Interim-rapport van bevindingen (relatie tot

Diakonie
Interim-rapport van bevindingen
(relatie tot Gemeente Amsterdam)
3 maart 2014
Boekel De Nerée N.V.
Gustav Mahlerplein 2
Postbus 75510, 1070 AM Amsterdam
T +31(20)7953953
F +31(20)7953900
www.boekel.com
1
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
De periode 2003 tot 2010
5
3
De periode 2010 tot en met 16 oktober 2013 (datum faillissement)
8
4
Conclusies
20
2
1
Inleiding
1.1
Dit hoofdstuk 1 bevat een inleiding en een toelichting op de opbouw van dit rapport.
1.2
In het najaar van 2013 zijn Stichting Zorggroep Diakonie en aan haar gelieerde entiteiten, die
hierna worden aangeduid als: “de Diakonie groep”, gefaseerd in staat van faillissement
verklaard. Daarbij werd mr. W.J.P. Jongepier als curator aangesteld (hierna: de curator) en
mr. N.A.J. Purcell tot rechter-commissaris benoemd.
1.3
De hoofdactiviteiten van de Diakonie groep bestonden uit het verlenen van thuiszorg in de
zin van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna: WMO) en de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ).
1.4
De belangrijkste opdrachtgever van de Diakonie groep voor wat betreft de WMO-activiteiten
was Gemeente Amsterdam (hierna: de gemeente). Voor wat betreft de AWBZ-activiteiten
had de Diakonie groep van doen met zorgkantoren Achmea en Agis (hierna tezamen
aangeduid als: het zorgkantoor).
1.5
Het faillissement van de Diakonie groep heeft niet alleen geleid tot veel onbegrip en woede
bij de gezamenlijke crediteuren van de Diakonie groep, maar heeft ook veel maatschappelijke
onrust veroorzaakt. Uit verschillende hoeken heeft de curator signalen ontvangen dat binnen
de Diakonie groep sprake zou zijn geweest van verschillende (financiële) wantoestanden.
Niet alleen bij het functioneren van het bestuur van de Diakonie groep, maar ook bij het
handelen van de gemeente en het zorgkantoor worden vraagtekens geplaatst.
1.6
In zijn algemeenheid geldt dat de curator onderzoek doet naar de achtergrond en oorzaken
van het faillissement en nagaat of betrokkenen aansprakelijk moeten worden gesteld. Dat
onderzoek is gestart en de curator verwacht over een aantal maanden over zijn bevindingen
te kunnen rapporteren. Daarop vooruitlopend heeft een aantal crediteuren de curator de
vraag gesteld of de gemeente onvoldoende toezicht heeft gehouden op de handelwijze van
(het bestuur van) de Diakonie groep. Hier ligt de achterliggende vraag ten grondslag of de
curator namens de gezamenlijke crediteuren van de Diakonie groep de gemeente mogelijk
aansprakelijk zou kunnen stellen voor de door de gezamenlijke crediteuren geleden schade.
Deze vraag staat in deze interim-rapportage centraal.
1.7
Dit rapport richt zich op de relatie tussen de gemeente en de Diakonie groep in de periode
voorafgaande aan het faillissement van de Diakonie groep. Op basis van een reconstructie
van de feiten zal de curator onderzoeken of de gemeente voldoende toezicht heeft
gehouden op de handelwijze van de Diakonie groep en of de gemeente adequaat heeft
gehandeld nadat de eerste negatieve signalen over de gang van zaken binnen de Diakonie
3
groep waren ontvangen. Kortom, of de gemeente ter zake het faillissement van de Diakonie
groep en de door de gezamenlijke crediteuren geleden schade een (relevant) verwijt kan
worden gemaakt.
1.8
In dit rapport zal niet worden ingegaan op de vraag of door de Diakonie groep aan de
gemeente gefactureerde zorg rechtmatig is geschied. Voorts zal niet worden ingegaan op de
vraag of de kwaliteit van de door de Diakonie groep in opdracht van de gemeente geleverde
zorg voldoende was. Evenmin zal worden ingegaan op de vraag of de gemeente er goed aan
heeft gedaan om te contracteren met de Diakonie groep. Dergelijk onderzoek behoort niet
tot de taak van de curator.
1.9
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het ontstaan en de ontwikkeling van de Diakonie groep
gedurende de periode 18 maart 2003 tot en met 2009. Ten aanzien van deze periode is
relatief beperkt materiaal beschikbaar.
1.10
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in c.q.
relevant zijn voor de relatie tussen de Stichting Thuiszorg Diakonie WMO, de
contractspartner van de gemeente, en de gemeente in de periode 2010 tot datum
faillissement. Op andere relevante gebeurtenissen, de rol het bestuur en de Raad van
Toezicht van de Diakonie groep en diens strategische en financiële beslissingen, overnames,
de rol van het zorgkantoor alsook de positie van andere tot de Diakonie groep behorende
rechtspersonen zal niet of slechts zijdelings, voor zover dit in belang is voor een juiste en
volledige interpretatie van de feiten, worden ingegaan.
1.11
Hoofdstuk 4 bevat de conclusies van de curator. Dit interim-rapport heeft betrekking heeft
op één onderdeel (de relatie tot de gemeente) van het algehele onderzoek van de curator
naar de achtergrond en oorzaken van het faillissement van de Diakonie groep. Hoewel
onaannemelijk, is het derhalve in theorie denkbaar dat een of meerdere van de in dit
hoofdstuk vermelde conclusies bij afsluiting van het algehele onderzoek aanpassing
behoeven.
1.12
De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit jaarverslagen van tot de Diakonie groep behorende
rechtspersonen, openbare informatie afkomstig van de Kamer van Koophandel, de (digitale)
administratie van de Diakonie groep en gesprekken met betrokkenen.
4
2
De periode 2003 tot 2010
2.1
Op 18 maart 2003 wordt Stichting Thuiszorg Diakonie Amsterdam, destijds Stichting
Thuiszorg Diakonie geheten, (hierna: Diakonie Amsterdam), opgericht. Het bestuur van
Diakonie Amsterdam wordt aanvankelijk gevormd door mevrouw T.F. Purperhart (hierna:
Purperhart), voorzitter, haar zoon, de heer J.R. Jorden (hierna: Jerrel Jorden),
penningmeester en fondsenwerver, en mevrouw L.M. Jorden-Visser, secretaris. In november
2003 wordt mevrouw Jorden-Visser vervangen door de heer C.R. Jorden (hierna: Roberto
Jorden), tevens een zoon van Purperhart.
2.2
Diakonie Amsterdam profileert zichzelf als een non-profit thuiszorgorganisatie met een
ideëel doel. De revenuen van Diakonie Amsterdam komen ten goede aan Stichting Jepie
Pikin, een door Purperhart gecontroleerde stichting die zich inzet voor kansarme kinderen
die dreigen te ontsporen in de Nederlandse samenleving.1 Later zal Stichting Jepie Pikin een
kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang gaan exploiteren.
2.3
De activiteiten van Diakonie Amsterdam bestaan in de eerste jaren na haar oprichting
voornamelijk uit het verlenen van terminale zorg, ziekenhuisvervangende zorg, ouderenzorg
en huishoudelijke verzorging. In de jaren 2003 en 2004 verricht Diakonie Amsterdam haar
werkzaamheden met name in hoedanigheid van onderaannemer van een gevestigde
Amsterdamse thuiszorgorganisatie.2
2.4
In oktober 2004 wordt Diakonie Amsterdam door het College voor Zorgverzekeringen
toegelaten als erkende instelling voor huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging,
verpleging en ondersteunende begeleiding zoals bedoeld in de AWBZ en maakt zij
productieafspraken met het zorgkantoor. Vanaf dat moment is Diakonie Amsterdam een
zelfstandige thuiszorgorganisatie en hoofdaannemer voor de AWBZ-zorg. Diakonie
Amsterdam gaat samenwerken met een (beperkt) aantal onderaannemers.3
2.5
Gedurende de jaren 2005 en 2006 worden de werkzaamheden van Diakonie Amsterdam
verder uitgebouwd en wordt er veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de zorg en de
financiën. In deze jaren wordt ook de invoering van de WMO door de gemeente voorbereid.
Op grond van de WMO wordt het verlenen van huishoudelijke verzorging aan
hulpbehoevenden een taak van de gemeente. Diakonie Amsterdam gaat in opdracht van de
gemeente huishoudelijke diensten (WMO-activiteiten) verlenen aan een deel van de
Amsterdamse bevolking.4
1
Jaarverslag 2003 Stichting Thuiszorg Diakonie
Jaarverslag 2003 Stichting Thuiszorg Diakonie.
3
Jaarverslag 2004 Stichting Thuiszorg Diakonie.
4
Jaarverslag 2006 Stichting Thuiszorg Diakonie.
2
5
2.6
In 2006 wordt het voornemen geuit om Diakonie Amsterdam “toekomstbestendig” te
maken. Diakonie Amsterdam kiest ervoor eigen personeel de zorg te laten verlenen en geen
(of nauwelijks) gebruik meer te maken van de diensten van onderaannemers.5
2.7
Het jaar 2007 is een turbulent jaar. Diakonie Amsterdam maakt een sterke groei door en gaat
ook zorg buiten Amsterdam leveren. De activiteiten van Diakonie Amsterdam breiden zich uit
naar de regio’s Amstelland & de Meerlanden, Zaanstreek-Waterland en Midden- en ZuidKennemerland. Tevens wordt een cliëntenraad ingevoerd.6 Voorts verkrijgt Diakonie
Amsterdam in 2007 een HKZ-certificering.7
2.8
In 2007 sluit Diakonie Amsterdam tevens een meerjarig raamcontract met de gemeente voor
het leveren van huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO. Hierdoor is Diakonie
Amsterdam de komende jaren van inkomsten verzekerd. Niettemin ontstaat er in 2007 bij
Diakonie Amsterdam een negatief eigen vermogen. De bedoeling is de financiën in 2008 op
orde te brengen door de ontwikkeling van een nieuw financieel beleid teneinde een positief
eigen vermogen te creëren.8
2.9
Het jaar 2008 staat in het teken van kwaliteitsverbetering en professionalisering. Eind 2008
worden de activiteiten van Diakonie Amsterdam ondergebracht in verschillende, waaronder
twee nieuwe, rechtspersonen. De WMO-werkzaamheden worden ondergebracht in Stichting
Thuiszorg Diakonie WMO (hierna: Diakonie). De WMO- en AWBZ- activiteiten in de regio
Zaanstreek-Waterland worden ondergebracht in Stichting Thuiszorg Diakonie ZaanstreekWaterland (hierna: Diakonie Zaanstreek-Waterland). De AWBZ-activiteiten in Amsterdam
blijven achter in Diakonie Amsterdam.9 De backoffice activiteiten worden verricht vanuit
Stichting Thuiszorg Zorgbemiddeling & Detachering (hierna: Zorgbemiddeling &
Detachering).
2.10
In 2008 wordt verder een raad van toezicht gevormd. Purperhart trekt zich terug als lid van
het bestuur en treedt toe tot de Raad van Toezicht (hierna: RvT). Naast Purperhart nemen de
heer H.C. van Eenennaam, naar verluidt de levenspartner van Purperhart (hierna: Van
Eenennaam) en mevrouw J.D. Robertson, naar verluidt familie van Purperhart (hierna:
Robertson) zitting in de RvT. De Raad van Bestuur (hierna: RvB) wordt gevormd door Jerrel
Jorden, voorzitter en algemeen directeur, en Roberto Jorden, secretaris en operationeel
directeur. Alle tot de Diakonie groep behorende rechtspersonen hebben dezelfde
samenstelling van de RvB en de RvT.10
5
Jaarverslag 2006 Stichting Thuiszorg Diakonie.
Jaarverslag 2007 Stichting Thuiszorg Diakonie.
7
Het HKZ Certificaat geeft aan dat een instelling voldoet aan vooraf vastgestelde kwaliteitsnormen van de geleverde zorg.
8
Jaarverslag 2007 Stichting Thuiszorg Diakonie.
9
Jaarverslag 2008 Stichting Thuiszorg Diakonie.
10
Jaarverslag 2008 Stichting Thuiszorg Diakonie.
6
6
2.11
In 2009 is, gelijk als in 2008, kwalitatieve groei het uitgangpunt van de Diakonie groep. Er
wordt een nieuw kwaliteitsmanagementsysteem opgezet. Voorts wordt een nieuw
administratief ICT-systeem geïmplementeerd.11
2.12
In 2009 wint de Diakonie groep de aanbesteding voor WMO-zorg in acht gemeenten in
Zaanstreek-Waterland (waaronder Purmerend en Zaandam). De Diakonie groep neemt zich
(wederom) voor in 2010 niet meer (of nauwelijks) samen te werken met onderaannemers.
De Diakonie groep verwacht dat het nog altijd negatieve vermogen in 2011 zal worden
omgezet in een positief eigen vermogen.12
11
12
Jaarverslag 2009 Stichting Thuiszorg Diakonie Amsterdam en Stichting Thuiszorg Zaanstreek Waterland.
Jaarverslag 2009 Stichting Thuiszorg Diakonie Amsterdam en Stichting Thuiszorg Zaanstreek Waterland.
7
3
De periode 2010 tot en met 16 oktober 2013 (datum faillissement)
De jaren 2010 en 2011
3.1
Tot 2012 is Diakonie een relatief kleine aanbieder van WMO-zorg in Amsterdam. Tussen de
gemeente en Diakonie vindt op regelmatige basis overleg plaats. Accountantskantoor Dubois
& co. (hierna: Dubois) verricht in opdracht van de gemeente onderzoeken naar de interne
beheersing van de juistheid en rechtmatigheid van de door Diakonie geregistreerde en
gefactureerde productie. Dergelijke onderzoeken worden materiële controles genoemd.
3.2
Begin 2010 verricht Dubois een materiële hercontrole bij Diakonie. Aanleiding voor de
hercontrole is de uitslag van een in 2009 verrichte materiële controle. In 2009 scoorde
Diakonie onvoldoende op rechtmatigheid en interne organisatie. Ook werd geconstateerd
dat Diakonie de door haar geleverde productie niet volledig en tijdig aanlevert bij het
Centraal Administratie Kantoor, de instantie die bij particulieren de eigen bijdragen voor de
AWBZ en WMO incasseert (hierna: het CAK). Naar aanleiding van de bevindingen van deze
controle heeft Diakonie WMO een verbeterplan opgesteld.13
3.3
Het door Diakonie opgestelde verbeterplan werpt kennelijk deels zijn vruchten af. De
resultaten van de hercontrole zijn redelijk positief. Ditmaal scoort Diakonie voldoende op
rechtmatigheid en interne organisatie. De CAK aanlevering door Diakonie wordt echter nog
altijd zorgelijk genoemd. Tijdens een overleg met Diakonie benadrukt de gemeente dat een
correcte aanlevering aan het CAK van groot belang is. Voorts benadrukt de gemeente dat een
goede klachtenafhandeling en registratie van groot belang is. Diakonie belooft de gemeente
beterschap.14
3.4
Op 22 juli 2010 verricht Dubois in opdracht van de gemeente opnieuw een materiële
controle bij Diakonie. Diakonie scoort op 3 van de 5 punten (wijze van registratie,
functiescheiding en rechtmatigheid) goed. Op de overige 2 punten (beschrijving van de
administratieve organisatie en interne controle) scoort Diakonie voldoende.15
Op 14 december 2010 neemt de Diakonie groep de thuiszorgactiviteiten over van
eenmanszaak De Orchidee. Deze activiteiten worden ondergebracht in Stichting Thuiszorg
Orchidee, een nieuw opgerichte entiteit.
3.5
3.6
Op 1 januari 2011 neemt de Diakonie groep de activiteiten over van Stichting Zorggroep
Millennium en Zorggroep Millennium B.V. te Purmerend (hierna: Millennium). De activiteiten
13
Gespreksverslag van een overleg tussen Diakonie en de gemeente op 15 februari 2010.
Gespreksverslag van een overleg tussen Diakonie en de gemeente op 15 februari 2010.
15
Rapport Dubois d.d. 1 september 2010
14
8
van Millennium bestaan enerzijds uit thuiszorg en anderzijds uit kraamzorg (onder de naam
Kanga & Roe Kraamzorg).
3.7
In maart 2011 neemt Diakonie een substantieel aantal cliënten en werknemers over van de
op de rand van faillissement verkerende thuiszorgorganisatie H+B. De gemeente wordt
hierover niet door Diakonie geïnformeerd en spreekt haar onvrede daarover uit. De
gemeente wenst per ommegaande een overzicht te ontvangen van de overgenomen cliënten
en vraagt om een overleg. Het overzicht wordt aangeleverd en de achtergrond van de
overname wordt door Diakonie in een overleg aan de gemeente toegelicht. Kennelijk neemt
de gemeente genoegen met de uitleg van Diakonie.
Het jaar 2012
3.8
In 2012 wint Diakonie de aanbesteding huishoudelijke verzorging van de gemeente
Amsterdam. Met ingang van 1 februari 2012 is Diakonie een van de vijf door de gemeente
Amsterdam gecontracteerde zorgpartners die op basis van de WMO hulp bij het huishouden
mogen aanbieden.
3.9
De tussen Diakonie en de gemeente gesloten raamovereenkomst (hierna: de overeenkomst)
heeft een looptijd van 1 februari 2012 tot 31 december 2013. De overeenkomst kan door de
gemeente tweemaal met één jaar worden verlengd. Op basis van de overeenkomst dient
Diakonie voor de inschakeling van onderaannemers de gemeente expliciet om toestemming
te vragen. De gemeente is gerechtigd de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst met
onmiddellijke ingang te beëindigen, indien Diakonie de uit de overeenkomst voortvloeiende
verplichtingen blijvend niet kan nakomen of indien Diakonie in strijd handelt met de in de
overeenkomst opgenomen bepalingen ter zake wijziging van zeggenschap en het inschakelen
van onderaannemers.
3.10
In het bestek van de overeenkomst is – conform de relevante bepalingen van de WMO –
opgenomen dat gegunde partijen een inspanningsverplichting hebben om cliënten en
medewerkers van niet gegunde aanbieders over te nemen. Diakonie treedt in overleg met
Zonnehuis Amstelland, de voormalig hoofdaannemer (hierna: Zonnehuis) en neemt met
instemming van de gemeente de werknemers en cliënten van Zonnehuis over. Na de gunning
en de overname stijgt het aantal WMO-cliënten van Diakonie explosief: van 550 naar 2.600.
3.11
Op 1 juli 2012 wijzigt de Diakonie groep de samenstelling van de RvT. Purperhart, Van
Eennennaam en Robertson worden vervangen door de heer L.H. Sno, mevrouw B.M.A.
Brown en de heer M.E. Wachter. Anders dan de voormalige leden van de RvT zijn er geen
familiebanden tussen de nieuwe leden van de RvT en de RvB.
9
3.12
Op 6 juli 2012 ontvangen zowel de gemeente als het zorgkantoor een anonieme brief waarin
melding wordt gemaakt van een aantal (vermeende) misstanden binnen de organisatie van
Diakonie (hierna: de klokkenluidersbrief). In de klokkenluidersbrief worden “de
toezichthoudende organen” met klem verzocht te onderzoeken of de publieke middelen
door Diakonie worden ingezet waarvoor ze zijn bedoeld. Daarnaast wordt het zorgkantoor
verzocht in het bijzonder te onderzoeken of er binnen Diakonie al dan niet sprake is van
belangverstrengeling, zelfverrijking en mogelijk frauduleus handelen van de bestuurders.
3.13
Bij koopovereenkomst van 25 juli 2012 koopt de Diakonie groep de aandelen in Intellimatch
B.V. (hierna: Intellimatch). Intellimatch is een thuiszorgorganisatie en werkt voor wat betreft
de AWBZ-activiteiten volgens de zogenaamde “holding-structuur.” Dit houdt in dat
Intellimatch de ondernemingen van haar (voormalige) onderaannemers binnen de juridische
structuur van Intellimatch heeft gebracht. Als gevolg hiervan is geen sprake van
onderaanneming in de zin van het inkoopbeleid van het zorgkantoor, zodat wordt
voorkomen dat het zorgkantoor conform haar inkoopbeleid een afslag zal toepassen op de
uurtarieven die door de voormalige onderaannemers – via de hoofdaannemer – aan het
zorgkantoor in rekening zullen worden gebracht. Het besluit om Intellimatch over te nemen,
is mede ingegeven door de holdingstructuur. Diakonie wenst deze structuur te kopiëren en
toe te passen binnen haar eigen organisatie.
3.14
Naar aanleiding van de klokkenluidersbrief geeft de gemeente in juli 2012 Dubois de
opdracht onderzoek te verrichten naar de (financiële) gang van zaken binnen de Diakonie
groep (hierna: het specifieke onderzoek). Deze opdracht wijkt af van de opdracht die bij een
materiële controle wordt geformuleerd.
3.15
Op 27 september 2012 rapporteert Dubois aan de gemeente over de volgende voorlopige
bevindingen van het specifieke onderzoek:






In 2011 was sprake van een negatief eigen vermogen.
De Diakonie groep heeft vorderingen van in totaal ruim 2 miljoen euro op
verschillende gelieerde instellingen, waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen.
De kortlopende schulden van de Diakonie groep, waaronder crediteuren, belastingen
en premies, zijn sterk toegenomen.
In 2011 werd een bedrag van ruim 1,1 miljoen euro door de Diakonie groep besteed
aan managementkosten.
Voor wat betreft de bezoldiging van het bestuur lijkt niet te zijn voldaan aan de Wet
Openbaarmaking Publieke Topinkomens (hierna: de WOPT-norm).
De afgelopen periode heeft Diakonie een aantal keren meer gefactureerd aan de
gemeente dan de productie rechtvaardigt.
10
3.16
De gemeente geeft Dubois vervolgens de opdracht om het specifieke onderzoek voort te
zetten én een materiële controle bij Diakonie te verrichten.
3.17
De gemeente stuurt Diakonie op 27 september 2012 een brief waarin de gemeente meedeelt
dat zij heeft geconstateerd dat Diakonie over de perioden 2 tot en met 6 van 2012 teveel
uren heeft gefactureerd en de teveel ontvangen bedragen aan de gemeente heeft
gecrediteerd. De gemeente dringt er bij Diakonie op aan ervoor zorg te dragen dat dit niet
meer zal voorkomen. Voorts kondigt de gemeente aan dat Dubois binnenkort een materiële
controle bij Diakonie zal uitvoeren en specifiek aandacht zal besteden aan het
facturatieproces.
3.18
Op 13 oktober 2012 rapporteert Dubois in het kader van de specifieke onderzoek tussentijds
aan de gemeente over de oorzaak van de te hoge facturatie van Diakonie en de hoge
vorderingen op gelieerde instellingen:
“Door de toestroom van nieuwe klanten hebben zij [Diakonie] problemen met het verkrijgen
van de indicaties. In hun systeem kunnen alleen werklijsten worden ingevoerd als er een
geldige indicatie aanwezig is. Als er geen indicatie in het systeem is ingevoerd, worden de
uren wel in rekening gebracht bij Gemeente Amsterdam maar sluit dit niet aan met Careassist
[facturatiesysteem]. Per onderaannemer en Diakonie zelf worden de uren getotaliseerd.
Geldige indicaties ontbreken omdat o.a. klanten worden overgenomen en de indicatiestelling
later wordt overgeschreven. Eind november denken zij het proces op orde te hebben.
Daarnaast zijn zij bezig met het investeren in kinderopvang activiteiten. Deze
aanloopverliezen financieren zij met gelden vanuit voornamelijk Diakonie Amsterdam
(AWBZ). Recent een onderzoek gehad vanuit het zorgkantoor en hierover waren geen
bezwaren.”
3.19
Op 21 oktober 2012 stelt Dubois aan de gemeente voor om de materiële controle in
december 2012 of januari 2013 uit te voeren, omdat Diakonie tot eind november 2012 de tijd
nodig heeft om alles op orde te krijgen. Indien de controle nu zou worden uitgevoerd zou
Diakonie heel laag scoren, aldus Dubois. Ten aanzien van het specifieke onderzoek
rapporteert Dubois op 21 oktober 2012 als volgt:
“Diakonie is zeer transparant en open in het verstrekken van informatie;
De zorgactiviteiten vanuit de WMO en AWBZ zijn winstgevend;
Er wordt met het gehele concern een winst verwacht over 2012;
Er is geïnvesteerd in 2011 in kinderopvangactiviteiten met zorggelden;
De financiële positie verbetert en is beter dan ultimo 2012.”
11
3.20
De SP-fractie van de gemeenteraad stelt de wethouder die verantwoordelijk is voor de
uitvoering van de WMO (hierna: de wethouder) een aantal kritische vragen ter zake de
continuïteit van Diakonie, de naleving van de cao door Diakonie en vorderingen van Diakonie
op gelieerde instellingen. De gemeente geeft Dubois opdracht deze vragen mee te nemen in
het specifieke onderzoek.
3.21
De gemeente heeft de suggestie van Dubois om de materiële controle te verplaatsen naar
december2013/januari 2014 niet gevolgd, want op 2 november 2012 rapporteert Dubois de
gemeente over de bevindingen van de materiële controle. Diakonie scoort tweemaal goed
(wijze van registratie en functiescheiding), eenmaal voldoende (beschrijving van de
administratieve organisatie) en tweemaal onvoldoende (rechtmatigheid en interne controle).
3.22
Op 7 november 2012 vindt naar aanleiding van de bevindingen van de materiële controle een
overleg plaats tussen Diakonie en de gemeente. De volgende afspraken worden gemaakt:16






Diakonie heeft uiterlijk 1 december 2012 de punten die bij de materiële controle
onvoldoende hebben gescoord op orde.
Diakonie laat een jurist toetsen in hoeverre door Diakonie aan de governancecode
wordt voldaan.
In november voert Diakonie onderzoek uit bij de onderaannemers (interne controle
en administratieve organisatie).
Middelen die worden betaald voor WMO-zorg worden besteed aan de exploitatie
van de WMO-activiteiten en niet als voorfinanciering van andere organisaties.
Eind november 2012 is de achterstallige pensioenpremie betaald. Eind december
2012 is de achterstallige belasting betaald.
Zorg zonder indicaties wordt niet in rekening gebracht.
3.23
Op 14 november 2012 brengt Dubois een schriftelijk rapport uit naar aanleiding van het
specifieke onderzoek.
3.24
Ten aanzien van de financiële positie rapporteert Dubois het volgende:


16
Het negatieve eigen vermogen van de Diakonie groep bedraagt 1,4 miljoen euro en is
in 2011 verslechterd door het in dat jaar behaalde negatieve resultaat van 1,1
miljoen euro.
In enkele tot de groep van de Diakonie groep behorende rechtspersonen is een
bedrag van ruim 1,1 miljoen euro aan goodwill geactiveerd met betrekking tot de
overname van de activiteiten van Millennium in 2011. Indien deze goodwill in
Brief van 26 november 2012 van de gemeente aan Diakonie.
12




3.25
mindering wordt gebracht op het eigen vermogen bedraagt het eigen vermogen
ultimo 2012 2,4 miljoen negatief.
Het over het derde kwartaal gerealiseerde resultaat van de Diakonie groep is groter
dan het begrote resultaat. Het resultaat zal ten laste worden gebracht van het eigen
vermogen, waardoor dit stijgt.
De directie verwacht in 2013 een resultaat van 1 miljoen, waardoor het eigen
vermogen van de Diakonie groep met eenzelfde bedrag zal toenemen.
Op basis van de liquiditeitsbegroting blijkt dat het mogelijk is de achterstanden bij de
belastingdienst en de pensioenverzekeraar ultimo 2012 volledig in te lopen.
Diakonie heeft een vordering op Purper Onroerend Goed B.V. (hierna: Purper) van
1,5 miljoen euro ter zake de financiering van een pand met een aanschafwaarde van
EUR 650.000, waarbij het vastgoed als zekerheid is verstrekt. Dit maakt dat sprake is
van een ongesecureerde (rekening-courant)vordering op Purper van circa EUR
900.000. Dubois merkt op dat zij het opmerkelijk vindt dat in een situatie van
liquiditeitskrapte een pand wordt aangeschaft, maar de RvT is van mening dat het
verschil tussen de aanschafwaarde en huurwaarde zodanig is dat tot aankoop is
overgegaan. De aankoop is goedgekeurd door de RvT.
Ten aanzien van de interne beheersing en governance rapporteert Dubois het volgende:





Diakonie heeft abusievelijk met betrekking tot circa 2.000 cliënten een onjuist
bestand aangeleverd bij CAK. Diakonie is doende met de verwerking van de juiste
gegevens.
Door de toestroom en overname van nieuwe klanten heeft Diakonie zorg geleverd
aan veel klanten waarvoor nog geen geldige indicatie was vastgelegd. De
ontbrekende indicaties zijn de afgelopen periode afgenomen van circa 250 naar 40.
Geleverde uren kunnen uitsluitend in CareAssist (facturatiesysteem) worden
ingevoerd, indien een indicatie aanwezig is. Omdat een aantal indicaties ontbrak
heeft Diakonie een schatting gemaakt van de geleverde zorg en deze schatting als
basis gebruikt voor de facturering. Als gevolg hiervan heeft Diakonie meerdere keren
meer gefactureerd dan de productie op basis van de in CareAssist ingevoerde
gegevens rechtvaardigde.
De vorige RvT is afgetreden omdat deze niet aan de onafhankelijkheidsvereisten
voldeed. De huidige leden van de RvT vervullen geen bestuurlijke functies en hebben
in het dagelijks leven functies op MBO/HBO niveau.
Diakonie heeft in 2012 een HKZ-certificering ontvangen. De huidige statuten van
Diakonie zijn gebaseerd op de Zorgbrede Goverance Code. Het voornemen is om de
naleving van de code extern te laten toetsen.
13
3.26
Ten aanzien van de aanwezigheid van arbeidsovereenkomsten en de van naleving caoverplichtingen rapporteert Dubois het volgende:


3.27
Alle onderaannemers van Diakonie hebben bevestigd dat van al hun medewerkers
een geldige arbeidsovereenkomst aanwezig is.
De RvB van Diakonie heeft bevestigd dat van alle medewerkers een
arbeidsovereenkomst aanwezig is die is gebaseerd op de van toepassing zijnde cao.
Ten aanzien van overige aspecten (managementkosten, bezoldiging directie en
onafhankelijkheid accountant) rapporteert Dubois het volgende:






De managementkosten worden door verschillende groepsvennootschappen betaald
aan Thuiszorg Diakonie B.V., waarin de ondersteunende activiteiten (facilitaire
diensten) zijn opgenomen. Deze vennootschap heeft een positief eigen vermogen.
De management fees worden overgemaakt naar de holding-maatschappijen van de
RvB en bedragen in 2011 EUR 208.000 (in 2010: EUR 300.000) respectievelijk EUR
143.000 (in 2010: EUR 240.000).
De leden van de RvB worden vanuit hun holdingmaatschappijen verloond en
ontvangen EUR 178.437 respectievelijk EUR 155.743.
De salarissen van de RvB worden vastgesteld door de RvT.
De RvB heeft aangegeven dat de salarissen vanwege de liquiditeitskrapte niet zijn
verhoogd en dat de betaling daarvan tijdelijk is uitgesteld.
De accountant heeft een onafhankelijkheidstoets uitgevoerd en hieruit volgt dat er
geen belemmeringen zijn in het kader van de onafhankelijkheid. Vanaf 2013 zal de
controle worden uitgevoerd door een derde.
3.28
In haar brief van 26 november 2012 deelt de gemeente aan Diakonie mee dat in het
onderzoek geen ernstige ontoelaatbaarheden zijn vastgesteld, maar dat er wel sprake is van
diverse tekortkomingen. In dezelfde brief worden de in het overleg van 7 november 2012
gemaakte afspraken bevestigd.
3.29
Eind december 2012 gaat de Diakonie groep voor wat betreft de AWBZ-activiteiten over tot
invoering van de “holdingstructuur.” De Diakonie groep richt circa vijftien besloten
vennootschappen op. In deze vennootschappen worden de cliënten en werknemers van de
AWBZ-onderaannemers van de Diakonie groep ondergebracht. Elke vennootschap krijgt de
naam “Zorgnet + naam onderneming onderaannemer.” Deze structuur wordt door de
Diakonie groep de zorgnetstructuur genoemd. De voormalige eigenaren van de
ondernemingen die in de zorgnet vennootschappen worden geplaatst, blijven als manager bij
de bedrijfsvoering betrokken en ontvangen een deel van de winst. Juridisch gezien is de
14
invoering van de zorgnetstructuur op 1 januari 2013 een feit. De structuur dient echter nog in
de praktijk te worden geïmplementeerd.
Het jaar 2013
3.30
In januari 2013 verricht Dubois in opdracht van de gemeente een hercontrole bij Diakonie op
de punten waarop Diakonie in november 2012 onvoldoende scoorde. Nu scoort Diakonie een
goed voor rechtmatigheid en een voldoende voor interne controle.
3.31
Op 20 maart 2013 vindt een bespreking plaats tussen de gemeente en Diakonie naar
aanleiding van de materiële hercontrole. Diakonie geeft aan een plan van aanpak te hebben
opgesteld om de productie van onderaannemers te controleren en dat verschillen tussen de
aanlevering van uren aan de gemeente, het CAK en de administratie in CareAssist worden
geanalyseerd. Voorts geeft Diakonie aan dat de financiële stabiliteit van de Diakonie groep
goed is, dat er een controller is aangesteld om daar extra zicht op te houden en dat er geen
betalingsproblemen zijn met onderaannemers. Daarnaast wordt afgesproken dat Diakonie de
gemeente per zorgperiode zal informeren over:17



De facturatie aan de gemeente in vergelijking met de administratie in CareAssist en
de aanlevering aan het CAK.
De controle op onderaannemers.
Ontwikkelingen of problemen met betrekking tot betalingsachterstanden,
aanlevering gegevens, onderaannemers en klachten.
3.32
Bij brief van 6 mei 2013 aan de gemeente meldt Diakonie dat de overname van het WMO
personeel en cliënten van Zonnehuisgroep na de aanbesteding in 2012 een negatieve wissel
van ruim EUR 80.000 heeft getrokken op de Diakonie groep en dat de Diakonie groep als
gevolg van de overname een aantal noodzakelijke investeringen heeft moeten doen. Dit zou
hebben geleid tot liquiditeitskrapte bij de Diakonie groep, zodat thans sprake is van
betalingsachterstanden aan de fiscus, het pensioenfonds en andere crediteuren. Diakonie
verzoekt de gemeente een voorschot te verlenen van 2,3 miljoen euro.
3.33
Op 13 mei 2013 vindt een bespreking plaats tussen Diakonie en de gemeente naar aanleiding
van het verzoek van Diakonie om een voorschot van 2,3 miljoen euro. Diakonie deelt het
volgende aan de gemeente mee:18

17
18
ABN AMRO Bank heeft een krediet van 1,8 miljoen informeel toegezegd, maar heeft
dit uiteindelijk niet toegekend.
Brief gemeente d.d. 10 april 2013.
Brief gemeente d.d. 17 mei 2013.
15




3.34
De Diakonie groep is de afgelopen jaren explosief (500%) is gegroeid, maar de
bedrijfsvoering is hierin achtergebleven. Hierdoor zijn zaken op administratief niveau
niet op orde en loopt de Diakonie groep inkomsten mis.
De huidige accountant is niet gespecialiseerd in grote ondernemingen en de
administratie is niet tijdig bijgewerkt. De Diakonie groep zal een andere accountant
inschakelen.
De tekorten in de WMO-exploitatie worden aangevuld uit winst van de AWBZactiviteiten.
Er zijn achterstanden in de betaling van onderaannemers en de betaling van
vakantiegeld aan de werknemers is een acuut probleem.
De gemeente geeft aan dat zij zeer terughoudend is in het verstrekken van voorschotten en
dat zij het verzoek van Diakonie niet kan beoordelen, omdat relevante documentatie niet is
overgelegd. Afgesproken wordt dat op 20 mei 2013 wederom overleg zal plaatsvinden en dat
Diakonie voorafgaand aan dit overleg de volgende stukken aan de gemeente zal
overleggen:19
-
-
Jaarrekeningen 2012.
Liquiditeitspositie en de verwachting voor de komende 2 à 3 jaar.
Begroting 2013 met daarbij benoemd de elementaire uitgangspunten en
veronderstellingen die worden gehanteerd.
Meerjarenplan met het oog op de aankomende veranderingen in de zorg met daarbij
verschillende scenario’s.
Een sanerings- en kostenbesparingsprogramma.
Termijn waarop Diakonie het voorschot uiterlijk dient te ontvangen en welke
consequenties er zijn indien niet (tijdig) tot betaling van een voorschot wordt
overgegaan.
Reactie op de vragen van de SP.
3.35
Op 28 mei 2013 vindt opnieuw overleg plaats tussen Diakonie en de gemeente. Diakonie
heeft de gemeente voorafgaande aan het overleg niet de stukken overgelegd, die zij conform
de op 13 mei 2013 gemaakte afspraak aan de gemeente zou verstrekken. Tijdens het overleg
licht Diakonie aan de hand van een presentatie de financiële positie van de Diakonie groep
toe.20
3.36
De gemeente deelt mee dat zij niet zal overgaan tot het verstrekken van een voorschot,
mede omdat dit ongelijkheid schept ten opzichte van andere partijen. Voorts deelt de
19
20
Brief gemeente d.d. 17 mei 2013.
Brief gemeente d.d. 21 juni 2013.
16
gemeente mee dat de wethouder als gevolg van het verzoek van Diakonie om een voorschot
vraagtekens heeft bij de financiële stabiliteit van Diakonie. 21
3.37
Diakonie geeft aan dat het gevraagde voorschot te hoog en daarmee onrealistisch was,
aangezien het bedrag van 2,3 miljoen euro alle openstaande vorderingen zou dekken. Reden
voor de aanvraag van het voorschot aan de gemeente is, dat hiermee het aantal schuldeisers
zou worden beperkt tot één, namelijk de gemeente, hetgeen overzichtelijker is. Volgens
Diakonie is het niet onmogelijk om uit de huidige situatie te komen, maar een voorschot van
de gemeente zou dit aanzienlijk hebben vergemakkelijkt. Diakonie geeft voorts aan dat er
een herstel- en saneringsplan is opgesteld. 22
3.38
De gemeente constateert dat de herstel- en saneringsplannen van Diakonie niet zijn
geconcretiseerd. Voorts constateert de gemeente dat Diakonie het overgrote deel van de
met de gemeente gemaakte afspraken op 7 november 2012, 20 maart 2013 en 13 mei 2013
niet is nagekomen en dat de door Diakonie genoemde feiten niet altijd sporen met de
werkelijkheid. Zo blijken de schulden van Diakonie in werkelijkheid veel groter te zijn dan
Diakonie aan de gemeente had voorgespiegeld. 23
3.39
Partijen spreken af dat op 27 juni 2013 wederom overleg zal plaatsvinden om te bezien op
welke wijze de gemeente kan controleren of afspraken door Diakonie worden nagekomen,
de schuldpositie wordt verminderd en de te leveren zorg niet in gevaar komt. De gemeente
verzoekt Diakonie om voorafgaande aan het geplande overleg de reeds eerder gevraagde
documentatie te overleggen. Voorst verzoekt de gemeente Diakonie een overzicht van de
schuldenpositie, een aflossingsplan met afspraken gemaakt met de belastingdienst, het
pensioenfonds, de onderaannemers en overige crediteuren, een concreet saneringsplan, een
concreet verbeteringsplan en een rol forward aan de gemeente te verstrekken.24
3.40
In haar brief van 11 juni 2013 aan de gemeente deelt Diakonie mee dat zij doende is met het
doorvoeren van veranderingen en verbeteringen en dat zij verwacht haar schuldenpositie in
de loop van 2013 met mogelijk een doorloop naar 2014 geleidelijk af te bouwen en te
normaliseren zonder dat dat ten koste gaat de door te leveren zorg.25
3.41
Bij brief van 26 juni 2013 bericht Diakonie de gemeente dat Diakonie bij het UWV een
ontslagvergunning heeft ingediend voor 98 werknemers van de voormalige Zonnehuisgroep.
21
Brief gemeente d.d. 21 juni 2013.
Brief gemeente d.d. 21 juni 2013.
23
Brief gemeente d.d. 21 juni 2013.
22
24
25
Brief gemeente van 20 juni 2013.
Brief Diakonie van 11 juni 2013
17
3.42
Op 27 juni 2013 vindt wederom overleg plaats tussen de gemeente en Diakonie. De
gemeente deelt mee dat zij haar financieel toezicht op Diakonie gaat verscherpen. Tijdens
het overleg wordt afgesproken dat Diakonie de gemeente maandelijks zal rapporteren over
de financiële positie van Diakonie en de concrete voortgang van het herstel- en
saneringsplan.
3.43
Op 15 augustus 2013 en 18 september 2013 vinden overleggen plaats tussen Diakonie en de
gemeente waarin Diakonie de gemeente rapporteert over de financiële positie van Diakonie
en de concrete voortgang van het herstel- en saneringsplan. Voorafgaande aan de
overleggen stuurt Diakonie de gemeente onderbouwende en relevante stukken.
3.44
Eveneens in augustus 2013 voert het zorgkantoor materiële controles uit bij Stichting
Thuiszorg Orchidee, Intellimatch en Millennium. De uitkomsten van de controles zijn niet
positief. Het zorgkantoor stelt vast dat een substantieel gedeelte van de in 2012 en 2013
gefactureerde zorg onrechtmatig is en vordert op 15 augustus 2013 terugbetaling van een
bedrag van circa 5,4 miljoen euro. Het merendeel van de vordering (ruim 4,5 miljoen) heeft
betrekking op door Intellimatch in 2012 en 2013 gefactureerde zorg.
3.45
Op 3 september 2013 bericht het zorgkantoor de Diakonie groep dat zij – mede gelet op de
uitkomsten van de materiële controles - de bevoorschotting aan de Diakonie groep per direct
staakt. De Diakonie groep kan de door haar geleverde zorg voortaan pas achteraf bij het
zorgkantoor in rekening brengen. De Diakonie groep verzoekt het zorgkantoor om een
liquiditeitsoverbrugging. Dit verzoek wordt op 30 september 2013 afgewezen.
3.46
Ook vinden in september 2013 gesprekken plaats tussen Diakonie en thuiszorgorganisatie
Joost Zorgt over een mogelijke overname van de WMO-activiteiten van Diakonie door Joost
Zorgt. Diakonie informeert de gemeente over deze gesprekken. De gemeente geeft aan dat
bij een overname het raamcontract met de gemeente – gelet op de aanbestedingsregelingen
- waarschijnlijk niet in stand kan blijven. Diakonie stelt voor om uitsluitend een
bestuurswisseling te laten plaatsvinden, waarbij de RvB van Diakonie wordt vervangen door
de RvB van Joost Zorgt.
3.47
Op 30 september 2013 vindt een bespreking plaats tussen de gemeente, Diakonie en later,
Joost Zorgt, in verband met het voornemen van Diakonie om haar WMO-activiteiten over te
dragen aan Joost Zorgt. De gemeente deelt Diakonie het volgende mee:

De gemeente heeft contact gelegd met het zorgkantoor en vernomen dat het
zorgkantoor over een substantiële vordering beschikt op de Diakonie groep. Deze
vordering zal het zorgkantoor verrekenen met de AWBZ-facturen die zien op de
18

komende maanden. De gemeente verwacht dat er na verrekening geen bedrag
overblijft voor Diakonie.
Het raamcontract tussen de gemeente en Diakonie zal in 2014 niet worden verlengd
en de gemeente zal haar eigen plan trekken ongeacht verdere gesprekken tussen
Diakonie en Joost Zorgt of andere gegadigden.
3.48
Op 4 oktober 2013 vindt een bespreking plaats tussen de Diakonie groep en haar
huisbankier, ABN AMRO. De Diakonie groep verzoekt ABN AMRO om een
overbruggingskrediet.
3.49
Op 8 oktober 2013 meldt ABN AMRO aan de Diakonie groep dat de Diakonie groep gemaakte
afspraken niet nakomt, zodat de maximaal gedoogde debetpositie in rekening-courant per
heden is komen te vervallen.
3.50
Ook vindt op 8 oktober 2013 een overleg plaats tussen het zorgkantoor en de Diakonie
groep. De Diakonie groep verzoekt het zorgkantoor in te stemmen met aflossing op een
langere termijn. Het zorgkantoor gaat hiermee niet akkoord.
3.51
Op 16 oktober 2013 doet Diakonie en een aantal aan haar gelieerde entiteiten eigen aangifte
van faillissement. De faillissementen worden op dezelfde dag uitgesproken.
19
4
Conclusies
4.1
De gemeente heeft, in ieder geval vanaf 2010, met regelmaat materiële controles doen
uitvoeren door Dubois bij Diakonie. Door de bank genomen zijn de uitslagen van de materiële
controles niet zorgelijk. Ten aanzien van punten waarop onvoldoende werd gescoord heeft
de gemeente Dubois opdracht gegeven hercontroles uit te voeren. De uitslagen van de
hercontroles waren voldoende tot goed.
4.2
Na ontvangst van de klokkenluidersbrief (juli 2012) heeft de gemeente door Dubois zowel
een materiële controle bij Diakonie als een uitgebreid onderzoek naar de financiële gang van
zaken bij de Diakonie groep doen verrichten.
4.3
Uit onderzoeksrapporten van Dubois is gebleken dat er punten waren van zorg en aandacht,
maar niet is gebleken dat de situatie bij de Diakonie groep onhoudbaar was. Naar aanleiding
van de onderzoeksrapporten van Dubois hebben de gemeente en Diakonie een
verbetertraject afgesproken.
4.4
Het verzoek van Diakonie aan de gemeente om een zeer aanzienlijk voorschot te verstrekken
(mei 2013), vormde de directe aanleiding voor de gemeente om het toezicht op Diakonie
verder te verscherpen. Vanaf dat moment heeft Diakonie de gemeente maandelijks
gerapporteerd over de financiële positie van de Diakonie groep en de concrete voortgang van
het ingezette verbetertraject.
4.5
Voor zover de curator kan beoordelen heeft de gemeente steeds gereageerd op negatieve
signalen over het handelen van de Diakonie groep en uitgebreid onderzoek doen verrichten.
4.6
De overeenkomst met Diakonie zou eind december 2013 aflopen. De curator is van oordeel
dat de gemeente op basis van de resultaten van de onderzoeksrapporten van Dubois
onvoldoende grond had om de overeenkomst met Diakonie voortijdig te beëindigen.
4.7
Zelfs indien er gronden aanwezig zouden zijn geweest om de overeenkomst met Diakonie te
ontbinden, dan had de gemeente daar niet rauwelijks toe kunnen overgaan. Op grond van de
WMO is de gemeente immers gehouden voortdurend zorg te dragen voor de kwaliteit en de
continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. Een direct gevolg van ontbinding zou
zijn dat de continuïteit van de zorg gevaar zou lopen. Gelet op de aanbestedingsregels
alsmede de benodigde capaciteit die een derde zou moeten hebben om de zorg van alle
cliënten van Diakonie per direct over te nemen, was het voor de gemeente welhaast
onmogelijk om per direct een geschikte vervanger voor Diakonie te vinden.
20
4.8
Naar het oordeel van de curator werd de financiële situatie van de Diakonie groep
onhoudbaar toen het zorgkantoor op 15 augustus 2013 overging tot terugvordering van de
Diakonie groep van een bedrag van 5,4 miljoen euro. Het is de curator niet gebleken dat de
gemeente deze terugvorderingsactie kon voorzien.
4.9
Gelet op het voorgaande is de curator van oordeel dat niet kan worden gesteld dat de
gemeente onvoldoende toezicht heeft gehouden de gang van zaken binnen Diakonie of
inadequaat heeft gehandeld nadat de negatieve signalen over de gang van zaken waren
ontvangen.
4.10
Evenmin kan naar het oordeel van de curator worden gesteld dat de gemeente ter zake het
faillissement van de Diakonie groep en de door de gezamenlijke crediteuren geleden schade
een rechtens relevant verwijt kan worden gemaakt. Naar het oordeel van de curator is er
derhalve geen grond aanwezig om namens de gezamenlijke crediteuren van de Diakonie
groep de gemeente aansprakelijk te stellen.
4.11
Voor de goede orde merkt de curator nog op dat hij uitsluitend kan acteren namens de
gezamenlijke crediteuren en niet namens een bepaalde groep crediteuren dan wel een
individuele crediteur. Het staat een individuele crediteur (dan wel een groep crediteuren)
vanzelfsprekend vrij de als gevolg van het faillissement van de Diakonie groep geleden
schade te verhalen op derden (waaronder de gemeente), indien de betrokken crediteur(en)
meent(menen) dat daarvoor valide juridische argumenten aanwezig zijn.
4.12
De vermoedelijke belangrijke oorzaak van het faillissement van de Diakonie groep is volgens
de curator dat het bestuur - mede als gevolg van de overname van Intellimatch in 2012 en de
invoering van de zorgnetstructuur in 2013 - niet in control was voor wat betreft de uitvoering
van de AWBZ-activiteiten van de Diakonie groep.
21