Kwaliteit en veiligheid in de verloskunde-keten Je doet een audit, daar rollen verbeterpunten uit en die breng je vervolgens in de praktijk. Maar die laatste stap is nog niet zo eenvoudig, constateerden de zorgverleners die betrokken zijn bij de geboortezorg. Met training en coaching bieden Gera Welker en Andrea Drost hulp, ook aan zorgverleners buiten het UMCG. “Tot hun frustratie ontdekken ze soms verbeterpunten die ook al uit eerdere audits naar voren kwamen en dus nog steeds niet zijn doorgevoerd”, vertelt Andrea Drost die het project ACTion coördineert. Ze heeft het over de gynaecologen, kinderartsen, eerste- en tweedelijns verloskundigen, huisartsen, managers, verpleegkundigen en kraamzorg die samen verloskundige samenwerkingsverbanden vormen. Ieder samenwerkingverband heeft maandelijks overleg en minimaal twee keer per jaar een audit. Ze bespreken dan cases waarbij het kind tijdens de zwangerschap of bevalling overleed of in slechte conditie ter wereld kwam, bekijken wat er misging en hoe dat in de toekomst kan worden voorkomen. “Omdat het in de praktijk lastig blijkt te zijn om verbeterpunten door te voeren, is het ACTion-project opgezet.” Verschillende belangen Om de zorgverleners te leren hoe ze verbeteringen kunnen implementeren heeft Drost, onderwijskundig trainer en coach, samen met Gera Welker, stafadviseur beleid/implementatie, en projectleider gynaecoloog Jan Jaap Erwich een driedaagse training ontwikkeld. Inmiddels hebben bijna alle elf samenwerkingsverbanden die Noord-Nederland telt, de training afgerond. “Samen met Gera geef ik die in de ziekenhuizen waar de netwerken aan verbonden zijn.” Tijdens de training oefenen de zorgverleners in multidisciplinaire groepen met het maken van implementatieplannen voor hun eigen verbeterpunten. Bij het doorlopen van de stappen bespreken ze onder meer de verschillen in belangen die belemmerend kunnen werken. “Zo kan een gynaecoloog anders tegen een verbeterpunt aankijken dan een verpleegkundige, maar ook financiële belangen kunnen een rol spelen als je bijvoorbeeld zorg van de eerste naar de tweede lijn wilt verschuiven”, legt Welker uit. Ook leren de deelnemers om rekening te houden met motivatie. “Als mensen een verandering niet zelf hebben bedacht, maar die opgelegd krijgen door de beroepsvereniging of het management, zijn ze vaak minder gemotiveerd. Hebben ze het probleem waarvoor de verandering nodig is zélf geconstateerd, dan voelen ze de urgentie veel meer. Wij leren ze dat gevoel ook te gebruiken om anderen te motiveren. Bijvoorbeeld door een persoonlijk verhaal te vertellen over wat er misging tijdens een bevalling.” Tijd De training alleen is onvoldoende, verwachten Welker en Drost. Om de zorgverleners verder te helpen bij het doorvoeren van verbeteringen organiseren ze voor ieder samenwerkingsverband jaarlijks drie follow-up bijeenkomsten. “Ze leren het door het te doen”, zegt Drost, “en ik coach hen daarbij. Tijdens de bijeenkomsten vragen we de zorgverleners hoe het gaat, waar ze in de praktijk tegenaan lopen en bespreken dan hoe je daar wijs mee om kunt gaan zodat je toch je doel bereikt. Vaak spelen tijd, draagvlak en motivatie een rol en daarom is het goed dat ze tijdens deze bijeenkomsten buiten de stress van het dagelijks werk in alle rust dilemma’s met elkaar kunnen bespreken.” Het ACTion-project is een vervolg op het IMPACT-project dat het invoeren van audits in de perinatale zorg als doel had. Het vier jaar durende project loopt tot 31 december 2016 en wordt gesubsidieerd door ZonMw. Tekst: Alies Hoogstra
© Copyright 2024 ExpyDoc