Zorgplan Corderius College 2013 - 2014

Zorgplan Corderius College 2013 - 2014
Inleiding
Het Corderius College spant zich in om leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden in hun
ontwikkeling. Zowel op het gebied van schoolse kennis en vaardigheden als op het gebied
van hun ontwikkeling tot volwassene. Dit alles binnen een schoolklimaat met als kenmerken :
Veilig, Verantwoordelijk en Betrokken.
Met de meeste leerlingen gaat het
doorgaans goed (groen). Het komt
voor dat er problemen ontstaan
waarbij hulp nodig is op leergebied of
bij sociaal-emotionele vragen of
problemen. Vijf tot tien procent van de
leerlingen zijn “at risk” (geel) Toezicht,
preventie en begeleiding kan ze
helpen om niet echt in de problemen
te raken. Eén tot vijf procent van de
leerlingen heeft ernstige problemen,
stoornissen of leermoeilijkheden
(rood).
Het Corderius College kent een
zorgstructuur1 die er op gericht is om problemen met of van leerlingen zo snel en efficiënt
mogelijk op te lossen. Positieve gedragsbeïnvloeding, duidelijke regels en goede
ondersteuning kan helpen om de leerling populatie te “vergroenen”. Niet alleen de rode
groep profiteert daarvan, voor alle leerlingen is dat goed.
Er wordt gewerkt met “Professionele Momenten” ,
a.
b.
c.
d.
e.
Wat is het probleem?
Wat is er tot op dit moment aan gedaan?
Heeft het geholpen?
Is er nieuwe interventie mogelijk?
Moet het probleem doorgegeven worden aan iemand van het volgende niveau in de
zorgstructuur?
In dit model worden problemen bij voorkeur zo laag mogelijk in de organisatie opgelost in de
keten: docent  mentor  coördinator  intern zorgteam  speciale vormen van
ondersteuning - Zorg Advies Team  regionaal Zorgplatform. In sommige gevallen is het
meteen duidelijk dat er stappen overgeslagen moeten worden zodat een leerling
rechtstreeks doorverwezen wordt naar het interne zorgteam of een externe instantie.
1
Een schematische weergave van de zorgstructuur is weergegeven in bijlage 1
1. Algemene vormen van ondersteuning, gericht op alle leerlingen
Mentor
Elke leerling heeft een eigen mentor. Hij of zij is het eerste aanspreekpunt als een leerling
een probleem heeft (en dat geldt ook voor de ouders). Vanaf mavo-3, havo-4 en vwo-4 blijft
een mentor gekoppeld aan een groep leerlingen gedurende de rest van de studie. Taken van
de mentor:









Bewaken van de klassensfeer.
Signaleren van problemen en informeren van ouders en coördinator over het plan
van aanpak.
Bemiddelen in conflicten (tussen leerlingen onderling of tussen leerling en docent)
Overleg voeren met ouders.
Voeren van motiverende of disciplinegesprekken met leerlingen
Verzamelen van resultaten en bespreken met leerlingen
Leerlingenbespreking na elke cijferperiode
Overleg voeren met leerlingen en ouders over keuze schooltype/profiel.
Adviseren over bevorderen en doubleren en deelnemen aan mentorenoverleg.
Studiebegeleiding
De overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs vereist soms een andere manier
van werken. Daarom staat in het eerste half jaar het leren studeren centraal. Twee uren per
week krijgen brugklassers studieles, gegeven door de mentor. In de tweede helft volgen
leerlingen steunlessen in de vakken waarbij extra hulp nodig is.
Wie helpt wie?
Leerlingen uit de onderbouw die, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte voor een bepaald vak
achterstand in de leerstof hebben opgelopen, kunnen door een leerling uit de bovenbouw
bijgewerkt worden. De coördinator van “wie helpt wie” overlegt met leerlingen waar, wanneer
en door wie de gevraagde hulp het best gegeven kan worden. Coördinator is de heer van de
Hazel, jaarlijks worden meer dan 100 leerlingen gedurende enige tijd geholpen door
medeleerlingen.
Talentloket
Sommige leerlingen hebben meer uitdaging nodig dan het standaard curriculum om
gemotiveerd en enthousiast te blijven. Het talentloket biedt deze leerlingen verdiepte
programma’s aan in de vorm van lopende projecten zoals Masterclass, JCU, internationale
uitwisseling via ons ESN netwerk, of specifieke projecten in maatwerk.
Jongerenspreekuur
De jeugdverpleegkundige van de GGD is beschikbaar voor alle leerlingen van de school die
vragen hebben op het gebied van gezondheid.
Spreekuur leerplicht
Een leerplichtambtenaar houdt een spreekuur op school en is beschikbaar voor leerlingen
die zelf om een onderhoud vragen of leerlingen die naar het spreekuur worden verwezen
door coördinatoren omdat er zorgen zijn over het gedrag op het gebied van laatkomen of
verzuim.
2. Specialisten binnen de school
Binnen de zorgstructuur zijn er een aantal specialistische taken, soms uitgevoerd door
docenten die zich hiervoor hebben geschoold en bekwaamd, soms uitgevoerd door
medewerkers die geen docent zijn maar juist zijn opgeleid als begeleider of als
gedragsdeskundige.
De zorgcoördinator
De zorg coördinator organiseert en coördineert de leerlingzorg in de school. Hij geeft leiding
aan het zorgteam en vertegenwoordigt de school naar andere instanties zoals het regionaal
samenwerkingsverband, het zorgloket en instellingen voor jeugdzorg. De zorgcoördinator
bewaakt en ontwikkelt de kwaliteit de zorgstructuur in de school en maakt samen met de
directie plannen om de structuur aan te passen aan veranderende wet en regelgeving.
In de bijlagen is een taakomschrijving van de zorgcoördinator opgenomen.
(Gespecialiseerd) Leerlingbegeleider
De (gespecialiseerd) leerlingbegeleider neemt de zorg op zich voor leerlingen die op basis
van formele gronden en voorschriften geïndiceerd zijn voor extra zorg. Enerzijds treedt de
leerlingbegeleider op als "personal coach" voor de leerling en diens ouders, anderzijds heeft
de leerlingbegeleider een taak in het ondersteunen en adviseren van docenten die met de
leerling werken. De leerlingbegeleider draagt mede zorg voor een goede afstemming van het
onderwijs op de individuele behoefte van de leerling, verzorgt individuele remedial teaching
en draagt zorg voor coördinatie en afstemming tussen alle personen en instanties die
betrokken zijn bij de begeleiding van de leerling; ouders, docenten, coördinator, ambulant
begeleider en indien van toepassing huiswerkinstituut en behandelaar.
Er zijn 5 (gespecialiseerd) leerlingbegeleiders:
Margje Gerats, orthopedagoog
Kirsten Kint, orthopedagoog
Rik Ruitenbeek, psycholoog
Yvonne de Jager, docent RT en dyslexiespecialist
Hans de Kruif, docent
Jan Willem van der Wal
Faalangstbegeleiders
Een leerling komt niet goed uit de verf omdat hij of zij denkt bepaalde zaken niet te kunnen.
Ook in tijden van extra spanning kan faalangst ontstaan. Daarom biedt de school begeleiding
voor hen die dat nodig hebben. Veel kinderen kunnen daarna beter met dit probleem
omgaan. Twee maal per jaar wordt er een groepstraining gegeven van 10 weken door de
heer Ruitenbeek en mevrouw Ocheng.
Begeleiders Sociale Vaardigheden
Een leerling die het lastig vindt om op een handige manier te reageren in het sociale verkeer
en daar hulp bij kan gebruiken kan een SOVA training krijgen.
Veel kinderen kunnen daarna beter met dit probleem omgaan. Twee maal per jaar wordt er
een groepstraining gegeven van 10 weken door de heer de kruif en mevrouw Roos.
Met de komst van de wet Passend Onderwijs vervalt de rugzakregeling. De
ondersteuningsbehoefte van leerlingen bepaalt of ze kortdurende of permanente hulp nodig
hebben. De inzet van gespecialiseerde leerlingbegeleiders is dan niet meer afhankelijk van
indicaties door derden maar wordt vastgesteld door deskundigen binnen de school aan de
hand van basisgegevens en ervaringen in het onderwijs. De school is zich al aan het
ontwikkelen in die richting. Deze manier van werken wordt ook aangeduid met Handelings
Gericht Werken (HGW)
Bij het verder uitwerken van HGW kan worden gedacht aan de volgende onderdelen
waarvoor specialisten in de school aanwezig zijn.












Didactische adviezen
Informatie over (de begeleiding bij) specifieke leerproblemen of stoornissen
Handelingsgerichte diagnostiek bij leerlingen die blokkeren
School Video Interactie Begeleiding
Docentcoaching
Leeringcoaching
Krachtig Meesterschap
Gedragsondersteuning met PBS interventies
Vakgerichte ondersteuning met MOS studenten
Cursus oplossingsgerichte gesprekken
Training sociale vaardigheden
Training faalangstreductie
Er is een overzicht gemaakt van vormen van ondersteuning die een docent in school kan
krijgen in de vorm van een waaier.
Al deze activiteiten vragen om het inzetten van tijd en dus geld. Met de middelen die
vrijkomen uit het overnemen van taken van AB diensten kan dat voor een deel gefinancierd
worden. Als deze vormen van begeleiding effectief ingezet worden en ook op kwaliteit
beoordeeld is zeker aannemelijk te maken dat zorgleerlingen er volop van zullen profiteren.
En wat goed is voor zorgleerlingen is goed voor alle leerlingen.
De Remedial teacher/ dyslexie specialist
Leerlingen die dat nodig hebben kunnen remedial teaching krijgen. De RT docent maakt
onderdeel uit van de toelatingscommissie in de brugklas en kan op grond van de
basisgegevens al leerlingen selecteren die hulp nodig hebben. Daarnaast vindt er in de
brugklas een screening plaats die aanleiding kan geven tot een uitnodiging voor RT.
Docenten en mentoren kunnen leerlingen doorverwijzen en soms is er een intake op verzoek
van ouders. De RT is voor ouders en leerlingen gratis, bij capaciteitsproblemen gaan
brugklasleerlingen voor ouderejaars en erkend dyslectische leerlingen hebben voorrang op
andere leerlingen.
In de bijlagen is een taakomschrijving van de RT docent opgenomen.
De Vertrouwenscontactpersoon
De vertrouwenscontactpersonen zijn het aanspreekpunt binnen de school voor
medewerkers, leerlingen en ouders die menen geconfronteerd te worden met vormen van
(seksuele) intimidatie, geweld of discriminatie kunnen zich tot hen wenden. Ook hebben de
vertrouwenspersonen de taak om een veilig, transparant en professioneel schoolklimaat te
bevorderen waardoor bovengenoemde ontsporingen voorkomen kunnen worden. De
vertrouwenscontactpersonen werken volgens de klachtenregeling van de Meerwegen
Scholengroep, meer informatie daarover is te vinden in de schoolgids.
De Diagnosticus
Op verzoek van de school kan handelingsgericht diagnostisch onderzoek gedaan worden bij
leerlingen waar onbegrepen leer of gedragsproblemen zijn. Doel is niet in de eerste plaats
om te komen tot een officiële diagnose maar om inzicht te krijgen in een leer-of
gedragsprobleem en gerichte adviezen voor de begeleiding van de leerling. Zie bijlage
diagnostiek
3. Specialisten van buiten de school
Ambulant Begeleider
Als een leerling een beschikking krijgt voor een rugzak krijgt de school een geldbedrag om
de leerling extra ondersteuning te bieden. De leerling is hiermee toelaatbaar in het speciaal
onderwijs. Scholen in het reguliere VO kunnen deze leerlingen ook toelaten. Ze krijgen dan
een bedrag vanuit de rugzak plus begeleiding van een Ambulant Begeleider (afkomstig uit
het speciaal onderwijs). Er is expertise voor verschillende groepen leerlingen. Cluster 1
slechtziend, cluster 2 slechthorend of spraak/taal problemen, cluster 3 langdurig zieke
leerlingen, cluster 4 overige gedragsproblemen. De indicaties voor cluster 4 verdwijnen met
de komst van Passend Onderwijs, die voor cluster 1, 2 en 3 niet.
ZAT
Er is een Zorg Advies Team (ZAT) waarin medewerkers van de school overleg hebben met
specialisten van buiten school. Er kan advies worden ingewonnen over specifieke casussen
of de gehele zorgstructuur. Ouders geven toestemming voor hun kind daar besproken wordt
maar ze mogen er ook zelf om vragen. Zonder toestemming wordt een leerling hier alleen
anoniem besproken. Deelnemers zijn:
 Jeugdverpleegkundige
 Leerplichtambtenaar
 Jeugdbeschermer van Jeugdzorg
 Vertegenwoordiger WUL
 Incidenteel zijn er contacten met de wijkagent, medewerkers van Centrum Jeugd en
Gezin
Sociale kaart
Een overzicht van de verschillende hulpbronnen voor medewerkers van de school en voor
ouders is weergegeven in een sociale kaart, zie bijlage.
4. Passend Onderwijs
De wet Passend Onderwijs beoogt het terugbrengen van het aantal leerlingen in het speciaal
onderwijs door de integratie van deze leerlingen op reguliere scholen te bevorderen en af te
dwingen (zorgplicht). Scholen organiseren zich daartoe in Regionale
Samenwerkingsverbanden die gezamenlijk een passend onderwijsaanbod realiseren voor
leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Onderdeel van dat gezamenlijke aanbod
is een aantal voorzieningen voor speciaal onderwijs voor leerlingen die niet adequaat te
begeleiden zijn op reguliere scholen.
De invoering van de wet is uitgesteld tot 1 augustus 2014 maar het Corderius College heeft
de beleidsmatige consequenties al verwerkt in het zorgplan. Dat is ook nodig omdat in de
afgelopen jaren een groot aantal zorgleerlingen is ingestroomd. Beleidsconsequenties zijn:
 Het aanstellen van een aantal coaches en gespecialiseerd leerlingbegeleiders voor
het begeleiden van geïndiceerde leerlingen en het ondersteunen van docenten.
 Het overnemen van taken van ambulant begeleiders omdat de expertise op school
aanwezig is en onze school veel efficiënter met de begeleidingsuren kan werken dan
een dienst Ambulante Begeleiding die organisatie en bureautijd en reistijd niet kan
inzetten in de concrete begeleiding (ongeveer 20%)
 Het opstellen van een School Ondersteuningsprofiel (SOP) dat beschrijft welke
ondersteuning onze school wel en niet kan bieden aan leerlingen met leer- of
gedragsproblemen. Zie bijlage.
 Deskundigheidsbevordering van docenten en ondersteuning van docenten door het
maken van protocollen voor diverse situaties en het aanstellen van begeleiders en
een lesassistent. Een aantal protocollen zijn opgenomen in de bijlagen.
 Het beschrijven van specifieke arrangementen die aan leerlingen aangeboden
kunnen worden.
 Het vaststellen van ondersteuningsbehoefte van leerlingen als de indicatiestelling
voor rugzakken verdwijnt.
 Het onderbouwen van beslissingen of leerlingen met een bepaalde
ondersteuningsbehoefte kunnen worden toegelaten op het Corderius College en zo
niet wat dan een passende plaats zou kunnen zijn.
Vanaf augustus 1012 zijn alle AB taken van cluster 4 leerlingen overgenomen door eigen
medewerkers. Daartoe is het aantal gespecialiseerd leerlingbegeleiders uitgebreid. De
school is in staat gebleken om deze taken goed uit te voeren, er zijn protocollen vastgesteld
en er is gewerkt aan kwaliteitsbewaking en deskundigheidsbevordering. Deze overdracht
van taken en formatie is in Amersfoort en wellicht in Nederland uniek. Er spreekt vertrouwen
uit van het Samenwerkingsverband dat het Corderius in staat is de leerlingen goede zorg te
bieden. Het biedt ons kansen om onze leerlingzorg te professionaliseren en om die niet
alleen ten goede te laten komen aan de “rode groep’ maar aan alle leerlingen.
Onderdeel van de wet Passend Onderwijs is ook dat er een omslag gemaakt wordt van
slagboomdiagnostiek naar handelingsgericht werken. Dat houdt in dat op dit moment er een
groot verschil is tussen de begeleiding die geboden wordt aan leerlingen die geïndiceerd zijn
als rugzak leerling en degenen van wie de problematiek niet ernstig genoeg is om die status
te krijgen (de slagboom). Een rugzakleerling krijgt drie jaar lang een vast bedrag voor
ondersteuning, ongeacht de daadwerkelijke invulling daarvan en het bereikte resultaat. De
indicatie wordt toegekend op basis van gediagnosticeerde stoornissen of problemen en
aangetoonde handelingsverlegenheid van de school. Een soortgelijk proces speelt zich af bij
leerlingen met dyslexie. Met geldige dyslexieverklaring krijg je faciliteiten, zonder niet.
Bij handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht werken, richt het onderzoek zich op
concrete adviezen, interventies die een leerling helpen om beter te kunnen leren en
functioneren in de school. Daarbij kan het gaan om maatregelen voor langere duur of juist
kortdurende trajecten die gestopt worden als het niet meer nodig is. Handelingsgericht
werken kan ook gericht zijn op het helpen van de docent om in de klas instrumenten te
krijgen om leerlingen te kunnen bijsturen of vooruit helpen.
Met ingang van augustus 2014 wordt voor cluster 4 leerlingen het rugzaksysteem geheel
afgeschaft. Voor cluster 1(slechtziend, bij ons 1 leerling), cluster 2 (slechthorend, bij ons 11
leerlingen) en cluster 3 (langdurig ziek, bij ons 8 leerlingen) blijft het rugzaksysteem nog
bestaan. Inclusief de ondersteuning door ambulante begeleiders. Voor cluster 2 heeft de
school een “Medium Arrangement” afgesproken met de Auris groep. Dat houdt in dat wij van
Auris middelen krijgen om de leerlingen te begeleiden (het oude rugzakdeel) en dat Elly van
de Kolk en Angelica Koopmans als vaste ambulant begeleiders op vaste dagen op school
komen om de leerlingen en de school te ondersteunen op spraak/taal gebied. Hierdoor kan
er ook begeleiding zijn voor “niet geïndiceerde” leerlingen met spraak/taal problemen en hun
docenten.
Voor de meeste leerlingen betekent handelingsgericht werken dat de aangeboden zorg niet
langer gebaseerd kan worden op het etiket “rugzak”. Individueel moet op basis van
kindkenmerken en onderwijservaringen worden besloten wat een kind nodig heeft om
optimaal te presteren en wat de duur van die ondersteuning moet zijn. Zorgteam en
docenten zullen moeten leren omgaan met het aanvragen, opstellen en praktiseren van
ondersteuningsplannen van verschillende intensiteit en verschillende duur. leerlingen die
gediagnostiseerd zijn met dyslexie of ASS blijven dat en ze zullen hulp nodig blijven hebben,
maar de omvang en aard ervan kan verschillen.
Naar het samenwerkingsverband moet helder verantwoord kunnen worden welke zorg
geboden wordt en welke aanvullende middelen daarvoor nodig zijn. Dat vraagt oefening,
want behoudens de 1i klas geldt dat alle ondersteuning valt in de categorie “basiszorg”.
Scholen hebben vanaf 1 augustus ook zorgplicht wat betekent dat de school elke
zorgleerling die (met een passend niveau advies van de basisschool) wordt aangemeld
onderwijs moet bieden en de zorg die voor die leerling nodig is. Als de school die zorg niet
kan bieden moet de school een andere passende plaats zoeken waar de leerling wel de zorg
kan krijgen. De zorgplicht is in eerste instantie georganiseerd per bestuur, maar alle besturen
moeten zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband.
5. Zorgteam
Samenstelling zorgteam
In 2010 is begonnen met het aanstellen van gedragswetenschappers in de functie van
gespecialiseerd leerlingbegeleiders. Voor die tijd vervulden docenten de coach-rol voor een
aantal leerlingen. In 13/14 bestaat het zorgteam uit:
1 RT specialist / gespecialiseerd leerlingbegeleider
2 leerlingbegeleiders orthopedagogen
1 leerlingbegeleider psycholoog
1 docent / leerlingbegeleider
1 docent / zorg coördinator / leerlingbegeleider
Daarnaast zijn verschillende docenten betrokken bij taken als faalangstreductietrainer,
vertrouwenscontactpersoon, School Video Interactie Begeleider en SOVA trainer.
Vergaderingen zorgteam
Het zorgteam vergadert wekelijks over de volgende onderwerpen:
 Aangemelde leerlingen
 Intervisie over ingewikkelde casussen
 Deskundigheidsbevorderingen
 Kwaliteit zorgstructuur en gangbare procedures
Bereikbaarheid zorgteam
Leden van het zorgteam hebben veel individuele gesprekken met leerlingen, ouders en
docenten. Ze doen observaties in lessen en wonen leerlingbesprekingen bij. Bij het
aanmelden van leerlingen of bij andere hulpvragen wordt eerst nagegaan wat het probleem
is, wat er al gedaan is door anderen om het probleem op te lossen en wat het effect daarvan
was. Dit is een korte procedure die niet mag leiden tot administratieve belemmeringen. Op
vaste momenten houdt het zorgteam spreekuur, zonder afspraak kunnen docenten
langskomen. Dit jaar is er spreekuur op ma, wo, vr tijdens het 7e lesuur.
Verslaglegging door zorgteam
Het zorgteam maakt melding van hun activiteiten met leerlingen in het LVS van Magister.
Daarin wordt opgenomen:




Begindatum en einddatum begeleidingstraject
Een handelingsplan als dat is opgesteld
Faciliteiten voor leerlingen
Officiële documenten, onderzoeksverslagen etc.
6. Pestprotocol
De school heeft met ingang van 2013-2014 een vernieuwd pestprotocol (bijlage) en gaat het
anti pest programma High Five invoeren. Het pestprotocol wordt gedragen en uitgevoerd
door alle medewerkers. De directie is verantwoordelijk voor het invoeringsproces, het
zorgteam bewaakt de handhaving ervan.
7. De gezonde school

In samenwerking met de GGD Amersfoort is een analyse gemaakt van de geestelijke en
lichamelijke gezondheid van de leerlingen van het Corderius College. Het rapport is
besproken in de directie, de ouderraad en de leerlingenraad. Er wordt verdere actie
ondernomen op het gebied van alcohol, roken en gezonde voeding. Het onderwerp
veiligheid is een van de kernwaarden van de school. Op meerdere plaatsen in de school
wordt gewerkt aan het schoolklimaat op dit gebied, onder andere met hulp van PBS
Zorgstructuur Corderius
College Amersfoort
-Hulproute voor een leerling met een
probleemDoel: het probleem zo hoog mogelijk in
het schema oplossen
= interventies hebben gewenste effect
= interventies hebben niet het gewenste effect
Leerling/Ouder
docent
Professioneel Moment 2:
- leest verslaglegging 1
- spreekt leerling
- herleidt hulpvraag
- spreekt ouders / collega’s
- pleegt interventie(s)
- verwijst naar interne hulp
- verwijst naar externe hulp
- verslaglegging 2
Professioneel Moment 1:
- signaleert probleem
- spreekt leerling
- bepaalt hulpvraag
- kiest 1 interventie
- verslaglegging 1
mentor
coördinator
Interne hulp:
- Remedial teaching
- Sociale vaardigheidstraining
- Faalangstreductietraining
- Compacten & Verrijken
- Wie Helpt Wie
- Steunfunctionaris Onderwijs
- Jongerenspreekuur GGD
Professioneel Moment 4:
- leest verslaglegging 3
- adviseert
- pleegt interventie(s)
- verwijst naar externe hulp
- doet follow-up
- informeert mentor/collega
- verslaglegging 4
intern
zorgteam
Professioneel Moment 3:
- leest verslaglegging 2
- spreekt leerling
- herleidt hulpvraag
- pleegt interventie(s)
- verwijst naar interne hulp
- verwijst naar externe hulp
- verslaglegging 3
zorgadviesteam (ZAT)
J.W. van de Wal
Zorgcoördinator
Corderius College
Lambert Heijnricsstraat 23
3817 ER Amersfoort