Kaders voor toetsing nieuwe curricula

ASSESSMENT FOR LEARNING in de bachelor BMW/ GNK Toetsing in de nieuwe curricula 2015; Toetsteam ‘Assessment for Learning; versie 2 mei 2014 Doel en opzet van deze notitie Deze notitie is bedoeld voor de lijnteams. Zij gaan met dit kader op consistente wijze de nieuwe doelstellingen aan toetsing verbinden. Deze notitie bevat uitgangspunten en ontwerpeisen die specifiek voor het nieuwe curriculum zijn opgesteld. Om het leerproces van de studenten centraal te blijven stellen is het grotendeels geschreven alsof het een informatiestuk voor de student is. Het document eindigt met vervolgstappen voor de lijnteams. De eindnoten geven toelichting waar dat nuttig of noodzakelijke wordt geacht. Toetsing zorgt dat je de goede kant op leert – en goed afstudeert In je nieuwe opleiding heb je met allerlei vormen van toetsing te maken. Ruwweg kun je onderscheid maken tussen educatieve1 toetsing2 en beoordelende toetsing3. Educatieve toetsing helpt je bij het leren. Beoordelende toetsing doet dat ook4 en vormt tevens de basis voor beslissingen over je studieloopbaan. Educatieve toetsing – het belang van terugkoppeling Toetsing is in de nieuwe opleiding zo belangrijk omdat je daarin – binnen zekere grenzen – zelf bepaalt wat en hoe je leert5. Dat kan alleen maar goed gaan als je vaak informatie krijgt over wat je bereikt hebt, waar je nog aan kunt werken, waar je goed in bent, en hoe je verder zou kunnen. Deze terugkoppeling6 krijg je van een docent, je coach, van je medestudenten, van patiënten7, van een computerprogramma, soms ook van jezelf, op basis van kleine of grote prestaties die je levert. Zulke toetsprestaties kunnen van alles zijn: antwoorden op een reeks vragen, de uitwerking van een opdracht, een presentatie, je gedrag tijdens een stage, enzovoort. Vaak krijg je ook terugkoppeling in situaties die je helemaal niet als toetsing ervaart, zoals bij het samenwerken in een groep of bij peer review. Terugkoppeling is niet voorbehouden aan de educatieve toetsing, ook de beoordelende toetsing levert je zulke 'rijke' terugkoppeling. Typerend voor educatieve toetsing is dat deze niet leidt tot een beoordeling – er komt geen cijfer of voldoende/onvoldoende uit ‐ en de resultaten wegen niet mee bij een beslissing over je studieloopbaan. Je beslist dan ook zelf of en hoe en waar en met wie je deze toetsing uitvoert8. Doorgaans zullen correcte antwoorden en modeluitwerkingen vrij beschikbaar zijn; als je serieus met jezelf, je medestudenten, je docenten en je coach omgaat, gebruik je die pas zodra dat aangewezen is. Beoordelende toetsing Regelmatig dient de toetsing als basis voor beslissingen over je studieloopbaan, inclusief het behalen van je bachelor‐ of masterdiploma9. Er gelden strakke regels10 voor zowel de toetsafname als de beoordeling en de verantwoording daarvan. Beoordelende toetsing wordt uitgevoerd door examinatoren in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Beslissingen over jouw studievoortgang worden altijd genomen op grond van de beoordelingen van verscheidene toetsen11. Je zult met verschillende vormen van toetsing te maken krijgen: • Ingangstoetsing Aan sommige onderwijsactiviteiten12 kun je alleen deelnemen indien je beschikt over voldoende relevante kennis en vaardigheden. De ingangstoetsing beoordeelt die. Je krijgt goede terugkoppeling die je helpt om in te stromen op het juiste niveau. • Toetsing van je leerresultaten uit onderwijsactiviteiten De meeste onderwijsactiviteiten waar je aan deelneemt hebben vooraf vastgestelde doelen. In de toetsing laat je zien in hoeverre je die bereikt hebt. De toetsing is vanuit de praktijk opgezet: geen vragen over losse kennis, maar vragen over praktijksituaties13 waarvan je in je oplossingen laat zien dát en hoe je die baseert op parate kennis van het vakgebied en de uitvoeringspraktijk. Deze toetsing kan gebaseerd zijn op schriftelijke toetsen, praktische toetsen, schrijfopdrachten, presentaties, gesprekken, etc. • Toetsing van essentiële routineuze vaardigheden (Mastery Tasks) In deze toetsing laat je zien dat je bepaalde essentiële vaardigheden beheerst en dat je die blijft beheersen. •
•
Longitudinale toetsing Meerdere keren per jaar beantwoord je toepassingsgerichte vragen in een toets waar bachelorstudenten van alle drie de jaren aan deelnemen. Daardoor krijg je inzicht in je niveau en voortgang in de verschillende domeinen. Als je geneeskunde studeert neem je, samen met studenten van vier andere universiteiten deel aan de interfacultaire ‘landelijke’ voortgangstoets. De voortgangstoets geeft je informatie over je progressie in de richting van het predicaat ‘basisarts’ 14. De cruciale rol van je portfolio In je portfolio verzamel je allerlei ‘materiaal’: eerder verkregen beoordelingen, elders verkregen beoordelingen, verslagen, opnamen, en andere materialen, eventueel ook van buiten je studie. Dit vormt voor jezelf, je coach, je medestudenten en mogelijk anderen een goed middel om je ontwikkeling te bespreken. Dit ontwikkelingsdeel van je portfolio staat los van de beoordelende toetsing15. Het uiteindelijke doel van je inspanningen is te laten zien dat je competent bent op het bachelorniveau van je opleiding. Je bepaalt zelf waarmee je je competentie aantoont. Dat doe je in het beoordelingsdeel van je portfolio. Daarin presenteer je aan je portfoliobeoordelaars het relevante 'bewijsmateriaal'. In een begeleidend schrijven overtuig je de portfoliobeoordelaars ervan dat je over de te toetsen competentie beschikt16. Criteria en normen Voor alle beoordelende toetsing geldt dat je van begin af aan goed zicht hebt op de criteria en de normen17 waarop je toetsprestatie beoordeeld wordt. In veel gevallen ben je in je leeractiviteiten, waaronder de educatieve toetsing, vertrouwd geraakt met diezelfde criteria18. Bij de beoordeling krijg je terugkoppeling waaraan je zien kunt op welke criteria je toetsprestatie hoe goed scoorde. Daarvan maak je weloverwogen19 gebruik bij de planning van je verdere studieactiviteiten. Vervolgstappen voor de lijnteams: In het curriculumontwerp gaan jullie (de lijnteams) in eerste instantie kijken naar de beoordelende toetsing van de doelstellingen die het lijnteam heeft opgesteld. Educatieve toetsing komt meer op de voorgrond bij het ontwerpen van de leeractiviteiten. • Voor welke doelstellingen zou de student zijn competentie moeten aantonen met behulp van praktische toetsen, schrijfopdrachten, presentaties, mondelinge examens, of andere toetsvormen? • Voor welke doelstellingen zou de student zijn competentie moeten aantonen met behulp van een 'mastery test' ? • Voor welke doelstellingen zou de student zijn competentie moeten aantonen met behulp van een longitudinale toets? • Wat zijn jullie beweegredenen om bij de betreffende doelstellingen die toetsvorm te kiezen? • Formuleer bij enkele doelstellingen ook criteria en normen waaraan de student moet voldoen. Ondersteuning door het toetsteam •
Willen jullie bij deze vervolgstappen ondersteuning van het toetsteam? Neem dan contact op met: Lijnteam Toetsteamlid Principles and Practice of Medicine Marc Vorstenbosch Mechanisms of Health and Disease Mieke Latijnhouwers Science Ron Leunissen Context and Perspectives Marc Vorstenbosch Innovation Michiel Kornelissen Coaching, Electives, Projects Electives and projects: Coaching: Giel Bosman Willibrord Huisman Toelichtende noten 1 Deze worden ook wel formatieve toetsen genoemd (formatief = de vorming betreffend; assessment for learning). We vermijden deze term hier omdat de beoordelende (summatieve) toetsen in de nieuwe opleiding nadrukkelijk ook een formatieve functie zullen hebben, doordat ook die gedetailleerde terugkoppeling bieden. 2 We spreken hier van toetsing in plaats van toets om te benadrukken dat we in eerste instantie een proces bedoelen en niet een stapel vragen; en om bepaalde vormen van toetsing niet uit te sluiten. Zo zullen velen een stagegesprek of een stagebeoordeling niet zien als een toets maar wel als toetsing. 3 Deze worden ook wel summatieve toetsen genoemd (samenvattend, het geheel overziend; assessment of learning). De term 'selectief' is verwarrend omdat die soms uitsluitend voor ingangstoetsen gebruikt wordt. 4 In traditioneler onderwijs is dat zeker niet expliciet de bedoeling. Desondanks leren studenten impliciet heel veel van de vorm en inhoud van toetsing. In de nieuwe curricula besteed je veel aandacht aan de uitkomsten en de terugkoppeling die de beoordelende toetsen je bieden. 5 Dit wordt zelfsturend leren (self‐directed learning) genoemd. 6 Dit wordt ook in Nederland vaak feedback genoemd. Soms wordt dit nog onderscheiden in feedback (terugkijken op de geleverde prestatie), feedforward (advies hoe je zorgt dat die beter wordt) en feedup (de prestatie relateren aan de beoordelingscriteria). 7 Bij terugkoppeling (m.n. van patiënten en medestudenten) maak je de terugkoppelaar duidelijk wat het doel is van je vraag om terugkoppeling en welke waarde je toekent aan de terugkoppeling. Daarnaast besteed je aandacht aan de manier waarop je die terugkoppeling vraagt. 8 Educatieve toetsen gaan onderdeel uitmaken van de door de opleiding aangeboden leeractiviteiten. 9 Het belang van deze beoordelingen strekt verder dan je eigen studie. De onderwijsinstelling verantwoordt hiermee ook aan de samenleving dat de afgestudeerden tenminste het niveau bereikt hebben dat in de eindkwalificaties van de opleidingen beschreven is. 10 Dit zijn onder meer regels die bijdragen aan duidelijkheid, transparantie, objectiviteit in de beoordeling, en voorkoming van fraude. 11 Op het moment van schrijven is nog niet duidelijk op welke wijze en wanneer al deze beoordelingen tot beslissingen leiden. 12 Onder onderwijsactiviteiten verstaan we modules, cursussen, stages, etc., die door de onderwijsinstelling opgezet zijn en waaraan je als student kunt deelnemen (nl. door leeractiviteiten te ontplooien). Leeractiviteiten doe je natuurlijk zelf. In dit curriculum kun je ook buiten het aangeboden onderwijs zelf leeractiviteiten ondernemen en die via je portfolio in je opleiding opnemen en laten toetsen. 13 Dit wordt wel aangeduid met 'betekenisvol toetsen'. 14 Het belang van de voortgangstoets strekt verder dan je eigen studie. De onderwijsinstellingen krijgen hierdoor terugkoppeling over de kwaliteit van hun onderwijsprogramma’s. Daarmee draagt de voortgangstoets ook bij aan de verantwoording naar de samenleving. 15 Het portfoliosysteem waar je mee werkt geeft je de mogelijkheid verschillende afgesloten 'presentaties' te maken voor verschillende toetsingen, en voor inzage door je coach, je medestudenten en eventuele anderen. 16 Aan de toetsing van competenties via je portfolio zijn allerlei regels verbonden die te maken hebben met privacy van jou en van de mensen die in je bewijsmateriaal voorkomen, efficiëntie voor jou en voor de beoordelaars, archivering, en externe verantwoording. 17 Een criterium is een maatstaf waarlangs de kwaliteit van een toetsprestatie gemeten kan worden. Normen bepalen de beoordeling van dit meetresultaat, bijvoorbeeld 'voldoende', of 'zeer goed' of een cijfer. 18 Als gevolg hiervan ga je misschien 'leren voor de toets'. Daar is niets verkeerds aan omdat de toetsing in dit curriculum een nauwgezette en volledige afspiegeling vormt van de doelen. Daardoor geldt: "leren voor de toets = leren om de doelen te bereiken." 19 Dit is een aspect van 'reflectie op je eigen leerproces' – iets wat niet makkelijk is, maar waar je wel veel van leert.