Michiel van Erp Lichtvoetigheid

Michiel van Erp Lichtvoetigheid
COLUMN
Lichtvoetigheid in documentaires lijkt iets waar niet
Er hangt iets van dedain rond lichtvoetigheid in
iedereen op zit te wachten. Zo krijg ik bij bijna alle
documentaires. Alsof je pas een echte documentaire
subsidieaanvragen in de bijbehorende brief de
gemaakt hebt als ie zich afspeelt in verre landen, een
opmerking dat de commissie weliswaar mijn plannen
heftig onderwerp heeft en je veelvuldig gebruik maakt
bijzonder vindt, maar zich wel zorgen maakt of de
van piep-jan-knormuziek. Een film is interessant als-ie
hoofdpersonen niet belachelijk worden gemaakt.
geselecteerd is voor een festival in de Oekraïne. En dan
maakt het weer niet uit hoe veel of weinig mensen hem
in Nederland bekeken hebben.
Bij iedere film die ik maak onderzoek ik in de researchfase wat de beste vorm en toon zal zijn om het
onderwerp zo invoelbaar mogelijk te maken. En soms
kies ik dan voor een lichtvoetige benadering.
Mensen spreken me wel eens aan: “Wat zul jij veel
lachen tijdens de opnames”. Maar eerlijk gezegd:
ik lach zelden tijdens opnames. Ik ben vooral erg
geconcentreerd bezig met de techniek van het
opnemen, het voorspellen van mogelijke situaties die
kunnen ontstaan. Ben vooral bezig om de crew en de
hoofdpersonen tot bloei te laten komen. In die zin is
er dan ook geen enkel verschil of je een documentaire
maakt over dementie of een film over het al dan niet
Still uit Pretpark Nederland
bestaan van kabouters.
Toen mijn documentaire Pretpark Nederland op het
Eén keer heb ik me gewaagd aan een onderwerp dat
Nederlands Film Festival in première ging, zat ik
expliciet ging over humor. In de documentaire
samen met alle hoofdrolspelers gespannen in de
Erop of Eronder schets ik een portret van de stand-up
zaal. Natuurlijk wist ik dat de film ook humoristische
comedians van de Comedytrain. Na wekenlang rond-
elementen had, maar over het geheel genomen had ik
gehangen te hebben in de kelder van het Hilton hotel
toch vooral gepoogd een film te maken die iets bloot
waar ze dagelijks optreden kwam ik tot de conclusie
zou leggen over het kuddegedrag van de Nederlander
dat het vak van comedian erg eenzaam is. Ik was vooral
en de marketeers die bedenken wat er allemaal zo leuk
onder de indruk van de mannen die achter in de zaal
te organiseren valt voor hun gewillige landgenoten.
stonden te wachten voordat ze op moesten. Tobbende
De citymarketingdeskundige van de gemeente
jonge mannen met een zwetend voorhoofd, gepijnigd
Zutphen die, om deze stad definitief op de kaart te
door nieuw verzonnen grappen en zorgelijk over de
zetten, de leus ‘Zoom in op Zutphen’ had bedacht, zat
clou. Ze raakten bevangen van de zenuwen omdat de
samen met zijn moeder in de zaal. Na afloop kwam hij
collega comedians die voor hen optraden veel succes
ietwat geschokt naar me toe. “Begrijp jij nou waarom
hadden. Of juist niet. Ik besloot me in die film volledig
iedereen zo moest lachen als ik in beeld was ?” vroeg
op die onzekere mannen te storten en om de kijker niet
hij aan mij. “Is er iets wat u doet of zegt in de film waar
al te veel daarvan af te leiden besloot ik ook dat er in
u niet 100% achterstaat?” was mijn vraag aan hem. Zijn
de film geen enkele goede grap verwerkt zou worden.
antwoord wist ik natuurlijk al, want dat geldt eigenlijk
Resultaat was een ontroerende documentaire maar ook
voor alle mensen in mijn films.
een teleurgestelde omroep en teleurgestelde komieken.
Ik geef ruim baan aan hun eigen bespiegelingen op
De omroep vreesde dat kijkers massaal zouden weg
hun leven en welzijn. Ik focus in mijn films op mensen
zappen bij het gebrek aan grappen en de komieken
die stappen durven zetten in hun leven. Of die stap
hadden gehoopt dat de documentaire bij zou dragen
uiteindelijk lukt, en of het een zinvolle stap is, doet
aan hun doorbraak naar een groter publiek. Sindsdien
er dan eigenlijk niet toe. In die zin maakt het me niet
heb ik humor als onderwerp uit mijn lijstje geschrapt.
uit of je een geslachtsoperatie wil ondergaan, aan je
Als stijlmiddel zal ik het ooit wel weer eens toepassen.
angststoornis gaat werken, lid wordt van wandelclub
de Berggeiten of probeert een lokaal Chocoladefestival
op te pimpen. Dat kijkers daar plezier om hebben is
nooit een doel op zich voor mij. Eerlijk gezegd hoop
ik juist dat het ze inspireert om hun eigen leven eens
bij de kladden te grijpen. En vind ik dat ze stikjaloers
mogen zijn op eigenzinnige landgenoten die hun eigen
gang gaan en zich weinig aantrekken wat de buren
ervan zullen vinden.
12 609 – cultuur en media oktober 2013 Mediafonds
Michiel van Erp is regisseur.