De Waal Accountants Eindejaarstips 2014 Tips voor de ondernemer 1. Maak optimaal gebruik van investeringsaftrek Bent u van plan om op korte termijn flink te gaan investeren? Dan is het zinvol om na te gaan of u die investeringen nog dit jaar moet doen, of dat u die – gedeeltelijk – beter kunt uitstellen tot 2015. Een spreiding van investeringen over meerdere jaren leidt meestal tot een hogere kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) en daarmee tot meer belastingvoordeel. Om voor de KIA in aanmerking te komen moet een ondernemer in 2014 meer dan € 2.300 en maximaal € 306.931 investeren in premieabele bedrijfsmiddelen. De KIA is 28% op investeringen tot maximaal € 55.248; voor investeringen van meer dan € 55.248 tot € 102.311 is de KIA een vast bedrag van € 15.470. Daarboven daalt de aftrek met 7,56% van het investeringsbedrag boven de € 102.311. Deze schijvenindeling maakt het voordelig om investeringen te ‘knippen’ en over twee jaren te spreiden. Blijft u dit jaar met de investeringen onder de drempel van € 2.300, dan doet u er verstandig aan de in 2015 geplande investeringen naar voren te halen en die nog dit jaar te doen. Zeker als u met de investeringen in 2015 wederom onder de drempel blijft. Twee jaar € 2.300 investeren levert geen aftrek op, een keer € 4.600 geeft dit jaar een aftrek van 28%, ofwel een aftrekpost van € 1.288. In bepaalde gevallen heeft u geen recht op de investeringsaftrek, bijvoorbeeld als een bedrijfsmiddel minder dan € 450 kost. Ook voor personenauto’s (die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer) geldt geen investeringsaftrek. 2. Zoek uit voor welke investeringsregelingen u in aanmerking kunt komen In beginsel heeft u als ondernemer recht op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Wanneer u milieuvriendelijk onderneemt, zijn er diverse interessante fiscale investeringsfaciliteiten zoals de energieinvesteringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) of willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil). Toets of u dit jaar nog in aanmerking komt voor de KIA, EIA, MIA en VAMIL . 3. Lagere toevoeging aan oudedagsreserve Om de oudedagsreserve te kunnen vormen én in stand te houden moet u als ondernemer voldoen aan het urencriterium. U moet kunnen aantonen dat u gedurende het kalenderjaar ten minste 1.225 uren én meer dan de helft van uw arbeidstijd besteed aan werkzaamheden voor uw onderneming. Indien u winst maakt, kunt u een deel van die winst aanwenden voor een fiscale oudedagsreserve (FOR). Deze toevoeging aan de FOR verlaagt de verschuldigde inkomstenbelasting. U kunt vanaf 1 januari 2015 minder toevoegen aan de FOR. U kunt dan nog slechts 9,8% van de winst over een kalenderjaar toevoegen aan de FOR. Op dit moment is dat maximaal 10,9% van de winst. Daarnaast geldt er per 1 januari 2015 een maximumbedrag van € 8.640. In 2014 is het maximumbedrag nog € 9.542. Eindejaarstips 2014 Pagina 1 van 4 24 november 2014 De Waal Accountants Eindejaarstips 2014 Tips voor de DGA 4. Uit de BV naar de eenmanszaak geruisloos of ruisend? Draait u magere winsten of zelfs verliezen met uw BV? In dat geval kan het voordeliger zijn om uw BV om te zetten in een eenmanszaak. In de BV mist u immers een aantal ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, en u moet uzelf loon uitkeren dat belast is tegen maximaal 52%. 5. Maak gebruik van het verlaagd ab-tarief U kunt nog voor het einde van het jaar een dividenduitkering doen onder het verlaagd aanmerkelijkbelangtarief van 22% voor zover het inkomen uit aanmerkelijk belang niet meer dan € 250.000 bedraagt. Met uw fiscale partner behaalt u nog meer voordeel. U kunt tezamen totaal € 500.000 tegen 22% uitkeren in 2014. Let op: In 2015 geldt weer het normale aanmerkelijk belang tarief van 25%. 6. Let op uitkeringstest bij een dividenduitkering Indien er een (interim-)dividenduitkering, terugbetaling op aandelen gestort kapitaal en of inkoop van eigen aandelen anders dan om niet plaatsvindt, dan moet er een uitkeringstest worden gedaan. Het is wenselijk dat u deze test uitvoert, voordat u overgaat tot uitkering. Uit de test blijkt of de vennootschap ook na de dividenduitkering kan blijven voldoen aan haar verplichtingen. 7. Toets het gebruikelijk loon Het is aan te raden om te toetsen of het gebruikelijk loon van de DGA nog klopt in 2015. Het gebruikelijk loon is in 2015 het hoogste van de volgende bedragen: • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; • het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het lichaam, of met het lichaam verbonden lichamen; • € 44 000. 8. Leen geld van uw BV Bij overtollige liquide middelen in de BV kan het voor u als DGA aantrekkelijk zijn om een lening bij de eigen BV af te sluiten. U kunt lenen voor consumptieve doeleinden. De lening valt dan voor u in box 3. U krijgt geen renteaftrek, terwijl de rente wel belast is bij de BV. Het is fiscaal aantrekkelijker om te lenen voor de eigen woning. U kunt de rente ten laste van uw inkomen in box 1 brengen tegen maximaal 52%, terwijl de BV hierover 20-25% vennootschapsbelasting is verschuldigd. Rekening houdend met de aanmerkelijkbelang-claim van 25% bedraagt de totale belastingdruk dan 4043,75%. Tip: Vanuit tariefoogpunt kan het interessant zijn de rente zo hoog mogelijk vast te stellen. In de regel accepteert de belastingdienst een rente die ook banken in rekening zouden brengen. Let op: U moet gegevens over de eigenwoninglening doorgeven aan de belastingdienst. Indien u dit niet tijdig doet, verliest u uw recht op renteaftrek. Eindejaarstips 2014 Pagina 2 van 4 24 november 2014 De Waal Accountants Eindejaarstips 2014 Tips voor de werkgever 9. Maak gebruik van de Subsidieregeling Praktijkleren De afdrachtvermindering onderwijs is vervangen door de Subsidieregeling Praktijkleren. Zoals de naam al aangeeft is de nieuwe regeling een subsidie en geen tegemoetkoming in de loonbelasting. Heeft u al een beroep gedaan op deze subsidie? Het subsidiebedrag kan oplopen tot € 2.700 per studiejaar per leerling-aanvraag. Om voor de regeling in aanmerking te komen, moet aan specifieke voorwaarden worden voldaan. Zo moet uw onderneming zijn aangemerkt als een erkend leerbedrijf. Ook worden er eisen gesteld aan de overeenkomst tussen leerling, opleidingsinstelling en de werkgever en de daadwerkelijk aan de student geboden begeleiding. Let op: In tegenstelling tot de eerdere maandelijkse afdrachtvermindering wordt de subsidie nu pas na afloop van het studiejaar verleend. 10. U moet in 2015 over op de werkkostenregeling De werkkostenregeling op hoofdlijnen: 1. Een werkgever mag onder de werkkostenregeling 1,2% van de totale fiscale loonsom (in 2014 1,5%) gebruiken voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel. 2. De werkgever moet 80% eindheffing aan de belastingdienst betalen over de factuurwaarde (incl. BTW) van de vergoedingen en verstrekkingen voor zover die uitkomen boven het algemene forfait van 1,2%. Deze 80% is een werkgeverslast en kan niet op de werknemer verhaald worden. 3. De verschillende posten die u onder de werking van het algemene forfait wil brengen, hoeven niet te worden gespecificeerd of aan individuele medewerkers te worden toegerekend. 4. Het is mogelijk om de budgettaire ruimte aan één of enkele werknemers (dus bijvoorbeeld de DGA zelf) toe te bedelen, maar er geldt wel een zogenaamde gebruikelijkheidstoets om misbruik van de regeling te voorkomen. Posten die onder het algemene forfait van de werkkostenregeling vallen zijn bijvoorbeeld: • Kerstpakketten en andere (jubileum) geschenken; • Personeelsfeesten en -reizen; • Internet en telefoon thuis; • Fiets, elektrische fiets, scooter en dergelijke; • Reiskosten met eigen vervoer voor zover meer dan € 0,19 per kilometer; • Inrichting van de werkruimte thuis. Eindejaarstips 2014 Pagina 3 van 4 24 november 2014 De Waal Accountants Eindejaarstips 2014 Apparatuur, computers en gereedschappen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie zijn vrijgesteld. Deze kunt u dus sowieso belastingvrij vergoeden en vallen niet onder het forfait. Dit geldt ook voor de kilometervergoeding tot € 0,19 per kilometer. Voor de auto van de zaak gelden andere regels. U bepaalt als werkgever of er sprake is van noodzaak bij een aantal voorzieningen voor uw werknemers. Hierbij moet u denken aan voorzieningen zoals gereedschappen, computers, mobiele communicatie apparatuur en dergelijke. Indien u als werkgever het noodzakelijk vindt dat de werknemer de voorziening tot zijn beschikking heeft en dat de werknemer die voorziening ook daadwerkelijk gebruikt bij zijn werk, dan kan dat onder de werkkostenregeling onbelast aangeboden worden. Tablets, telefoons en computers die werknemers zonder meer nodig hebben om hun werk goed te doen, kunnen straks dus onbelast worden verstrekt. Het is belangrijk dat u een overzicht heeft van de vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel. Daarom is het advies om de vergoedingen en verstrekkingen zoals hierboven genoemd op een aparte grootboekrekening in uw boekhouding te verwerken, bijv. 4080 Werkkostenregeling (gerubriceerd onder de overige personeelskosten). De kosten die vallen onder een vrijstelling (bijvoorbeeld de kilometervergoeding tot € 0,19 per kilometer) administreert u op de reguliere grootboekrekeningen. De Waal Accountants Drs. W.M. (Willeke) de Waal RA Tjalk 19 E 2411 NZ Bodegraven Tel. 06 - 46 15 69 44 [email protected] www.dewaalaccountants.nl Disclaimer Hoewel de informatie met de meeste zorg is samengesteld, is De Waal Accountants op geen enkele wijze aansprakelijk voor eventuele fouten, andere onjuistheden of de gevolgen daarvan. De (fiscale) wetgeving wijzigt voortdurend, daardoor kan de inhoud van dit artikel dus niet meer geheel juist zijn. Maak indien gewenst een afspraak om uw zakelijke en/of privé situatie door te nemen. Eindejaarstips 2014 Pagina 4 van 4 24 november 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc