Lees verder (pdf)

KOPWERK
OKT. 2014
Leo van Rooijen
OKT. 2014
KOPWERK
Casper Tombrock
Kees Kanters
OKT. 2014
Foto’s: Wouter Scheen
KOPWERK
KOPWERK
KOPWE
OKT. 2014
OKT. 20
Rechtszaak schept helderheid
In juli van dit jaar is de uitspraak geweest in
de rechtszaak die de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) heeft aangespannen tegen de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ).
De VPH voerde aan dat de VZVZ door een
elektronisch uitwisselingssysteem in te voeren, het Landelijk schakelpunt (LSP), dat
zulke ernstige onvolkomenheden vertoont
dat huisartsen bij deelname hun beroepsgeheim en de privacy van hun patiënten schenden. De rechter stelt echter dat het systeem
voldoet aan geldende wetgeving, zoals de
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
en het medisch beroepsgeheim. De privacy
en de beveiliging zijn volgens de rechter
goed geborgd in het systeem, dat ook voldoet aan de NEN-normen over beveiliging.
De rechter oordeelt dat de toestemmingsprocedure voldoet aan de daarvoor gestelde
eisen. De toestemming is vrijwillig en voldoende specifiek. Ook is er sprake van geïnformeerde toestemming zoals de wet vereist. Het informatiemateriaal voldoet aan
alle eisen.
De huisarts is een belangrijke schakel in de
zorg voor patiënten met zowel acute als
chronische klachten. Voor het leveren van
goede zorg door alle hulpverleners is het
noodzakelijk dat er gecommuniceerd wordt
en gegevens uitgewisseld worden betreffende de zorg aan deze patiënten. Dit geldt niet
alleen voor de avond- en weekenddiensten,
waarbij het voor de dienstdoende huisarts
vaak niet, maar soms zeer waardevol is als
hij kan beschikken over de gegevens van de
patiënt. Ik denk dat de patiënt er ook recht
op heeft dat de vervanger van zijn huisarts
zijn gegevens kan raadplegen. Als er samengewerkt wordt in een zorggroep worden er
met het keteninformatiesysteem gegevens
uitgewisseld. Recepten moeten elektronisch
verwerkt worden en worden verzonden naar
de apotheek. Voor een optimale geneesmiddelenvoorziening is ook het uitwisselen van
indicaties en contra-indicaties noodzakelijk.
Als een patiënt verwezen wordt naar een
specialist is het belangrijk dat deze kennis
heeft van de voorgeschiedenis en reeds uitgevoerd onderzoek. Deze informatie wordt
steeds meer elektronisch uitgewisseld.
Correspondentie en uitslagen komen via
Edifact weer terug in ons HIS. Patiënten
willen via patiëntenportalen afspraken
maken, herhaalrecepten aanvragen, hun
bloeddruk en glucosewaarden doorgeven,
en de mogelijkheid hebben om via een
E-consult hun arts een vraag te stellen. De
huisarts wil de actuele administratieve (via
SBV-Z) en verzekeringsgegevens (via COVonline) tot zijn beschikking hebben.
Uitwisseling van anonieme gegevens wordt
gebruikt voor beslissingsondersteuningsgegevens, zoals NHG-doc, en voor zorgregistraties (Nivel). Al deze voorbeelden
maken duidelijk dat elektronische gegevensuitwisseling niet meer weg te denken is uit
de zorg die wij leveren. Niet alleen voor ons
huisartsen is dit belangrijk, maar ook de
patiënten hebben er recht op dat dit zorgvuldig gebeurt. Er zijn hier duidelijke landelijke
richtlijnen voor opgesteld door NEN, Nictiz,
CPB en de beroepsgroepen. Niet alleen voor
de informatieuitwisseling in de zorg, maar
ook voor de informatiebeveiliging in de
eigen praktijk (NHG).
Misschien moeten we blij zijn met de rechtszaak die de VPH heeft aangespannen. Wat
betreft de elektronische uitwisseling van
gegevens via het landelijk schakelpunt voor
het EMD heeft een onafhankelijke instantie,
de rechter, getoetst of dit zorgvuldig is opgezet en uitgevoerd. En gelukkig was dat het
geval. 3
SynthesHis oktober 2014; 3 (13)
1