Koppeling Medidoc

Koppeling Medidoc - WinSpiro 2.36B
•
Begin met op uw harde schijf twee directories aan te maken welke zullen gebruikt
worden voor de uitgaande en binnenkomende XML berichten. Bij wijze van
voorbeeld kiezen we “C:\SPIRO.IN” voor de binnenkomende (vanuit het oogpunt van
Medidoc) boodschappen en “C:\SPIRO.OUT’ voor de uitgaande. De naam van deze
directories kan vrij gekozen worden met één beperking, fl1. dat deze moeten voldoen
aan het 8.3 formaat (d.w.z. maximaal 8 karakters voor de naam en maximaal 3
karakters voor de extensie). Reden hiervoor is dat WinSpiro geen “long filenames”
lijkt te ondersteunen, waarschijnlijk te wijten aan het 16-bit karakter van deze
applicatie.
• Configuratie van Medidoc:
U activeert de functie “Meettoestellen (XML)” en drukt vervolgens op de
“Configuratie”-knop waarna u de volgende dialoog bekomt:
1. Omschrijving = Een omschrijving naar keuze die u aan de toepassing
wenst te geven. Deze tekst zal verschijnen op de knop om de applicatie te
starten.
2. Toepassing = Het volledige path van de applicatie die moet opgestart
worden. Dit is “WINSPIRO.EXE voorafgegaan door de directory waarin
WinSpiro werd geïnstalleerd. Indien u bij de installatie van WinSpiro de
default locatie heeft aanvaard dan is dit “C:\WS0236B1 “. Het volledige
path wordt in dit geval “C:\WS0236B1\WINSPIRO.EXE”.
3. Start in = De directory die als home-directory moet fungeren voor
WinSpiro. U kiest hier tij voorkeur de directory waarin de WinSpiro
applicatie werd geïnstalleerd. Indien u bij installatie de default locatie
heeft aanvaard is dit dus “C:\WS0236B1”
4. Parameters = De opsomming van de argumenten waarmee de applicatie
moet opgestart worden. Winspiro verwacht echter geen argumenten. Dit
veld mag dus leeg gelaten worden.
5. XML bestand = Het volledige path van het XML-bestand dat door
Medidoc naar de WinSpiro applicatie zal verzonden worden. WinSpiro eist
dat dit bestand “IDENT.XML” heet. Deze naam laat u voorafgaan door de
directory die u gekozen heeft voor de uitgaande XML boodschappen. In
ons voorbeeld wordt dit dus “C:\SPI RO.OUT\IDENT.XML”.
•
Configuratie van WinSpiro
1. Alvorens u de configuratie van WinSpiro kan invullen dient u ervoor te
zorgen dat de automatische uitwisseling van XML data gedeactiveerd is.
D.w.z. indien u na het opstarten van WinSpiro een venster krijgt met
daarin de melding “Océan WinSpiro is awaiting XML data from other
applications” dan drukt u op de “Deactivate” knop.
2. Vervolgens kiest u in het menu “Database” de optie “Automatic XML Data
Exchange” en daaronder d optie “Configure”. Het volgende venster
verschijnt:
Hier dient u de gekozen directories voor binnenkomende en uitgaande
XML-boodschappen in te vullen Let echter op: wat voor Medidoc
uitgaande boodschappen zijn, zijn voor WinSpiro binnenkomende
berichten en omgekeerd. In ons voorbeeld wordt het “Input Files Folder
Complete Path” dus “C:\SPIRO.OUT” terwijl het “Export Files Folder
Complete Path” “C:\SPIRO.lN’ wordt.
3. U bevestigt deze configuratie middels de “OK”-knop, waarna u de
automatische uitwisseling van XMLgegevens opnieuw activeert. Dit doet u
door in het menu “Database” de optie “Automatic XML Data Exchange’ te
kiezen en daaronder de optie “Activate”. Daarna verschijnt (opnieuw) het
venster met dE vermelding “Océan WinSpiro is awaiting XML data from
other applications’. U verlaat nu de WinSpiroapplicatie door de “Exit”-knop
in te drukken.
•
Beide toepassing zijn nu correct geconfigureerd: indien u vervolgens in Medidoc op
de “Spirometrie”-knop drukt dan zal de WinSpiro applicatie opgestart worden en
zullen de gegevens van de geselecteerde patiënt in Medidoc automatisch
overgenomen Worden door WinSpiro. Een opmerking daarbij: WinSpiro lijkt de
patiënt gegevens enkel over te nemen op het ogenblik dat de applicatie wordt
opgestart. Het is dus aan te raden na elke meting uw WinSpiro toepassing terug af
te sluiten.
•
Om het exportbestand dat door WinSpiro wordt geproduceerd te integreren in
Medidoc activeert u de functie “Meettoestellen (XML)” en kiest u vervolgens het tweede
tab-blad, genaamd “Import”. U bekomt dan een dialoog die er als volgt uitziet:
Hierin selecteert u eerst de directory welke u bij de configuratie heeft gekozen als locatie
voor de binnenkomende XML-berichten, in ons voorbeeld dus “c:\spiro.in’. Deze selectie
maakt u door in de lijst “stations” de correcte schijf te selecteren en vervolgens in de lijst
“mappen” de juiste directory. Eens de juiste directory geselecteerd verschijnen in de lijst
“Bestanden” alle klaarstaande XML-boodschappen. In deze lijst kan u één (door te
klikken) of meerdere (door te klikken met de Ctrl-toets ingedrukt) bestanden selecteren
die u wenst te integreren in Medidoc. De integratie zelf start u door op de “lntegreren”knop te drukken. Indien u wenst dat na integratie de bestanden automatisch gewist
worden van uw harde schijf dan dient u vôôr het integreren de optie “Bestanden wissen
na integratie” onderaan het venster aan te kruisen. Ten slotte dient nog opgemerkt te
worden dat het programma de laatst geselecteerde directory onthoudt, zodat u de
volgende keer onmiddellijk tot de integratie kunt overgaan zonder eerst nog de gepaste
directory te selecteren.
Eenmaal geïntegreerd vindt u de resultaten terug enerzijds in de meetwaardenmodule
van Medidoc (voor wat de numerische waarden betreft)
En anderzijds in de besluitenmodule (voor wat het besluit betreft)