Werkcollege EKT–4 1 Opgaven vierde werkcollege E.K.T., cursus 2001/2002 1. In een laboratorium waar men metingen aan transportverschijnselen verricht, is een meetboek gevonden van een onderzoeker die zeer op geheimhouding was gesteld. Deze experimentator heeft alle meetgegevens, voor zover in getallen uitgedrukt, leesbaar opgeschreven maar men kan niet ontcijferen welke co¨effici¨ent x is gemeten. Men weet dat hij aan 20 Ne en 22 Ne heeft gemeten. Uit alle data bij verschillende dichtheiden en temperaturen volgt x (20 Ne) /x (22 Ne) = 1, 0488 en dat x (Ne) onafhankelijk van de dichtheid is. Aan welke transportco¨effici¨ent heeft de geheimzinnige onderzoeker gemeten? Beargumenteer je antwoord. 2. Op het college is steeds aangenomen dat de botsingsdiameter van atomen onafhankelijk is van de (relatieve) snelheid van de botsende atomen. In werkelijkheid neemt de botsingsdiameter, d, af als de snelheid toeneemt. Stel d ∝ 1/¯ v . Geef aan hoe de diffusieco¨effici¨ent in dit geval van de temperatuur zal afhangen (bij constante deeltjesdichtheid). 3. Een vat bevat een mengsel van zuurstof (O2 ) en waterstof (H2 ). Er zijn evenveel moleculen H2 als moleculen O2 . In dit vat bevindt zich een zeer klein gaatje, waardoor gas ontsnapt naar het vacu¨ um buiten het vat. Bepaal de samenstelling van het gas dat op t = 0 uitstroomt. 4. Tussen twee evenwijdige platen met oppervlakte A en onderlinge afstand d bevindt zich een gas. De ene plaat heeft een temperatuur T , en de andere plaat een temperatuur T + ∆T . (a) Hoe hangt de totale warmtestroom Iλ af van T als de druk constant gehouden wordt en ` d? (b) Hoe hangt de totale warmtestroom Iλ af van T als de deeltjesdichtheid constant gehouden wordt en ` d? (c) Beantwoord vraag (a) voor het geval ` d. (d) Beantwoord vraag (b) voor het geval ` d. 5. In een met lucht gevulde kamer (p = 1, 0·105 Pa, T = 20 o C) bevindt zich een cilindrisch maatglas dat gedeeltelijk is gevuld met water (TH2 O = 20 o C). Het glas steekt 10 cm boven het wateroppervlak uit. De waterdampdruk direct boven het wateroppervlak is gelijk aan de verzadigde dampspanning (≈ 3 kPa), terwijl de waterdampdruk aan de bovenzijde van het maatglas gelijk is aan 1 kPa. Door dit waterdampdrukverschil komt een diffusiestroom op gang. Schat nu hoe lang het duurt voordat het waterniveau, als gevolg van deze diffusiestroom, 1 mm gezakt is. Verwaarloos transport door convectie, en neem dH2 O = dlucht ≈ 0, 4 nm. Werkcollege EKT–4 6. Een bolvormige theepot met een binnenstraal Rpot = 10 cm is volledig gevuld met thee met een temperatuur van Tthee = 90 o C. De pot heeft een wanddikte dwand = 3, 0 mm en een warmtegeleidingsco¨effici¨ent λpot = 1, 0 Wm−1 K−1 . Om deze theepot zit een theemuts, die we mogen beschouwen als stilstaande luchtlaag met een dikte dmuts = 3, 0 cm. Deze luchtlaag heeft een warmtegeleidingsco¨effici¨ent λmuts = 0, 025 Wm−1 K−1 . De buitenkant van de theemuts heeft dezelfde temperatuur als de omringende lucht, Tlucht = 20 o C. 2 R pot d muts r d wand Als gevolg van het temperatuurverschil komt er een warmtestroom op gang. Beschouw nu een denkbeeldige bol met een straal Rpot < r < (Rpot + dwand + dmuts ). (a) Hoe hangt de totale warmtestroom door deze denkbeeldige bol samen met de warmtestroomdichtheid? (b) Wanneer we de denkbeeldige bol in straal laten toenemen, wat gebeurt er dan met de totale warmtestroom? Stel nu de temperatuur aan de buitenkant van de theepot gelijk aan Ti . (c) Laat zien dat de totale warmtestroom door de theepotwand Iλ gegeven wordt door Rpot · (Rpot + dwand ) Iλ = 4πλpot (Tthee − Ti ) dwand (d) Bereken de temperatuur Ti aan de buitenkant van de theepot. De snelheid waarmee de thee afkoelt hangt direct samen met de grootte van de warmtestroom Iλ . (e) Hoe dik zou de wand van de theepot moeten zijn om zonder theemuts dezelfde warmtestroom Iλ te verkrijgen?
© Copyright 2024 ExpyDoc