Dialoog - Louis Ide

© Foto Mine Dalemans
Apotheek en politiek
Dialoog
N-VA-senator dr. Louis Ide neemt het op voor de zelfstandige apotheker
De apotheker is de nulde lijn
N-VA-senator dr. Louis Ide hamerde
de voorbije jaren via een resem
parlementaire voorstellen en vragen
op de meerwaarde van de apotheker.
Of juister nog: van de ‘zelfstandige’
apotheker.
Louis Ide is arts van opleiding. Na zijn
studies specialiseerde hij zich in de
tropische geneeskunde en trok hij met
Artsen Zonder Grenzen op missie naar
Sudan, dat door een zware hongersnood
werd geteisterd. “Het eerste wat we
er deden, was kijken welke kinderen
‘voldoende ondervoed’ waren om een
rantsoen te krijgen. De situatie was
dramatisch: moeders van vijf kinderen
hielden twee kinderen ondervoed om
er drie te kunnen voeden. Ik stond
in voor een districtshospitaal in het
zuiden van Sudan. Eén van mijn taken
was het stockbeheer van de apotheek.
Artsen Zonder Grenzen is vrij goed
gestructureerd, maar je moest op je
qui-vive zijn omdat er soms een en
ander werd ontvreemd. Dan zag je
op de zwarte markt in Ethiopië plots
tuberculostatica opduiken. Die werden
per eenheid verkocht, waardoor de
resistentie in de hand gewerkt werd. Ik
vond het wel een zeer boeiende periode
en een heel leerrijke ervaring. Als de
22 — Dialoog
kinderen later het huis uit zijn, ga
ik terug naar Afrika.”
Vandaag de dag is Ide klinisch bioloogziekenhuishygiënist in het Jan Palfijn
Ziekenhuis Gent en senator en
gezondheidsspecialist van de N-VA.
Een arts en een politicus met veel
aandacht voor het beroep van de
apotheker.
Vanwaar die belangstelling voor de
apotheek?
“Mijn schoonvader was apotheker en
ik heb ook vrienden die apotheker zijn,
maar als politicus ben ik om een andere
reden in het beroep geïnteresseerd.
Van een arts in het parlement
wordt gauw gezegd: ‘De dokter
verdedigt de dokters’. Ik probeer dat
te overstijgen. Ik denk na over een
gezondheidszorgsysteem waarin
iedere zorgverstrekker zijn plaats
moet hebben. De apotheker heeft
in dit zorglandschap een functie die
veel verder gaat dan het verdelen van
geneesmiddelen. Als het enkel afleveren
was, zonder advies, zou de vraag
terecht zijn: ‘Kunnen die producten niet
evengoed in een hoekje van de supermarkt
liggen?’ Maar als er een meerwaarde
is, en die is er, dan vervalt de vraag.”
Apothekersblad nr. 1 - januari 2014
Voorstel van resolutie betreffende de
exclusieve verkoop van zuigelingenvoeding
in de apotheek. (25/11/2010)
“Mijn vrouw is destijds op pad gegaan
om te achterhalen of je in winkelketens
advies krijgt over de keuze en het
gebruik van eersteleeftijdsmelk. In
het Kruidvat hing een telefoonnummer
dat je kon bellen als je vragen had.
Dat was alles. Voor deskundig
advies moet je naar de apotheek, dat
krijg je niet in de supermarkt.“
Voorstel van resolutie betreffende de
instandhouding van de rol van de apotheker
als belangrijk gezondheidswerker,
het benadrukken van het belang van
de apotheker als officinahouder en
het tegengaan van de vrije verkoop
van medicijnen. (01/06/2012)
“Ik ben niet voor het Angelsaksisch
model waar OTC-geneesmiddelen in
de supermarkt liggen. Ik zeg dat niet
omdat ik weet dat dit goed scoort bij
het apothekerskorps, maar omdat het
kadert in de filosofie van de apotheker
als zorgverstrekker. Daarom ben ik ook
voorstander van een ‘intiem hoekje’ om
advies te geven, daarom heb ik ook een
voorstel ingediend om startersvoeding
in de apotheek te houden. De
meerwaarde van de apotheker ligt
Voorstel van resolutie ter vrijwaring
van de onafhankelijkheid van
apothekers. (01/06/2012)
“Zorgverstrekkers moeten
wetenschappelijk en onafhankelijk
kunnen denken en niet gebonden zijn
aan een keten. Een vrij beroep met
een zelfstandigenstatuut biedt de
beste garantie op die intellectuele
onafhankelijkheid. Daarom moeten
de apotheken in handen zijn van de
apotheker. Ik vind dat ziekenfondsen
niet tegelijkertijd rechter en partij
kunnen zijn. Het is hun taak om de
patiënt te verdedigen en sociale noden
te detecteren, maar niet om zelf de
gezondheidszorg te organiseren. Het
is niet zuiver dat ze belangen hebben
in apotheken en thuiszorgwinkels
en dat ze vertegenwoordigd zijn
in het bestuur van ziekenhuizen.
Dat moet afgebouwd worden.”
Wetsvoorstel met het oog op de
invoering van accreditatie bij officinaapothekers. (09/11/2011)
“De apotheker heeft al voor zichzelf
uitgemaakt dat hij een zorgverstrekker
is. Die keuze voor farmaceutische zorg
is een surplus voor de volksgezondheid
en heeft de rol van de apotheker
geherwaardeerd. Dat is een goede shift,
maar de apothekers moeten verder gaan
op dat elan. De kwaliteit van de diensten
moet gewaarborgd worden. Ik merk dat
de beroepsgroep daar achter staat en dat
er al heel wat inspanningen zijn gedaan.
Om de kwaliteit van de farmaceutische
zorg te garanderen, is een permanente
opleiding noodzakelijk. Navorming moet
verplicht zijn, maar ook vergoed. Ik heb
dit voorstel twee jaar geleden ingediend.
De minister heeft de verplichting
overgenomen, maar niet de vergoeding.”
“In mijn voorstel is deze navorming
ook een opstap naar een
multidisciplinair overleg, in eerste
instantie met de artsen. Ik vind
Parlementaire vragen: een bloemlezing
Senator dr. Ide stelde vorig jaar
297 ‘schriftelijke vragen’ en meer
dan 120 ‘vragen om uitleg’, waarin
hij het geregeld opnam voor de
zelfstandig’ apotheker. Dat verdient
een bloemlezing. Laten we beginnen
met het meest netelige onderwerp…
Domperidon in het vizier
• Risico’s: "Is de minister het met
mij eens dat, gelet op de mogelijke
risico's, overwogen moet worden om
geneesmiddelen met domperidon enkel
op medisch voorschrift af te leveren?"
• Voorschrift: "Ik ben verheugd dat
het FAGG beslist heeft dat deze
geneesmiddelen enkel op voorschrift
te verkrijgen zijn. Waarom wacht het
FAGG hiermee tot eind dit jaar?"
• Werkzaamheid: "Deze beslissing
is vooral gebaseerd op mogelijke
risico’s. Er zijn ook studies die de
werkzaamheid van domperidon in twijfel
trekken. Onderzoekt het FAGG dit?"
• Richtlijnen: "Al deze informatie
maakt het artsen zeer moeilijk om
te weten hoe ze moeten omgaan met
het gebruik van domperidon. Zal
het FAGG richtlijnen vastleggen?"
“Ik heb negatieve commentaren
gekregen van apothekers omdat ik erop
aangedrongen heb om domperidon
op voorschrift te zetten. Ik begrijp dat
apothekers daar niet gelukkig mee zijn,
maar ik denk dat ze in de huidige situatie
niet voldoende kunnen beoordelen of
er cardiale risico’s zijn. Daarvoor is
een uitwisseling van gegevens vereist,
Apothekersblad nr. 1 - januari 2014
Dialoog — 23
Dialoog
en die is er op dit ogenblik niet. Door
het GFD worden alle farmaceutische
dossiers horizontaal (onder apothekers)
gekoppeld en dat zal de rol van de
apotheker versterken. Maar er moet ook
een verticale koppeling komen, zodat
artsen en apothekers gegevens kunnen
delen, onder meer rond polyfarmacie. Ik
pleit voor een centraal dossier, met een
luik farmacie, dat door de huisarts wordt
beheerd. Als de patiënt toestemming
geeft om zijn gegevens te delen, dan
krijgt de apotheker toegang tot een deel
van het medisch dossier. De apotheker
moet bepaalde klinische gegevens
hebben om een inschatting te kunnen
maken over, bijvoorbeeld, domperidon.
Tenzij het EMA aantoont dat dit niet
werkt. Want dààr was het mij om te
doen. Niemand heeft zich afgevraagd
waarom het FDA domperidon nooit heeft
goedgekeurd. Omdat de werkzaamheid
niet was aangetoond, wellicht.
Domperidon heeft niet alleen ernstige
neveneffecten, ik heb ook aanwijzingen
dat het niet werkt. Dat is het EMA nu aan
het onderzoeken. Het ging mij niet om
het verplicht op voorschrift stellen, maar
om de hele ketting: neveneffecten én
werkzaamheid. Maar het vervolgverhaal
de begeleidingsgesprekken voor
astmapatiënten een goede stap, maar er
moet overleg zijn met de voorschrijver,
want er kunnen specifieke redenen
zijn om iets voor te schrijven. Een
medisch-farmaceutisch overleg komt
de kwaliteit van de zorgverlening voor
de patiënt ten goede. Voor mij staat het
MFO bovenaan op de prioriteitenlijst.
Dat overleg moet vooral digitaal zijn.
Het mag geen vergaderitis worden; af en
toe een lokale MFO-bijeenkomst, zodat
je elkaar een paar keer per jaar ziet, en
daarnaast een digitale uitwisseling van
gegevens. Zoals het Vitalink-verhaal.
Dat moet dringend versterkt worden. “
© Foto Mine Dalemans
steeds meer in het begeleiden van
de patiënt voor een optimaal gebruik
van geneesmiddelen en andere
gezondheidsproducten. De apotheek
is heel laagdrempelig en je krijgt er
professioneel advies. Apothekers zijn
de nulde lijn in de gezondheidszorg.
Hun adviserende en doorverwijzende
functie is van onschatbare waarde.”
is ondergesneeuwd door de heisa
rond de risico’s. Het EMA heeft haar
beslissing onlangs (weeral) uitgesteld,
tot maart 2014. Ik ben benieuwd.”
Het moratorium op het aantal
apotheken (23/01/2013)
"Het aantal apotheken wordt momenteel
beperkt tot het aantal dat op 8 december
1999 vergund was. In eerste instantie was
dit moratorium voorzien voor 10 jaar. Eind
2009 werd het verlengd tot december 2014,
dus eind volgend jaar. U zal begrijpen dat
dit jonge beginnende apothekers met heel
wat vragen opzadelt. Heeft het nog zin om
te investeren in een eigen apotheek als
eind 2014 het aantal apotheken sterk kan
stijgen? Om deze onduidelijkheid weg te
nemen heb ik voor u een zeer eenvoudige
vraag. Bent u van plan om het moratorium
te behouden en zo ja, voor hoelang?"
Minister Onkelinx: "Op dit moment is er,
sinds de laatste verlenging, geen nieuw
element dat me er zou toe brengen om het
moratorium op het aantal apotheken stop
te zetten. Zonder nieuw element lijkt het
me dan ook wenselijk om het opnieuw te
verlengen voor een periode van 5 jaar."
Minister Onkelinx: "Ik wens u er op
te wijzen dat het voldoende is dat aan
één van de twee criteria voldaan is
(demografisch of geografisch). Een betere
geografische spreiding heeft te maken
met de afstanden tot de dichtstbijgelegen
apotheken. De Vestigingscommissies gaan
ervan uit dat er een betere geografische
spreiding is als de gemiddelde afstand
tot de dichtstbijzijnde apotheken na
de overbrenging groter is dan voor de
overbrenging. Een betere demografische
spreiding heeft te maken met inwoners.
De Vestigingscommissies gaan ervan
uit dat er een betere demografische
spreiding is als na de overbrenging het
aantal inwoners in de vooropgestelde
invloedssfeer van de geplande apotheek
groter is dan in de invloedssfeer van de
apotheek op de huidige vestigingsplaats."
© Foto Mine Dalemans
24 — Dialoog
Het verplaatsen van apotheken
(16/04/2013)
"Het Koninklijk Besluit legt zeer duidelijke
regels op voor het verplaatsen van
apotheken naar andere gemeenten.
Voor een verplaatsing binnen eenzelfde
gemeente zijn de regels veel minder
duidelijk. Zo moet de nieuwe toestand
leiden tot ‘een betere geografische
en demografische spreiding’ van de
apotheken. Nergens wordt echter
verduidelijkt wat dit dan wel mag zijn.
Omdat het verplaatsen van apotheken
een belangrijke invloed kan hebben
op andere apotheken, lijkt het mij niet
aangewezen dat met zulke onduidelijke
criteria wordt gewerkt. Dit leidt immers
tot onzekerheid. Om hierover duidelijkheid
te scheppen, had ik van u graag geweten
hoe de Vestigingscommissie een
betere geografische en demografische
spreiding interpreteert."
Automatische IMV (23/10/2013)
"In de rustoorden van Peer, MeeuwenGruitrode en Hechtel-Eksel wordt
medicatie afgeleverd via automatisch IMV.
Een robot kan echter geen halve tabletjes
selecteren waardoor de apothekers
verplicht zijn om de medicatie aan te
passen aan de mogelijkheden van de
robot. Is mevrouw de minister op de
hoogte van deze situatie? Zo ja, wat vindt
zij hiervan? Staat zij achter het gebruik
van een dergelijke robot voor de aflevering
van medicatie? Is zij het ermee eens dat
het gebruik van een dergelijke robot voor
hogere kosten in de gezondheidszorg
Apothekersblad nr. 1 - januari 2014
zorgt?"
Vraag nog niet beantwoord.
In de oppositie ben je geen
beleidsmaker. Zijn al die voorstellen
en vragen niet vrijblijvend?
“Nee, dat denk ik niet. Als je ergens
op hamert als politicus beïnvloed je
hopelijk de geesten. Ik heb er een wet over de bloeddonatie, dat mag je nu tot
de dag dat je 71 wordt ‒ doorgekregen,
vanuit de oppositie. Daar ben ik trots
op. Die voorstellen en vragen zijn geen
losse flodders. Je trekt aan de kar, dat
inspireert. En stel dat we ooit iets te
zeggen hebben, dan gaan we echt niet
het omgekeerde doen van wat we altijd
verkondigd hebben. Dat zou ronduit
kiezersbedrog zijn en daar word je
de volgende keer voor afgestraft. Wij
hebben een duidelijke visie op de rol
van de apotheker en op de organisatie
van de gezondheidszorg, en daar
zullen we ons ook aan houden.”
Maar het is wel een visie op een
‘Vlaamse’ gezondheidszorg.
“Vlaams? Ja, omdat ik dat zie als een
mogelijkheid om de gezondheidszorg
te hervormen. De taalgrens is ook een
zorggrens. Vlaanderen en Wallonië
hebben een verschillende visie op de
gezondheidszorg. Vlaanderen legt meer
de klemtoon op de huisarts als centrale
spil, terwijl Wallonië nog altijd kiest
voor een model waarin het ziekenhuis
en de specialistengeneeskunde
centraal staan. Het beleid rijdt op twee
sporen omdat er verschillende visies
zijn. De structuren van dit land staan
een modern sociaal beleid in de weg.
Een eigen aanpak in beide regio’s is
noodzakelijk. De socio-economische
situatie laat ons niet toe om verder
aan te modderen. 2014 wordt een
kantelmoment. De kiezer staat dan
voor een historische keuze. Wat is het
alternatief? Di Rupo twee? Dan zie ik
de socio-economische toekomst zeer
pessimistisch in. ‘Tene quod bene’, zou
mijn voorzitter zeggen, ‘behoud het
goede’. We willen niet de volledige
gezondheidszorg op zijn kop zetten.
Maar als de kiezer ons een mandaat
geeft, dan komt er wel een eigen
moderne Vlaamse gezondheidszorg.”
Erik Beerten