T ^ M Lu ^ —1' 2014 -335 Nieuwegein m K- Het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 12 lid 2 en 3, artikel 13 lid 3 en 4, artikel 14 lid 2, artikel 15 lid 4 f artikel 16 lid 2, artikel 17, 19, artikel 21 en artikel 24 lid 4 van de Wmo verordening Mieuwegein 2 5; besluit vast te stellen Besluit Wmo gemeente Nieuwegein 2015 : Vrtikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. kostencomponenten: bedragen die bij de b paling van de hoogte van een persoonsgebonden budget mede bepalend zij in ieder geval kosten die niet direct aan een bepaalde productieactiviteit zijn toe te rekenen bijvoorbeeld personeelskosten, huur, afschrijvingen, e.d. b. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2 )15; c. Verordening: Wmo verordening g mee ite Nieuwegein 2015 d. Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Jgen me Maatregel van uur) 2. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordi ning, het land( ijk Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb). Artikel 2 Toekenningscriteria persoonsgebonden budget 1. Onverminderd artikel 2.3.6 tweede en vijfde lid van de wet kan een persoonsgebonden budget worden toegekend indien de maatwerkvoorziening die met het persoonsgebonden budget wordt aangeschaft of ingekocht voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitseisen én aan het doel waarvoor het wordt verleend. 2. De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verleend welke wordt besteed aan dienst komt met de aanbieder in een schriftelijke overeenkomst overeen, waar ten minste afspraken in zijn opgenomen over de kwaliteit en het resultaat van de maatschappelijke ondersteuning en de wijze van declareren. 3. Uit het persoonsgebonden budget kunnen personen uit het sociale netwerk worden betaald, indien dat tot een effectievere en meer doelmatige ondersteuning leidt. 4. De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verleend voor de aanschaf van een hulpmiddel kan verplicht worden: a. een wet ijke aanspraken kheidsverzekering (/VA) af te sluiten; b. een onderhoudscontract af te sluiten met een aanbieder, gedurende de in de beschikking genoemde periode. 5. De cliënt dient het persoonsgebonden budget binnen zes maanden na toekenning te besteden aan een maatwerkvoorziening waar het persoonsgebonden budget mede gelet op het te bereiken resultaat voor is toegekend. Art. 3 Hoogte persoonsgebonden budget 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en woningaanpassingen bedraagt in ieder geval niet meer dan de huur- dan wel aanschafprijs van de goedkoopst passende bijdrage, waaronder gerekend onderhoud, reparatie en verzekering zoals die door het college aan de aanbieder verschuldigd is. 2. Het college kan de hoogte van het persoonsgebonden budget als bedoeld in het vorige lid vaststellen op basis van een offerte. 3. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten is gerelateerd aan tarieven waarvoor het college deze diensten h ;eft gecontracteerd. de 4. Bij het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget als bedoeld in het vorige lid houdt het college in ieder geval rekenin j met, kostencomponenten en de kwaliteitseisen die aan de beroepskrachten mogen worden gesteld. 5. Het bedrag voor het persoi sgebonden budget dt aan e )ers< die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt en de persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt is lager dan de tarieven bedoeld in het vierde lid doch tenminste het wettelijk minimumum loon. 6. Het persoonsgebonden budget moet in ieder geval toereikend zijn om maatschappelijke ondersteuning in te kunnen kopen welke voldoet aan de kwaliteitseisen als bedoeld in de wet en in redelijkheid geschikt is voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt. Artikel 5 bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening I 2 0 14-335 1. De bijd rage in de kosten is verschuldigd met inachtneming van de regels van het Uitvoeringsbesluit. 2. De bijdrage in de kosten bij d e verstrekking van maatwerkvoorzieningen d an wel een persoons gebond en bud get is gelijk aan de maximale bed ragen zoals opgenomen in artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit en volgen telkens d e aanpassingen d oor d e Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 3. De bijdrage in de kosten word t berekend en geïnd d oor het Centraal administratiekantoor (CAK). 4. De bijd rage in de kosten voor d e opvang word t berekend en geind d oor d e organisatie die de opvang bied t. Art 6 bijdrage algemene voorzieningen ■ =reserv< Artikel 7 Kostprijs 1. De kostprijs van een maatwerkvoorziening is gelijk aan de prijs waarvoor d e gemeente d e maatwerkvoorziening afneemt of aanschaft van een (gecontracteerd e) aanbieder, inclusief d e bijkomend e kosten. 2. De kostprijs bed oeld in het eerste lid kan worden bepaald d oor een aanbesteding, na een consultatie in de markt of op basis van het pakket van eisen en in overleg met de aanbied er. 3. De kostprijs van een persoonsgebond en bud get is gelijk aan het bed rag van het persoonsgebonden bud get. 4. De kostprijs van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntond ersteuning bed raagt nooit meer d an een kostend ekkend e bijc rage. Artikel 8 Jaarlijkse waardering mantelzorgers In samenspraak met het steunpunt Mantelzorg word t jaarlijks bepaald wat d eze blijk van waardering is. Artikel 9 Inwerkingtreding 1. Dit Besluit treedt in werking d e dag na bekend making. 2. Het Besluit Wmo Nieuw gein 2 /vor d t ingetrokken. Artikel 13 Citeertitel Dit besluit kan aangehaald word en als Besluit Wmo Nieuwegein 2015. Ondertekening Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein op
© Copyright 2024 ExpyDoc