Download - EnergyGO

QUICK-SCAN ENERGIEBESPARINGSPOTENTIEEL
'Kleinkantoor B.V.'
Hoofdweg 1 te Regiostad
P660.001-9999.v2
9 juli 2014
Samenvatting
Dit rapport geeft de bevindingen weer van de energiebesparingspotentieel scan voor het
gebouw van Kleinbedrijf B.V. aan de Hoofdweg 1 te Regiostad. De totale energiekosten
bedragen nu ongeveer 7.400 euro per jaar plus 1.900 euro per jaar voor de
netwerkaansluiting. Het energiegebruik ligt 54% onder het landelijk gemiddelde voor
Kantoren, met name omdat 60% van het gebouw leeg staat.
De volgende besparingsmaatregelen zijn voorgesteld in dit rapport. De investeringen
omvatten alleen materiele kosten, het aantal manuur is buiten beschouwing gelaten,
tenzij expliciet vermeld. Investeringen en opbrengsten zijn benaderingen waar geen
rechten aan ontleend kunnen worden. De eenvoudige terugverdientijd is de verhouding
tussen de opbrengst en de investeringen. Het rendement op investeringen, subsidies en
inflatie zijn niet meegenomen.
Besparingsmaatregelen
Omschrijving
Capaciteit elektriciteitsaansluiting
Investering
Opbrengst
TVT*
110 €
1.600 €/jaar
4 weken
3.000 €
264 €/jaar
11 jaar
10 €
20 €/jaar
6 maanden
200 €
318 €/jaar
8 maanden
0€
680 €/jaar
-
0€
20 €/jaar
-
verlagen tot 3 x 25A
Zonnepanelen
Isoleren CV leidingen ketelhuis
Radiatorfolie
Onnodige lampen uitdraaien
Computers
op
schakelblokken
buiten
werktijden uitschakelen
* TVT = eenvoudige terugverdientijd = investering / opbrengst
Het implementeren van alle besparingsmaatregelen verlaagt de energierekening met
32%, een kostenreductie van ongeveer 2.900 €/jaar.
De maatregel zonnepanelen komt in aanmerking voor de EIA subsidie.
Pagina |2
Inhoudsopgave
1.
Introductie................................................................................................. 4
2.
Gebouw...................................................................................................... 5
2.1
2.2
2.3
2.4
3.
Energiegebruik .......................................................................................... 7
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
4.
Verwarming .................................................................................................. 9
Koeling ....................................................................................................... 10
Ventilatie .................................................................................................... 10
Verlichting .................................................................................................. 11
ICT ........................................................................................................... 13
5.1
5.2
5.3
5.4
6.
Jaarlijks energiegebruik .................................................................................. 7
Capaciteitsaansluiting ..................................................................................... 8
Grootgebruikers ............................................................................................. 8
Overige gebruikers ......................................................................................... 8
Eigen opwekking ............................................................................................ 8
Installaties ................................................................................................ 9
4.1
4.2
4.3
4.4
5.
Toepassing .................................................................................................... 5
Bouw ............................................................................................................ 5
Energie & Installaties...................................................................................... 6
Gebouwadvies ............................................................................................... 6
ICT op de werkplek ......................................................................................
ICT op de werkplek ......................................................................................
Printers.......................................................................................................
Serverruimte / Datacenter ............................................................................
13
13
14
14
Financiering ............................................................................................. 15
6.1
6.2
Belastingvoordelen .......................................................................................
6.1.1 Energie investeringsaftrek (EIA) ..........................................................
6.1.2 Milieu investeringsaftrek (MIA) ............................................................
6.1.3 Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) ...........................
6.1.4 Kleinschaligheidsinvestering (KIA) .......................................................
Subsidie......................................................................................................
6.2.1 Stimulering duurzame energie (SDE+) .................................................
15
15
15
16
16
16
16
Pagina |3
1.
Introductie
Voor een gezonde financiële bedrijfsvoering is het belangrijk de kosten zo laag mogelijk
te houden. Energiekosten zijn vaak verborgen kosten. Het zijn kosten die maandelijks
van uw rekening afgaan en waar u verder niet zo op let. Bedrijven en ondernemers
betalen nu gemiddeld 15 euro per vierkante meter gebouwoppervlak per jaar aan
energiekosten. Een kantoorpand
van 2.000 m2 heeft bijvoorbeeld al
snel
een
energierekening van 30.000 euro/jaar.
Energie
besparen
energiegebruik
is
erg
makkelijk
leidt
tot
een
zonder
lagere
veel
te
hoeven
energierekening.
Uit
investeren.
het
Minder
oogpunt
van
maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid helpt energie besparen het
verbeteren van het milieu en het klimaat.
Met deze quick-scan "energiebesparingspotentieel" zijn de kansrijke energiemaatregelen
die leiden tot energiebesparing in kaart gebracht. Deze rapportage geeft u inzicht
hoeveel u kunt besparen op o.a. verlichting, verwarming, koeling en gebruiksapparatuur
en hoe het comfort in het gebouw eventueel kan worden verbeterd. U krijgt inzicht hoe u
de besparing kunt realiseren, hoeveel het kost en wanneer het best kan worden
uitgevoerd en kan worden terugverdiend.
Deze rapportage is opgesteld voor het gebouw van Kleinkantoor B.V. gevestigd op
Hoofdweg 1 te Regiostad. Het rapport is tot stand gekomen aan de hand van een
vragenlijst en een bezoek op locatie door een EnergyGO energie-expert op 4 juli 2014.
Aan deze quick-scan kunnen geen rechten worden ontleend.
Pagina |4
2.
Gebouw
2.1
Toepassing
Het gebouw van KleinKantoor B.V. is gevestigd op Hoofdweg 1 te Regiostad en wordt
gebruikt als kantoorgebouw. KleinKantoor huurt het gebouw van KantoorEigenaar B.V.
Naast KleinKantoor zijn er nog drie bedrijven die gebruik maken van dit pand. Gegevens
van deze medehuurders, zoals het aantal werkplekken, zijn ook meegenomen in deze
rapportage.
Het bruto vloeroppervlak bedraagt 785 m2, verdeeld over twee verdiepingen. In het
verhuurde gedeelte zijn er 12 werkplekken aanwezig. Ongeveer 40 procent van het
gebouw is op dit moment in gebruik, het restant staat leeg.
De tijden dat het gebouw in gebruik is zijn werkdagen van half 8 tot half zes. Wekelijks
is het gebouw daarmee 50 uur in gebruik.
2.2
Bouw
Het pand is gebouwd in 1971 en is daarna verder niet gerenoveerd.
Het gebouw heeft een dak van bitumen met een onbekende isolatiewaarde. De gevel
bestaat uit gevelplaten met daarachter polystyreen als isolatie. De isolatiewaarde van de
gevel is niet bekend. Het gebouw is zuid georiënteerd. De beglazing bestaat uit dubbel
glas en er is buitenzonwering aanwezig die met de hand bediend wordt.
Pagina |5
Het gebouw heeft een elektriciteitsaansluiting van 3 x 63 ampère, waarmee deze onder
de categorie 'klein gebruiker' valt. De gasaansluiting is G6, waarmee deze onder de
categorie 'klein gebruiker' valt.
2.3
Energie & Installaties
Het gebouw is niet voorzien van een energielabel.
Het gebouw is niet voorzien van een centraal gebouwbeheersysteem. Installaties worden
individueel aangestuurd. Tevens is er geen energiemonitoringssysteem aanwezig.
Werknemers klagen over te koude en te warmte kantoorunits, met name op de bovenste
verdieping. Huurders klagen over hoge servicekosten en het jaarlijks extra bijbetalen als
gevolg van een hoge energierekening.
2.4
Gebouwadvies
Het gebouw is op leeftijd en slecht geïsoleerd. Er zijn echter geen maatregelen aan het
gebouw zelf te nemen die als 'quick-win' kunnen worden geclassificeerd. Het verbeteren
van de gevelisolatie brengt hoge kosten met zich mee. Daarnaast moet worden
opgemerkt dat wijzigingen aan de gevel effect hebben op de ventilatie (zie hoofdstuk
'Ventilatie'), waardoor ook kosten voor een mechanisch ventilatiesysteem gemaakt
moeten worden.
Pagina |6
3.
Energiegebruik
Een gebouw kan op vier manieren voorzien in zijn netto energiebehoefte: via het
elektriciteitsnetwerk, het gasnetwerk, een (stads-)warmtenet en een (stads-)koudenet.
Dit
hoofdstuk
analyseert
het
energiegebruik
en
de
aansluitingen
op
de
energienetwerken.
3.1
Jaarlijks energiegebruik
De volgende tabel geeft een overzicht van het energiegebruik van een jaar voor
elektriciteit, gas, warmte en koude. Ook het totale energiegebruik en CO 2 uitstoot is
hierin opgenomen. Hiervoor zijn elektriciteit en gas omgerekend van respectievelijk kWh
en m3 naar GJ en kg CO2 conform de NEN7120. Daarbij is het rendement van
elektriciteitscentrales meegenomen. CO2 uitstoot voor warmte en koude betrokken uit
(stads-)netwerken zijn buiten beschouwing gelaten, omdat deze afhangt van de wijze
van warmte/koude opwekking.
Verder
zijn
ook
de
directe
kosten
van
het
energiegebruik
berekend,
inclusief
energiebelasting en exclusief BTW. De kale energieprijs, zonder belastingen, voor
Kleinkantoor B.V. is 0,0714 €/kWh piektarief en 0,0562 €/kWh daltarief voor elektriciteit
en 0,3367 €/m3 voor gas. De leverancier is EnergieLeverancier B.V. Vaste kosten, kosten
voor de netwerkaansluiting en teruggave energiebelasting zijn hierin niet meegenomen.
Het weergegeven energiegebruik betreft het jaar 2013
Elektriciteit
Energiegebruik
Energiegebruik
CO2 uitstoot
Kosten
(meterstand)
(GJ)
(kg)
(€)
28.000 kWh
258
16.712
3.956
3
229
11.685
3.450
Warmte
0 GJ
0
0
0
Koude
0 GJ
0
0
0
487
28.397
7.405
Gas
6.500 m
Totaal
Het energiegebruik is ook berekend per eenheid vloeroppervlak en vergeleken met het
landelijk gemiddelde van de branche 'Kantoren' waar de activiteiten binnen dit gebouw
het meest mee te vergelijken is.
Elektriciteit
Gas
Energiegebruik
Energiegebruik
Landelijk
(meterstand)
(per oppervlak)
gemiddelde
28.000 kWh/jaar
35,7 kWh/m2/jaar
92 kWh/m2/jaar
6.500 m3/jaar
8,28 m3/m2/jaar
16 m3/m2/jaar
2
Warmte
0 GJ/jaar
0 GJ/m /jaar
Koude
0 GJ/jaar
0 GJ/m2/jaar
487 GJ/jaar
0,62 GJ/m2/jaar
Totaal (primair)
1,41 GJ/m2/jaar
Pagina |7
Het kantoorpand staat voor 60% leeg. Daarnaast zijn er slechts 12 werkplekken
verdeeld over het (bruto) verhuurde vloeroppervlak van ongeveer 350 m 2. Een deel van
het verhuurde vloeroppervlak wordt namelijk als opslag of vergaderzaal gebruikt. De
lage werkplekdichtheid in combinatie met relatief veel leegstand, maakt het niet
mogelijk om het energiegebruik van het kantoorpand met het landelijk gemiddelde te
vergelijken.
3.2
Capaciteitsaansluiting
De huidige capaciteitsaansluiting is 3 x 63 ampère en kost 1.900 euro per jaar. Volgens
de huurders is deze capaciteitsaansluiting gekozen omdat de vorige huurder van het
gebouw zware machines had staan.
Aangezien het gebouw slechts als kantoorfunctie wordt gebruikt met een lage
bezettingsgraad, is een verlichting van de elektriciteitsaansluiting naar 3 x 25A gewenst.
De kosten hiervoor zijn 110 euro. De besparing is 1.600 euro/jaar. Verlichting kan
worden aangevraagd bij de netbeheerder.
3.3
Grootgebruikers
Er zijn geen grootgebruikers van energie anders dan voor de comfortvoorziening.
3.4
Overige gebruikers
In het pand bevindt zich verscheidende koffieapparaten, welke buiten gebruik geheel
uitgeschakeld zijn. Daarnaast zijn er twee koelkasten en twee vaatwasmachines
aanwezig. Er zijn hier geen energiebesparingsmogelijkheden.
3.5
Eigen opwekking
Het platte is geschikt voor zonnepanelen. Wel zal door een constructeur bekeken moeten
worden of het dak het gewicht van de zonnepanelen kan dragen. Ingeschat wordt dat er
ruimte is voor 10 zonnepanelen.
De kosten voor een installatie van 10 panelen (2.500 Wp) inclusief omvormer en
installatie zijn ongeveer € 3.000, exclusief BTW en exclusief subsidie. Bij een
energieprijs, inclusief energiebelasting, van 0,117 €/kWh en een energieopwekking van
2.250 kWh/jaar is de opbrengst 264 €/jaar. De terugverdientijd komt daarmee op 11
jaar.
Pagina |8
4.
Installaties
Installaties voor het comfort van het gebouw, zoals verwarming, koeling, ventilatie en
verlichting, hebben een groot aandeel in het totaal energiegebruik.
4.1
Verwarming
Het gebouw heeft de volgende verwarmingsinstallaties:
Installatie
Bouwjaar
Vermogen
Aantal
[kW]
Nefit Ecomline Classic HR30
30
2
De twee CV combi-ketels zijn in cascade geplaatst. De warmhoudfunctie voor tapwater is
uitgeschakeld. Tapwater wordt in de keukens geleverd door elektrische boilers.
De thermostaat hangt in de ketelruimte en heeft een dag/nacht verhogen/verlaging van
respectievelijk +3 en -3 graden Celsius. De instelling van de thermostaat is onbekend.
Daarnaast is er nog een weersafhankelijke regeling met een stookcurve. Het is de
gebouwbeheerder echter niet bekend of deze correct is ingeregeld. Afgifte vindt plaats
door middel van hoog-temperatuur wand radiatoren met thermostaatknoppen. Huurders
regelen de temperatuur handmatig door de thermostaatknoppen zelf verder open of
dicht te draaien. De leidingen in het ketelhuis zijn niet geïsoleerd.
Huurders klagen in de winter over te warmte of te koude kantoorunits, met name op
zonnige
koude
dagen.
In
de
ochtend
zijn
alle
units
koud
en
worden
de
thermostaatkranen open gedraaid, in de middag verwarmt de zon de units en wordt het
te warm. Dit speelt met name op de eerste verdieping onder het dak.
Aanbevelingen:

Isoleren
van
de
leidingen
in
het
ketelhuis
zorgt
ervoor
dat
de
aanvoertemperatuur van het water lager kan zijn, doordat er minder verliezen
optreden. De materiele kosten zijn ongeveer 10 euro en leveren een besparing
van 20 euro per jaar op.

Toepassen van radiatorfolie achter de radiatoren. Radiatoren stralen 50% van
hun warmte naar de gevel af. Vanwege de beperkte isolatie van de gevel zelf,
gaat een groot deel van deze warmte onnodig verloren. Er is ongeveer 40 m 2 aan
radiatoren in het gebouw. Hiervoor is voor ongeveer 200 euro aan radiatorfolie
nodig. Het besparingspotentieel is 600 m3/jaar, oftewel 318 €/jaar.

De comfortklachten kunnen worden verholpen door de thermostaat te verplaatsen
naar de kantoorunit met de meeste warmtevraag (noordzijde, begane grond) en
Pagina |9
de radiatoren hier volledig open te zetten. Vervolgens worden de radiatoren in de
andere kantoren waterzijdig ingeregeld op basis van hun warmtebehoefte. Op
deze wijze kan ook beter gebruik gemaakt worden van de nachtverlaging en de
weersafhankelijke regeling. De investering hiervoor zal opgevraagd moeten
worden bij de (huis)installateur. De maatregel kan 10-30% besparing op het
gasgebruik en een beter comfort in de kantoorunits opleveren.
4.2
Koeling
Het gebouw heeft de volgende koelinstallaties:
Installatie
Bouwjaar
Vermogen
Aantal
[kW]
Panasonic
onbekend
onbekend
1
Elke kantoorunit is voorzien van een airconditioner met een eigen bedieningspaneel. Met
name de kantoorunits op de eerste verdieping maken in de zomer op warme dagen
gebruik van de airco, hoewel de huurders reeds hebben aangegeven eerst zoveel
mogelijk te koelen door ramen tegen elkaar open te zetten.
Het is niet bekend wanneer voor het laatst onderhoud is gepleegd aan de koelinstallatie.
Het advies is om elke 2 jaar de koelinstallatie te inspecteren en filters te verschonen om
het maximale rendement te behouden.
Gezien de beperkte bedrijfstijd is vervanging van een efficiënter exemplaar niet aan de
orde.
4.3
Ventilatie
Er is geen mechanische ventilatie aanwezig in gebouw. Ventilatie geschiedt door
infiltratie (kieren) en het openen van ramen. Er zijn geen ventilatieroosters aanwezig
boven de ramen. Gezien de leeftijd van het gebouw zijn er voldoende kieren om verse
lucht aan te voeren. Er zijn geen klachten over muffe lucht of hoofdpijn.
Omdat
er
geen
mechanische
ventilatie
wordt
toegepast
is
er
geen
energiebesparingspotentieel. Wel moet worden opgemerkt dat mocht de gevel of de
kozijnen beter worden geïsoleerd, dit ook betekent dat de kierdichtheid omhoog gaat. Er
zullen dan additionele maatregelen moeten worden genomen, zoals roosters boven de
ramen of het installeren van een mechanisch ventilatiesysteem, om voldoende
ventilatielucht het kantoorgebouw in te blazen.
P a g i n a | 10
4.4
Verlichting
Verlichting is verantwoordelijk voor 50 % van het elektriciteitsgebruik. Dit is verdeeld
over de volgende typen verlichting:
Omschrijving
Aantal
Energiegebruik
(kWh/jaar)
TL kantoren (TLD18W)
250
11.250
75
2.063
Buitenlamp
6
330
Noodverlichting
4
140
335
13.783
Spaarlampen gem. Ruimten
TOTAAL
De verlichtingsdichtheid is ontzettend hoog. Per verlichtingsbak zijn er vier armaturen
geïnstalleerd voor TL verlichting (TL-D 18 watt, 590 mm). Dit zal met name een
esthetische keuze zijn geweest om deze passend te maken bij het systeemplafond.
Gevolg is dat de kantoorunits een verlichtingssterkte van meer dan 1.000 lux hebben,
terwijl 500 lux voldoende is. Daarnaast is er ook veel daglicht aanwezig.
Verlichting is niet per kantoorruimte in of uit te schakelen. Er zijn een paar schakelaars
die de verlichting van een deel van het gebouw aan of uit schakelen. Dit betekent dat
ook verlichting in leegstaande ruimten aan staat als de verhuurde kantoorunits verlicht
zijn.
P a g i n a | 11
De gemeenschappelijke ruimtes zijn voorzien van spaarlampen. ongeveer een derde van
deze lampen zit op dezelfde schakeling als de kantoorunits, de rest op eigen
schakelaars.
Er zijn geen regelingen zoals een veegpuls, tijdsklok of daglichtschakeling. Het is op dit
moment aan de huurders zelf om zorg te dragen dat verlichting (tijdig) uit wordt
geschakeld.
Het besparingsadvies is om de volgende maatregelen te nemen:

Een "quick-win" is om de helft van de TL verlichting in verhuurde kantoorunits uit
te draaien (zoals te zien op bovenstaande foto) en alle TL verlichting in niet
verhuurde kantoorunits uit te draaien. EnergyGO schat in dat hiermee 45% op de
verlichting bespaard kan worden, overeenkomstig met ongeveer 6.500 kWh/jaar
oftewel 680 euro/jaar.

Op de lange termijn is het kunnen schakelen van verlichting per kantoorunit
wenselijk. Dit is een meer praktische oplossing dan het aan/uit draaien van
lampen. Hier zijn wel installatiekosten aan verbonden.
Het vervangen van de verlichting (TL en spaarlampen) door energiezuinige LED
verlichting wordt niet aangeraden, omdat daarvoor de gehele armatuur vervangen moet
worden. Natuurlijk is LED wel een optie bij het natuurlijke vervangingsmoment.
P a g i n a | 12
5.
ICT
ICT neemt een steeds belangrijkere plaats in bij het uitvoeren van de dagelijkse
werkzaamheden. Het aandeel energiegebruik als gevolg van ICT systemen is de
afgelopen
jaren
dan
ook
flink
toegenomen.
Er
worden
twee
ICT
systemen
onderscheiden, de computers op werkplekken en serverruimtes en/of datacenters.
5.1
ICT op de werkplek
ICT neemt een steeds belangrijkere rol in bij het uitvoeren van de dagelijkse
werkzaamheden. Het aandeel energiegebruik als gevolg van ICT systemen is de
afgelopen
jaren
dan
ook
flink
toegenomen.
Er
worden
twee
ICT
systemen
onderscheiden, de computers op werkplekken en serverruimtes en/of datacenters.
5.2
Het
ICT op de werkplek
gebouw
heeft
12
werkplekken.
Gemiddeld
staan
er
1
computer
en
1,2
beeldschermen per werkplek. Op basis van de gemiddelde specificaties van ICT
apparatuur
is
het
energiegebruik
in
kaart
gebracht.
Deze
is
weergegeven
in
onderstaande tabel. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen het energiegebruik tijdens
werktijden en buiten werktijden.
Aantal
Tijdens werktijden
Buiten werktijden
Totaal
(kWh/jaar)
(kWh/jaar)
(kWh/jaar)
Desktop PCs
9
1.877
54
1.931
Laptops
3
250
27
277
Thin Clients
0
0
0
0
Beeldschermen
14
876
84
960
Totaal
26
3.003
165
3.168
Computers en beeldschermen die zijn uitgeschakeld hebben nog steeds sluimergebruik.
Met name bij apparatuur die gebruikt maakt van adapters zoals laptops en ook steeds
vaker beeldschermen. Met behulp van schakelbare stekkerblokken of standby killers kan
ICT apparatuur volledig worden afgeschakeld. De vereiste investering is ongeveer 10
euro per werkplek. Als de apparatuur reeds op schakelbare stekkerblokken is
aangesloten kunt u ook medewerkers ervan bewust maken deze te gebruiken aan het
einde
van
de
werkdag.
Er
zijn
dan
geen
investeringskosten
nodig.
Het
besparingspotentieel is berekend op 184 kWh/jaar, overeenkomstig met 20 €/jaar.
P a g i n a | 13
5.3
Printers
De volgende printers zijn in gebruik
Omschrijving
Aantal
Prints per maand
Canon MF8300C
1
250
TOTAAL
1
250
De printer heeft een energiebespaarmodus en wordt buiten kantooruren handmatig
geheel uit gezet. Er zijn hier geen besparingsmogelijkheden meer.
5.4
Serverruimte / Datacenter
De serverruimte is gesitueerd in een afgesloten ruimte op de begane grond. Hierin staan
met name switches en routers voor de netwerkverbinding. Verder staat er slechts 1
server die continue draait. De serverruimte wordt niet actief gekoeld en er is geen
noodstroomvoorziening aanwezig. Er zijn geen besparingsmogelijkheden te behalen.
P a g i n a | 14
6.
Financiering
Er zijn een aantal mogelijkheden om energiebesparende maatregelen en duurzame
opwekking te (co-) financieren.
6.1
Belastingvoordelen
6.1.1
Energie investeringsaftrek (EIA)
De energie investeringsaftrek of EIA heeft als doel investeringen in energiebesparende
bedrijfsmiddelen of in duurzame energie te bevorderen. De regeling is bedoeld voor
ondernemers die in Nederland inkomsten- of vennootschapsbelasting betalen. Voor 2014
is ongeveer 111 miljoen euro beschikbaar.
De EIA is een fiscale aftrekregeling. De regeling biedt direct financieel voordeel aan
ondernemers die investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame
energie.
Behalve
de
afschrijving
is
van
de
investering
(aanschaf-
en
voortbrengingskosten) van deze bedrijfsmiddelen 41,5% extra aftrekbaar van de fiscale
winst. Dit betekent dat de EIA u gemiddeld 10% belastingvoordeel oplevert. U komt in
aanmerking voor de EIA als uw investering in een bedrijfsmiddel voldoet aan de
volgende voorwaarden:

Het bedrag aan energie-investeringen is minimaal € 2.500.

U moet binnen 3 maanden na de investering melding doen bij RVO.

Het bedrijfsmiddel is niet eerder gebruikt.

Het bedrijfsmiddel staat op de zogenoemde energielijst. U kunt de energielijst
downloaden van de internetsite van RVO.

U kunt voor hetzelfde bedrijfsmiddel geen energie-investeringsaftrek én milieuinvesteringsaftrek tegelijk krijgen.

6.1.2
U maakt niet tegelijkertijd gebruik van SDE+.
Milieu investeringsaftrek (MIA)
De milieu-investeringsaftrek (MIA) biedt u de mogelijkheid de fiscale winst te verlagen.
U kunt tot 36 procent van het investeringsbedrag in mindering brengen op de fiscale
winst aanvullend op de reguliere afschrijving. Het percentage van de aftrek is afhankelijk
van de milieu-effecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel. De aftrek geldt voor
aanschafkosten, voortbrengingskosten en
aanpassingskosten. Voor het
MKB
valt
daarnaast ook nog de kosten voor milieuadviezen onder de MIA. Voor 2014 is 98 miljoen
euro beschikbaar. U komt in aanmerking voor de MIA als u voldoet aan de volgende
voorwaarden.

Het bedrag aan energie-investeringen is minimaal € 2.500.

U moet binnen 3 maanden na de investering melding doen bij RVO.
P a g i n a | 15

Het bedrijfsmiddel is niet eerder gebruikt.

Het bedrijfsmiddel staat op de zogenoemde milieulijst. U kunt de milieulijst
downloaden van de internetsite van RVO.

U kunt voor hetzelfde bedrijfsmiddel geen energie-investeringsaftrek én milieuinvesteringsaftrek tegelijk krijgen.
6.1.3
Willekeurige afschrijving milieu -investeringen (VAMIL)
Investeert
u in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan kunt u een belastingvoordeel
krijgen. Deze regeling heet willekeurige afschrijving voor milieu-investeringen (Vamil). U
mag in een willekeurig jaar een willekeurig percentage afschrijven. Hiermee kunt u een
liquiditeit- of rentevoordeel behalen. De VAMIL wordt meestal naast de MIA toegepast.
Voor de VAMIL gelden dezelfde voorwaarden als voor de MIA. Voor de VAMIL is in 2014
38 miljoen euro beschikbaar
6.1.4
Kleinschaligheidsinvestering (KIA)
Investeert u in bedrijfsmiddelen? Dan kunt u met een investeringsaftrek een bedrag van
de winst aftrekken. U komt dan in aanmerking voor kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
(KIA). Om in aanmerking te komen moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:

Het bedrijfsmiddel moet duurder zijn dan € 450.

Uw totale investering is tussen de € 2.300 en € 306.931.

Een aantal bedrijfsmiddelen, zoals grond en auto's zijn uitgesloten van de KIA.
De KIA is een percentage van al uw investeringen. De hoogte hangt af van het
geïnvesteerde bedrag:
Investering (€)
KIA
0 - 2.300
€0
2.301 - 55.248
28% van investeringsbedrag
55.249 - 102.311
€ 15.470
102.312 - 306.931
€ 15.470 - 7.56% van het
investeringsbedrag boven € 102.312
> 306.932
€0
6.2
Subsidie
6.2.1
Stimulering duurzame energie (SDE+)
De Stimulering duurzame energie (SDE+) regeling stimuleert de productie van duurzame
energie en richt zich op bedrijven en non-profit instellingen. De SDE+ regeling voor 2014
is inmiddels geopend Er is een budget van 3,5 miljard euro beschikbaar. Zie
http://www.rvo.nl/voorlichtingsfilm-sde-2014 voor meer informatie.
P a g i n a | 16