MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

MEE-Sectorrapport 2013
Raffinaderijen
Colofon
Projectnaam:
Datum:
Status:
Locatie:
Contactpersoon:
MEE-monitoring Raffinaderijen
25 juni 2014
Definitief
Roermond
Frank van der Pas
Inhoud
Hoofdstuk 1.
Inleiding .......................................................................... 1
Hoofdstuk 2.
Overzicht ontwikkeling energieverbruik ............................... 1
Hoofdstuk 3.
Verklaring verandering energieverbruik ............................... 2
Hoofdstuk 4.
Spiegeling aan het MJP ...................................................... 3
Hoofdstuk 5.
Resultaten per pijler.......................................................... 3
Hoofdstuk 6.
Tabellen .......................................................................... 5
Samenvatting
Kerngegevens
Sectorgegevens
Raffinaderijen
Aantal MEE-deelnemers in 2013
Aantal beschouwde bedrijven voor 2013 in dit rapport
Aantal toetreders in 2013
Aantal uittreders in 2013
Werkelijk energieverbruik 2013 (TJ)
Effecten van maatregelen
Procesefficiencyverbetering
Besparing in de keten [TJ]
Duurzame energie [TJ]
2013 t.o.v. 2012
1,3%
2,6
0,0
5
5
0
0
146.846
2013 t.o.v. 2009
4,6%
158
0,0
Resultaten
Energieverbruik
Het totale energieverbruik van de vijf raffinaderijen, die bij de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI1) zijn aangesloten, bedroeg 146.846 TJ in 2013. Dit is ongeveer 0,9% lager dan in 2012. Dit komt vooral door de verbetering van de procesefficiency (1,3% verbetering in 2013). De totale hoeveelheid crude oil die in 2013 is verwerkt, is ten opzichte van 2012
met 0,2% gestegen. Dit is nauwelijks zichtbaar in het uiteindelijke energieverbruik van de raffinaderijen. Hoewel de totaal verwerkte hoeveelheid crude oil van de raffinaderijen met slechts
0,2% is gestegen, zijn de verschillen tussen de raffinaderijen aanzienlijk.
Uitvoering van de EEP's van de sector
In de EEP's heeft de sector een maximaal voorgenomen besparing door het treffen van maatregelen opgegeven die in 2016 tot een jaarlijkse geaggregeerde besparing ten opzichte van
2012 van 4.896 TJ kan leiden. Na één jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen
2.000 TJ. Hiermee is in het eerste jaar van het EEP 2013-2016 reeds 41% van de sectordoelstelling gerealiseerd. Deze besparing wordt nagenoeg alleen door procesefficiency-maatregelen
gerealiseerd.
Energiebesparing in het proces
Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 1.998 TJ opgeleverd. De belangrijkste
maatregelen op het gebied van procesefficiency zijn: vernieuwingen en optimalisaties rond
(proces)fornuizen, optimalisatie van de gehele locatie door verbeterde afstemming van plants
en utilities en optimalisatie van gasturbines.
Energiebesparing in de keten
Ketenmaatregelen hebben in 2013 een totale besparing van 158 TJ opgeleverd. Het betreft
geen nieuwe besparingsmaatregelen, maar maatregelen die ook in 2012 al actief waren, in dat
jaar met een totale besparing van 155 TJ.
1
In dit sectorrapport worden de bij de VNPI aangesloten raffinaderijen aangeduid als ‘sector’.
I
Het betreft de opvang en het hergebruik van beladingsdampen, en de uitwisseling van materiaal- en energiestromen tussen nabijgelegen bedrijven.
Inzet duurzame energie
Duurzame energie is in 2013 binnen de VNPI-bedrijven niet toegepast.
Vooruitblik
Algemene ontwikkelingen in de Aardolie Raffinage Sector
De raffinage industrie in Europa staat voor de uitdaging om in te spelen op afnemende vraag.
Dit is het cumulatieve gevolg van wegvallende benzine export naar USA; efficiëntere motoren
en bijmengverplichting in de EU; de recessie en tenslotte de afnemende aantrekkelijkheid van
EU als productielocatie vanwege hoge energie kosten. In de laatste vijf jaar zijn circa 13 raffinaderijen gesloten en het wordt verwacht dat vóór 2020 nog eens 10-20% capaciteit zal verdwijnen. Steeds meer wordt de druk van importerende landen buiten Europa gevoeld. Deze
beschikken over de nieuwste installaties en worden gesteund door lage prijzen voor aardgas
en ruwe olie.
Binnen het permanente Raffinage Forum van de Europese Unie worden deze ontwikkelingen
herkend. Er is een roep om het risico van vroegtijdige uitholling van de raffinage industrie in
Europa tegen te gaan. Het doel is om de levensvatbaarheid van de sector onder cumulatieve
regeldruk te bewaken. Dat is nodig om het voor raffinaderijen weer aantrekkelijk te maken om
te investeren in vernieuwing.
Er is vastgesteld dat het langjarige tempo van energiebesparing van de beste raffinaderijen ter
wereld ligt op 0,5% per jaar (1992-2010). Concawe (de EU branche vereniging van de raffinage industrie) verwacht, bij het huidige industriële klimaat, in haar vooruitzicht naar 2030 een
besparing van 0 tot 0,5% per jaar.
In 2013 werden raffinaderijen met nieuwe beleidsvoornemens geconfronteerd die een aanslag
betekenen op de marges. De Cross-sectoral Correction Factor in ETS kwam circa 10% lager uit
dan werd verwacht. Voorgenomen NEC doelstellingen naar 2030 vragen extra investeringen in
emissie reductie. VNPI schat dat het gezamenlijk gevolg een kostenverhoging voor de sector
meer dan 80 miljoen Euro per jaar zal betekenen.
Het is nog ongewis welke rol de Nederlandse raffinaderijen in deze ontwikkelingen zullen spelen. Nederland is, veel meer dan andere Europese landen afhankelijk, van export. Goede toegankelijkheid in de Rotterdamse haven, en de omvang van de markt voor petroleum producten
kan van een sterkte ook een kwetsbaarheid worden. De Nederlandse raffinage industrie rekent
erop dat de overheid alert zal zijn op deze ontwikkelingen.
Convenantactiviteiten
VNPI voert strategische discussie met Nederlandse overheden over beleid gericht op de sector.
Het gaat erom gedurende de energie transitie levering zekerheid van petroleum producten te
garanderen. Daarnaast om vorm te geven aan de economische rol die Nederland ambieert te
spelen in de aardolieketen.
II
Onderzoekswerk met het doel om de invloed van regeldruk op de concurrentiepositie te kwantificeren heeft vertraging opgelopen. De invloed van ontwikkelingen is groot en onzeker zodat
het lastig is om overeenstemming te bereiken over gegenereerde data.
Het uitwerken van energie besparingsprojecten wordt door individuele raffinaderijen uitgevoerd. In een VNPI werkgroep worden deze periodiek in generieke zin besproken. Door een
vertegenwoordiging van RVO, een raffinaderij en het warmtebedrijf Rotterdam werd een bezoek gebracht aan de MIRO raffinaderij in Karlsruhe om kennis te nemen van een succesvol
project op het gebied van restwarmte benutting.
Ervaring bij het opstellen en beoordelen van EEP’s voor 2013-2016 leidde tot het plan om in
2014 een kennistraject te ontwikkelen over de typische energie systemen in een raffinaderij en
de verbeteringen die daarin verwacht mogen worden.
III
Hoofdstuk 1. Inleiding
Dit rapport bevat de resultaten van de vijf raffinaderijen die bij de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie zijn aangesloten. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:
de ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009;
de verklaring van de verandering in energieverbruik van 2013 ten opzichte van 2012;
de spiegeling ten opzichte van de geaggregeerde energie-efficiencyplannen (EEP's)
2013-2016;
de ontwikkeling van het effect van de PE-, KE-maatregelen vanaf 2010.
Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.
Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het
kader van de jaarlijkse MEE-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de
methodiek energie-efficiency zoals die is vastgelegd in de Handreiking monitoring MEE. Details
over de methodiek kunt u vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (www.rvo.nl/mee)
Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik
Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van de VNPI-raffinaderijen vanaf 2009
zien.
Jaarlijks primaire-energieverbruik
Elektriciteitsverbruik net
Aardgasverbruik
Warmteverbruik derden
Verbruik overige brandstoffen
Energieverbruik [TJ primair]
160.000
140.000
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
2009
2010
2011
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen |
2012
2013
2014
2015
2016
Pagina 1 van 5
Voor 2009 wordt alle energieverbruik als primaire energie getoond. Vanaf 2010 wordt het
energieverbruik gesplitst in verschillende energiedragers.
Het elektriciteitsverbruik in de grafiek betreft de elektriciteit die de raffinaderijen van het externe elektriciteitsnet hebben ingetrokken uitgedrukt in primaire energie. Drie raffinaderijen
wekken met een interne WKK gevoed met (eigen) raffinaderijgas of aardgas ook zelf elektriciteit op. Het totale elektriciteitsverbruik (ingekocht en zelf opgewekt) is als fractie van het totale energiegebruik van de sector klein.
Het warmteverbruik is de warmte die de raffinaderijen van derden betrekken.
Het verbruik overige brandstof betreft hoofdzakelijk het gas dat bij het raffinageproces vrijkomt en intern de raffinaderijen gebruikt wordt voor hoofdzakelijk warmteopwekking.
Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik
Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het
energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.
Energieverbruik
verslagjaar 146.845
Onverklaard
(ontsparend) 1.047
Overige
invloedsfactoren
(besparend) - 620
140.000
Volume-effect
(verhogend) 286
PE-maatregelen
(besparend) - 1.998
145.000
Energieverbruik
vorig jaar 148.130
Energie [TJ primair]
150.000
135.000
2012
2013
Nieuwe maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben dit jaar een besparend effect gehad (1998 TJ).
Het Volume-effect (286 TJ) is verhogend (meer energieverbruik) als gevolg van een toename
van de productie. Het volume-effect van de sector als geheel is klein (0,2%), echter voor de
afzonderlijke bedrijven hebben grotere volume-effecten opgetreden. Waar de ene raffinaderij
over 2013 tov. 2012 een procentuele verhoging van de productie had, was dat bij de andere
raffinaderij een productieverlaging. De bandbreedte van deze productieverandering was 26%.
Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de bedrijven
hebben gerapporteerd, zoals bijvoorbeeld een lager energiegebruik per eenheid productie ten
gevolge van een verhoogd productieniveau.
De post onverklaard is de restpost. De restpost als som van de afzonderlijke bedrijven bedraagt 1.047 TJ met een ontsparend effect.
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen |
Pagina 2 van 5
Hoofdstuk 4. Spiegeling aan de geaggregeerde EEP's
Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen
maatregelen binnen de VNPI-raffinaderijen ten opzichte van het EEP-basisjaar 2012. Het
staafdiagram geeft de doelstelling voor 2016 weer op basis van zekere en voorwaardelijke
maatregelen van alle afzonderlijke bedrijven samen.
Voortschrijdend resultaat versus sectordoelstelling
Doelstelling
Resultaat
Aandeel van energieverbruik
4,0%
3,0%
3,0%
2,0%
3,2%
3,3%
2015
2016
1,6%
1,3%
1,0%
0,0%
2013
2014
Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler
Het MEE-convenant kent twee pijlers: procesefficiency en ketenefficiency. De grafieken geven
de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2010 weer. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de VNPI-bedrijven.
Procesefficiency
PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2010)
PE-besparing
5,0%
4,6%
4,0%
3,0%
3,3%
2,0%
1,0%
1,2%
0,5%
0,0%
2010
2011
2012
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen |
2013
2014
2015
2016
Pagina 3 van 5
De effecten op het gebied van procesefficiency (PE) zijn cumulatief. Daarom wordt ieder jaar
alleen het effect van nieuwe en/of geïntensiveerde maatregelen gerapporteerd.
Procesmaatregelen in 2013 hebben een besparing van 1.998 TJ opgeleverd. In de grafiek is de
toename van 1,3% van PE-besparingen in 2013 tov. 2012 zichtbaar. De belangrijkste maatregelen op het gebied van procesefficiency zijn: vernieuwingen en optimalisaties rond (proces)fornuizen, optimalisatie van de gehele locatie door een verbeterde afstemming van plants
en utilities en optimalisatie van gasturbines.
Ketenefficiency
KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2009)
Productieketen
Productketen
0,20%
KE-besparing
0,15%
0,10%
0,035%
0,025%
0,081%
0,067%
0,05%
0,042%
0,00%
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Het effect van alle lopende en nieuwe maatregelen op het gebied van ketenefficiency wordt
ieder jaar opnieuw gerapporteerd. De ketenmaatregelen in 2013 waren maatregelen die ook in
2012 zijn gerapporteerd. Het totale energiebesparingseffect van de ketenmaatregelen is in
2013 maar weinig groter dan in 2012 (+3 TJ).
Voor de sector raffinaderijen wordt de grootste bijdrage aan de efficiencyverbetering gerealiseerd door maatregelen behorend tot de pijler procesefficiency (98%).
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen |
Pagina 4 van 5
Hoofdstuk 6. Tabellen
De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energiegebruik
en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009.
De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen
op jaarbasis ten opzichte van 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per
jaar.
De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2010 hebben gerapporteerd.
Van deze bedrijven zijn alle beschikbare en relevante cijfers vanaf 2009 tot en met 2013 in het
sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2013
in dit rapport zijn meegenomen.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers.
Resultaten per jaar [TJ]
2009
2010
2011
2012
2013
Werkelijk energieverbruik
145.609 150.453 152.294 148.130 146.845
Besparing door PE-maatregelen
745
1.069
3.271
1.998
KE-besparing in de productieketen
0
64
102
121
KE-besparing in de productketen
0
0
53
37
Inkoop van duurzame energie
0
0
0
0
Opwekking van duurzame energie
0
0
0
0
2014
2015
2016
Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2013.
Effect [TJ] ten opzichte van basisjaar 2012
Categorie
Procesefficiency
Ketenefficiency
Duurzame energie
Subcategorie
Procesmaatregelen
Installaties en gebouwen
Energiezorg en gedragsmaatregelen
Strategische projecten
Subtotaal procesefficiency
Maatregelen in de productieketen
Maatregelen in de productketen
Subtotaal ketenefficiency
Inkoop van duurzame energie
Opwekking van duurzame energie
Subtotaal duurzame energie
Totaal
Verwacht eindresultaat
in 2016 ( EEP’s)
Gerealiseerd jaarlijks
effect t/m verslagjaar
3.497
167
688
315
4.668
68
159
228
0
1.341
6
309
341
1.998
19
-16
3
0
0
0
0
0
4.896
2.000
Tabel 3 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders.
Bedrijfsnaam
Status in 2013 Meegenomen in
2013?
Toelichting
BP Refinery Rotterdam B.V.
Deelnemer
Ja
Europoort
ESSO Nederland B.V., Raffinaderij Rotterdam
Deelnemer
Ja
Botlek
Kuwait Petroleum Europoort B.V.
Deelnemer
Ja
Europoort
Shell Nederland Raffinaderij B.V.
Deelnemer
Ja
Hoogvliet
Zeeland Refinery
Deelnemer
Ja
Nieuwdorp
***
| Definitief | MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen |
Pagina 5 van 5