheid bestaat er de mogelijkheid om éénmaal per jaar
een samenkomst te organiseren voor alle vrijwilligers werkzaam op die zorgeenheid.
Bedoeling is dat vrijwilligers en het personeel van de zorgeenheid op deze wijze hun
werking goed op mekaar afstemmen. Een dergelijk overleg heeft meestal onder de
leiding van een van de coördinatoren van Vriendendienst plaats.
3.5. Inspraak
Vrijwilligers hebben recht op inspraak als het onderwerpen betreft die te maken
hebben met hun werkzaamheden. Inspraak houdt de vrijwilliger betrokken bij de
organisatie en het komt de kwaliteit van het werk ten goede. Vriendendienst Rekem
heeft bovendien baat bij de inspraak van vrijwilligers omdat hun ervaringen en visies
van belang zijn bij de het voortdurend ontwikkelen en evalueren van beleid.
3.6. Geschillenprocedure en klachtrecht
Indien er zich problemen voordoen binnen het werk van de vrijwilliger, dan is het van
wezenlijk belang dat hij dit zo vroeg mogelijk meldt. Uiteraard draagt een adequate
9
individuele begeleiding bij aan een tijdige herkenning en bespreking van klachten en
conflicten. Onenigheden kunnen in principe het best rechtstreeks worden besproken
met degene die het aangaat. Het kan echter in sommige situaties beter zijn om de
onvrede die de vrijwilliger ervaart jegens de patiënt/bewoner eerst met de mentor van
de patiënt/bewoner te bespreken om zo meer inzicht te krijgen.
De ervaring leert dat door tijdige bespreking van klachten of onvrede een
onoplosbaar conflict meestal te voorkomen is. Indien de tegenstellingen echter zo
groot worden dat men er op deze manier niet meer uitkomt, dan kunnen vrijwilliger,
patiënt/bewoner en/of de mentor zich wenden tot de coördinator. Deze zal door
middel van een evaluatiegesprek trachten het geschil voor alle partijen naar
tevredenheid op te lossen. In uiterste gevallen moet het contact tussen
patiënt/bewoner en vrijwilliger worden afgebroken. Dit kan gebeuren op initiatief van
Vriendendienst Rekem, van de vrijwilliger of van de patiënt/bewoner. Deze
beëindiging kan voor de vrijwilliger een definitief karakter hebben, maar het is ook
mogelijk dat hij opnieuw gekoppeld wordt aan een andere patiënt/bewoner.
Indien de vrijwilliger een klacht heeft over de werkwijze van de organisatie, dan dient
hij deze eerst te bespreken met de desbetreffende personen. Indien dit niets oplost
kan hij een (formele) klacht indienen bij het coördinatieteam. Het coördinatieteam
behoudt in alle gevallen de bevoegdheid om een bindend oordeel uit te spreken.
3.7. Onkostenvergoeding
De vrijwilliger krijgt een onkostenvergoeding met een maximum van circa 25 euro per
maand. Deze vergoeding omvat zowel reiskosten (verplaatsingsonkosten van en
naar het OPZC alsook uitstappen) en andere gemaakte onkosten vb. consumpties bij
cafetariabezoek, inkomticketten, … Voor alle duidelijkheid: het betreft hier enkel de
eigen onkosten van de vrijwilliger. De onkosten van de bewoner zoals drankjes,
inkomgelden, … moeten door de bewoner zelf betaald worden. Indien de vrijwilliger
een cadeautje wil voorzien voor de bewoner o.a. snoep, kledij, … dan is dit ook voor
eigen rekening. Dit kan niet terug gevorderd worden via Vriendendienst.
Alle onkosten dienen geregistreerd op de voorziene onkostennota’s en voorzien van
de nodige bewijzen (ticketten ed.). Het binnenbrengen van onkostennota’s dient liefst
maandelijks te gebeuren. Wegens de boekhoudkundige afsluiting dient men ten
laatste in de loop van de maand januari alle onkosten in te dienen die te maken
hebben met het voorbije jaar.
Vriendendienst Rekem verwacht wel van de vrijwilliger en de patiënt/bewoner dat ze
op zoek gaan naar niet te dure activiteiten aangezien de patiënt/bewoner moet
instaan voor zijn eigen kosten.
Het vrijwilligerswerk mag niet bezoldigd worden. Alleen de afgesproken onkosten
worden terugbetaald. Deze regeling is zowel van toepassing op werkenden alsook
op mensen met een uitkering.
Voor de vrijwilligers die een ganse dag komen werken kan, via een permanente
opdracht aan de keuken, een gratis dagschotel voorzien worden. Aan de afdeling of
de persoon in kwestie om tijdig af te melden (af te spreken op opstart). Wie slechts
sporadisch een ganse dag komt werken, vraagt dit keer per keer aan via het
10
diensthoofd. De bonnen die dienen als betaling, worden door het diensthoofd aan de
vrijwilliger bezorgd.
3.8. Vrijwilligers met een uitkering
Vrijwilligers die van een uitkering genieten (b.v. werkloosheidsuitkering,
invaliditeitsuitkering, ziekte-uitkering, brugpensioen, RVA-uitkering, …) dienen
voorafgaandelijk een schriftelijke toestemming te vragen aan de betreffende
uitkerende instantie. De instelling is bereid deze aanvraag mee op te stellen en te
motiveren.
Personen die onderworpen zijn aan een stempelcontrole kunnen hiervan vrijgesteld
worden. Deze vrijstelling kan aangevraagd worden bij de Rijksdienst Voor
Arbeidsvoorziening via de geijkte documenten. Dit zou geen probleem mogen
opleveren aangezien de instelling beschikt over een algemene machtiging afgeleverd
door de RVA. Hierdoor erkent de RVA dat werklozen bij ons vrijwilligerswerk mogen
verrichten.
3.9. Verzekerbaarheid van vrijwilligers
Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum verzekert de vrijwilligers voor:
- burgerlijke aansprakelijkheid
- voor ongevallen tijdens de uitvoering van de overeengekomen taken
-voor ongevallen op weg van en naar het vrijwilligerswerk voor de
uitvoering van de overeengekomen taken (enkel lichamelijk letsel,
geen tussenkomst voor schade aan eigen voertuig)
Wanneer één van deze situaties optreedt, dient de vrijwilliger dit zo spoedig mogelijk
te melden aan de coördinator van de vrijwilligerswerking.
Vrijwilligers dienen hun bezoek op voorhand aan te kondigen indien het niet volgens
een vaststaand en afgesproken schema verloopt. Dit zowel voor de verzekering
alsook om niet onverrichter zake te moeten terugkeren.
De wet betreffende de rechten van de vrijwilligers omschrijft de verantwoordelijkheid
van de vrijwilligers als volgt:
Art. 5. Elke organisatie is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden
veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk, op de wijze waarop aanstellers
aansprakelijk zijn voor de schade aangericht door hun aangestelde.
Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van het vrijwilligerswerk de organisatie of
derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware
schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk
dan toevallig voorkomt. Voor de toepassing van dit artikel wordt de persoon die de
organisatienota van een feitelijke vereniging tekent als vrijwilliger, onweerlegbaar
vermoed geen lid van die feitelijke vereniging te zijn.
11
Gebruik van het persoonlijk autovoertuig in dienstopdracht
1. Dienstomniumverzekering
De vrijwilligers zijn verzekerd zoals de personeelsleden voor arbeidsongevallen
en burgerlijke aansprakelijkheid. Bovendien is er een verzekering voor vrijwilligers
die op dienstopdracht zijn met patiënten waarbij deze verzekering tussenkomt
wanneer er een ongeval gebeurt met de wagen tijdens de dienstreis. Deze
verzekering komt tussen voor die kosten waarvoor de eigen autoverzekering niet
tussenkomt vb indien de vrijwilliger geen omnium heeft of voor de franchise
wanneer er wel een omniumverzekering is. De eigen verzekering moet dus in
eerste instantie worden aangesproken. Als een patiënt als passagier meerijdt is
hij normaal ook gedekt door de autoverzekering van de eigenaar van het voertuig.
Het is altijd raadzaam aan de eigen verzekering mee te delen bij de aanvang van
het vrijwilligerswerk dat men sporadisch personen vervoert in het kader van
vrijwilligerswerk. Dit zou geen verhoging van de premie met zich mee mogen
brengen aangezien het om een beperkt aantal kilometers gaat op jaarbasis.
De vrijwilliger dient bij een schadegeval aan te tonen dat de schade aan het
voertuig zich heeft voorgedaan terwijl het voertuig effectief in dienstverband en
met medeweten van het personeel van de zorgeenheid/toelating van de
verpleegkundig leidinggevende gebruikt werd.
Hiertoe dienen volgende voorwaarden voldaan te zijn:
 elke dienstverplaatsing dient voorafgaandelijk in het systeem geregistreerd te
zijn (tikklok)
 bij een ongeval dient men een proces-verbaal te laten opstellen door de
politie. Indien deze zouden weigeren dit te doen, dient men de nodige
getuigenissen te verzamelen
2. Persoonlijke verplichte autoverzekering
Indien het persoonlijk voertuig effectief in dienstopdracht gebruikt wordt, is het
nodig dat de vrijwilliger zijn persoonlijke autoverzekeraar hiervan op de hoogte
stelt. Indien de verzekering hierom vraagt, dan kan vriendendienst een verklaring
opstellen i.v.m. het vrijwilligerswerk. Dit zou geen verhoging van de premie met
zich mee mogen brengen aangezien het om een beperkt aantal kilometers gaat
op jaarbasis.
3.10. Omgaan met privacygegevens
De vrijwilliger geeft de instelling de toestemming om zijn gegevens bij te houden in
een speciaal daartoe bestemde databank. Deze gegevens mogen enkel aangewend
worden voor intern gebruik en voor gebruik tussen de vrijwilligers onderling.
Elke bezoekvrijwilliger kan best samen met de mentor en/of de zorgeenheid
overleggen of het haalbaar is om zijn privé-gegevens (zoals telefoongegevens,
mailadres) over te maken aan de patiënt/bewoner.
De opstart van een bezoekvrijwilliger kan enkel gebeuren indien de patiënt/bewoner
of zijn/haar vertegenwoordiger schriftelijke toestemming geeft om de nodige
medische en niet-medische gegevens over te maken aan de vrijwilliger.
12
3.11. Registratie
Elk bezoek en/of activiteit van de vrijwilliger dient geregistreerd te worden omwille
van redenen van verzekering. Daarom wordt aan de vrijwilliger een badge ter
beschikking gesteld. Voor deze badge wordt een borgsom gevraagd die bij inlevering
wordt terugbetaald. Plaatsen waar men kan tikken worden bij de intake aangegeven.
Bij aankomst en vertrek houdt men de badge tegen de tikklok. Zo worden
binnenkomen (in) en weggaan (uit) geregistreerd.
Indien men een activiteit doet die buiten het terrein doorgaat, dan dient men dit ook
te registreren: eerst het gele koffertje indrukken en vervolgens tikken (er verschijnt
‘dienstopdracht‘), bij terugkomst gewoon de badge tegen de tikkok houden (terug in).
Als men vervolgens naar huis gaat weer tikken. Er moeten wel enkele minuten
tussen de twee tikbeurten zijn.
3.12. Tot slot
Deze werkingsbrochure is in maart 2000 geschreven en voor het laatst herwerkt in
februari 2014. Alles werd i.s.m. de juridische dienst getoetst o.a. aan het wettelijk
statuut voor de vrijwilligers.
Vrijwilligersbeleid is niet star en dient voortdurend geëvalueerd. Onvolkomenheden
en onvolledigheden vragen dan ook om een regelmatige bijsturing.
13
Gegevens coördinatoren
Arlette Boven
Coördinator AC Locomotief
tel 089/84 76 03
[email protected]
Petra Carpentier
OPZC Rekem, pedagoge PVT MG
Tel 089/84 75 12
[email protected]
Parthoens Anja
Communicatieverantwoordelijke
tel 089/84 70 11
[email protected]
Zorgeenheid
Naam afdeling :
Mentor van bewoner (voor bezoekvrijwilliger):
Naam:
Tel:
Directe begeleider (voor taakvrijwilliger)
Naam:
Tel:
Gegevens bewoner
Naam:
Verjaardag:
Tel en/of GSM (indien wenselijk):
Mailadres (indien wenselijk):
14
Bijlage 1: handleiding tikklok
Hoe en waar tikken?
De badge rechts van de tikklok houden (wit plaatje op de tekening).
Waar tikken?
•
•
Bezoekvrijwilligers: aan de dichtstbijzijnde tikklok waar de patiënt
Taakvrijwilligers en vrijwilligers voor het museum: aan het onthaal
Wat moet ik doen bij een dienstopdracht met patiënt (vb. gaan wandelen met een
patiënt buiten het domein)?
Je komt aan en je tikt gewoon in op de plaats waar de patiënt verblijft. Vanaf het
moment dat je met de patiënt vertrekt (buiten de campus), ga je opnieuw naar de
tikklok, drukt op het gele koffertje en tikt opnieuw. Hiermee activeer je het vertrek
(‘dienstopdracht’ verschijnt op het scherm). Wanneer je terug aankomt, tik je gewoon
zoals bij het binnenkomen (zonder koffertje in te drukken). Er verschijnt de
boodschap dat je terug binnen bent. Wanneer je naar huis gaat tik je nog eens.
Dus in totaal worden vier tikkingen geregistreerd.
15