Brief van de bisschop 18 september

!
!
!
!
!
!
!
Aan de priesters, diakens, parochieassistenten, pastorale werkers en vrijwilligers van het bisdom Gent !
!
18 september 2014 Mgr. Luc Van Looy “Wee mij als ik het evangelie niet verkondig! Het is een taak die mij is toevertrouwd” (1Kor 9, 16-­‐17) !
!
Beste vrienden, !
Bij het begin van dit nieuwe werkjaar worden wij geconfronteerd met een wereldsituaDe die ons ernsDge zorgen baart. Vooral in het Midden-­‐Oosten zijn er grote brandhaarden. Maar ook de poliDeke situaDe en economische crisis in West-­‐Europa lijken helemaal niet eenvoudig te zijn. De KerksituaDe focust op het gezin en op de houding van de Kerk tegenover een snelle ontwikkeling van onze cultuur en van de ethische normen die overal ingang vinden. Velen stellen zich vragen bij de leer, of beter gezegd, bij de houding van de Kerk. Op naDonaal vlak zien we dat verenigingen die een Kerkelijke oorsprong hebben steeds meer zoeken naar neutraliteit. Ze integreren non-­‐confessionele richtlijnen in hun beleid. Onze beleidslijn, die gericht is op de groei naar een vitale nieuwe parochie, is in veel dekenaten goed op weg, maar er is nog veel werk aan de winkel. !
In die context van onzekerheid, van oorlogen en van crisis, van zoekend geloofsleven, wil ik even met jullie nagaan wat het betekent om de “vreugde van het evangelie” te brengen. Het concept van de ‘nieuwe parochie’ en van een ‘nieuw Kerkverstaan’ alsook van ‘BinnensteBuiten’ vindt een sterke bevesDging en een deugddoende schouderklop in de apostolische exhortaDe ‘Evangelii Gaudium’ van paus Franciscus. Enkele uitspraken daaruit houden mij bijzonder bezig. Twee citaten kunnen behulpzaam zijn: !
“Een pastoraal die missionair is, houdt in dat men afstapt van het comfortabele criterium van het: “wij hebben het alDjd zo gedaan”. Ik nodig iedereen uit om moedig en creaDef deze taak op te nemen en opnieuw na te denken over de doelstellingen, de structuur, de sDjl en de evangelisaDemethodes van de eigen gemeenschappen.” (Evangelii Gaudium n.33) !
“De structurele hervorming die voor de pastorale vernieuwing noodzakelijk is, kan slechts in die zin begrepen worden: maken dat alles meer missionair wordt, dat de gewone pastoraal op alle vlakken wervender en opener wordt, dat ze al wie pastoraal werkzaam is constant naar buiten gericht houdt, en zo het posiDef antwoord bevordert van allen aan wie Christus zijn vriendschap aanbiedt.” (E.G. 27) Het komt erop aan de vriendschap van Christus, de menslievendheid van God, op zo'n manier vorm te geven dat iedereen die ons hoort en ziet erdoor gegrepen wordt en uitgenodigd wordt door een enthousiaste geloofsgemeenschap. Het is bemerkenswaardig dat het laatste citaat eindigt met vriendschap. Zou dat een waarmerk moeten worden van de -­‐christen? Bisdom Gent -­‐ Bisdomplein 1 – 9000 Gent -­‐ tel. 09 225 16 26 -­‐ www.kerknet.be/bisdomgent !
Met de ogen van God !
We herinneren ons het beeld van het waterbekken. Het bekken kan overstromen, als het steeds opnieuw gevuld wordt. (BinnensteBuiten pg. 40) Binnen de huidige complexe context zijn wij uitgenodigd om een heilsboodschap te brengen. Daarvoor kunnen we enkel pu_en uit de Bron van alle leven. Het beeld van de mensgeworden God komt ons dan telkens weer voor ogen. Jezus liep de hele dag gewoon rond, ongevraagd. Hij sprak de mensen aan, werd bestormd met vragen en ze_e zijn visie uiteen voor ieder die het maar wou horen. Of zijn luisteraars die visie goed of minder goed aanvaardden was blijkbaar zijn zorg niet. Hij was gewoonweg heel intens aanwezig in de samenleving. Daartoe nodigt Hij ook ons uit, als lammeren onder de wolven en leeuwen misschien, maar steeds met een boodschap van liefde en hoop: uw geloof heea u gered! De deur van de Kerk, van de christelijke instelling, van de katholieke school, moet dus le_erlijk en figuurlijk openstaan. Mensen kunnen bij ons terecht. Maar ze staat ook open omdat van bij ons een boodschap vertrekt: “De deur van de Kerk moet ook openstaan opdat Christus zou buiten geraken”, zei paus Franciscus. !
Een vriendelijke Kerk, een warme Kerk, is een plek waar iedereen thuis mag komen. Meer nog: wij zijn ervan overtuigd dat ieder mens het recht heea Christus te ontmoeten, te erkennen en te aanvaarden. Die open deur is het teken dat wij naar de “periferie“ wensen te gaan en dat mensen uit de periferie welkom zijn. Wie zijn die mensen dan? Migranten, armen, mensen die hun job verloren, jongeren die maar niet aan het werk geraken, dolende jongeren, diegenen die geruisloos van de Kerk weggegleden zijn … Ook al heea de samenleving het vaak moeilijk met bepaalde categorieën van mensen, als christenen zijn wij broeders en zusters van elke mens. Ook daarover zegt paus Franciscus iets opmerkelijks: “Iedereen kan op één of andere manier een bijdrage leveren aan het Kerkelijke leven, iedereen kan deel uitmaken van de gemeenschap, zelfs de toegang tot de sacramenten zou niet om één of andere reden afgesloten mogen zijn. Dit geldt vooral voor het sacrament dat zelf de “deur” is: het doopsel. De eucharisDe, ook al betekent ze de volheid van het sacramentele leven, is geen prijs voor de volmaakten, maar een deugddoende remedie en voedsel voor de zwakken. De Kerk is geen douane, ze is het vaderhuis waar plaats is voor ieder mens die het moeilijk heea.” (E.G. 47) Dit alles zal maar mogelijk zijn als wij naar de mensen kijken met de ogen van God. !
Prioriteit voor de armen !
De Kerk wil op zoek gaan naar de beste manier om bij armen en noodlijdenden aanwezig te zijn, in de nieuwe parochie, in instellingen en in het gewone leven. Een gevaar in onze geloofsgemeenschappen is dat wij de dienst aan de armen, de zieken en ontheemden in aparte structuren gestoken hebben. Op zichzelf is dit goed en noodzakelijk, maar het mag er niet toe leiden dat slechts een kleine delegaDe zich inzet voor zwakkeren en de grotere gemeenschap vrijgesteld wordt van dienstbaarheid. Vanuit het evangelie werkt de gelovige gemeenschap aan een rechtvaardige en solidaire samenleving. “De ganse gemeenschap dient daarbij betrokken te worden.” (Een nieuw Kerkverstaan n. 15) Heel nabij en tevens verschillend, als gist in het deeg, maar net daarin zit het heilbrengende. Dienst aan de gemeenschap is duurzaam en speelt zich af op alle vlakken en in alle Djden. Het begint met voor eigen huis te vegen, zieken en eenzamen te bezoeken, aandacht te hebben voor de zwakke leerling op school, het begeleiden van een nieuwkomer op de werkvloer, openheid voor de migrant en de anders gelovige. Vaak zal het erop aankomen wonden te helen. Daartoe moet men aanwezig zijn in het leven van de medemens. 2 !
Bisdom Gent -­‐ Bisdomplein 1 – 9000 Gent -­‐ tel. 09 225 16 26 -­‐ www.kerknet.be/bisdomgent Op die manier werkt men aan de voortdurende incarnaDe van God, als getuigenis van zijn menslievendheid. Dit kan verwonderen, de psalmist drukte hierover ook reeds zijn verwondering uit: “Wat is de mens, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U voor hem zorgt.” (Ps. 8, 5) Maar het is juist deze openheid naar de andere die toelaat te helen en te zalven. Wie zich in zichzelf opsluit, verliest snel elke vorm van vreugde, wie zich zonder berekening aan anderen geea, zal de innerlijke vreugde voelen groeien. “Er is immers meer vreugde in het geven dan in het ontvangen.” (Hd. 20,35) Vreugde schenken is alleszins een typisch christelijke levenshouding. Zoals Christus wachten wij niet tot wij geroepen worden bij een zieke of in een buitenwijk. Tijdens ons dagelijkse leven gaan we spontaan naar hen toe. Wie niet zelf kan gaan, kan de sociale dienst of de pastorale dienst inschakelen om de heilsboodschap te brengen. !
Op die manier gedragen wij ons als permanente leerling van Christus en brengen wij God bij de mensen en de mensen bij God. De boodschap die God gaf aan Mozes toen die zijn zending kreeg is ons vertrouwd: “Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten over hun onderdrukking gehoord; ja, Ik ken zijn lijden, Ik daal af om mijn volk te bevrijden.” (Ex. 3, 7-­‐8) Deze boodschap blija actueel, misschien wordt ze in onze streken zelfs meer en meer actueel en prangender. Wij mogen niet doof zijn of doof worden voor de kreet van de armen. Als christenen zijn wij er bovendien van overtuigd dat de armsten onder hen diegenen zijn die zich -­‐ vaak bovenop hun materiële armoede -­‐ ook op geestelijk gebied verlaten voelen. Prioriteit schenken aan de armen wordt zo de kernopdracht van de Kerk vandaag. !
Een missionaire Kerk !
Een missionaris vertrekt vanuit zijn of haar zekerheid, uit zijn of haar geborgenheid, naar een andere omgeving, een ander land, taal en cultuur. Dit veronderstelt “onthechDng” of misschien beter gezegd, bereidwilligheid en openheid naar de andere, naar elk ander mens. Door ons doopsel is onze eigenlijke thuis Christus en Hij zendt ons naar het einde van de wereld om te dopen en te vergeven. Wij vertrekken dus vanuit Christus, met het evangelie in de hand en het verlangen naar de ander in het hart. Het meest essenDële is dat wij de band met Christus nooit loslaten of laten verzwakken. Paulus VI drong aan dat wij zouden “getuigen” van het evangelie: “De moderne mens luistert eerder naar getuigen dan naar leraars, en als hij naar leraars luistert, dan is het omdat zij getuigen zijn”. (E.N. 41) Wanneer een missionaris uit verre landen terugkeert en zijn verhaal doet, luisteren wij met fierheid. Wanneer een gelovige zijn verhaal doet, zou dit ook iets moeten teweegbrengen. Maar wellicht is het moeilijker voor ons om van ons gelovig zijn te getuigen in onze eigen kring dan voor de missionaris om te vertellen van zijn exoDsche belevenissen. En toch! Christus is de boodschap. Wij moeten bepaalde hindernissen nog overwinnen. Zelfs tegenover elkaar in de Kerk lijkt het wel dat wij schuchter en beschaamd zijn. Wij antwoorden zo zacht, soms “zie” ik wel zingen in de viering maar hoor ik niets, de vredeswens is zo formeel ... Het lijkt wel alsof ieder voor zich met God en Christus bezig is. De nieuwe parochie wil dit oversDjgen en bruisend leven brengen. !
Twee uitdagingen lees ik daarin: ten eerste dat wij samen een vriendenkring, een levende gemeenschap moeten vormen. Ten tweede dat wij onze gemeenschappelijke basis moeten versterken. Daarvoor dient de verkenning van de Schria en het samenzijn rond de eucharisDe. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat een acDeve schriabenadering onze geloofsgemeenschappen enorm ten goede zou komen. Ik verheug me daarom zeer dat steeds meer parochies begonnen zijn met samen het geDjdengebed te bidden op bepaalde 3 !
Bisdom Gent -­‐ Bisdomplein 1 – 9000 Gent -­‐ tel. 09 225 16 26 -­‐ www.kerknet.be/bisdomgent momenten. Dit is een fantasDsche vorm van geloofsbelijdenis als biddende gemeenschap. Het gevolg daarvan is dat gelovigen “naar elkaar toegroeien door de kracht van de Heilige Geest”. (Euch. Gebed 2b) Een gelovige zou nooit de uitnodiging tot samen bidden mogen afslaan, en een lid van een gelovige gemeenschap mag zich nooit in een “eenzame posiDe” opstellen naast de gemeenschap. De gevoeligheden binnen onze samenleving wijzen er voldoende op dat wij elkaar meer dan ooit nodig hebben, niet in het minst om elkaar in het geloof te steunen. Dan pas kunnen wij ui_rekken met een hoopgevende boodschap, de deuren open ze_en en uitstraling geven aan wat in de gemeenschap leea. Dit houdt voor onszelf een bekering in, van een Kerk die in zichzelf gekeerd is naar een Kerk die ui_rekt naar de wereld. Voor wie ons ontmoet, is het een bekering van een scepsis tegenover Kerk en geloof naar de ontdekking van een vreugdebrengende gemeenschap waar het goed is thuis te komen. Daar gaat het niet zozeer om normen en geplogenheden, maar wel om eenheid, ontvankelijkheid en liefde. !
Twee bewegingen !
Vertrekken van de zending van Christus om naar de mensen te gaan kan pas indien we voldoende geënt zijn op Hem. Zoals Hij gedreven werd om midden tussen de mensen te staan met een bevrijdende boodschap, zullen de gelovige gemeenschappen zich gestuwd voelen om in de samenleving te staan met een boodschap. Dit moet echter handen en voeten krijgen. God heea enkel ónze handen, óns hart, ónze mond en óns verstand om zijn boodschap te brengen. Wij zullen een fundamentele houding moeten vinden in de manier waarop wij bidden om van de juiste basis te vertrekken. Waar komt het op aan: dat we “gebeden zeggen” of dat we ons afstemmen op wat God bedoelt met de mensheid? Het meest authenDeke gebed van een christen zou moeten zijn: “Uw Rijk kome, Uw Wil geschiede.” Bij dit gebed hoort ook wat Hij bidt in de hof van olijven: “Vader, neem alstubliea deze beker van Mij weg; maar toch, laat niet mijn wil gebeuren, maar die van U”. (Lc. 22,42) Op die manier geven wij ons akkoord aan de wijze waarop Christus het koninkrijk aangekondigd en gebracht heea. Zo scharen wij ons achter zijn reddingsplan om zijn menswording verder te ze_en. Deelname aan het breken van het brood en het schenken van de wijn als Zijn lichaam en Bloed, is daarvan de eloquente uitdrukking. Op die manier wordt schrialezing, lecDo divina, een evidenDe, wordt de eucharisDe de onmisbare bron van ons geloof, is de gemeenschap de uitnodigende en iniDërende instanDe, is geloofsoverdracht de enige moDvaDe van de voorbereiding op eerste communie, vormsel, huwelijksviering en rouwbegeleiding. Dit zijn allemaal gelegenheden om de bevrijdende aanwezigheid van Christus samen te beleven. Verrijzenisgeloof wordt het duidelijkste perspecDef in het leven. Christus leea immers. Deze wijze van geloofsuitdrukking, “Uw Rijk kome”, stuwt ons tevens naar iedereen die het maar horen wil. Het woord van Benedictus XVI wordt dan een logisch gevolg: “Indien op de eucharisDeviering geen dienst aan de mensen volgt, is de eucharisDe niet af.” Of wat paus Franciscus zei: “Bij het buitenkomen uit de zondagviering zou het aan uw gelaat en uw houding moeten te zien zijn dat er iets vreugdevols gebeurd is, dat je een vreugdevolle ontmoeDng gehad hebt.” De aandacht voor de komst van zijn Rijk gaat immers veel verder dan de gelovige gemeenschap. Hij kwam om de hele mensheid te redden. De vitaliteit van het geloof !
In parochies, in ziekenhuizen, woon-­‐ en zorgcentra, in het onderwijs, in de sociale iniDaDeven en bewegingen willen wij een vitaliteit ontwikkelen die beklijvend is, vanuit de intense beleving van de aanwezigheid van Christus. Dit is de taak die parochieploegen, pastorale ploegen en 4 !
Bisdom Gent -­‐ Bisdomplein 1 – 9000 Gent -­‐ tel. 09 225 16 26 -­‐ www.kerknet.be/bisdomgent raden van bestuur op zich nemen, als christenen binnen de samenleving. Het komt erop aan haarden van enthousiasme te creëren. Van daaruit kan dan een vitaliteit groeien die elke sector van de samenleving bevloeit en bevrucht. Daarover gaat het. !
Beste vrienden, werken aan de nieuwe parochie is eigenlijk werken aan een nieuwe Kerk. Een Kerk van vroeger die niet meer is, willen we openstellen voor een Kerk die we samen uitbouwen. Dit willen we doen in elke omgeving en in alle geledingen van de samenleving. De nabijheid van Christus en de verdieping van zijn Woord bezielt ons om de beste weg daartoe te vinden en de vreugde van het evangelie bij de mensen te brengen. “We mogen niet toelaten dat de vreugde van de evangelisaDe ons ontnomen wordt.” (E.G. 83) !
!
!
!
!
!
5 !
Bisdom Gent -­‐ Bisdomplein 1 – 9000 Gent -­‐ tel. 09 225 16 26 -­‐ www.kerknet.be/bisdomgent