STUDIELOOPBAAN BEGELEIDING Opdrachtenboek Leerjaar 1 Semester 1 2014-2015 Evenementen Marketing Communicatie Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................................. 3 Blok 1 Portfolio: Introductiedeel .................................................................................................................... 4 Opdracht 1 Wie ben ik? ............................................................................................................................... 4 Opdracht 2 Wat kan ik? ............................................................................................................................... 4 Kwaliteiten en Valkuilen ................................................................................................................................ 5 Kernkwadrant ................................................................................................................................................. 6 Opdracht 3 Wat wil ik? ................................................................................................................................ 6 Beoordelingsformulier: Introductiedeel ............................................................................................................. 7 Blok 2 Portfolio: Ontwikkelingsdeel .............................................................................................................. 8 Opdracht 1 SWOT-analyse .......................................................................................................................... 8 Opdracht 2 Persoonlijk Ontwikkelingsplan ................................................................................................. 9 SMART- doelstelling ................................................................................................................................... 10 Opdracht 3 Persoonlijk Activiteitenplan ................................................................................................... 10 Beoordelingsformulier: Ontwikkelingsdeel ...................................................................................................... 12 Inleiding Voor je ligt het opdrachtenboek Studieloopbaanbegeleiding (SLB) 1e leerjaar. In de SLBlessen werken we aan je ontwikkeling tot young professional. Naast SLB krijg je met diverse vakken te maken die natuurlijk allen bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling tot vakman, maar in de SLB-lessen is je persoonlijke ontwikkeling binnen het vakgebied Evenementen, Marketing of Communicatie, het belangrijkste onderwerp. Verder werken we tijdens de SLB-lessen aan het samenstellen van je Portfolio. Het Portfolio is een document waarin je laat zien wat je geleerd hebt in het 1e jaar, binnen het vakgebied en is medebepalend voor je overgang naar het 2e leerjaar. Daarnaast werken we in de SLB-lessen aan groepsprocessen, omdat goed kunnen samenwerken heel belangrijk is voor de beroepen waar je voor wordt opgeleid. Het opdrachtenboek is onverdeeld in 2 hoofdstukken die corresponderen met het 1ste semester van het studiejaar. In elk hoofdstuk staat een stukje theorie en er staan opdrachten die je uiteindelijk in je Portfolio terechtkomen. Verder staan de beoordelingsformulieren die de docenten gebruiken erin, zodat je weet waarop je beoordeeld wordt. Blok 1 Portfolio: Introductiedeel Het Portfolio bestaat uit vier onderdelen; Introductiedeel, Ontwikkelingsdeel, Bewijsdeel en Show case. In de 1ste periode van leerjaar 1 ga je aan de gang met het Introductiedeel. Hiervoor ga je aan de slag met “Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?”. Je beschrijft wie je bent, wat je sterkte- en zwaktepunten zijn, wat je motivatie is voor de opleiding EMC en wat je ambitie is. Opdracht 1 Wie ben ik? Beschrijf in minimaal 200 woorden wie je bent. Hieronder lees je een aantal vragen die je op weg kunnen helpen. 1. Wat is je naam? 2. Hoe oud ben je? 3. Waar woon je? 4. Wat is je woonsituatie? 5. Wat voor opleiding of school deed je hiervoor? 6. Wat zijn je werkervaringen? 7. Wat zijn je hobby’s? 8. Wat is kenmerkend voor jou? Opdracht 2 Wat kan ik? Je gaat onderzoeken wat je sterktepunten zijn (kwaliteiten) en je zwaktepunten (leerpunten). Dit ga je doen door middel van de Kernkwadranten. Je gaat er nu kennis mee maken, daarom vul je maar één Kernkwadrant in. In de 2e periode van SLB ga je verder met de Kernkwadranten om je leerdoelen te ontdekken. Kies één kwaliteit uit het rijtje die echt bij jou past en plaats die in het vakje ‘kernkwaliteit’ en maak de Kernkwadrant af. Bijvoorbeeld je kwaliteit is Ontspannen, teveel van ontspannen kan leiden tot de valkuil Lui. Om niet in je valkuil terecht te komen is je uitdaging Actief. Als je ontspannen bent kun je in toetsweken te lui worden waardoor je niet op tijd gaat leren voor je toetsen en onvoldoendes haalt. Om dit te voorkomen moet je werken aan een actievere houding om je toetsen te leren. Je kwaliteit is dan dat je ontspannen bent en je leerpunt is actiever worden. Dit actiever worden zet je om in een leerdoel, dus je gaat nadenken over hoe jij actiever kan worden ten opzichte van school. Beschrijf je kernkwadrant in minimaal 200 woorden. Leg hierin uit wat je (kern)kwaliteit is en hoe het van pas komt binnen de opleiding en in het werkveld; leg uit wat je valkuil is en tot wat voor situaties dit kan leiden binnen de opleiding en het werkveld leg uit wat je leerpunt (uitdaging) is om te voorkomen dat je in je valkuil terecht komt en hoe je die zou kunnen aanpakken. Kwaliteiten en Valkuilen 1. Vrolijk 26. Eerlijk 1. Onzelfstandig 26. Drammerig 2. Enthousiast 27. Veelzijdig 2. Brutaal 27. Geremd 3. Betrouwbaar 28. Flexibel 3. Verkwistend 28. Angstig 4. Serieus 29. Duidelijk 4. Onvoorzichtig 29. Cynisch 5. Optimistisch 30. Liefdevol 5. Asociaal 30. Wispelturig 6. Netjes 31. Geduldig 6. Chaotisch 31. Gesloten 7. Dapper 32. Verdraagzaam 7. Drammerig 32. Ongeduldig 8. Actief 33. Behulpzaam 8. Wanhopig 33. Bazig 9. Bescheiden 34. Sterk 9. Ontevreden 34. Humeurig 10. Ontspannen 35. Humoristisch 10. Streng 35. Onrustig 11. Alert 36. Zelfverzekerd 11. Overmoedig 36. Afwachtend 12. Spontaan 37. IJverig 12. Traag 37. Loslippig 13. Creatief 38. Aardig 13. Stil 38. Klagerig 14. Belangstellend 39. Handig 14. Fanatiek 39. Slordig 15. Verantwoordelijk 40. Rustig 15. Opdringerig 40. Onzeker 16. Zorgzaam 41. Behoedzaam 16. Lui 41. Hebberig 17. Avontuurlijk 42. Sympathiek 17. Krenterig 42. Overbezorgd 18. Positief 43. Sociaal 18. Onhandig 43. Dwars 19. Luisteraar 44. Zelfstandig 19. Plagerig 44. Overgevoelig 20. Intelligent 45. Joviaal 20. Agressief 45. Meegaand 21. Ruimdenkend 46. Leergierig 21. Onverschillig 46. Saai 22. Royaal 47. Dapper 22. Opschepperig 47. Egoïstisch 23. Gevoelig 48. Idealistisch 23. Arrogant 48. Kritisch 24. Organisatorisch 49. Kranig 24. Jaloers 49. Verlegen 25. Zorgvuldig 50. Meegaand 25. Perfectionistisch 50. Rechtlijnig Kernkwadrant Opdracht 3 Wat wil ik? Bij Wat wil ik beschrijf je in minimaal 300 waarom je voor de opleiding EMC hebt gekozen (motivatie) en wat je door middel van de opleiding wilt bereiken is de toekomst (ambitie). Je hebt de opleiding gekozen met een bepaald doel en hierin leg je uit wat je doel is, op welke manier je die wilt gaan bereiken en wat de remmende en/of stimulerende invloeden kunnen zijn om je doel te bereiken. Let op dat je de vraag Wat wil ik leren? beantwoordt in je beschrijving! Beoordelingsformulier: Introductiedeel Naam Klas Mentor _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ Onderdeel Arial 11 of Times New Roman 12 Regelafstand 1,15 Tekst links uitlijnen Voorblad: Titel, naam, studentnummer, schooljaar, klas, opleiding, naam mentor en datum Max. score Feedback Score 5 5 Inleiding ( ½ A-4) 10 Inhoudsopgave: Automatische inhoudsopgave met logische hoofdstukindeling en paginanummering 5 H1 Wie ben ik? (minimaal 200 woorden) 20 H2 Wat kan ik? (minimaal 200 woorden) 30 H3 Wat wil ik? (minimaal 300 woorden) 20 POP-formulier 5 Opmerkingen: Handtekening beoordelaar: Eindbeoordeling* ____________________________________________ * ** Beoordeling is ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Een ‘goed’ is een score van 75 punten of meer, een ‘voldoende’ is een score van 55 t/m 74 en een ‘onvoldoende’ is een score van 54 en lager. Bij de score geeft de beoordelaar aan hoeveel van de maximaal te behalen punten behaald zijn. Het verslag zal alleen beoordeeld worden als het volledig is ingeleverd. Blok 2 Portfolio: Ontwikkelingsdeel Opdracht 1 SWOT-analyse Maak 2 Kernkwadranten en een SWOT-analyse. Het is belangrijk om inzicht te krijgen op je kwaliteiten en leerpunten. In de 1ste periode heb je geoefend met de Kernkwadranten. Je hebt geleerd dat je aan de hand van een Kernkwadrant inzicht krijgt op dat wat je kwaliteit en leerpunt is. De informatie die je inwint met Kernkwadranten ga je verwerken in een SWOT-analyse om een beter zelfbeeld te krijgen. Een SWOT-analyse is een model die je kwaliteiten en leerpunten, kansen en bedreigingen analyseert. De SWOT-analyse wordt gebruikt als hulpmiddel om een beter zelfbeeld te krijgen, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een sollicitatiegesprek of voor het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Ook kan de analyse deel uitmaken van een ondernemingsplan. De SWOT-analyse kun je ook als middel gebruiken om beslissingen te nemen en om de positie, de koers en de strategie van een bedrijf tegen het licht te houden. Verder wordt de analyse gebruikt voor planning, marketing, beoordeling van de concurrentie, organisatieontwikkeling, productontwikkeling, onderzoek en teambuilding. Wij gaan het bij SLB gebruiken om een POP te maken. Neem de kerntaken (KT) en werkprocessen (WP) van het Kwalificatiedossier (KD) goed door en bedenk waarin jij goed bent en waar je nog aan kunt werken. Dit is een lastig onderdeel en is makkelijker te doen in een werkgroep. Denk bij het maken van je kernkwadranten aan dat wat je bij Project en Marketing doet. Vul 2 twee kernkwadranten in en beschrijf wat je (kern)kwaliteit is en hoe het van pas komt binnen de opleiding en in het werkveld; leg uit wat je valkuil is en tot wat voor situaties dit kan leiden binnen de opleiding en het werkveld, leg uit wat je leerpunt (uitdaging) is om te voorkomen dat je in je valkuil terecht komt en hoe je die zou kunnen aanpakken. Let op dat je refereert naar de KT en WP die erbij hoort zodat je mentor op de hoogte is! Zorg ervoor dat er een beschrijving van minimaal 200 woorden per kernkwadrant is. De informatie van de Kernkwadranten verwerk je in een SWOT-analyse. De beschrijving van je (kern)kwaliteiten komt onder Sterkte te staan en je leerpunten (valkuilen) komt onder Zwakte te staan. Verwerk je uitdagingen zowel onder Kans en Bedreiging. Let wel op dat je niet bij beide identieke omschrijving geeft bij Kans en Bedreiging. Beschrijf waar je kansen liggen bij het ontwikkelen van je leerpunten bij Kansen en beschrijf wat er op je pad kan komen dat een bedreiging vormt bij het ontwikkelen bij je leerpunt bij Bedreiging. Sterkte Zwakte SWOT Kans Bedreiging Opdracht 2 Persoonlijk Ontwikkelingsplan Maak 2 SMART-geformuleerde leerdoelen. Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) is een zeer belangrijk onderdeel van het Portfolio. Hiermee laat je zien aan welke leerpunten je gaat werken en hoe je dit wilt aanpakken. Dit doe je door middel van je leerpunt omzetten naar een leerdoel. In een leerdoel geef je in één zin exact aan wat je precies wilt leren/bereiken, waarom je dit wilt leren/bereiken, wat het eindresultaat zal zijn en hoe je gaat aantonen dat je het hebt bereikt. De SMART-doelstelling is een hulpmiddel om een leerdoel SMART te formuleren. Neem een leerpunt van de vorige opdracht en geef antwoord op de vragen van de SMART-doelstelling. Dit zal ten minste een half A-4 zijn per leerpunt. Zorg ervoor dat je de vragen beantwoord en in verhaalvorm uitwerkt, dus niet alleen letterlijk antwoord geeft op de vragen! Na het beantwoorden van alle vragen omschrijf je je leerdoel in één zin die alle elementen omschrijft van de SMART-doelstelling. Hiermee formuleer je je leerdoel SMART. Dit doe je met beide leerpunten van de vorige opdracht. Hier heb je goede en slechte voorbeelden van SMART-geformuleerde leerdoelen: Dit jaar wil ik 20 studiepunten van mijn managementopleiding halen. Over 5 jaar wil ik projectmanager zijn, verantwoordelijk voor ICT-projecten van 100.000 tot 1.000.000 euro. De winst moet volgend jaar 30% hoger zijn dan die van vorig jaar. Ik wil een leuke baan (niet specifiek, niet meetbaar, niet tijdgebonden). We worden de beste in onze markt (niet meetbaar, niet tijdgebonden). SMART- doelstelling Specifiek Wat wil je bereiken? Waarom wil je het bereiken? Wat ga je ondernemen? Wie is/zijn hierbij betrokken? Waar gaat het gebeuren? Wanneer gebeurt het? Meetbaar Wanneer is je doel behaald? Hoe kun je dit bewijzen? Wat zal het bewijsmateriaal zijn dat in je portfolio komt? Acceptabel Is je leerdoel in overeenstemming met de opleiding EMC? Leg uit. Is er voldoende draagvlak om het doel te behalen? Leg uit. Is het actiegericht en leidend tot resultaat? Leg uit. Realistisch Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare instapping? Leg je uitvoerbare plan uit? Kunnen de betrokkenen je daadwerkelijk helpen je doel te bereiken? Leg uit. Tijdgebonden Wanneer begin je aan de activiteiten? Wanneer ben je klaar met de activiteiten? Wanneer zijn de subdoelen bereikt? Wanneer is je leerdoel behaald? Opdracht 3 Persoonlijk Activiteitenplan Je POP, van de vorige opdracht, is een beschrijving van je leerdoelen voor de komende tijd op je nieuwe opleiding. Hierin heb je SMART beschreven wat je nog wilt leren en wat je wilt gaan doen om hier zelfstandig aan te werken. In een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (PAP) beschrijf je de activiteiten die je moet doen om de leerdoelen in je POP te bereiken. Stel je leerdoel is dat je in de 2e periode voor het Nederlands een voldoende wilt behalen voor je schrijftoets, dan kunnen de activiteiten huiswerk maken, extra grammatica oefeningen vragen aan de docent, oefenen bij Taallounge, etc. zijn. Geeft uitgebreid antwoord op de volgende vragen: Leerdoelen en voorgenomen activiteiten komende week/weken: Met welke leerdoelen wil ik komende week/weken op de school aan de slag? Bij welke kerntaak en werkproces(sen) passen deze leerdoelen? Welke leerwerkactiviteiten ga ik uitvoeren? Hoe en wanneer precies? Hoe ga ik deze activiteiten voorbereiden? Wie of wat heb ik daarbij nodig? Wat voor portfoliomateriaal (producten, feedback, bewijzen) kan ik daarbij verzamelen? Door deze vragen te beantwoorden heb je een PAP. Zorg ervoor dat je je omschrijving maakt in minimaal 300 woorden en geef het de titel Persoonlijk Activiteitenplan. Beoordelingsformulier: Ontwikkelingsdeel Naam Klas Mentor _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________ Onderdeel Max. score Arial 11 of Times New Roman 12 Regelafstand 1,15 Tekst links uitlijnen 5 Voorblad: Titel, naam, studentnummer, schooljaar, klas, opleiding, naam mentor en datum Inleiding Inhoudsopgave: Automatische inhoudsopgave met logische hoofdstukindeling en paginanummering H1 Kernkwadranten (2x minimaal 200 woorden) 5 5 10 15 H3 Persoonlijk Ontwikkelingsplan (2x 30 H4 Persoonlijk Activiteitenplan (minimaal 300 woorden) POP-formulier Score 5 H2 SWOT-analyse minimaal ½ A-4) Feedback 20 5 Opmerkingen: Handtekening beoordelaar: Eindbeoordeling* ____________________________________________ * ** Beoordeling is ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Een ‘goed’ is een score van 75 punten of meer, een ‘voldoende’ is een score van 55 t/m 74 en een ‘onvoldoende’ is een score van 54 en lager. Bij de score geeft de beoordelaar aan hoeveel van de maximaal te behalen punten behaald zijn. Het verslag zal alleen beoordeeld worden als het volledig is ingeleverd.
© Copyright 2024 ExpyDoc