Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 2 Kennismaking Deze vergadering is de installatievergadering van het nieuwe Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid. Indien in maart jl. in uw gemeente verkiezingen zijn geweest en u daarna door uw raad tot wethouder van uw gemeente bent benoemd, bent u vervolgens door uw raad aangewezen tot lid van dit Algemeen Bestuur. In gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen hebben in maart geen gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden; deze vinden plaats einde 2014 in verband met de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2015; de AB-leden van deze gemeenten wijzigen nu niet. Overzicht AB-leden: gemeente AB-lid Beuningen Buren Druten Culemborg Geldermalsen Groesbeek Heumen Lingewaal Maasdriel Millingen a/d Rijn Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel Ubbergen West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel dhr. G. Hendriks mw. S. Klein-de Jong dhr. J.J.M. van Dongen mw. D. Voordijk-Nieuwenhuis dhr. N. Wiendels dhr. W.J.J. Spaan mw. E.J.M. de Swart Heumen dhr. G. Bel mw. M. Blaauwhof dhr. J.M. Scholtens dhr. V. van Neerbos dhr. K. Krook dhr. L.C.M. Frings dhr. H.A. Driessen mw. A.A. van der Aalst-Wolken dhr. A.P.M. van Swam dhr. R.W.M. Engels dhr. A.C. van Balken Tijdens de AB-vergaderingen zijn enkele leden van het managementteam van de GGD aanwezig om kennis te maken. Voor AB-leden die dat wensen bestaat de mogelijkheid om nader met de GGD kennis te maken. Rond de zomer zal hierover met de AB-leden contact worden opgenomen. Agenda vergadering datum begin en eindtijd locatie aan van afdeling doorkiesnummer e-mail ons kenmerk Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid 26 juni 2014 10:00-12:00 uur Gemeentehuis West Maas en Waal te Beneden-Leeuwen Leden Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid M. Pieters Directie (024) 3 29 7250 [email protected] GGD/DIR/2014/2400/MP/MH 1. Opening 2. Kennismaking Bijgevoegd 3. Vaststelling agenda Mondeling 4. Aanwijzing voorzitter Bijgevoegd 5. Aanwijzing leden Dagelijks Bestuur Bijgevoegd 6. Verslag AB-vergadering GGD Gelderland-Zuid 13 maart 2014 Bijgevoegd 7. Mededelingen Bijgevoegd 8. Financieel 8.1 Afronding ontvlechting GGD uit Regio Rivierenland 8.2 Jaarstukken 2013 8.3 GGD Omzet 2014 (inclusief acquisitie) 8.4 Begroting 2015 8.5 WMO/OGGZ-subsidies Rivierenland 8.6 GGD-inzet transities Bijgevoegd Bijgevoegd Bijgevoegd Bijgevoegd Bijgevoegd Bijgevoegd Rondvraag Mondeling 9. 10. Sluiting Centraal postadres Hoofdvestigingen Postbus 1120 GGD Gelderland-Zuid 6501 BC Nijmegen www.ggdgelderlandzuid.nl Regio Nijmegen (Nijmegen) [email protected] Rivierenland (Tiel) Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 4 Aanwijzing voorzitter Algemeen Bestuur Korte samenvatting onderwerp: In de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid is op genomen in artikel 15, lid 1: 'De voorzitter wordt door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen.' Gebruikelijk is om voor te stellen dat het AB-lid van gemeente Nijmegen zal worden aangewezen als voorzitter van het Algemeen Bestuur. Tevens is gebruikelijk om voor te stellen om het AB-lid van gemeente Tiel aan te wijzen als plaatsvervangend voorzitter van het Algemeen Bestuur. In de Gemeenschappelijke Regeling is over de plaatsvervangend voorzitter opgenomen in artikel 15, lid 3: ' Bij afwezigheid van de voorzitter wordt hij vervangen door een lid van het dagelijks bestuur, door dat bestuur aan te wijzen.' Het besluit hierover zal derhalve worden geagendeerd in de eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur. Voorstel te beslissen: 1. Het AB-lid van gemeente Nijmegen aan te wijzen als voorzitter van het Algemeen Bestuur. Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 5 Aanwijzing leden Dagelijks Bestuur Korte samenvatting onderwerp: Over de aanwijzing van de leden van het Dagelijks Bestuur is in de GR opgenomen in: artikel 13, lid 1: 'Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en minimaal vier andere leden, aan te wijzen door en uit het algemeen bestuur.' Artikel 13, lid 2: 'Daarnaast kunnen maximaal drie leden van het dagelijks bestuur, niet zijnde de voorzitter, worden aangewezen van buiten de kring van het algemeen bestuur.' De voorzitter van het Algemeen Bestuur is op basis hiervan tevens voorzitter van het Dagelijks Bestuur. In het kader van de fusie is ten aanzien van de vier leden van het Dagelijks Bestuur afgesproken om uit te gaan van evenredige vertegenwoordiging tussen Rivierenland en regio Nijmegen. Zoals aangegeven bij agendapunt 3 is in het kader van de fusie bestuurlijk afgesproken om het AB-lid van gemeente Tiel aan te wijzen als plaatsvervangend voorzitter van het Dagelijks Bestuur c.q. Algemeen Bestuur. De aanwijzing hiervan is conform de GR (artikel 15, lid 3) voorbehouden aan het Dagelijks Bestuur. In het kader van de fusie is ten aanzien van artikel 13, lid 2, afgesproken om vooralsnog geen leden te benoemen van buiten de kring van het algemeen bestuur. De eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur staat gepland op 3 juli a.s. Voorstel te beslissen: 1. Aan te wijzen als leden van het Dagelijks Bestuur: het AB-lid van de gemeente Tiel en één ander AB-lid vanuit Rivierenland; twee AB-leden vanuit regio Nijmegen. Bijlage bij punt 6 Verslag bespreking datum/tijd bespreking Locatie Aanwezig afwezig kopie aan van afdeling doorkiesnummer e-mail ons kenmerk datum Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid 13 maart 2014 10.00 - 12.00 uur Gemeentehuis West Maas en Waal, Beneden Leeuwen dhr. L.C.M. Frings, voorzitter (Nijmegen), mw. A.A. van der AalstWolken (Ubbergen), dhr. A.C. van Balken (Zaltbommel), dhr. G. Bel (Lingewaal), dhr. J.J.M. van Dongen (Druten), mw. G. van der Donkvan Andel (Buren), dhr. R.W.M. Engels (Wijchen), dhr. R. Geertzen (Culemborg), dhr. G. Hendriks (Beuningen), dhr. W.G. Hompe (Geldermalsen), dhr. K. Krook (Neerijnen), dhr. J.J.T.M. Leijdekkers (Maasdriel), dhr. V. van Neerbos (Neder-Betuwe),dhr. J.M. Scholtens (Millingen a/d Rijn), dhr. A.P.M. van Swam (West Maas en Waal), mw. E.J.M. de Swart (Heumen), mw. M. Pieters, dhr. M. Hoff, mw. G. Hubers Dhr. W.J.J. Spaan (Groesbeek), dhr. H.A. Driessen (Tiel) OR Mieke de Riemer Directie (024) 3 29 7102 [email protected] GGD/DIR/2296/14/mr 14 maart 2014 Onderwerp / Besluit Actie 1. Opening / vaststelling van de agenda De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Bericht van verhindering: dhr. Spaan (Groesbeek). De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 2. Verslag AB-vergadering GGD Gelderland-Zuid 12 december 2013 Tekstueel en naar aanleiding van: Blz. 3: Dhr. Krook: n.a.v. het stopzetten GGZ-preventie Neerijnen acht hij het wenselijk dat vastgelegd wordt dat gemeenten bij het afnemen van een product, zich ook moeten kunnen terugtrekken. Dhr. Hoff: Is het hiermee eens; het is goed om met gemeenten Rivierenland afspraken te maken over deelname en stopzetten van OGGZ/WMO-producten waarover de Programmaraad Zelfredzaam besluiten neemt. Dhr. Hendriks: wil inzake frictiekosten GGD nogmaals benadrukken dat gemeente Beuningen vindt dat dit kosten zijn die voor de fusie gemaakt zijn in Rivierenland en aldaar opgelost hadden moeten worden. Dhr. Engels: Problemen vanuit het verleden van Rivierenland dienen daar te worden opgelost en moeten niet gezamenlijk gedragen worden (o.a. logopedie). Wijchen deelt daarmee het standpunt van Beuningen. Blz. 4: Mw. Pieters: Centraal postadres Hoofdvestigingen Postbus 1120 GGD Gelderland-Zuid 6501 BC Nijmegen www.ggdgelderlandzuid.nl Regio Nijmegen (Nijmegen) [email protected] Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen T: (024) 329 72 97 F: (024) 322 69 80 datum ons kenmerk pagina 14 maart 2014 GGD/DIR/2296/14/mr 2 van 6 Het is niet gehaald om vóór 1 maart aan de gemeenten te vragen om vóór 1 mei aan te geven of zij facultatieve- en/of maatwerkproducten voor 2015 willen continueren, maar deze brief volgt zo spoedig mogelijk. Het verslag is hiermee vastgesteld. 3. 4. Mededelingen 1. Effectieve interventies 2. Fusie GGD Nederland 3. Medewerker GGD in top-3 ‘Meest invloedrijke persoon publieke gezondheid’ 4. HPV-vaccinaties 5. ZonMw-programma ‘Zorg en ondersteuning in de Buurt’: Het is voor dhr. Hendriks niet duidelijk, welke rol Nijmegen in dit verhaal heeft, al dan niet als centrumgemeente. Het is een project waarbij de academische werkplaats wordt gefinancierd, die op zich werkt voor Gelderland-Zuid , en waarbij de stad Nijmegen het pilotgebied is. Mw. Pieters zal nagaan wat de precieze afbakening van de term ‘regio’ in deze is. 6. Resultaten van de nieuwe ronde in de Jeugdimpuls 7. Gezond Overblijven 8. Wijkprofielen 9. Steun voor anders werken in de zorg 10. Documentaire ‘Waterlijken’ 11. Vriendenloterij steunt centra voor Seksueel en Familiaal Geweld: Vanavond zal in de uitzending van Eén Vandaag een toelichting worden gegeven door de dame die op dit onderwerp gepromoveerd is. 12. Jaarverslag Externe Klachtencommissie GGD Gelderland-Zuid Stemverhouding AB 2014 Het stemgewicht 2014 dat voorligt is gebaseerd op de CBS-gegevens op 01.01.2013 en wijzigt niet ten opzichte van 2013. Besloten wordt: 1. Het stemgewicht Algemeen Bestuur 2014 conform de bijlage vast te stellen. 5. Financieel Mw. Hubers, manager Financiën, is aanwezig bij de bespreking van dit agendapunt. 5.1 Jaarstukken 2013 De voorzitter geeft een korte stand van zaken inzake de afwikkeling frictiekosten. Vanuit DB GGD Gelderland-Zuid was een overleg met een afvaardiging van regio Rivierenland gepland, die deze heeft geannuleerd omdat er geen onderliggend stuk zou zijn. Over de resterende zaken is alsnog een brief gestuurd aan het bestuur van Regio Rivierenland. Het initiatief voor het plannen van nieuw bestuurlijk overleg ligt nu bij Regio Rivierenland om er alsnog uit te komen. Besloten wordt: 1. Kennis te nemen van de voortgang van het opstellen van de jaarstukken 2013. 5.2 Opbrengsten 2014 (inclusief acquisitie) Op verzoek van het Dagelijks Bestuur is vanaf 2014 in een geïntegreerd overzicht GGD Gelderland-Zuid aangegeven wat de opbrengsten zijn, zoals in de begroting 2014 opgenomen en de acquisitie. Dhr. Krook: Neemt hiervan kennis, maar geeft aan dat de zienswijze van Neerijnen is, niet in te kunnen stemmen met dit financieel overzicht voor wat de begroting 2014 betreft. Besloten wordt: 1. Kennis te nemen van het overzicht opbrengsten 2014 GGD Gelderland-Zuid. 5.3 Bezuinigingen 2015 In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 3 oktober 2013 werd door het bestuur een aanvullende bezuinigingsopdracht geformuleerd. Dhr. Leijdekkers: MP datum ons kenmerk pagina 14 maart 2014 GGD/DIR/2296/14/mr 3 van 6 De discussie over logopedie loopt nog en namens de gemeenten regio Rivierenland geeft hij aan nog niet met de voorgestelde bezuinigingen te kunnen instemmen zoals genoemd bij besluitpunt 4 en -punt 6, omdat er eerst meer inzicht en helderheid moet komen. Aan het eind van de vorige AB vergadering is hierover door de gemeenten regio Rivierenland gesproken. Hierover is inmiddels een brief gestuurd door deze gemeenten aan het bestuur van GGD Gelderland-Zuid. Het beeld dat zij hebben gekregen door mededelingen van de voormalige directeur GGD Rivierenland ‘dat afdeling logopedie zo goed als afgebouwd was’ is een ander beeld dan wat hier gemeld wordt. De voorzitter geeft aan dat geconstateerd moet worden dat als de bezuiniging (afbouw logopedie) niet is gehaald, dit ingebracht dient te worden bij het bestuur van Regio Rivierenland, omdat er dan sprake is van een erfenis die in de nieuwe organisatie is ingebracht. Dhr. Geertzen zou e.e.a. nagaan in de notulen van de programmaraad Zelfredzaam van Rivierenland. Als er besluiten zijn geweest van de programmaraad en deze zijn niet in de besluiten van het bestuur van de regio terug te vinden, dan zijn zij niet verwerkt in de begroting die meegegeven is in de nieuwe organisatie. Bij de startbegroting in juli 2013 zijn de twee begrotingen van de GGD’en samengevoegd. Het probleem moet in het Rivierenlandse getackeld worden en zolang die helderheid er niet komt kan niet met het verhaal akkoord worden gegaan. De voorzitter kan zich helemaal in deze opmerking vinden. Dhr. Van Neerbos: verwacht nog een notitie over logopedie en overige taken. Dhr. Frings: in het goedgekeurde verslag van de vorige vergadering, staat opgenomen dat medio 2014 een concept begroting 2015 komt waarin op productniveau wordt aangegeven wat de kosten zijn, dit gaat dan over 2015 en niet over 2014. Mw. Pieters: Er heeft wel een afbouw fte’s logopedie plaatsgevonden, maar de groep was veel groter. Er heeft een afvloeiing plaatsgevonden, maar over de gewenste bezuiniging in euro’s bestaat er onduidelijkheid. Er is al een proces gaande waarin uitgezocht is om de uitvoering van logopedie voor beide regio’s gelijk te schakelen en welke mensen op logopedie (bij een minimale uitvoering daarvan) boventallig zijn. Het gaat om medewerkers die momenteel nog aan het werk zijn, inhoudelijk naar genoegen maar de gewenste bezuiniging van 4,5 fte gaat pas per januari 2015 in. Voor de medewerkers is het zeer vervelend om in een tweetraps raket tweemaal bezuinigingen door te moeten maken. Er ligt een brief gereed om de mensen hierover te informeren, die nog niet verzonden kan worden, nu er geen besluit hierover wordt genomen. De GGD wil hier graag richting medewerkers een zorgvuldig proces doorlopen. Dhr. Engels: Vier regiogemeenten WMW/Beuningen/Druten/Wijchen hebben een aparte dienst voor logopedie en vraagt om bij de afwikkeling de belasting niet bij deze gemeenten te leggen. Dhr. Krook: wil graag in beeld krijgen wat aan begroting vanuit Rivierenland is ingebracht en wat in de discussies heeft plaatsgevonden. Het is van belang om een helder inzicht te krijgen waar het probleem en de oorzaak liggen. Aan de raad moet verantwoord worden waar het is misgegaan. Mw. Hubers: Licht toe dat in aanloop naar het opstellen van de begroting 2014 reeds getracht is informatie boven tafel te krijgen, maar dat het niet gelukt is om over stelselmatig opgebouwde begrotingsstukken (zodat deze in de tijd gezien navolgbaar zijn) vanuit Rivierenland te kunnen beschikken. Geconstateerd is dat alle medewerkers die bij Rivierenland op de loonlijst stonden inmiddels een contract hebben bij GGD GelderlandZuid. Er zijn weliswaar stukken over de voortgang van de afvloeiing van personeel gevonden, maar geen stukken waarin de start en eindsituatie navolgbaar was, met bestuursbesluiten. Dhr. Krook: vraagt om de harde cijfers die feitelijk vanuit Rivierenland zijn aangeleverd als inbreng naar de beginbalans GGD Gelderland-Zuid per fusiedatum 01.07.2013. datum ons kenmerk pagina 14 maart 2014 GGD/DIR/2296/14/mr 4 van 6 Besloten wordt: De voorgenomen bezuinigingen vanaf 2015 vast te stellen: 1. € 75.000 op JGZ op inwonerbijdrage gemeenten regio Nijmegen 2. € 75.000 op TBC op inwonerbijdrage gemeenten regio Nijmegen 3. € 100.000 op gezonde school, wijk en gemeente op inwonerbijdrage gemeenten regio Nijmegen 4. € 61.150 op MBZ Voorts wordt besloten: 5. Dat de GGD zo spoedig als mogelijk informatie aanlevert aan de AB-leden in Rivierenland over de beginsituatie van de logopedie bij de GGD-fusie (zowel financieel als in fte's). 6. Dat de AB-leden in Rivierenland op basis van deze informatie zo spoedig als mogelijk daarna laten weten of wat hen betreft wel of niet vóór 1 april a.s. een besluit genomen kan worden over de voorgestelde bezuiniging op logopedie in 2015. 7. Om het DB mandaat te geven om over de voorgestelde besluitpunten 4 en 6 een besluit te nemen vóór 1 april 2014. Nagezonden: Brief gemeente Zaltbommel, d.d. 05.02.2014 inzake zienswijze begroting 2014 Brief gemeente Maasdriel, d.d. 24.02.2014 inzake kosten MBZ, EKD en logopedie in begroting 2013 en 2014 Brief gemeenten regio Rivierenland, d.d. 27.02.2014 inzake kosten logopedie 5.4 Verantwoording Rivierenland Gezond Vier leden van de Programmaraad zijn benoemd als lid van de stuurgroep ‘Rivierenland Gezond’. In de stuurgroep is besloten voor te stellen dat de borging van dit project voortaan via het AB van GGD Gelderland-Zuid verloopt omdat het voortbestaan van de Programmaraad Zelfredzaam ter discussie staat. Mw. Van der Donk: is van mening dat het formeel niet kan en dat het bij de Programmaraad moet blijven. Zij vraagt dit agendapunt aan te houden totdat e.e.a. goed is uitgezocht. Besloten wordt: 1. dit agendapunt in te trekken. 6. Transities en GGD Gelderland-Zuid Ter vergadering geeft DPG mw. Pieters een korte presentatie over de producten in relatie tot transities vanuit 4 perspectieven: School Wijk/lokale netwerken Eerstelijnszorg Veiligheid Maatschappelijk gezien kan gesteld worden dat preventie loont. Op verzoek van medewerkers is er een inhoudelijke bijsluiter toegevoegd, waarin vermeld wordt dat iedere euro die geïnvesteerd wordt in logopedie het dubbele oplevert. Opmerkingen: Met de complimenten aan directie voor de presentatie. Het is een overzicht op basis van de bestaande taken en het laat zien op welke niveaus het kan plaatsvinden; lokaal, subregionaal en regionaal, zonder er besluiten aan te koppelen. Als gemeente kunnen taken bij de GGD worden ingekocht bovenop het reguliere wettelijke pakket. Op diverse terreinen zijn veel partners actief en we moeten er alert op zijn dat partijen niet met dezelfde taken bezig zijn. Het is van belang te kijken wat GGD als taak uitvoert, waarbij efficiency het uitgangspunt moet zijn. Dhr. Van Neerbos is zeer enthousiast over de genoemde pilot in Neder-Betuwe, wat de mogelijkheid geeft om per 1 januari 2015 klaar te zijn. Er komt datum ons kenmerk pagina - - - 14 maart 2014 GGD/DIR/2296/14/mr 5 van 6 binnenkort een voorstel hiervoor. Dhr. Hompe: Op korte termijn moet duidelijk zijn wat gemeenten regionaal en lokaal kunnen verwachten zonder extra kosten, zodat adequaat ingekocht kan worden. Dhr. Engels: het gepresenteerde zit op één lijn met Wijchen. Werkafspraken met partijen over sociale wijkteams en toegangspoort enz. zijn in Wijchen reeds gemaakt en per 1 april wordt hiermee gestart. Voor eind maart is hiervoor een afspraak gepland. Mw. Pieters: op basis van de ervaringen met Wijchen wordt ook met de MUGgemeenten gestreefd te komen tot een voorstel. Het is aan de gemeenten zelf om een indicatie te geven van wat de wensen zijn. Op basis hiervan kan een inventarisatie gemaakt worden van productenontwikkeling als maatwerk op regionaal niveau en daarnaast de taken die met meerdere gemeenten bovenregionaal opgepakt kunnen worden (AMHK). Dhr. Engels vindt het wenselijk dat in de transformatie de GGD in het veld hierin leidend is. Er volgt nog een notitie AMHK naar de 18 gemeenten De presentatie zal naar de AB-leden worden gezonden. Besloten wordt: 1. Kennis te nemen van de GGD-productenmatrices 2. Kennis te nemen van de beschrijving van enkele van de producten 3. Kennis te nemen van de toelichtende presentatie tijdens de vergadering 4. De wensen die AB-leden hebben te bespreken ten aanzien van de GGD c.q. GGDproducten in het licht van de transities. 5. GGD opdracht te geven om, op basis van de matrix, bij gemeenten uiterlijk in juni de wensen te inventariseren over de dienstverlening van de GGD aan gemeenten in relatie tot de transities in het sociale domein. In het AB van 26 juni kan besproken worden welke taken zullen worden afgenomen. 7. Meldpunt Bijzondere Zorg (mondeling door mw. M. Pieters) Mw. Pieters: Er heeft een personele wisseling op Meldpunt Bijzondere Zorg plaatsgevonden. Mw. L. Dokter was als interim manager MBZ gevraagd om het traject voor de toekomst verder vorm te geven, maar zij heeft inmiddels een andere functie aanvaard bij GGD regio Utrecht en zal GGD Gelderland-Zuid per mei verlaten. Er zal nu naar een andere manager gezocht worden om het ingezette traject voort te zetten. Door deze ontwikkeling staat de afdeling OIBG inmiddels onder de eenhoofdige leiding van dhr. Molleman. 8. Wisselingen DB en AB door gemeenteraadsverkiezingen maart Op 19 maart a.s. vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats in 15 van de 18 gemeenten in Gelderland-Zuid. Geborgd dient te worden dat het DB in de overgangsfase in ieder geval bestaat uit 3 leden. Verzoek mw. Pieters aan de wethouders die mogelijk niet blijven, het transitieverhaal over te dragen aan haar/zijn opvolger en rekening te laten houden met haar voornemen om voor het nieuwe AB een kennismakingsdag te organiseren met een inspirerend programma. Besloten wordt: 1. Indien de huidige voorzitter en/of plaatsvervangend voorzitter na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 geen deel meer uitmaakt van het nieuwe college c.q. niet meer wordt aangewezen als AB-lid, worden in de overgangsperiode tot de ABvergadering op 26 juni a.s. de nieuwe AB-leden van gemeenten Nijmegen en Tiel gevraagd om in die periode deel uit te maken van het Dagelijks Bestuur van de GGD. Hun aanwijzing wordt in de AB-vergadering van 26 juni a.s. met terugwerkende kracht formeel bekrachtigd per datum wijziging AB-lidmaatschap. Dhr. Krook moet de vergadering verlaten en dankt allen voor de prettige samenwerking. PM datum ons kenmerk pagina 9. 14 maart 2014 GGD/DIR/2296/14/mr 6 van 6 Presentatie eindrapport Volwassenen- en Ouderenmonitor Mevrouw Jolanda Terpstra en mevrouw Meta Moerman, epidemiologen afdeling OIBG, zijn voor dit agendapunt aanwezig om een korte presentatie te geven. Hand-outs worden ter vergadering uitgereikt en de presentatie zal aan dit verslag worden toegevoegd. Met gemeenten waar nog behoefte is aan verdiepende factsheets, zal nog contact worden opgenomen. Het rapport en de cijfers tabellenboek staan per gemeente vermeld op de website. Ook alle samenwerkingspartners krijgen het rapport toegezonden. Dhr. Van Neerbos vraagt of het niet verstandiger zou zijn om deze cijfers eerst met de gemeenten te bespreken voordat ze publiekelijk bekend gemaakt worden. Mw. Terpstra antwoordt dat zij samen met dhr. Molleman met de meeste gemeenten gesprekken hierover heeft gevoerd, ook met gemeenten Neder-Betuwe. Indien er behoefte is aan aanvullende bespreking, dan is dat altijd mogelijk. De diverse vragen worden door de epidemiologen meegenomen. 10. Rondvraag Mw. Van der Donk zal zelf niet als wethouder terugkomen en wenst eenieder veel succes. Als tip wil zij nog meegeven dat voor de vele gebruikte afkortingen een verklarende afkortingenlijst wenselijk is. Waar nodig zal deze in het vervolg worden toegevoegd. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering onder dankzegging aan de deelnemers voor hun bijdrage aan deze vergadering. PM Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 7 Mededelingen 1. Wijzigingen management GGD Zoals eerder aangegeven heeft Lili Dokter, manager MBZ a.i., eind april afscheid genomen van de GGD omdat zij bij GGD regio Utrecht een andere functie heeft aanvaard. Per 15 mei jl. is mevrouw Margret Overdijk als manager MBZ a.i. aangesteld. Mevrouw Overdijk is interimmanager met veel ervaring in het veld van MBZ. Ze is onder andere regiodirecteur van Pro Persona Arnhem geweest en heeft daarvoor bij Altrecht (Utrecht) gewerkt. 2. Erkenning opleiding arts Maatschappij en Gezondheid De Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) heeft GGD Gelderland-Zuid erkend als opleidingsinrichting om artsen op te mogen leiden tot jeugdarts, infectieziektearts en arts Maatschappij en Gezondheid. Tevens zijn vier artsen erkend als opleiders op deze terreinen. Voor de fusie waren beide GGD’en ook erkend. De nu ontvangen erkenningen zijn afgegeven tot 1 juli 2018, waarmee de RGS aangeeft dat ook GGD Gelderland-Zuid de organisatie voor deze opleiding goed op orde heeft. 3. Beleidsplan GGD Gelderland-Zuid Conform de GR moet de GGD iedere vier jaar een meerjarenbeleidsplan opstellen. Na de fusie moet dit plan nu voor de eerste keer worden opgesteld. Binnen de GGD is een project opgestart om tot zo’n plan te komen. Bij het opstellen van het meerjarenbeleidsplan 2015-2018 zullen gemeenten, belangrijke ketenpartners en medewerkers worden betrokken. Daartoe zullen onder andere diverse werkbijeenkomsten worden georganiseerd. In het Dagelijks Bestuur zal de voortgang van het opstellen van dit plan worden besproken en zullen inhoudelijke keuzes en concepten worden besproken. Gepland is om het concept-meerjarenbeleidsplan begin 2015 in het DB en AB vast te stellen en het vervolgens voor zienswijze aan de gemeenteraden voor te leggen; definitieve vaststelling is voorzien in de AB-vergadering van juni 2015. 4. Jaarverslag gemeentearchivaris 2013 Bijgevoegd is het jaarverslag van de gemeentearchivaris over 2013. Als zodanig betreft het een vervolg op de audit die in 2012/2013 heeft plaatsgevonden. De aanbevelingen zijn overgenomen in een actieplan van de VRGZ/GGD. 5. Risico-inventarisatie en weerstandsvermogen GGD Binnen de GGD wordt gewerkt aan een nieuwe manier van risico-inventarisatie waarbij het doel is om transparanter te maken welke risico’s zijn geïnventariseerd en wat de stappen zijn om risico’s te beheersen. Het transparant maken van de ondernomen stappen is nieuw voor de organisatie omdat dit momenteel veelal impliciet gebeurt. Een samenvatting van een en ander komt terecht in de jaarrekening/begroting. Het blijft zo dat ook tussentijds risico’s worden gemeld als daar aanleiding voor is. De financieel gekwantificeerde risico’s worden vervolgens afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit en dat wordt vervolgens weer uitgedrukt in een score van ruim onvoldoende tot uitstekend. Terwijl de GGD hieraan werkt heeft de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen, in opdracht van de wethouders financiën uit regio Nijmegen, een notitie geschreven met een voorstel voor weerstandsvermogen van Gemeenschappelijke Regelingen. Het voorstel ligt momenteel ter consultatie voor aan verschillende partijen. In dit voorstel wordt er van uitgegaan dat Gemeenschappelijke Regelingen hun risico’s inventariseren en dat zij gemeenten daarover informeren. 6. Rondje DPG langs gemeenteraden In het kader van inwerkprogramma’s van (commissies van) gemeenteraden is de DPG door verschillende gemeenten uitgenodigd om een toelichting te geven op het werkveld van de GGD. Behalve een schets van het werkveld, wordt ook ingegaan op de ambitie die de GGD heeft om de kennis en kunde aan te laten sluiten bij de transities in het sociale domein. Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 8.1 Afronding ontvlechting GGD uit Regio Rivierenland Korte samenvatting onderwerp: Naar aanleiding van de briefwisseling (zie bijlagen) tussen GGD Gelderland-Zuid en Regio Rivierenland wordt voorgesteld om akkoord te gaan met het definitieve voorstel dat Regio Rivierenland doet in haar brief van 15 april jl. om zodoende een einde te maken aan deze discussie. Om te komen tot een kansrijke subsidieaanvraag voor de frictiekosten en omdat de brief van Regio Rivierenland niet op alle punten duidelijkheid geeft, wordt voorgesteld om hieraan de volgende aanvullende voorwaarden aan Regio Rivierenland te stellen: Met betrekking tot de frictiekosten wordt geadviseerd om Regio Rivierenland te verzoeken om mee te werken aan een subsidieaanvraag voor deze frictiekosten bij het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Daartoe moet Regio Rivierenland de declaratie van deze kosten laten waarmerken door haar accountantsdienst, conform bijgaand voorbeeld van een andere GGD. Geadviseerd wordt om de betaling van frictiekosten aan Regio Rivierenland op te schorten totdat het Ministerie definitief uitsluitsel heeft gegeven over de subsidieaanvraag. Uitsluitsel over de subsidie geeft dan ook duidelijkheid over de uiteindelijke verwerking van de frictiekosten. Voor de regio Nijmegen kunnen de frictiekosten immers vanuit de rekening courant worden betaald en voor de regio Rivierenland zou dit gefactureerd moeten worden aan die gemeenten. Regio Rivierenland geeft in haar brief t.a.v. de frictiekosten uitsluitsel over het verwachte toekomstige verloop van de frictiekosten. Om die reden wordt door Regio Rivierenland in haar brief van 15 april jl. aangegeven dat Regio Rivierenland wil afzien van administratieve verantwoording over het verloop van de frictiekosten. Geadviseerd wordt om hiermee akkoord te gaan, ongeacht de uitslag van de subsidieaanvraag bij VWS. De brief van 15 april geeft geen uitsluitsel over de betalingstermijn van de frictiekosten. Geadviseerd wordt om de eerder afgesproken betalingstermijn 50% eind 2013, 100% eind 2014 en 100% eind 2015 in principe te handhaven als betalingstermijn. Geadviseerd wordt om over te gaan tot betaling ineens van resterende frictiekosten als – na aftrek van subsidie – een totaal bedrag resteert van minder dan € 250.000,-. Instemming met het voorstel van Regio Rivierenland heeft voor GGD Gelderland-Zuid als consequentie dat er bij de GGD een vordering van € 57.000,- plus € 59.000,- moet worden afgeboekt. Dit wordt ten laste van de post voor onvoorzien 2014 gebracht. Ten behoeve van de voortgang van de afwikkeling is, in overleg met de voorzitter van het DB, inmiddels bijgevoegde brief verzonden aan Regio Rivierenland. In deze brief is aangegeven dat: 1. GGD Gelderland-Zuid instemt met het voorstel van Regio Rivierenland ten aanzien van de post overhead logopedie; 2. GGD Gelderland-Zuid instemt met het voorstel van Regio Rivierenland ten aanzien van de post EGB; 3. GGD Gelderland-Zuid instemt met het achterwege laten van administratieve verantwoording over het verloop van de frictiekosten bij Regio Rivierenland; 4. Regio Rivierenland wordt verzocht om mee te werken aan een subsidieaanvraag bij het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Milieu door de declaratie van frictiekosten te laten waarmerken door haar accountantsdienst; 5. wordt vastgehouden aan de eerder afgesproken betalingstermijnen voor de frictiekosten, tenzij de subsidieaanvraag (grotendeels) succesvol blijkt te zijn; een eventueel restant bedrag tot maximaal € 250.000,- zal ineens worden betaald. Bij brief d.d. 21 mei 2014 is de reactie van Regio Rivierenland op voornoemde briefwisseling ontvangen. De Regio zal zorgen voor een gewaarmerkte opgave van de frictiekosten. De Regio beschouwt de subsidieaanvraag voor fusie- en frictiekosten als een aangelegenheid van GGD Gelderland-Zuid en zal de facturering van de frictiekosten in 2013 starten. Het Dagelijks bestuur van de GGD heeft op basis hiervan in zijn vergadering op 5 juni jl. ingestemd met: 1. Het voorstel van Regio Rivierenland ten aanzien van de post overhead logopedie en €57.000,- van deze vordering af te boeken ten laste van de post onvoorzien 2014. 2. Het voorstel van Regio Rivierenland ten aanzien van de post EGB en €59.000 van deze vordering af te boeken ten laste van de post onvoorzien 2014. 3. Het achterwege laten van administratieve verantwoording over het verloop van de frictiekosten bij Regio Rivierenland. 4. Het verzoek aan Regio Rivierenland om mee te werken aan een subsidieaanvraag bij het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Milieu door de declaratie van frictiekosten te laten waarmerken door haar accountantsdienst. 5. Het betalen van de frictiekosten aan Regio Rivierenland volgens gestelde termijnen, ongeacht het traject van de subsidieaanvraag bij VWS. Deze besluiten zijn inmiddels meegedeeld aan het bestuur van Regio Rivierenland. Voorstel te beslissen: 1. Kennis te nemen van de brief van Regio Rivierenland d.d. 15 april jl. en het antwoord hierop van GGD Gelderland-Zuid. 2. Kennis te nemen van de brief van Regio Rivierenland d.d. 21 mei 2014. 3. Kennis te nemen van de besluiten van het Dagelijks Bestuur d.d. 5 juni 2014. Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 8.2 Jaarstukken 2013 Korte samenvatting onderwerp: De jaarstukken 2013 zijn aangeboden aan deelnemende gemeenten om hun zienswijze kenbaar te maken. Ten tijde van het verzenden van deze stukken waren nog niet alle reacties van gemeenten ontvangen. Ter vergadering zal een bijgewerkt overzicht met reacties worden uitgereikt. Vijf gemeenten stuurden een reactie; vijf gemeenten stemden in met de jaarrekening en met het voorstel tot bestemming van het jaarresultaat. Het accountantsverslag over 2013 kwam dit jaar met vertraging beschikbaar. Dit had deels te maken met de afwikkeling van de fusie. De vaststelling van deze jaarstukken 2013 impliceert dat uw Algemeen Bestuur ook haar formele goedkeuring geeft aan de in deze jaarstukken verwerkte inbrengbalans van de GGD Rivierenland per 1 juli 2013. Deze inbrengbalans werd voorzien van een controleverklaring door de accountant van Regio Rivierenland per 14 februari 2014. Deze stukken zijn voorts beoordeeld door de accountant van GGD Gelderland-Zuid. Uit deze accountantsbeoordeling komen geen bijzonderheden naar voren die gerapporteerd moeten worden. Door de vertraagde oplevering van de jaarstukken en het accountantsverslag en vanwege de gemeenteraadsverkiezingen werd het accountantsverslag niet besproken met een afvaardiging vanuit het AB. Om deze reden is dit accountantsverslag nu integraal toegevoegd aan de vergaderstukken. Voorstel te beslissen: 1. De jaarrekening 2013 vast te stellen. 2. Een bedrag van € 172.000 te onttrekken aan de algemene reserve. 3. Bijgaande brief ondertekend en voorzien van de vereiste overige stukken, aan te bieden bij het Centraal Bureau voor de Statistiek in verband met vaststelling van de subsidie voor coördinatie en –hulpverlening inzake aanvullende seksuele gezondheidszorg. Bijlage bij punt 8.2 Zienswijzen gemeenten jaarstukken 2013 GGD Gelderland-Zuid Gemeente Rivierenland Buren Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen Akkoord Stemt in met resultaatbestemming en onttrekking van €172.000 aan Algemene Reserve Culemborg Geldermalsen Het AB van de GGD opdracht geven tot het indienen van subsidieaanvragen bij VWS voor gemaakte frictiekosten en fusiekosten Lingewaal Akkoord Heeft er van kennis genomen dat de GGD het negatieve resultaat onttrekt aan de Algemene Reserve en verzoekt maatregelen om in 2014 een sluitende jaarrekening te rapporteren en een sluitende begroting vanaf 2015 Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel Gemeente regio Nijmegen Zienswijze Beuningen door gemeente gemaakte opmerkingen Druten Groesbeek Heumen Akkoord Akkoord met voorgestelde resultaatbestemming en onttrekking €172.000 aan Algemene reserve Indienen subsidieaanvragen bij VWS conform advies Adviesfunctie Millingen aan de Rijn Nijmegen Ambtelijke verwachting: akkoord conform advies Adviesfunctie Ubbergen West Maas en Waal Akkoord Akkoord met uizondering van de bijdrage in de frictiekosten logopedie Zoeken van een afdoende oplossing voor de verschuldigde bijdrage in deze frictiekosten Wijchen Akkoord conform advies Adviesfunctie; instemming met voorgestelde resultaatbestemming. op zoek gaan naar een (voor Wijchen passende) oplossing voor de frictiekosten van logopedie opdracht geven om een subsidieaanvraag in te dienen bij VWS voor de fusie- en frictiekosten Gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid Accountantsverslag 2013 Aan het algemeen bestuur en de directie van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid t.a.v. mevrouw M.N. Pieters Postbus 1120 6501 BC NIJMEGEN Datum 9 april 2014 Behandeld door drs. M.M.M. Vogelpoel Onderwerp Accountantsverslag 2013 Ons kenmerk Uw kenmerk - Geachte leden van het Algemeen Bestuur, geachte mevrouw Pieters, Hierbij ontvangt u ons accountantsverslag over het boekjaar 2013. Daarin zijn onze belangrijkste controlebevindingen samengevat. Voorts treft u een analyse aan van de ontwikkelingen in uw vermogen en resultaat. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid. In overeenstemming met uw opdracht hebben wij hebben de jaarrekening 2013 gecontroleerd. Bij de jaarrekening 2013 hebben wij een goedkeurende controleverklaring af gegeven, zowel voor getrouwheid als de financiële rechtmatigheid, gedateerd 8 april 2014. De inhoud van dit verslag hebben wij afgestemd met uw directie. Indien dit accountantsverslag nog vragen overlaat, zijn wij graag bereid dit rapport nader toe te lichten. Hoogachtend, Deloitte Accountants B.V. drs. M. Knip RA Inhoudsopgave 1. Managementsamenvatting 1.1 De opdracht die u ons hebt verstrekt 1.2 Verloop van onze controle 1.3 Samenvatting van onze controle van de jaarrekening 2013 2. De jaarstukken voldoen aan de vigerende voorschriften 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6 Een goedkeurende verklaring voor 2013 Rechtmatigheid: doorstorting subsidies Significante verslaggevingsgrondslagen Informatiewaarde jaarverslag (incl. paragrafen) Single information Single audit (SiSa) Naleving Wet Normering Topinkomens (WNT) Inbreng activa en passiva GGD Regio Rivierenland. 4 4 4 5 7 7 7 7 8 8 9 10 3. Interne beheersing 11 4. Analyse resultaat 2013 13 5. Uitgangspunten weerstandsvermogen worden herzien 14 5.1 Algemene reserve: uitgangspunten worden momenteel herzien 5.2 Risicomanagement 14 14 6. Ter afsluiting 15 Bijlage 1: Verplichte onderwerpen van onze rapportage 16 Bijlage 2: Overzicht niet gecorrigeerde fouten en onzekerheden 20 1. Managementsamenvatting 1.1 De opdracht die u ons hebt verstrekt Wij hebben van u de opdracht gekregen om de jaarrekening 2013 van de Gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid (hierna verkort GGD genoemd) te controleren. De accenten en reikwijdte van de accountantscontrole zijn door u vastgelegd in de controleverordening en nader geduid in het ‘Programma van eisen benoeming accountant 2011-2014 GGD Regio Nijmegen’. Tijdens de uitvoering van de oorspronkelijke controleplanning hebben zich geen wijzigingen van materieel belang in de reikwijdte voorgedaan. Wij achten de reikwijdte van onze controle voor 2013 voldoende voor de doelstelling van onze controle. De doelstelling van de controle is het afgeven van een controleverklaring bij de jaarrekening 2013 van uw gemeenschappelijke regeling. In dit rapport geven wij een toelichting op de bevindingen naar aanleiding van onze controle. De accenten en reikwijdte van de accountantscontrole zijn door ons vastgelegd in de opdrachtbevestiging d.d. 8 november 2013. “De accenten en reikwijdte van onze controle zijn vastgelegd in onze opdrachtbevestiging.” De belangrijkste bevindingen vanuit onze controle en de daaraan gekoppelde adviezen hebben wij in dit verslag opgenomen. De, vanuit onze beroepsorganisatie, verplichte rapportageonderdelen hebben wij opgenomen in bijlage 1 van dit verslag. In dat kader melden wij dat onze onafhankelijkheid ten opzichte van uw gemeenschappelijke regeling voldoende is geborgd. Daarnaast vragen wij uw blijvende aandacht voor het uitvoeren van een periodieke frauderisicoanalyse als vast onderdeel van uw interne controlesysteem. 1.2 Verloop van onze controle “Door de fusie en het verwerken van de inbrengbalans is de doorlooptijd van de controle langer dan gebruikelijk geweest om de controle adequaat te kunnen afronden.” Wij zijn medio februari 2014 gestart met de controle van de jaarrekening 2013. Door onder andere de fusie met de GGD Regio Rivierenland en de daarmee samenhangende verwerking van de inbrengbalans en daarnaast de late duidelijkheid vanuit het ministerie over de Wet Normering Topinkomens (WNT) heeft onze controle een langere doorlooptijd gekend dan normaliter gebruikelijk is. Bij aanvang van de balanscontrole was de kwaliteit van de ter controle aangeboden conceptjaarrekening voldoende om onze controle te starten. De dossiervorming was adequaat en tevens hebben wij volledige medewerking van uw medewerkers gehad bij het uitvoeren van onze controlewerkzaamheden. Extra aanvullende werkzaamheden zijn door ons verricht als gevolg van de verwerking van de inbrengbalans van GGD Regio Rivierenland en de daarmee samenhangende jaarrekeningposten in uw jaarrekening alsmede de verplichte werkzaamheden in het kader van de WNT. 3100221498/0167/ml/ws12/4 1.3 Samenvatting van onze controle van de jaarrekening 2013 In het najaar van 2013 hebben wij onze interim-controle voor de GGD uitgevoerd. Deze controle is primair gericht op de analyse en evaluatie van de interne beheersingsomgeving. Het gaat hierbij onder meer om onderwerpen op het terrein van administratieve organisatie/interne beheersing (AO/IB), rechtmatigheid en tussentijdse informatievoorziening die van belang zijn bij een verdere verbetering van de bedrijfsvoering. Wij hebben daarbij vastgesteld dat uw organisatie op onderdelen voor wat betreft de kwaliteit van de interne financiële beheersing achteruit is gegaan. De door ons geconstateerde aandachts- en ontwikkelpunten in het kader van onze “Kwaliteit van interne controle van de jaarrekening hangen hoofdzakelijk samen met de fusie (financiële) beheersing met GGD Rivierenland. Er zijn aangaande dit fusieproces nog is op onderdelen belangrijke slagen te maken om de kwaliteit van de interne financiële achteruit gegaan als beheersing weer op het gewenste niveau te krijgen. gevolg van de fusie met GGD In dat kader noemen wij onder meer het herinrichten van het proces Rivierenland” inkoop & aanbestedingen met daarbij specifieke aandacht voor de naleving van EU-aanbestedingsregelgeving, budget- en projectbeheersing en risicomanagement. In onze managementletter 2013 hebben wij de, vanuit onze optiek, belangrijkste aandachtspunten aangaande de kwaliteit van de interne (fnanciële) beheersing onder de aandacht van uw directie gebracht. “Een goedkeurende controleverklaring voor getrouwheid en rechtmatigheid.” Onze jaarrekeningcontrole hebben wij begin april 2014 afgerond. Bij de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening 2013 hebben wij een goedkeurende controleverklaring d.d.8 april 2014 verstrekt, zowel voor de getrouwheid als de financiële rechtmatigheid. De jaarstukken 2013, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening, voldoen aan de vereisten ingevolge het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Er is sprake van een onzekerheid van € 238.000 op het onderdeel financiële rechtmatigheid. Omdat deze onzekerheid binnen de goedkeuringstolerantie valt van geconstateerde onzekerheden heeft dit geen gevolgen voor de strekking van onze controleverklaring. In paragraaf 2.2. lichten wij deze onzekerheid nader toe. Er zijn, rekening houdend met de door u vastgestelde goedkeuringstoleranties en rapportagetolerantie, verder geen fouten en/of onzekerheden door ons geconstateerd waarover wij u zouden moeten rapporteren. Het resultaat voor bestemming 2013 bedraagt € 759.000 negatief en overschrijdt daarmee de gewijzigde begroting (resultaat € 326.000 negatief). Rekening houdend met de reeds besloten bestemming bedraagt het nog te bestemmen resultaat € 172.000 negatief. Bij verwerking van de resultaatbestemming over 2013 bedraagt uw eigen vermogen € 1.792.000. Als gevolg van de fusie (en de inwerktijd die benodigd is voor de nieuwe organisatie) zijn de uitgangspunten aangaande weerstandsvermogen en risicomanagement (nog) niet herijkt. U heeft als bestuur de directie opdracht gegeven in 2014 op basis van de nieuwe organisatie een nieuwe nota reserves, risico’s en weerstandscapaciteit op te stellen. De ontwikkeling van een adequaat systeem van risicomanagement wordt hierin mee genomen. Wij zijn van mening dat u met het inzetten van dit proces een belangrijke slag zal maken om het proces en de werkwijze van risicomanagement binnen uw gemeenschappelijke regeling verder onder de aandacht te brengen en door te ontwikkelen. 2. De jaarstukken voldoen aan de vigerende voorschriften 2.1 Een goedkeurende verklaring voor 2013 Bij de door het dagelijks bestuur c.q. de directie opgestelde jaarrekening 2013 hebben wij een goedkeurende verklaring verstrekt, voor zowel rechtmatigheid als getrouwheid. Onze verklaring is gedateerd op 8 april 2014. De door u vastgestelde goedkeuringstolerantie voor fouten bedraagt € 243.000 (1% van de totale lasten) en voor onzekerheden € 729.000 (3% van de totale lasten). Door u is eveneens vastgesteld dat de rapporteringstolerantie 80% van de goedkeuringstolerantie bedraagt. In dit hoofdstuk rapporteren wij u de belangrijkste bevindingen ten aanzien van de jaarrekening 2013. Een overzicht van alle gecorrigeerde en geconstateerde niet-gecorrigeerde controleverschillen hebben wij in bijlage 2 opgenomen. 2.2 Rechtmatigheid: doorstorting subsidies Door GGD Gelderland-Zuid (onderdeel GGD Rivierenland) zijn in 2013 van de deelnemende gemeenten subsidiegelden ontvangen en vervolgens door uw organisatie doorbetaald aan een aantal uitvoeringsorganisaties. In totaliteit bedroeg de doorbetaling in 2013 € 238.000 die als last in de jaarrekening 2013 van de GGD is verantwoord. Over zowel de besteding als de verantwoordingswijze over 2013 zijn met de uitvoeringsinstanties geen afzonderlijke afspraken gemaakt. In 2013 is hierdoor door de uitvoeringsorganisaties geen verantwoording afgelegd over de wijze van een rechtmatige besteding van deze gelden. Hierdoor is er sprake van een onzekerheid in de verantwoording ten aanzien van een rechtmatige besteding van deze doorbetaalde subsidies voor een bedrag van € 238.000. Wij hebben van uw directie vernomen dat dit voor 2014 door in overleg met het dagelijks bestuur duidelijke voorwaarden te formuleren richting de uitvoeringsinstanties. 2.3 Significante verslaggevingsgrondslagen Significante verslaggevingsgrondslagen en de toepassing hiervan zijn belangrijk voor de presentatie van de financiële positie en de baten en lasten van de GGD. Daarnaast vereisen zij van de directie het toepassen van oordeelsvorming ten aanzien van moeilijke, subjectieve en complexe posities, die vaak – vanwege de noodzaak om inschattingen te moeten maken over het effect van zaken – inherent onzeker zijn. De belangrijkste verslaggevingsgrondslagen van de GGD zijn uiteengezet in paragraaf 3.4 van de jaarrekening 2013. In de jaarrekening 2013 hebben zich ten opzichte van 2012 geen wijzigingen van materieel belang voorgedaan in de toegepaste verslaggevingsgrondslagen, die een aanzienlijke invloed hebben gehad op de baten en lasten en/of de financiële positie van de gemeenschappelijke regeling. Wij hebben het door de directie toegepaste proces voor belangrijke verslaggevingsgrondslagen geëvalueerd en hebben gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd. Wij zijn van mening dat de verslaggevingsgrondslagen en de toegepaste inschattingen redelijk zijn en consistent zijn gebruikt. 2.4 Informatiewaarde jaarverslag (incl. paragrafen) De jaarstukken 2013 bestaan uit: Het jaarverslag 2013. De jaarrekening 2013. De jaarverslaggeving voldoet aan de vereisten ingevolge de BBV.In het jaarverslag (programmaverantwoordingen) dient informatie opgenomen te worden over: wat hebben we gedaan, wat hebben we bereikt en wat heeft het gekost? Deze programmaverantwoordingen vormen samen met de verplicht voorgeschreven paragrafen (zoals weerstandsvermogen, bedrijfsvoering, etc.) het jaarverslag. Beide onderdelen vallen niet onder onze controle van de jaarrekening. Primair object van de accountantscontrole (op grond van artikel 213 van de Gemeentewet) is de jaarrekening (programmarekeningen met toelichting en de balans met toelichting). De inhoud van het jaarverslag (programmaverantwoording en paragrafen) hebben wij “marginaal getoetst”. Deze toetsing blijft beperkt tot het signaleren van mogelijke tegenstrijdigheden tussen het jaarverslag en de jaarrekening. De accountantscontrole omvat daarom geen oordeel over de inhoudelijke juistheid en volledigheid van de informatieverstrekking opgenomen in de programmaverantwoording en de verplichte paragrafen. In het Bbv zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de inhoud van de programmaverantwoording en de verplicht voorgeschreven paragrafen. Uit onze toetsing van het jaarverslag concluderen wij dat de informatiewaarde van zowel de programmaverantwoording als de verplichte paragrafen van een toereikend en kwalitatief goed niveau is . 2.5 Single information Single audit (SiSa) De procedure die uw gemeenschappelijke regeling moet naleven bij de aanlevering van de bestanden aan het CBS is in 2013 niet wezenlijk gewijzigd. Uw gemeenschappelijke regeling dient in een vast, voorgeschreven stramien een zevental documenten aan het CBS te leveren. De SiSa-bijlage die opgenomen is in de jaarrekening 2013 is opgesteld door de gemeenschappelijke regeling. Wij hebben de SiSa-bijlage gecontroleerd op basis van de door u opgemaakte SiSa-bijlage en de nota verwachtingen accountantscontrole SiSa 2013. Hierbij stellen wij de juistheid van de gegevens in de SiSa-bijlage vast. Wij willen benadrukken dat u als gemeenschappelijke regeling zelf verantwoordelijk bent voor de volledigheid van de te verantwoorden indicatoren zoals opgenomen in de SiSa-bijlage. Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, artikel 5, lid 4, rapporteren wij in dit rapport over de fouten en onzekerheden van de specifieke uitkeringen die in 2013 in het kader van SiSa zijn verantwoord. Wij doen dit met een tabel, die wij ook moeten opnemen als er geen fouten of onzekerheden geconstateerd zijn. Per regeling is hierin aangegeven of, en zo ja welke, financiële fouten of onzekerheden zijn geconstateerd: Nr. Specifieke uitkering H3 Seksualiteitscoördinatie en – Fout of Financiële omvang in Toelichting onzekerheid euro’s fout/onzekerheid Geen €0 N.v.t. Geen €0 N.v.t. hulpverlening + aanvullende SOA-bestrijding Totaal 2.6 Naleving Wet Normering Topinkomens (WNT) Vanaf 1 januari 2013 is de WNT van toepassing. De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is met ingang van 2013 van toepassing en vervangt tegelijkertijd de Wopt (Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens). Doelstelling van de wet is te verhinderen dat instellingen in de publieke en semipublieke sectoren rechtens in staat zijn bovenmatige bezoldigingen toe te kennen. In de WNT is geregeld: op welke organisaties de WNT van toepassing is; wat onder een topfunctionaris wordt verstaan; de hoogte van bezoldigingsmaxima aan topfunctionarissen. De algemene maximale bezoldiging mag voor een topfunctionaris niet meer bedragen dan € 228.599 per jaar (2013). Voor leden en de voorzitter van het toezichthoudend orgaan (bestuur) geldt een maximale bezoldiging van respectievelijk 5% en 7,5% van het bezoldigingsmaximum zoals vermeld in de WNT; een verbod op bonussen of andere variabele beloningen aan topfunctionarissen; een verbod op non-activiteitsregelingen voor topfunctionarissen; een verbod op hoge beëindigingsvergoedingen aan topfunctionarissen. De maximale ontslagvergoeding is gelijk aan de som van de beloning en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, maar niet meer dan € 75.000; uniforme openbaarmakingsverplichtingen voor organisaties waarop de WNT van toepassing is. Ook indien de functie van topfunctionaris anders dan in dienstverband wordt vervuld, is de WNT van toepassing. Dus ook indien sprake is van detachering, inhuur als zzp’er e.d. De WNT is voorts van toepassing op een interim-topfunctionaris, die zijn interim functie binnen een periode van 18 maanden, zes maanden of meer vervult. In de wet zijn overgangsbepalingen opgenomen betreffende bestaande beloningsafspraken. De externe accountant is belast met de controle op de naleving van de WNT door uw organisatie. Overschrijding van de bezoldigingsnorm wordt aangemerkt als een onverschuldigde betaling, die door de topfunctionaris terugbetaald moet worden aan uw organisatie. Gebeurt dit niet, dan is Deloitte als accountant wettelijk verplicht om bij het ministerie melding te doen van deze onverschuldigde betaling. Wij hebben tevens een meldingsplicht indien u geen of onjuiste gegevens heeft gepubliceerd in de jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de bezoldigingen over 2013 van uw gemeenschappelijke regeling niet strijdig zijn met de WNT en dat de jaarrekening 2013 voldoet aan de publicatieverplichtingen van de WNT. 2.6 Inbreng activa en passiva GGD Regio Rivierenland. Per 1 juli 2013 zijn de GGD Rivierenland en GGD Regio Nijmegen gefuseerd. De activa en passiva van GGD Rivierenland zijn door een inbrengbalans verwerkt in de balansposities van GGD Gelderland-Zuid (i.c. de voormalige GGD Regio Nijmegen). Om te waarborgen dat de inbrengbalans van GGD Rivierenland een getrouw beeld geeft, is door u besloten deze inbrengbalans door de accountant van Regio Rivierenland (waar tot 1 juli 2013 de GGD activiteiten waren ondergebracht) te laten voorzien van een controleverklaring. In aansluitig op het bovengenoemde hebt u ons, als accountant van uw gemeenschappelijke regeling (GGD Gelderland Zuid), verzocht een aanvullende review uit te voeren op de werkzaamheden die door de accountant van de Regio Rivierenland in het kader van de controle van de inbrengbalans zijn uitgevoerd. Enerzijds wordt deze review ingegeven door onze beroepsregels omdat deze cijfers onderdeel uitmaken van de jaarrekening 2013 van uw gemeenschappelijke regelig en anderzijds hebt u gekozen voor een zorgvuldig proces van afwikkeling en de opstart van de totale openingsbalans van uw “nieuwe”gemeenschappelijke regeling. Naar aanleiding van het door ons uitgevoerde (aanvullend) onderzoek berichten wij u het volgende: De opgenomen cijfers in de gecertificeerde inbrengsbalans van de GGR Rivierenland zijn opgesteld met inachtneming van de opgenomen waarderingsgrondslagen die door GGD Rivierenland zijn toegepast. Deze komen overeen met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording (Bbv). Uit onze review op de uitgevoerde controlewerkzaamheden door de accountant van de GGD Rivierenland komen geen bijzonderheden die wij aan u zouden moeten rapporteren. Wel zijn in het proces van het nader onderzoek inbrengbalans GGD Rivierenland een aantal voormalige bestuurlijke bespeekpunten (frictie- en fusiekosten) naar voren gekomen waarover nog geen gezamenlijk standpunt door het bestuur van de GGD Regio Gelderland-Zuid was genomen. Deze openstaande punten hebben wij niet in ons onderzoek betrokken. Met de goedkeuring van de jaarstukken 2013 door het algemeen bestuur, geeft het algemeen bestuur tegelijkertijd haar formele goedkeuring aan de in jaarrekening 2013 verwerkte inbrengbalans van de GGD Rivierenland per 1 juli 2013. 3. Interne beheersing In het najaar van 2013 hebben wij onze tussentijdse controle uitgevoerd. Onze doelstelling van deze controle is een beeld te krijgen van de mate waarin uw organisatie de bedrijfsvoering intern beheerst. Dit beeld is in belangrijke mate bepalend voor onze risico-inschatting en hiermee voor de omvang en diepgang van onze werkzaamheden die wij bij de jaarrekeningcontrole moeten uitvoeren teneinde de gewenste zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening géén materiële fouten bevat. Naar aanleiding van onze interim controle hebben we kunnen constateren dat uw organisatie op onderdelen voor wat betreft de kwaliteit van de interne financiële beheersing achteruit is gegaan. De door ons geconstateerde aandachts- en ontwikkelpunten in het kader van onze controle van de jaarrekening hangen hoofdzakelijk samen met de fusie met GGD Rivierenland. Er zijn aangaande dit fusieproces nog belangrijke slagen te maken om de kwaliteit van de interne financiële beheersing weer op het gewenste niveau te krijgen. In dat kader noemen wij onder meer het herinrichten van het proces inkoop & aanbestedingen met daarbij specifieke aandacht voor de naleving van EUaanbestedingsregelgeving, budget- en projectbeheersing en risicomanagement. In onderstaande taartdiagram geven wij een samenvattend overzicht van de uitkomsten van onze controle. Per proces wordt door een kleurenscore een indicatie gegeven van de effectiviteit van de onderzochte beheersmaatregelen. Vanuit onze accountantsrol en het hiervoor genoemde zien wij voor uw organisatie de volgende ontwikkel- en aandachtspunten. Daarbij hebben wij onderscheid gemaakt tussen aandachtspunten die op korte termijn geregeld kunnen en moeten worden (aangeduid met ‘hoge’ prioriteit), aandachtspunten die op de middellange termijn geregeld kunnen worden (aangeduid met ‘middel’ prioriteit) en aandachtspunten die op langere termijn geregeld kunnen worden (aangeduid met ‘lage’ prioriteit). Wij hebben uw directie geadviseerd de met ‘hoge’ prioriteit aangemerkte ontwikkel- en aandachtspunten op korte termijn (vóór het opstellen van de jaarrekening) op te pakken. Specifiek betreft dit de punten samenhangend met de afronding van het fusietraject. Ontwikkel- en aandachtspunten Prioriteit Het over het tweede halfjaar uitvoeren van een verbijzonderde interne controle op de naleving van EU-aanbestedingsrichtlijnen alsmede het vaststellen van de rechtmatigheid van de lasten (follow up: afgerond). Hoog Het verwerken van de (gecertificeerde) inbrengbalans per 01-07-2013 van de GGD Rivierenland in de administratie van GGD Gelderland-Zuid alsmede het (laten) uifvoeren van een inhoudelijke toets. (follow up: afgerond). Hoog Het inzicht verkrijgen van overgedragen activiteiten en bijbehorende financiering alsmede de lopende verplichtingen en contracten (follow up: afgerond). Herijken uitgangspunten weerstandsvermogen c.q. weerstandscapaciteit en daarmee ook verdere invulling geven aan een systeem van risicomanagement. Het herinrichten van het proces rondom inkopen & aanbesteding waarbij, als gevolg van het toegenomen inkoopvolume, specifiek aandacht wordt aan interne beheersingmaatregelen gericht op de naleving van EUaanbestedingswetgeving en contractbeheer. Het opvolging geven van de bevindingen en aanbeveling uit de uitgevoerde verbijzonderde interne controles over het eerste halfjaar 2013 (follow up: afgerond). Hoog Middel Middel Middel Laag Het uitvoeren van een audit op de digitale workflow (factuurverwerking en HRSS) om zodoende de juiste en rechtmatige verwerking van mutaties te kunnen waarborgen. Het is voor de GGD een belangrijke uitdaging om continu een goed evenwicht te blijven vinden tussen de basis op orde houden en adequaat in te springen op de lopende en komende in- en externe ontwikkelingen. Focus en prioriteitenstelling zijn daarbij essentiële randvoorwaarden. In deze turbulente tijd, door enerzijds politieke ontwikkelingen maar ook economische en maatschappelijke ontwikkelingen, is het meer dan noodzakelijk dat de kwaliteit van de interne financiële beheersing weer op een voldoende niveau wordt gebracht zodat zodat uw organisatie zich juist kan focussen op de belangrijkste dossiers c.q. ontwikkelingen. Follow-up bij jaarrekeningcontrole 2013 Bij onze jaarrekeningcontrole hebben wij aangaande het proces inkopen & aanbesteding diverse aanvullende werkzaamheden uitgevoerd op voldoende controleinformatie te verkrijgen. Uit onze aanvullende controlewerkzaamheden met betrekking tot de naleving van EU-aanbestedingen komen geen fouten of onzekerheden naar voren die wij aan u moeten rapporteren. Ten aanzien van de ITaudit merken wij op dat deze zo snel mogelijk in 2014 moet worden uitgevoerd. De herijking van de weerstandspositie en het systeem van risicomanagement staan voor 2014 bij u op de agenda. 4. Analyse resultaat 2013 In 2013 is een resultaat voor resultaatbestemming gerealiseerd van € 759.000 nadelig tegenover een begroot nadelig resultaat van € 326.000, eveneens nadelig. In onderstaand schema geven wij een overzicht van de ontwikkeling van het resultaat (als % van de omzet) over de jaren 2007 tot en met 2013. Ontwikkeling resultaat (als% van de omzet) over de periode 2007-2013 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% -1,00% -2,00% -3,00% -4,00% Jaarresultaat GGD als % van de omzet 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2,70% 1,90% 2,10% 3,40% -1,37% -1,77% -3,27% In het negatieve resultaat voor bestemming is een totaal aan incidentele lasten opgenomen van afgerond € 1,4 miljoen zijnde de afkoop frictiekosten Regio Rivierenland (€ 0,6 miljoen), de dotatie aan de voorziening voor niet-actief personeel (€ 0,5 miljoen) en de fusiekosten (€ 0,3 miljoen). Feitelijk bedraagt het genormaliseerd resultaat over 2013 circa € 0,6 miljoen positief. Daarmee bent u binnen de begroting gebleven. Voor een meer uitgebreide analyse van het jaarresultaat 2013 verwijzen wij naar de toelichtingen op de individuele programmarekeningen. 5. Uitgangspunten weerstandsvermogen worden herzien 5.1 Algemene reserve: uitgangspunten worden momenteel herzien Rekening houdend met de reeds besloten bestemming bedraagt het nog te bestemmen resultaat € 172.000 negatief. Bij verwerking van de resultaatbestemming over 2013 bedraagt uw eigen vermogen € 1.792.000. Als gevolg van de fusie (en de inwerktijd die benodigd is voor de nieuwe organisatie) zijn de uitgangspunten aangaande weerstandsvermogen en risicomanagement door uw organisatie (nog) niet herijkt. U heeft als bestuur de directie opdracht gegeven in 2014 op basis van de nieuwe organisatie een geactualiseerde nota reserves, risico’s en weerstandscapaciteit op te stellen. 5.2 Risicomanagement Volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV) zijn gemeenschappelijke regelingen verplicht hun weerstandsvermogen, het vermogen om risico’s financieel op te vangen, in kaart te brengen. Dit gebeurt bij uw GGD in de begroting en de jaarrekening door middel van de paragraaf Weerstandsvermogen waarmee wordt voldaan aan het gestelde in het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Als gevolg van de fusie per 1 juli is er sprake van een nieuwe organisatie met een nieuw bestuur en zijn de activiteiten toegenomen. Hierdoor is het noodzakelijk om de bestaande uitgangspunten aangaande het weerstandsvermogen te herijken. Dit proces is door u in 2013 opgestart en zal naar verwachting in 2014 worden afgerond. In dat kader adviseren wij u ook het beleid aangaande risicomanagement mee te nemen in deze ontwikkeling en waar mogelijk uitgangspunten en beleid te herijken. Daarbij adviseren wij u het risicobewustzijn in de lijn verder te versterken. 6. Ter afsluiting Wij vertrouwen erop u met de uitvoering van onze werkzaamheden van dienst te zijn geweest. Indien gewenst zijn wij graag bereid tot het geven van een nadere toelichting. U kunt hiervoor contact opnemen met ondergetekende of de heer drs. M.M.M. Vogelpoel. Hoogachtend, Deloitte Accountants B.V. drs. M. Knip RA Bijlage 1: Verplichte onderwerpen van onze rapportage 1.1 Verordening inzake Onafhankelijkheid: onze onafhankelijkheid is geborgd. De voorschriften in het kader van onafhankelijkheid zijn binnen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (de NBA) opgenomen in de “Verordening inzake Onafhafhankelijkheid” (hierna: ViO) en vormen een belangrijk onderdeel van het ‘normenkader’ waaraan een accountant moet voldoen. Op 16 december 2013 heeft de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) de nieuwe Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO) vastgesteld die gelden vanaf 1 januari 2014. Over 2013 waren de ‘Nadere voorschriften Onafhankelijkheid’ nog van toepassing als het gaat om de uitvoering van onze dienstverlening aan de veiligheidsregio. Op basis van onze toetsing aan deze nadere voorschriften concluderen wij dat onze onafhankelijkheid als certificerend accountant bij uw gemeenschappelijke regeling in 2013 voldoende is gewaarborgd. Vanaf 1 januari 2014 geldt voor ons de voorschriften ingevolge de ViO. Wij willen u in deze bijlage graag op de hoogte stellen van de belangrijkste wijzigingen zoals die gelden voor organisaties die niet kwalificeren als een Organisatie van Openbaar Belang (OOB, vooral beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen). Wij stellen voor om bij het bespreken van ons accountantsverslag de specifieke gevolgen voor onze dienstverlening aan uw organisatie te bespreken. Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO) De ViO is van toepassing op alle cliënten waar assurance-opdrachten worden uitgevoerd en is van kracht vanaf 1 januari 2014. De ViO vervangt de nadere voorschriften voor onafhankelijkheid (NVO). Met de nieuwe ViO beoogt de beroepsorganisatie tegemoet te komen aan de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer en daarmee bij te dragen aan het vertrouwen in het accountantsberoep. Hierna geven wij een toelichting op enkele onderwerpen uit de ViO die van belang zijn in het kader van onze dienstverlening aan uw organisatie. Eén set van regels voor alle assurance-opdrachten In de nieuwe onafhankelijkheidsregels is sprake van één set van regels voor alle assuranceopdrachten, zoals de controle of beoordeling van een jaarrekening, een subsidieverklaring, een verklaring bij een IT-systeem of een assurance-rapport bij een maatschappelijk jaarverslag. In de oude regels werd een onderscheid gemaakt tussen controleopdrachten en overige assuranceopdrachten, waarbij de onafhankelijkheidsvoorschriften voor controleopdrachten strenger waren. 3100221498/0167/ml/ws12/16 Regelgeving voor adviesdiensten Combinaties van assurance en advies (non-assurance) werkzaamheden zijn onder de VIO nog steeds toegestaan. De ViO introduceert wel een strak toetsingskader voor de evaluatie van alle nonassurance diensten, wat betekent dat voor aanvang van overige dienstverlening altijd een onafhankelijkheidsanalyse in het dossier dient te worden opgenomen. De ViO leidt daarmee tot een verzwaarde documentatieplicht. Het toetsingskader in de ViO is gebaseerd op de principes in de internationale onafhankelijkheidsregels van de Code of Ethics van de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA). Deze internationale onafhankelijkheidsregels worden door Deloitte nageleefd. Langdurige betrokkenheid bij uw organisatie In de ViO is opgenomen dat een maatregel is vereist indien senior leden van het assurance-team (waaronder de eindverantwoordelijke accountant, maar ook andere senior teamleden) langdurig betrokken zijn bij dienstverlening aan dezelfde organisatie. Van langdurige betrokkenheid is in elk geval sprake als een senior teamlid gedurende zeven aaneengesloten jaren betrokken is bij dienstverlening aan dezelfde organisatie. Voorbeelden van maatregelen zijn het laten uitvoeren van een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (OKB) of het rouleren van het teamlid. Indien meerdere teamleden gelijktijdig zouden moeten rouleren, is het ook mogelijk om voor een gefaseerde roulatie te kiezen. Na roulatie mag het betreffende teamlid gedurende twee jaar niet betrokken zijn bij de assurance dienstverlening aan de organisatie. Voorals nog is dit voor uw organisatie niet van toepassing. Marketing en Reclame In de ViO is een nieuwe bepaling opgenomen over marketing en reclame. Vooral is het niet toegestaan om met een assurance-cliënt een relatie aan te gaan waarbij de accountantsorganisatie zich in het kader van reclame of marketing associeert of laat associëren met de assurance-cliënt. Van associatie is sprake indien de onderlinge relatie als onderdeel van reclame of marketing openbaar wordt gemaakt. Geschenken en gastvrijheid De regels voor het ontvangen en verstrekken van geschenken en gastvrijheid zijn aangescherpt. Het uitgangspunt is dat het ontvangen en verstrekken van geschenken en persoonlijke uitingen van gastvrijheid niet past in een relatie tussen de accountant en de gecontroleerde organisatie. Deze regels gelden niet alleen voor de leden van het assuranceteam, maar ook voor de accountantsorganisatie, andere onderdelen van het netwerk en haar bestuurders. Er is een drempel in de regels opgenomen van € 100. /17 Voor geschenken met een waarde van meer dan € 100 is de eindverantwoordelijke accountant gehouden om: Te onderbouwen waarom het geschenk of de uiting van gastvrijheid gepast is; Een melding te doen bij een aangewezen persoon binnen Deloitte; en Vooraf met het toezichthoudend orgaan van uw organisatie af te spreken hoe zij hierover geïnformeerd wil worden. Deze bepalingen gelden tevens voor persoonlijke uitingen van gastvrijheid. Hieronder wordt verstaan het voor de andere partij of persoon betalen van kosten van uitstapjes, reizen, lunches, diners en dergelijke die geen zakelijk karakter dragen. Overgangsbepalingen De nieuwe onafhankelijkheidsregels treden in werking per 1 januari 2014. Voor bestaande opdrachten en/of relaties waarbij een onafhankelijkheidsbedreiging speelt gelden overgangsbepalingen. 1.2 Frauderisico-analyse Als onderdeel van onze controle en opvolging van communicaties over voorgaand boekjaar hebben wij de directie verzocht inzicht te geven in de eigen inschatting van het risico dat de jaarrekening een materiële afwijking zou kunnen bevatten als gevolg van fraude, in de aard, omvang en frequentie van deze inschattingen, het proces dat de directie daarbij hanteert, alsook de communicatie daarover met het personeel en met het toezichthoudend orgaan. Tijdens deze gesprekken heeft de directie aangegeven zich bewust te zijn van frauderisico’s en voorbeelden gegeven van de manier waarop zij deze beheerst. We hebben daarnaast geconstateerd dat het uw intentie is te komen tot een periode fraude risico analyse. Ter ondersteuning hebben wij u documentatie over dit onderwerp beschikbaar gesteld. De huidige economische ontwikkelingen kunnen voor bedrijven, instellingen en hun werknemers leiden tot verhoogde prikkels of gelegenheden tot het doen van of meewerken aan fraude. Gelet op het belang van een risicoanalyse die is toegespitst op de huidige economische ontwikkelingen en actuele interne beheersing attenderen wij u op de geactualiseerde folder ‘Frauderisicoanalyse door directie en toezichthoudend orgaan” en herhalen het belang van periodieke frauderisicoanalyses als vast onderdeel van het interne controlesysteem dat erop is gericht bedrijfsrisico’s te onderkennen, het /18 belang en de waarschijnlijkheid daarvan in te schatten inschatten en het daarop toespitsen van de interne beheersing. Geen aanwijzingen dat er sprake is geweest van materiële fraude Hoewel wij, zoals hiervoor beschreven, een kritische houding hebben ten opzichte van risico’s van fraude in de jaarrekening, merken wij op dat onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude. Tijdens de uitvoering van onze controle van de jaarrekening 2013 hebben wij geen aanwijzingen verkregen dat er sprake is geweest van fraude. 1.3 Betrouwbaarheid en continuïteit geautomatiseerde gegevensverwerking Onze jaarrekeningcontrole is gericht op het geven van een oordeel omtrent de jaarrekening zelf en is niet primair gericht op het doen van uitspraken omtrent de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking als geheel of van onderdelen daarvan. Onze bevindingen daaromtrent raken dan ook slechts díe onderdelen die wij onderzocht hebben in het kader van de jaarrekening, wat wil zeggen dat wij ter zake geen volledigheid pretenderen. Uit de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn geen bijzonderheden gebleken waarop wij u via deze rapportage willen attenderen. 1.4 Naleving wet- en regelgeving Wij hebben geen kennis van te rapporteren omstandigheden in verband met het niet-naleven van weten regelgeving. /19 Bijlage 2: Overzicht niet gecorrigeerde fouten en onzekerheden Aard van de fouten Rechtmatigheid Effect niet-gecorrigeerde controleverschillen voorgaande periode N.v.t. Getrouwheid Effect niet-gecorrigeerde controleverschillen huidige periode Rechtmatigheidsfout is tevens getrouwheidsfout Rechtmatigheidsfout is per saldo ook een getrouwheidsfout €0 €0 (Sub)totaal getrouwheidsfouten €0 €0 Extra absolute waarde rechtmatigheidsfouten Extra foutieve financiële beheershandelingen zonder direct financieel effect vanuit externe regels (EU-aanbesteding/Fido/Etc.) Extra foutieve financiële beheershandelingen zonder direct financieel effect vanuit interne regels (gedoogbeleid) Overige rechtmatigheidsfouten Totaal rechtmatigheidsfouten €0 Aard van de onzekerheden Rechtmatigheid Getrouwheid Onzekerheid rechtmatigheid betreft tevens getrouwheid Onzekerheid rechtmatigheid is per saldo ook een onzekerheid inzake getrouwheid (Sub)totaal onzekerheden in de controle getrouwheid Extra absolute waarde onzekerheden rechtmatigheid Extra financiële beheershandelingen met een onzeker direct financieel effect vanuit externe regels (EU-staatssteun) Extra financiële beheershandelingen met een onzeker direct financieel effect vanuit interne regels (gedoogbeleid) Overige onzekerheden inzake rechtmatigheid € 238.000 Totaal onzekerheden in de controle rechtmatigheid € 238.000 /20 Toelichting onzekerheid: Betreft doorstorting ontvangen subsidie. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 2.2. van ons verslag. Overige Getrouwheidsfouten: geen. Externe rechtmatigheidsfouten: geen Interne rechtmatigheidsfouten: geen Begrotingsrechtmatigheid: de werkelijke totale lasten van het programma over 2013 bedragen € 22,8 miljoen tegenover begroot € 22,7 miljoen. Deze overschrijding wordt vooral veroorzaakt door de post doorgestorte subsidies. Tegenover deze overschrijding staat een hogere realisatie aan subsidie gemeenten. Tevens zijn alle verantwoorde lasten gemaakt in het kader van het bestaande beleid. Hierdoor is er geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. /21 Centraal Bureau Statistiek Postbus 4000 2270 JM Voorburg ons kenmerk: GGD/2014/2355/Ghu datum: 26 juni 2014 onderwerp: Sisa en jaarverantwoording 2013 afdeling: Financiën contactpersoon: D. van Haare doorkiesnummer: 088-4575137 e-mail: [email protected] Geachte heer/mevrouw, Bijgaand treft u de jaarverantwoording 2013 aan, bestaande uit de jaarstukken 2013 en de betreffende Sisa-bijlagen. De jaarverantwoording is op 26 juni 2014 door het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid vastgesteld. Tevens verklaren wij dat de aangeleverde excel-bestanden inhoudelijk gelijk zijn aan de Sisa-bijlage, zoals opgenomen in de jaarrekening en de Sisa-tabel met onzekerheden en fouten in het verslag van bevindingen van de accountant. De jaarverantwoording is voorzien van een goedkeurende verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid door de externe accountant. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, Voorzitter Secretaris Drs. L.C.M. Frings Dr. ir. M.N. Pieters Centraal postadres Hoofdvestigingen Postbus 1120 GGD Gelderland-Zuid 6501 BC Nijmegen www.ggdgelderlandzuid.nl Regio Nijmegen (Nijmegen) [email protected] Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen T: (024) 329 72 97 F: (024) 322 69 80 BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN: NL56.RABO.030.73.24.826 BTW: NL8003.34.930.B01 KvK: 09212724 Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 8.3 GGD Omzet 2014 (inclusief acquisitie) Korte samenvatting onderwerp: Bijgevoegd is het geactualiseerde overzicht opbrengsten GGD Gelderland-Zuid 2014 (stand van zaken tot en met april 2014). In dit overzicht is aangegeven wat de opbrengsten zijn, zoals opgenomen in de begroting 2014 en wat daaraan sindsdien naar verwachting zal veranderen (niet alles is al definitief). Omdat een aantal opbrengsten contractueel in 2015 afloopt neemt de omzet vanaf 2016 weer af. Voor 2014 was er géén acquisitiedoelstelling in de begroting opgenomen en zal de omzet ruim €750.000,- hoger zijn dan begroot. Voor 2015 werd een doelstelling opgenomen van € 250.000,-. Hiervan is medio 2014 ca. € 125.000,- gerealiseerd, zodat er in het tweede half jaar van 2014 nog € 125.000,- geacquireerd moet worden. Voorstel te beslissen: 1. Kennis te nemen van het geactualiseerde overzicht opbrengsten GGD Gelderland-Zuid 2014. Bedragen x € 1.000,- Bijgestelde Begroting 2014 Begroting 2014 Prognose 2014 Verschil Bijgest.Begroting vs Prognose 2014 Bijdrage gemeenten uniforme taken* Bijdrage gemeenten uniforme taken o.b.v. facturen Overige opbrengsten en subsidies gemeenten Subsidies rijk Doorstorting subsidies Overige opbrengsten 14.482 748 3.616 1.976 2.651 3.021 14.421 748 3.602 1.976 2.651 3.021 14.503 678 3.955 2.319 3.226 3.066 82 -70 353 343 575 45 Totale bedrijfsopbrengsten 26.494 26.419 27.747 1.328 Uitsplitsing verschil t.o.v. Bijgest. Begroting 2014 OIBG AGZ MBZ JGZ Nijmegen JGZ Rivierenland Directie en Huisvesting Subtotaal Totaal 2014 Totaal 2015 33.417 -648.394 647.497 695.562 234.724 52.911 188.815 103.345 35.097 -11.201 188.542 81.226 1.328.092 273.449 Waarvan doorstorting subsidies 574.865 150.250 Totaal 753.227 123.199 Acquisitiedoelstelling - 250.000 Resterende acquisitie peildatum t/m april - 126.801- Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 8.4 Begroting 2015 Korte samenvatting onderwerp: I. Opzet begroting 2015 De begroting 2015 zal qua opzet grotendeels gelijk zijn aan de begroting 2014. De bezuinigingen worden daarin verwerkt (zie II), er zal (behalve een indexering met 1%) géén extra inwonerbijdrage worden gevraagd, met uitzondering voor het onderwerp forensische geneeskunde (zie III). Er wordt een voorstel gedaan voor harmonisatie van de inwonerbijdrage per productgroep over beide regio’s. Omdat de uitvoering op detailproducten van beide GGD’en nog niet is geharmoniseerd, blijft de inwonerbijdrage voor 2015 gehandhaafd op productgroepniveau. Omdat de jeugdgezondheidszorg in regio Nijmegen wordt uitgevoerd voor 0-19 jarigen en in regio voor 0-4 jarigen zal de inwonerbijdrage JGZ niet volledig geharmoniseerd kunnen worden. II. Bezuinigingen 2015 In de vorige vergadering van het Algemeen Bestuur zijn diverse besluiten genomen over de bezuinigingen in 2015. Het Dagelijks Bestuur van de GGD heeft in zijn vergadering van 27 maart 2014, daartoe gemandateerd door het Algemeen Bestuur, besloten om aanvullend vanaf 2015 €255.000 te bezuinigen op logopedie op de inwonerbijdrage van gemeenten in Rivierenland. De besluitvorming over deze bezuiniging heeft op deze wijze plaatsgevonden omdat de portefeuillehouders logopedie uit gemeenten in Rivierenland schriftelijk vragen hadden gesteld over de voorgestelde bezuiniging in 2015 in relatie tot het eerder doorlopen bezuinigingstraject voorafgaand aan de fusie van de GGD’en. In de AB-vergadering van 13 maart jl. is afgesproken dat de GGD deze informatie met spoed zou verstrekken en dat het Dagelijks Bestuur van de GGD werd gemandateerd om over deze bezuiniging een besluit te nemen. De aanvullende informatie is verstrekt bij brief d.d. 17 maart jl. Op 20 maart jl. heeft over deze informatie een aanvullend ambtelijk overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de GGD plaatsgevonden. Op basis hiervan is ambtelijk geconcludeerd dat het traject in Rivierenland voorafgaand aan de fusie om de formatie op logopedie te verminderen daadwerkelijk resultaat heeft gehad en dat derhalve nu geen sprake is van een dubbele bezuinigingsslag. Vervolgens hebben vrijwel alle gemeenten in Rivierenland laten weten positief te zijn over het bezuinigingsvoorstel logopedie vanaf 2015. Tenslotte is in de DB-vergadering van 27 maart jl. bovengenoemd bezuinigingsbesluit genomen. Om de bezuinigingen op logopedie vanaf 2015 mogelijk te maken, is eveneens besloten om een voorziening te treffen van €520.000 ten laste van het jaarresultaat 2013. Die voorziening dient voor de uitstroom van de betreffende logopedisten. De periode van begeleiding van werk naar werk zal per 1 mei 2014 starten. De voorziening is op deze wijze getroffen omdat het gaat om een bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het personeel van de GGD, waar alle deelnemende gemeenten medeverantwoordelijk voor zijn, ongeacht het takenpakket dat zij van de GGD afnemen. De genoemde bezuinigingsbesluiten zullen conform worden verwerkt in de conceptbegroting die conform planning in juli 2014 aan de gemeenteraden van alle deelnemende gemeenten zal worden gezonden voor hun zienswijze. Het besluit over de voorziening, is conform opgenomen in de jaarstukken 2013 van GGD Gelderland-Zuid die aan de gemeenteraden is gezonden voor hun zienswijze. De besluiten over de bezuinigingen zijn schriftelijk meegedeeld aan alle colleges (zie bijgevoegde brief). III. Forensische geneeskunde Sinds de politie nationaal is georganiseerd overweegt zij om over te gaan tot (Europese) aanbesteding van forensisch-medische zorg en forensisch-medisch onderzoek. Het gaat hierbij om zowel arrestantenzorg als forensisch-medische verrichtingen. Deze taken worden namelijk nu al, gecombineerd met de lijkschouw/euthanasie, door de meeste GGD’en uitgevoerd en vormen een belangrijk onderdeel van de public health. Omdat de Nationale Politie alleen wil onderhandelen met aanbieders met een landelijk dekkend netwerk is een verdergaande samenwerking tussen GGD’en in Nederland noodzakelijk. GGD&GHOR Nederland zijn daarom voorbereidingen gestart voor een landelijk dekkend aanbod van de gezamenlijke GGD’en in de 10 politiedistricten met uniforme prijsafspraken. Uitgangspunt voor de GGD’en is dat de forensische geneeskunde ongesplitst wordt uitgevoerd: lijkschouw/euthanasie, forensisch onderzoek en arrestantenzorg. De onderdelen forensisch-medische zorg en het forensisch-medisch onderzoek zullen door de nationale politie aanbesteed worden en dus ook door de politie betaald worden. De lijkschouw/euthanasie is een taak die bij de gemeenten ligt en ook door hen betaald dient te worden. De verwachting is dat de aanbesteding in 2014/2015 plaats gaat vinden. Mocht de forensisch medische zorg/onderzoek aan de GGD’en gegund gaan worden dan is de verwachting dat dat op zijn vroegst in 2015 in zal gaan. In de nieuwe constructie zal de politie de lijkschouw niet meer betalen. Tot op heden heeft de politie in Gelderland-Zuid als een van de weinige regio’s in het land dit wel gedaan terwijl ze dat niet verplicht waren. Een ander gevolg is dat GGD Gelderland-Zuid ook de arrestantenzorg uit gaat voeren. Arrestantenzorg wordt tot op heden niet door GGD Gelderland-Zuid uitgevoerd. In Rivierenland gebeurt dit nu door de forensisch artsen van VGGM (GGD in Arnhem); in regio Nijmegen voeren huisartsen de arrestantenzorg uit. Financiële gevolgen: als de nationale politie de lijkschouw niet meer betaalt, zijn de verwachte extra kosten voor de 18 gemeenten in Gelderland-Zuid €127.000 per jaar, dit is € 0,24 per inwoner. Op verzoek van het Dagelijks Bestuur is reeds aan de deelnemende gemeenten bericht dat zij vanaf 2015 rekening moeten houden met de verhoging van de inwonerbijdrage aan de GGD ten gevolge van de ontwikkelingen op het gebied van de forensische geneeskunde. Deze verhoging van de inwonerbijdrage wordt opgenomen in de conceptbegroting 2015 van GGD Gelderland-Zuid. Het daadwerkelijk in rekening brengen hiervan bij gemeenten zal echter afhankelijk zijn van de definitieve ontwikkelingen op het gebied van de forensische geneeskunde. Voorstel te beslissen: 1. Kennis te nemen van de opzet van de begroting 2015. 2. Kennis te nemen van de genomen besluiten over de bezuinigingen 2015 en de correspondentie hierover naar gemeenten. 3. Kennis te nemen van de ontwikkelingen op het gebied van de forensische geneeskunde. 4. Kennis te nemen van de mededeling aan gemeenten dat zij vanaf 2015 rekening moeten houden met de verhoging van de inwonerbijdrage aan de GGD ten gevolge van de ontwikkelingen op het gebied van de forensische geneeskunde. Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 8.5 Subsidies WMO-OGGZ Rivierenland Korte samenvatting onderwerp: In de begroting 2014 van GGD Gelderland-Zuid zijn 4 posten opgenomen die betrekking hebben op subsidieverlening op het gebied van de Preventie & Verslavingszorg, GGZ-preventie en OGGz/MO in Rivierenland: 1. Preventie en verslavingszorg (€205.256) 2. GGZ-preventie (€114.713) 3. Beschermd wonen / RIBW (€53.982) 4. OGGZ-subsidie (€86.760). Het betreft middelen, met name vanuit de WMO, die door gemeenten in Rivierenland jaarlijks ter beschikking worden gesteld, aangevuld met een bijdrage vanuit woningbouwcorporaties in Rivierenland voor het beschermd wonen (€30.405). De Programmaraad Zelfredzaam van Regio Rivierenland stelt hiervoor de bestuurlijke en beleidsmatige kaders vast. Het Ambtelijk Overleg Volksgezondheid Rivierenland (AOVR) begeleidt in de praktijk de jaarlijkse subsidieprocedure en beoordeelt de subsidieaanvragen en de -verantwoording. GGD Rivierenland adviseerde het AOVR in dezen; deze advisering is ook na de GGD-fusie vooralsnog gecontinueerd. GGD Rivierenland verzorgde tevens het subsidiebeheer voor deze projecten, hetgeen ook na de GGD-fusie vooralsnog is gecontinueerd. In het kader van deze projecten doen zich twee vraagstellingen voor: 1. Wie is bestuurlijk en beleidsmatig verantwoordelijk voor deze middelen, projecten en subsidies? 2. Wie verleent praktisch de subsidies en wie voert het beheer hierover? Ad 1. Bestuur en beleid De bestuurlijke en beleidsmatige verantwoordelijkheid voor GGZ-preventie en Preventie & Verslavingszorg is door de gemeenten in Rivierenland belegd bij de Programmaraad Zelfredzaam. In de praktijk werd de subsidieaanvraag en verantwoording in het AOVR besproken. Wel is de evaluatie van het meerjarenprogramma GGz-preventie aan de programmaraad voorgelegd en heeft de programmaraad het kader voor het nieuw meerjarenprogramma GGz preventie vastgesteld. Door verschillende omstandigheden is er geen nieuw meerjarenkader voor Preventie & Verslavingszorg door de programmaraad vastgesteld. Voor OGGz/MO stelde de GGD eens in de vier jaar in afstemming met het AOVR en de projectgroep OGGz/MO (bestaande uit zorgorganisaties betrokken bij OGGz/MO en de gemeente Tiel) een uitvoeringsprogramma op, dat door de Programmaraad Zelfredzaam werd vastgesteld. Jaarlijks werd in afstemming met de projectgroep een jaarplan voor het komende jaar opgesteld. Het jaarplan werd door de programmaraad vastgesteld en bij centrumgemeente Nijmegen ingediend. Het laatste is in een convenant tussen centrumgemeente Nijmegen en Regio Rivierenland vastgelegd en van belang omdat afstemming plaatsvindt met WMO-subsidies die door Centrumgemeente Nijmegen worden verleend. Voor alle genoemde subsidies geldt derhalve dat de Programmaraad Zelfredzaam van Regio Rivierenland tot en met 2014 bestuurlijk en beleidsmatig verantwoordelijk is voor de betreffende middelen en subsidiebesluiten, daarbij ondersteund door het AOVR en de GGD-adviseur. Hierbij moet worden aangetekend, dat deze verantwoordelijkheid niet bij alle gemeenten bekend lijkt. Zo hebben in het kader van de vaststelling van de GGD-begroting 2014 gemeenten Zaltbommel en Maasdriel bij de GGD aangegeven dat zij willen stoppen met de financiering van Beschermd wonen / RIBW; door Neerijnen is aangegeven te willen stoppen met de financiering van GGZ-preventie. Zij hebben echter zelf zeggenschap over deze middelen via de Programmaraad Zelfredzaam en via het AOVR besluiten zij zelf over de subsidieverlening. Derhalve is in de GGDAB-vergadering van december 2013 geconstateerd dat er toen inmiddels door het AOVR c.q. Programmaraad Zelfredzaam dermate vergaande toezegging waren gedaan aan subsidieontvangers dat alsnog aanpassen hiervan niet mogelijk werd geacht. Voor 2015 ontstaat bovendien de situatie dat de Programmaraad Zelfredzaam waarschijnlijk over gaat in een andere bestuurlijke constellatie. Bovendien lijkt het raadzaam om de genoemde middelen te herijken, in relatie tot de transities in het sociale domein in Rivierenland en de ontwikkeling van transitiearrangementen onder andere op het terrein van het beschermd wonen in Gelderland-Zuid. Het is aan de gemeenten in Rivierenland om (tijdig) aan te geven hoe zij vanaf 2015 wensen om te gaan met genoemde middelen en welk bestuurlijk gremium hiervoor dan verantwoordelijk is. Vervolgens zal bezien moeten worden op welke wijze gemeenten in dit kader gebruik wensen te maken van de advisering door de GGD in dezen. Ad 2. Subsidiebeheer De gemeenten die meedoen aan de gezamenlijke GGZ preventie en Preventie & Verslavingszorg betalen hieraan een bijdrage, verdeeld naar rato van het aantal inwoners. Deze werd tot de fusie in de begroting van Regio Rivierenland opgenomen. Zodra de begroting voor het betreffende jaar was vastgesteld en de subsidieaanvraag voor hetzelfde jaar akkoord was, stelde de GGD een beschikking op. In het verlengde van de bestuurlijke keuzes van gemeenten over de betreffende middelen (Ad.1) zullen vanaf 2015 ook afspraken moeten worden gemaakt over het beheer van betreffende subsidies. De GGD wil dit beheer vanaf 2015 desgewenst graag op zich nemen. Omdat er dan echter sprake is van een structurele situatie zal er een subsidieverordening opgesteld dienen te worden, zodat helder is welke verplichtingen de subsidieontvangers hebben. De GGD dient er op toe te zien dat aan deze verplichtingen wordt voldaan en dient de subsidie pas definitief vast te stellen als dit het geval is. Hierbij moet worden aangetekend dat de GGD (c.q. de VRGZ van wie de GGD de financiële ondersteuning afneemt) de kennis van en ervaring met subsidieverlening nog moet opbouwen en dat de GGD aan de VRGZ de kosten van dit beheer zal moeten vergoeden. Om die vergoeding te kunnen betalen zal de GGD-ondersteuning bij onderhavige projecten vanaf 2015 – na instemming - als facultatieve taak worden beschouwd. Ook voor 2014 wil de GGD het subsidiebeheer voor de betreffende projecten vervullen. Zoals aangegeven heeft de GGD echter nog geen subsidieverordening. Die is nodig omdat de Algemene wet bestuursrecht (Awb - artikel 4:23) stelt dat een bestuursorgaan slechts subsidie mag verstrekken, op grond van een wettelijk voorschrift (subsidieverordening) dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend. In genoemd artikel van de Awb zijn twee uitzonderingen geregeld, waarin het – ondanks het ontbreken van een wettelijke grondslag – toch is toegestaan om subsidie te verstrekken: 1. Indien in de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, wordt vermeld. 2. In incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaar wordt vastgesteld. Addendum begroting 2014 Voor 2014 zou hier eenmalig een beroep op gedaan kunnen worden. De meest eenvoudige oplossing om dat te doen, is dat het AB een addendum bij de begroting 2014 vaststelt (bijgevoegd). In dit addendum is de volgende informatie opgenomen: aan welke subsidieontvangers de GGD in 2014 subsidie verstrekt; het bedrag (per subsidieontvanger) waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld; voor welke activiteiten de subsidie wordt verleend. In 1. 2. 3. 4. het bijgevoegde addendum zijn de volgende maximale subsidies opgenomen: €205.255 aan IrisZorg voor preventie en verslavingszorg; €45.900 aan IrisZorg voor ambulante crisisbegeleiding; €120.000 aan RIBW voor beschermde woonvorm in Tiel; €97.789 aan Indigo voor GGz-preventie; hierbij het is gelukt om met Indigo af te spreken om vanaf 2014 geen activiteiten voor gemeente Neerijnen meer te verrichten, conform het verzoek van deze gemeente. Dit zal financieel met gemeente Neerijnen correct worden afgehandeld. Hiernaast wordt voorgesteld om €5.247 te bestemmen voor de Winteropvang in Rivierenland, conform de afspraken hierover in de Programmaraad Zelfredzaam van 3 oktober 2013. Mandaat Tevens dient Algemeen Bestuur te beslissen aan welke functionaris mandaat in 2014 wordt verleend om besluiten te nemen over de subsidieverstrekking. Voorgesteld wordt dat de Directeur Publieke Gezondheid hiervoor gemandateerd wordt (bijgevoegd). Uiteraard kan de DPG slechts gebruik maken van deze bevoegdheid, indien blijkens de begroting (het addendum) dekking aanwezig is. Aangezien de begroting wordt vastgesteld door het AB is zo geborgd dat wordt gehandeld binnen de kaders zoals het AB (in de praktijk de AB-leden uit Rivierenland) dit wensen. Voorstel te beslissen: 1. Kennis te nemen van de bestuurlijke en beleidsmatige verantwoordelijkheid van de Programmaraad Zelfredzaam in Rivierenland ten aanzien van de subsidieverlening op het gebied van de Preventie & Verslavingszorg, GGZ-preventie en OGGz/MO in Rivierenland. 2. Aan gemeenten in Rivierenland te vragen om tijdig aan te geven hoe zij vanaf 2015 wensen om te gaan met genoemde middelen, in het licht van de transities en de in ontwikkeling zijnde transitiearrangementen. 3. Hierbij te vragen of en op welke wijze gemeenten in dit kader gebruik wensen te maken van de advisering en het subsidiebeheer door de GGD in dezen. 4. Het addendum bij de begroting 2014 vast te stellen. 5. Gemeente Neerijnen uit te zonderen van deelname aan de GGZ-preventie en de financiële bijdrage van deze gemeente hiervoor te annuleren. 6. Een bedrag van €5.247 te bestemmen voor de Winteropvang in Rivierenland. 7. Het Mandaatbesluit subsidies voor 2014 vast te stellen. Addendum begroting 2014 GGD Gelderland-Zuid Toelichting In de begroting 2014 van GGD Gelderland-Zuid zijn 4 posten opgenomen die betrekking hebben op subsidieverlening op het gebied van de Preventie & Verslavingszorg, GGZ-preventie en OGGz/MO in Rivierenland: 1. Preventie en verslavingszorg (€205.256) 2. GGZ-preventie (€114.713) 3. Beschermd wonen / RIBW (€53.982) 4. OGGZ-subsidie (€86.760) Deze middelen worden aangevuld met een bijdrage vanuit woningbouwcorporaties in Rivierenland voor het beschermd wonen (€30.405). Subsidies In 2014 worden vanuit deze middelen de volgende subsidies verstrekt: 1. Preventie en verslavingszorg a. Subsidieontvanger aan wie de GGD in 2014 subsidie verstrekt: IrisZorg b. Bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld: €205.255 c. Activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend: Outreachende hulpverlening/bemoeizorg door deelname aan het interventieteam Straathoekwerk Spreekuurpunt in Zaltbommel als onderdeel van de polikliniek Rivierenland 2. Ambulante crisisbegeleiding a. Subsidieontvanger aan wie de GGD in 2014 subsidie verstrekt: IrisZorg b. Bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld: €45.900 c. Activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend: 11 tot 12 trajecten ambulante crisisbegeleiding met een gemiddelde inzet van 48 uur per traject 3. Beschermde woonvorm in Tiel a. Subsidieontvanger aan wie de GGD in 2014 subsidie verstrekt: RIBW Nijmegen & Rivierenland b. Bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld: €120.000 c. Activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend: 4 plaatsen beschermd wonen voor WMO-geindiceerden aan de Kwelkade in Tiel en 4 plaatsen nachtopvang 4. GGz-preventie a. Subsidieontvanger aan wie de GGD in 2014 subsidie verstrekt: Indigo b. Bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld: €97.789 c. Activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend: Regionale en lokale activiteiten gericht op depressiepreventie in Rivierenland; Neerijnen uitgezonderd. Het regionale aanbod bestaat uit: publieksvoorlichting, beleidsadvisering, consultatie, activiteiten gericht op mantelzorg, weerbaarheid, kinderen in de knel en zwangeren en jonge ouders. Het lokale aanbod betreft het community project Mentaal vitaal ouder worden. pagina 2 van 2 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Op 26 juni 2014 Namens het Algemeen Bestuur Voorzitter, Secretaris, Drs. L.C.M. Frings Dr. ir. M.N. Pieters MANDAATBESLUIT SUBSIDIES 2014 GGD GELDERLAND-ZUID Colofon Auteur(s) Datum Versie Status Besproken met (dit item vervalt na afronding) Vastgesteld door Datum Datum ingang Ruud Verstegen 0.2 concept Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur 26 juni 2014 1 MANDAATBESLUIT SUBSIDIES 2014 GGD GELDERLAND-ZUID Het Algemeen Bestuur van de GR GGD Gelderland-Zuid; - Overwegende dat de GGD Gelderland-Zuid subsidies verstrekt aan verschillende organisaties; - Overwegende dat het Algemeen Bestuur in een subsidieverordening, dan wel in haar begroting, kenbaar maakt hoeveel subsidie aan welke organisaties verstrekt kan worden - Overwegende dat het om praktische redenen wenselijk is dat het Algemeen Bestuur de bevoegdheid om subsidies te verstrekken, in 2014 mandateert aan de Directeur Publieke Gezondheid. BESLUIT: Het Algemeen Bestuur mandateert aan de Directeur Publieke Gezondheid de bevoegdheid om in 2014 te besluiten over het verstrekken van subsidies, met inachtneming van de daarvoor in de begroting opgenomen middelen. Het mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften waaraan de subsidieontvanger moet voldoen en de bevoegdheid tot het vaststellen van de verstrekte subsidies. Dit mandaatbesluit treedt in werking op 26 juni 2014 en kan worden aangehaald als "MANDAATBESLUIT SUBSIDIES 2014 GGD GELDERLAND-ZUID" Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de GGD Gelderland-Zuid, in haar vergadering d.d. 26 juni 2014. De voorzitter De secretaris 2 Algemeen bestuur vergadering agendapunt onderwerp 26 juni 2014 8.6 GGD-inzet transities Korte samenvatting onderwerp: In vervolg op de leerbijeenkomst over de transities en de koers van GGD Gelderland-Zuid van 19 november 2013, zijn in het AB van 13 maart matrices geagendeerd waarin producten zijn uitgezet tegen de organisatiegraad. Hierbij is het werkveld van de GGD geclusterd vanuit 4 perspectieven: school, lokale netwerken, (eerstelijns)zorg en veiligheid. De GGD zal inzetten om binnen deze perspectieven kennis en kunde, zowel binnen de GGD als met keten- en netwerkpartners, te verbinden. Op deze wijze wil de GGD bijdragen aan het ondersteunen van de gemeenten bij de transities in het sociale domein. De ontwikkelrichtingen zijn ter vergadering met een presentatie toegelicht. Het AB gaf aan dat voor het AMHK een regionale aanpak, dat wil zeggen op het niveau van Gelderland-Zuid, essentieel is. Ten aanzien van de andere producten en diensten zullen de gemeenten de inzet van de GGD bepalen. De matrices zijn niet als zodanig naar de gemeenten gestuurd ten behoeve van de bespreking van de opdrachtenportefeuille 2015. De afweging hierbij was dat het insturen van de matrices, zonder begeleidende discussie, tot verwarring zou kunnen leiden. Wel is met een aantal gemeenten die aangaven voorgestelde ontwikkelrichtingen nader met de GGD te willen verkennen, gesprekken gevoerd. Dit heeft geleid tot concrete voorstellen voor facultatieve opdrachten. De GGD zal in 2014 een organisatie-ontwikkelingstraject starten om de medewerkers mee te nemen in het betekenis geven aan de koers van Gelderland-Zuid. Voorstel te beslissen: 1. De GGD te vragen om in (reguliere) overleggen per gemeente nader de ontwikkelrichtingen toetsen, en producten/diensten ontwikkelen en formuleren. Deze kunnen facultatief worden afgenomen.
© Copyright 2025 ExpyDoc