Voorstel tot gewijzigd vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan

RAADSVOORSTEL
Raadsvergadering: 27 februari 2014
Behandelend medewerker: Dhr. B. van Strien
Afdeling: Beleid
Raadsvoorstel nr.: 10-02-14
Portefeuillehouder: Wethouder Braspenning
Datum voorstel: 28 januari 2014
Besluitvormend / Meningsvormend
Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan Het Sas 12 te
Alphen
1. Samenvatting
Aanleiding:
Uw Raad heeft op 16 december 2010 medewerking verleend aan het initiatief om het
bouwvlak te vergroten. Op grond van de toen geldende Verordening ruimte is ontheffing van
het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (GS) gevraagd. Op 29
mei 2012 is de ontheffing verleend voor vergroting van het bouwvlak naar een omvang van
2,5 ha.
Het ontwerpbestemmingsplan Het Sas 12 te Alphen heeft ter inzage gelegen van 11 december
2012 tot en met 21 januari 2013. Tijdens de inzagetermijn zijn door GS zienswijzen
ingediend. De zienswijzen betreffen de juridische verankering van de landschappelijke
inpassing, het ontbreken van een MER-beoordeling en enkele technische opmerkingen.
Gevraagde beslissing:
Het gewijzigd vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan Het Sas 12 te Alphen.
Beoogd effect:
Het kunnen uitbreiden van de pluimveehouderij, inclusief een mestvergistingsinstallatie.
2. Onderbouwing
De zienswijzen van GS hebben aanleiding gegeven tot een uitvoerig overlegtraject met de
provincie. Hierbij is de adviseur van de aanvrager, Van Dun Advies, nauw betrokken. De
conclusie van het overleg was dat bij het bestemmingsplan een m.e.r.-beoordeling ontbrak.
De initiatiefnemer heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor de activiteit milieu voor het
uitbreiden van het aantal stuks pluimvee van 84.800 naar 98.820. Deze omgevingsvergunning
is op 14 augustus 2012 verleend. De uitbreiding die door het bestemmingsplan mogelijk
wordt gemaakt, betreft een verdere uitbreiding van het aantal eenheden pluimvee tot 137.970.
In het Besluit milieueffectrapportage zijn regels opgenomen waaruit blijkt of voor een
bepaalde ontwikkeling een m.e.r. of een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd moet worden. De
drempelwaarde voor een m.e.r.-beoordeling is bij pluimvee 40.000 stuks. Deze drempel is
echter indicatief. Voor activiteiten die in het Besluit m.e.r. zijn opgenomen, maar onder de
genoemde drempelwaarde vallen, kan het bevoegd gezag besluiten dat een vormvrije m.e.r.beoordeling opgesteld dient te worden.
In het onderhavige geval wordt in relatief korte tijd een pluimveehouderij met 53.170 stuks
pluimvee uitgebreid. Om die reden adviseert de provincie om een m.e.r.-beoordeling te maken
en deze onderdeel van de bestemmingsplanprocedure te maken. Een beoordeling is
noodzakelijk om te kunnen motiveren dat de ontwikkeling geen mogelijk belangrijke nadelige
milieugevolgen tot gevolg heeft.
Van Dun Advies heeft een aanvullende toelichting op het ontwerpbestemmingsplan opgesteld
die kan dienen als m.e.r.-beoordeling. Hierin zijn verschillende aspecten onderzocht die
invloed kunnen hebben op het milieu. Uit de toelichting blijkt dat er geen mogelijk
belangrijke nadelige milieugevolgen uit het realiseren van het initiatief voortvloeien. Hierdoor
is aangetoond dat het bestemmingsplan voldoende is gemotiveerd en kan worden vastgesteld.
Het bestemmingsplan vergroot het bestemmings- en tevens bouwvlak van 1,75 ha naar 2,5 ha.
Binnen deze uitbreiding dient de landschappelijke inpassing opgenomen te zijn. In het
ontwerpbestemmingsplan is dat opgenomen. In de regels ontbreekt echter een kwalitatieve
verplichting om deze inpassing te realiseren en in stand te houden. Aan de regels van de
bestemming “Agrarisch – Agrarisch” bedrijf dient daarom een specifieke gebruiksbepaling te
worden toegevoegd:
“Gebruik uitbreiding agrarisch bedrijf
Voor het gebruik ten behoeve van de uitbreiding van het agrarische bedrijf geldt de volgende
bepaling:
Het gebruik conform de bestemming is alleen dan toegestaan indien de gronden
landschappelijk zijn ingepast, conform hetgeen hierover in de, als bijlage aan de regels
toegevoegde, paragraaf landschappelijke inpassing is opgenomen.”
De artikelen 3.5.1 (vormverandering) en 3.5.3 (wijziging in “Groen-Landschapselement”)
kunnen worden verwijderd, omdat het bestemmingsplan een op zichzelf staand plan is,
waarbinnen feitelijke mogelijkheden om van het bouwvlak van vorm te veranderen ontbreken.
Tevens is verdere uitbreiding van de intensieve veehouderij in strijd met de Verordening
ruimte. Deze bepalingen zijn daarom overbodig.
In de regels van de bestemming “Agrarisch-Agrarisch bedrijf” ontbreekt de bepaling dat ten
hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering
van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt
mogen worden.
In de zienswijze van GS is aangegeven dat een verbod op uitbreiding, hervestiging en
omschakeling naar een geiten- of schapenhouderij ten onrechte niet is opgenomen. Dit verbod
is opgenomen in artikel 9.6 van de Verordening ruimte 2012. Inmiddels heeft een ontwerp
van de Verordening ruimte 2014 ter inzage gelegen. Hierin is opgenomen dat het verbod ten
aanzien van geiten- en schapenhouderijen vervalt en dat voor deze bedrijfstak dezelfde regels
gaan gelden als voor de overige intensieve veehouderij. In principe vervalt daardoor de
noodzaak om het verbod op te nemen. Het verbod is echter nog steeds bestaand en geldend
beleid en de Verordening ruimte 2014 is nog niet vastgesteld ten tijde van het opstellen van
dit raadsvoorstel. In casu gaat het om een pluimveehouderij en is het onwaarschijnlijk dat er
ooit omgeschakeld gaat worden naar geiten- of schapenhouderij. Aan de zienswijze kan dan
ook tegemoet worden gekomen door een verbodsbepaling op te nemen conform artikel 9.6
van de Verordening ruimte 2012.
Alternatieven:
Het alternatief is om het ontwerpbestemmingsplan niet vast te stellen en geen medewerking
meer te verlenen aan uitbreiding tot 2,5 ha van de pluimveehouderij en
mestvergistingsinstallatie.
2/5
3. Lasten, Baten en Dekking
Investering:
Niet van toepassing.
Eenmalige kosten:
Niet van toepassing.
Structurele kosten:
Niet van toepassing.
Dekking:
Niet van toepassing.
4. Vervolg
Planning:
Als het bestemmingsplan wordt vastgesteld, wordt dit onverwijld aan GS gemeld. GS heeft
een periode van 6 weken waarin eventueel een reactieve aanwijzing gegeven kan worden. Na
6 weken dient het raadsbesluit bekend gemaakt te worden. Het raadsbesluit met bijbehorende
stukken ligt vervolgens 6 weken ter inzage, binnen welke termijn beroep kan worden
ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het raadsbesluit om
geen milieueffectrapport op te stellen wordt gezamenlijk met het raadsbesluit om het
ontwerpbestemmingsplan gewijzigd vast te stellen ter inzage gelegd. Ook tegen dit besluit
kan beroep worden ingesteld.
Communicatie:
Het raadsbesluit wordt na een periode van 6 weken bekend gemaakt in de Staatscourant en
Ons Weekblad. Deze kennisgeving wordt ook op de gemeentelijke website geplaatst. Het
bestemmingsplan zelf is in te zien via www.ruimtelijkeplannen.nl. In de kennisgeving wordt
tevens gemeld dat is besloten om geen milieueffectrapport op te stellen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALPHEN-CHAAM
mr. M.M. Hendrickx
secretaris
drs. H.W.S.M. Nuijten
burgemeester
Bijlage(n):
- ontwerpbestemmingsplan Het Sas 12 te Alphen via RuimtelijkePlannen.nl:
http://tinyurl.com/olltusj
- zienswijze GS d.d. 16 januari 2013
- aanvullende toelichting milieuaspecten van Van Dun Advies d.d. 7-8-2013 (datum
toezenden notitie)
3/5
De raad van de gemeente Alphen-Chaam;
gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 januari 2014,
afdeling Beleid, nr. 10-02-14;
overwegende dat
• het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 29 mei 2012 ontheffing
heeft verleend van de Verordening ruimte voor uitbreiding van de pluimveehouderij
tot maximaal 2,5 ha;
• het ontwerpbestemmingsplan Het Sas 12 te Alphen met ingang van 11 december
2012 zes weken ter inzage heeft gelegen;
• een zienswijze tijdens deze inzageperiode is ontvangen van het college van
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
• de zienswijze geen overwegende redenen geeft om het ontwerpbestemmingsplan niet
vast te stellen;
• de zienswijze wel redenen geeft om tegemoet te komen aan de in de zienswijze
opgenomen opmerkingen en het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.
• Een aanvullende toelichting op de milieuaspecten is opgesteld die aangemerkt wordt
als m.e.r.-beoordeling;
• uit deze m.e.r.-beoordeling blijkt dat er geen mogelijk belangrijke nadelige
milieugevolgen zijn te verwachten die voortvloeien uit de uitbreiding;
gelet op
• Artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;
• Artikel 7.17 Wet milieubeheer;
BESLUIT:
-
de zienswijze van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gegrond te verklaren;
het ontwerpbestemmingsplan Het Sas 12 te Alphen, bestaande uit de geometrisch
bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1723.BPhetsas12 met de
bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen door:
o het opnemen van verbodsbepalingen die bepalen dat:
binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden
voor het houden van dieren, met uitzondering van volière- en
scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen
gebruikt mogen worden en
uitbreiding, hervestiging en omschakeling naar een geiten- of
schapenhouderij niet is toegestaan;
o het opnemen van een specifieke gebruiksbepaling:
voor het gebruik ten behoeve van de uitbreiding van het agrarische bedrijf
geldt de volgende bepaling:
4/5
-
Het gebruik conform de bestemming is alleen dan toegestaan indien
de gronden landschappelijk zijn ingepast, conform hetgeen hierover
in de, als bijlage aan de regels toegevoegde, paragraaf
landschappelijke inpassing is opgenomen.”;
o het verwijderen van de wijzigingsbevoegdheden in de artikelen 3.51 en 3.5.3;
o de aanvullende toelichting milieuaspecten van Van Dun Advies als m.e.r.beoordeling toe te voegen aan de toelichting van het bestemmingsplan;
o de toelichting aan te passen op bovenstaande wijzigingen;
geen milieueffectrapport op te stellen;
geen exploitatieplan vast te stellen voor het bestemmingsplan Het Sas 12 te Alphen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Alphen-Chaam op 27 februari 2014.
, voorzitter
, griffier
5/5